1
Messiaanse Gemeente Bracha te Apeldoorn
Bracha Bericht
nummer 22 ~ Nisan 5781 ~ 10 maart 2021
Corona en onze diensten
Als leiding van de gemeente zijn we blij dat we ook de afgelopen weken de diensten op sabbat door hebben kunnen laten gaan. Ook doordat het aantal bezoekers beperkt is, de ruimte groot genoeg is en goed geventileerd. Ondanks de verschillen van inzicht binnen de gemeente over de aanpak van de pandemie en de ernst ervan, willen we als leiding van de gemeente ieder
respecteren en – zover van toepassing – de voorschriften in acht nemen. Bovendien moeten we ons als huurders van Het Kruispunt houden aan onze afspraken met Berea: niet slepen met het meubilair. Dus houden we ons aan ons protocol: ontsmetten, registreren eventueel een mondkapje op en afstand houden. Maar we zingen wel, en de maaltijd van de Heer vieren we ook samen met wie dat wil, zij het dat ieder zijn stukje matze en cupje met wijn (of druivensap) zelf moet
ophalen.
We hopen, dat ook dit Bracha Bericht zal bijdragen aan een diepere verbondenheid met elkaar.
We zien uit naar ook uw persoonlijke bijdrage daaraan. Dat kan door uw reacties, vragen, persoonlijk verhaal enz. Mogen we u uitdagen?
Reageren of kopij inleveren? Mail naar info@mg-bracha.nl
Dit Bracha Bericht bevat:
Programma voor de komende maand
Samenvattingen van de onderwijzingen en de studieavonden
Kennismaking met Kees en Karin Everaars
Programma voor de komende maand
Sjabbat 6 maart Steven Parasja Ki Tisa
Sjabbat 13 maart Anco van Molenbroek Parasja Wajakel en Pekoedee Maandag 15 maart Bob van Dijk via Zoom 4e studie over Openbaring*
Sjabbat 20 maart Sybe de Vos Parasja Waijikra
Sjabbat 27 maart Jos Bremer Parasja Tsav
*in verband met Corona worden op verzoek van Bob van Dijk deze studieavonden via Zoom gegeven. Nadere informatie kunt u op de Bracha site vinden, ook kunt u dar eerdere studies beluisteren: http://mg-bracha.nl/nieuws/nieuwe-studieavonden
2
De preken, onderwijzingen of droosjen
Van elke ‘preek’ een samenvatting. Wie nieuwsgierig is geworden naar de totale boodschap of die nogmaals wil horen, kan die vinden via ons YouTube-kanaal.
Tweede studieavond over Openbaring op 1 februari 2021 door Bob van Dijk
Via Zoom nam Bob van Dijk ons mee in een tweede studie over Openbaring. Er waren deze avond enkele nieuwe deelnemers. Na een korte herhaling van wat in de eerste avond besproken was, kwamen in deel 2 hoofdlijnen en structuren van Openbaring aan de orde. In het begin van Openbaring lezen we de brieven aan de zeven gemeenten. Elke brief volgt een vast patroon:
autoriteit, lof, verdriet, waarschuwing en belofte. Een vraag rijst of de brieven ook over zeven tijdperken gaan. Slechts twee gemeenten hebben zich niet met Babylon ingelaten; slechts één vindt een geopende deur: “die zich hielden aan zijn Tora”!; die ander heeft tien dagen verdrukking te verduren. Aan de hand van een zestal boeken gaat Bob in op de structuren van Openbaring.
O.a. komt naar voren de relatie die gezien kan worden tussen de najaarsfeesten en de onthullingen in het boek Openbaring. Op de site van Bracha zijn de studies nog te beluisteren: http://mg- bracha.nl/nieuws/nieuwe-studieavonden
6 februari 2021 Parasja Jitro Ex. 18:13v.v., 19, Habakuk 1,2; Jacob Keegstra
Het thema van de lezing was “Van wachttoren tot vuurtoren”: Hoe wij tot God naderen, een woord van Hem ontvangen en een licht voor de wereld mogen zijn. Jetro adviseerde Mozes het werk niet in zijn eentje te doen, maar leiders aan te stellen over 1000, 100, 50 en 10 mensen en zelf alleen de grote zaken te behandelen. Mozes luisterde. In hoofdstuk 19 zegt de Heer Mozes op de Sinaï het volk te zeggen, dat het Zijn persoonlijk eigendom zal zijn, koningen en priesters, een heilig volk. Mozes roept de oudsten en die bespreken het met het volk. Het volk zegt “ja” en Mozes brengt dit terug aan de Heer. Het is een wisselwerking. Je moet je positie kennen: uitgaan met een boodschap aan de wereld, teruggaan en tot rust komen, en weer uitgaan. Sinds maart 2020 is ons veel overkomen. 2 Kronieken 7:13,14 is veel geciteerd. Vorig jaar is dat allemaal gebeurd: Australië: droogte en branden; van Saoedie-Arabië tot Ethiopië sprinkhanen; pest in de hele wereld. De parasja noemt het volk priesters en koningen. Dat betekent, dat wij regeren over de wereld. We hebben een positie vanuit de wachttoren: “Wanneer Mijn volk… in ootmoed buigt en bidt,… dan zal Ik vanuit de hemel horen, hun zonden vergeven en hun land genezen”. Wij (Jacob Keegstra’s gebedsgroep) kregen na de zomer het woord, dat we niet teruggaan naar de oude situatie, maar de Jordaan overgaan. Het volk had in Egypte de tekenen en plagen van God gezien. God zorgde in de woestijn voor alles: manna, kwakkels, niet verslijtende kleding en schoeisel, gezondheid etc. Ze hoefden niet te zaaien en te oogsten. Toch verlangde het terug naar de vleespotten van Egypte. Het was niet in staat het beloofde land in te gaan. Met Jozua breekt een nieuwe tijd aan. Op de eerste dag vindt de besnijdenis van het volk plaats. Ze moeten zelf zaaien, oogsten en kleding maken. Maar eenmaal in het beloofde land zijn er crises. In Habakuk lezen we over geweld en ruzie, de wet die zijn kracht verliest, Chaldeeën die opstaan en het land in bezit nemen. Habakuk roept in hoofdstuk 1 om hulp en vraagt God waarom Hij niet luistert.
Dan besluit hij op de wachtpost te gaan staan en uit te kijken naar wat God gaat spreken. Toen antwoordde de Heere, dat het visioen nog wacht en dat hij de vervulling moet verwachten. En vervolgens: “De rechtvaardige zal door zijn geloof leven”. Dan in vers 14: “Want de aarde zal vol worden met de kennis van de heerlijkheid van de HEERE”. Habakuk ging iets doen: staan op de wachttoren. De wachttoren wordt vuurtoren. God geeft een visioen. Het duurt nog even en dat is niet leuk. God test zo door de hele Bijbel heen. De bemoediging ondertussen is: De rechtvaardige
3
leeft door geloof. Door de hele Bijbel heen komen mensen door testperiodes heen: Job, Paulus…
Wij laten ons alles afpakken: samenkomsten, zingen… Het is goed om nu Gods Woord te memoriseren vóór er sprake is van een kerker. Paulus en Silas zingen in de kerker en … er komt een aardbeving. Jezus heeft om de vreugde die voor Hem lag het kruis verdragen. Tijdens de rit moeten we leven door geloof. Geloof (emoena) betekent zekerheid: 1. Geloof is een kracht tot behoud; 2. Geloof is een zegen voor de volkeren; 3. Door het geloof kunnen we tot God naderen;
4. Het geloof geeft zekerheid voor nu en de toekomst; 5. We leven door geloof en hebben de wereld al overwonnen.
Jetro’s principe werd ook door Jesjoea gebruikt. Hij voedde 3000 of 5000 mensen lichamelijk en geestelijk, maar had geen diep contact met hen. Dat had Hij wel met de twaalven. En vanuit die twaalf gaf Hij er drie counseling. Je hebt kleine kringen nodig waar je gezien wordt, zodat je verder kunt. Je hebt visie nodig. David raakte in Ziklag alles kwijt, maar hij sterkte zich in de Heere. Daardoor kreeg hij nieuwe moed om het verlorene te heroveren. Churchill in de 2e wereldoorlog zei: “Never give up”. Dat is ook een boodschap voor ons.
Blijf bij je roeping. God zet ons in de resetknop, zodat we weer weten waarvoor we hier zijn.
Alleen als je bij je roeping blijft, kan God zegenen. We hebben Gods Geest nodig en gebed.
13 februari 2021 Parasja Misjpatiem Ex. 21:1-22:3; Jer. 34:8-22, 33:25-26; Kees Duijzer Misjpat betekent gerecht, vonnis, verordening, bepaling, regels. In parasja Jitro kreeg het volk bij Horeb de tien woorden van het verbond. Ze zijn in stenen gegrift, en worden nooit veranderd. In Misjpatiem lezen we de uitwerking daarvan, zoals ook verder in Leviticus, Numeri en
Deuteronomium. Kees kiest ervoor de bepaling rond slavernij en de rechten van slaven verder uit te werken. In tal van plaatsen in de Schrift spreekt God erover, dat het volk zelf slaaf is geweest en door Hem uit de slavernij is bevrijd. Ook bij Pesach wordt het daaraan herinnerd. Slaven waren in die tijd aan volstrekte willekeur overgeleverd. God stopt de slavernij niet meteen, maar eist een rechtvaardige en respectvolle behandeling van slaven. Slavernij is van alle eeuwen, en ook nu is er nog moderne slavernij. Een Israëliet verkocht zichzelf b.v. als slaaf als hij schulden had. Hij moest dan in het 7e jaar worden vrijgelaten. Er moest altijd zicht blijven op het terugkrijgen van vrijheid. Een slaaf die na deze tijd bij zijn heer wilde blijven, moest - tegen een deurpost - met een priem zijn rechteroor doorboord worden. Rashi zegt, dat de slaaf naar het gerechtshof moest (vertegenwoordiger van God), zijn rechteroor (heeft de stem van God gehoord bij de Sinaï) doorboord werd tegen de deurpost (Egypte). Het gat in het oor betekent, dat het oor geopend is en je weer kunt horen. Wie kan horen, kan gehoorzamen. Aan de deurpost is ook de mezoeza met de geboden van Adonai. We lezen hierover ook in Ps. 40: 7-9: “U hebt geen vreugde gevonden in slachtoffer en graanoffer. U hebt Mijn oren doorboord; brandoffer en zondoffer hebt U niet geëist.
Toen zei Ik: “Zie, Ik kom, in de boekrol is over Mij geschreven. Ik vind er vreugde in, Mijn God, om Uw welbehagen te doen; U wet draag Ik diep in Mijn binnenste”. Het is een verwijzing naar de Messias, zie ook Filippenzen 2:5-8: “Laat daarom die gezindheid in u zijn die ook in Christus Jezus was, Die, hoewel Hij in de gestalte van God was, het niet als roof beschouwd heeft aan God gelijk te zijn, maar Zichzelf ontledigd heeft door de gestalte van een slaaf aan te nemen en aan de mensen gelijk te worden. En in de gedaante van een mens bevonden, heeft Hij Zichzelf vernederd en is gehoorzaam geworden tot de dood, ja, tot de kruisdood”. Jeshoea zegt, dat het Zijn spijs is de wil van Wie Hem gezonden heeft te doen. Johannes noemt Jeshoea de levende Torah. Sjemoth 20:5,6 spreekt over “voor eeuwig dienen” Het heeft een profetische betekenis. Jeshoea dient de Vader voor eeuwig. Wij ook? Zijn wij bereid te dienen, onze oren te laten openen? Dat kan veel pijn doen. Denk aan de broeders in de vervolging. Hoe lang gaat het ons nog voor de wind? Er
4
komt steeds meer druk in de samenleving. Dat vraagt keuzes die pijnlijke gevolgen kunnen hebben. Ook wij mogen vrijwillig ervoor kiezen ons kruis op ons te nemen en te volgen, ondanks pijn. Wij mogen het welbehagen van God doen met de Torah in ons hart. Zijn we bereid zo te volgen?
Parasja Teroema Exodus 25:31-40, Hebreeën 9:11,12,23,24; Openbaring 4:1-5; Jan Willem van den Bosch
De menorah (kandelaar) heeft veel betekenissen, ook geestelijk. Eén betekenis daarvan wordt vandaag behandeld. De kandelaar heeft drie armen, eigenlijk drie halve cirkels. Hij is uit één stuk goud gedreven. In het N.T. vinden we de betekenis: Jesjoea zegt, dat we geen vrucht dragen, tenzij we in Hem geënt zijn. Anders sterven we af. De amandelblaadjes en -knoppen wijzen op vrucht dragen. Wij moeten zijn als die zijarmen, één met Hem. Dan zijn we het licht van de wereld en kunnen het licht verspreiden. De amandelknoppen zijn één van de eerste bloesems. Dat is een teken van hoop, een nieuwe lente. Knop en bloesem geven de belofte van een nieuwe oogst.
Alleen als we in de Messias geënt zijn, brengen we deze voort. De kandelaar heeft totaal 22 knoppen en bloesems, eenzelfde getal als de letters van het Hebreeuwse alfabet. Zij zijn een symbool van de Wet van God, Zijn Torah. Wie de Torah goed gevolgd heeft, staat voor Gods Aangezicht. Maar de Geest is nodig als de olie die het vuur doet oplaaien. In Genesis 1 lezen we over Gods Geest. Hij broedde over de chaos, en toen het Woord sprak, kwam er bloei en vrucht.
De kandelaar 1 en de olie 2, Woord en Geest. Jeshoea zegt, dat we moeten aanbidden in Geest en Waarheid. De kandelaar moet van zuiver goud zijn. Als we met Jeshoea één kandelaar zijn, dan komt Gods glorie erover. Denk aan Mozes in Exodus 34. Toen Mozes terugkwam van de ontmoeting met God op de berg, straalde zijn gezicht. Hij had alleen een klein stukje van Gods heerlijkheid gezien, van achter, maar toch kon het volk Mozes niet aanzien. Dat wil God met ons doen: wij mogen de glorie van God in de wereld uitstralen. Paulus zegt, dat we door de
heerlijkheid van God van dag tot dag vernieuwd worden. De aardse tempel is een afschaduwing van de tempel in de hemel. Mozes heeft die gezien en kreeg de opdracht hem te maken, zoals hij hem gezien had. De kandelaar brandt ook in de hemel. Wat betekent dat? God is toch Licht?
Openbaring 4 beschrijft de menorah in de hemel. De troon van God met de zeven vurige fakkels doet denken aan de kandelaar. De fakkels zijn de zeven geesten van God. God is drie in één. De Heilige Geest is zeven in één: zeven uitingen, zeven afzonderlijke vlammen. Jesaja 11:2 beschrijft de Geest van de Heer (het middelste gedeelte van de kandelaar, de schacht) met de drie zijarmen:
de Geest van wijsheid ~ de Geest van inzicht, de Geest van raad ~ de Geest van sterkte, de Geest van kennis ~ de Geest van de vreze des HEEREN. De Geest van de HEERE rust op je en dat is naar buiten zichtbaar, omdat Hij altijd op je brandt, zoals de menorah altijd brandt. Waar je komt, verandert de sfeer door de zalving. Er gebeuren dingen: de machten van het kwaad gaan bij je weg of ze manifesteren zich, de engelen worden aangetrokken. Vanuit de schacht komen:
wijsheid: God leert je wijs en verstandig leven. De wijsheid is creatief (Spreuken 8). Jezus is de Goddelijke wijsheid; Hij is de persoon met Wie God de wereld schiep. Hij stilde de storm, riep Lazarus uit het graf, zond demonen weg. Jeshoea geeft deze autoriteit ook aan Zijn discipelen en de gelovigen;
inzicht: hierdoor leer je wijsheid toe te passen. De Heilige Geest weet/kent alle dingen en leert ons dat in ons werk, onze relaties, gedachten en emoties. Jakobus zegt ons God wijsheid te vragen en niet te twijfelen;
raad en sterkte horend bij het koninkrijk op aarde, zo ook bij Gods koninkrijk dat in de hemel is en op aarde uitgebreid moet worden. Zo zijn er ook hemelse rechtbanken. Gods
5
Geest op jou geeft profetisch inzicht op individueel gebied, voor familie, stad, land, Israël en de wereld. We moeten God vragen: Waarmee bent U bezig? En daarop aansluiten.
Raad is de geest van profetie. God doet geen ding zonder zijn profeten. De hemel is van de Heer, de aarde heeft hij aan de mensen gegeven. Hij schakelt ons in. Dan is er de wetgevende en uitvoerende macht, waarvoor sterkte nodig is. Wanneer we met God wandelen wordt kracht vrijgezet om uit te voeren.
het middelste paar armen is het meest intiem: kennis en vreze van de HEERE. We mogen ervarings-/relatiekennis met God opbouwen. Wie Hij is en wie Hij is voor jou. Het hart van God wordt aan je zichtbaar gemaakt door de Heilige Geest. Vreze/ontzag voor de HEERE hoort hierbij. Als de Heilige Geest ons de HEERE leert kennen worden we van ontzag vervuld (Daniël, Johannes op Patmos). De zevenvoudige Geest is één van de betekenissen van de menorah. Zij willen op ons branden. Daar mogen we om bidden: Laat Uw Geest door ons leven stromen, Uw vuur, anders is er geen licht. Alleen zo zal de wereld U kennen.
3e studieavond over Openbaring op 23 februari 2021 door Bob van Dijk
Op deze derde avond ging Bob nader in op de datering van het boek Openbaring, het meten van de tempel, notities bij de zeven gemeenten, de zeven zegels, en het begin en einde van de zevende bazuin. Aan de hand van een aantal publikaties, en met vergelijking van Schriftplaatsen komt hij al vragen stellend stapje voor stapje verder in zijn pogingen deze items te ontrafelen. U kunt het onderwijs nog beluisteren op de website van Bracha: http://mg-bracha.nl/nieuws/nieuwe- studieavonden
Parasja Tetsavee Exodus 27:20,21; 28: 1 -5, 9-12, 28-30; Ezechiël 43: 10-12; Klaas Goverts Als inleiding citeert Klaas een vers van Henriëtte Roland Holst:
“Dit ene weten wij
en aan dit ene houden wij ons vast in de duistere uren:
Er is een Woord dat eeuwiglijk zal duren, en wie het verstaat, is niet meer alleen”.
Hij citeert ook een titel van Prof. J.W. van Hulst die in de 2e Wereldoorlog vanuit de
Kweekschool te Amsterdam 500 kinderen hielp te ontkomen aan de Duitsers: “Een Woord dat stellig van ginds komt”.
Zo start de parasja in hoofdstuk 27 en 28 met: “En gij”. Mozes wordt niet genoemd, het gaat om Aäron, de priester die bekleed wordt. Mozes mag hem daarin dienen. De eerste verzen gaat over de lamp en het licht. Er wordt alleen over de voortdurende lamp gesproken: Ma or. Dat staat ook in het scheppingsverhaal. De kandelaar komt niet voor. Alleen de lamp en het licht. Het licht moet opgaan (binnen), evenals het brandoffer (buiten). Jeshoea is het Licht van de wereld, én Hij is het brandoffer. Het licht moet schijnen van de avond tot de morgen, en dat is een eeuwige inzetting.
Ook in de nacht, dát is de ballingschap. Wij zijn ook op vele manieren in ballingschap. In de nacht moet het licht branden, ook nú. In onze dagen en nachten is de lamp vanuit de eeuwigheid nodig in alle duisternis en verwarring: Laat de lamp van God branden! Uw woord is een lamp voor mijn voet. Kom met Uw licht. Schijn in ons hart en onze gedachten. Hoofstuk 28 vertelt uitgebreid
6
over de priesterkleding. De uitgebreide verslaggeving wijst erop, dat het voor de Eeuwige belangrijk is. Klederen zijn tot heerlijkheid en sieraad. Dat staat ook bij de verheerlijking op de berg van Jeshoea. Petrus schrijft dat later. De priester beeldt de eeuwigheid in de tijd uit. Het hogepriesterlijk borstschild wordt door Benno Jacobs het belangrijkste centrale punt genoemd, de
“goshen”. Het lettergetal is 358, en dat is hetzelfde getal als van Messias. Het is een symbool van de Messias. De efod is een schort met twee stenen voor op de schouders: shoam-stenen. Dit woord staat ook in Genesis 2: paradijsstenen. Als de hogepriester wandelt, is dat een herinnering aan het paradijs. Als je de letters van “shoam” omwisselt, krijg je Ha Shem. Op de stenen komen de namen van Israëls stammen. En op het borstschild in een vierkant, het hart van de hogepriester, komen ook de namen van Israël. In Numeri legeren de stammen ook in een vierkant, met in het midden de tabernakel. Als de hogepriester de tabernakel ingaat, gaan de twaalf namen ook op zijn schouders en hart mee naar binnen. Hij komt voor de HEERE met al Gods kinderen; het is een woordenloos gebed. Jeshoea is bij God naar binnen gegaan als de Grote Hogepriester. God vroeg:
Wat heb je bij je? Jeshoea: De namen van Uw kinderen, op Mijn schouders en op Mijn hart. Af en toe mag jij ook een paar namen op je schouders en op je hart bij God naar binnen dragen. Jeshoea had de namen op zijn schouders als een last die Hij torste tot het kruis op Golgotha. Een predikant zei: “Jeshoea aan het kruis dacht aan ons. In de eeuwigheid was dit er al, zoals een herder met zijn kudde”. Tot zover Exodus 28. Nu Ezechiël 43: ballingschap. “Meld het huis van Israël het huis”
staat er letterlijk. Ze moeten de vorm/structuur nameten om tot inkeer te komen en zich te schamen. Waar alles in Exodus 28 om draait is de hogepriester met de goshen. Zo draagt Jesjoea Zijn volk, Zijn schepping, Zijn hele kosmos. Psalm 132 berijmd: “Hier zal ik mijne naam ten prijs, de priesters met zijn heil bekle’en, en ’t volk doen juichen weltevreên. Wat vijand tegen hem zich kant, mijn hand, mijn onweerstaanb’re hand, zal hem bekle'en met schaamt’ en schand’;
maar eeuwig bloeit de gloriekroon op ’t hoofd van Davids groten Zoon”. Dat staat vast! Nog een paar gedachten, de kern: De hogepriester die bekleed wordt, is eeuwigheid in de tijd, verbinding tussen hemel en aarde. Dat is het belangrijkste. Als we Jesjoea als Hogepriester hebben, hebben we alles. Hij gaat de hemelen door en zegt: “Ik heb de namen meegebracht, de onze en gans Israël”. Tot in Gods handen
Kennismaking met Kees en Karin Everaars
7
Zoals u in het vorig Bracha Bericht gelezen hebt, gaat Karin helpen met het schrijven van het Bracha Bericht. Karin: “Ik vind dit wel spannend, omdat we vrij nieuw zijn in Bracha, en wel wat gezichten, maar nog niet veel mensen persoonlijk kennen. Daarnaast vind ik het niet eenvoudig om dit van Bram, die het voortreffelijk deed, over te nemen. Eén van de eerste hobbels die ik tegenkwam, was: “Hoe kom ik aan een kennismakingsverhaal?” Met een lockdown, een dringend advies om maar één persoon per dag thuis te ontvangen, en de onzekerheid hoe mensen daarmee omgaan, durf ik niet zo gemakkelijk iemand aan te klampen voor een verhaal. Maar wat doe ik dan? Tenslotte bedacht ik, dat ik dan maar het beste u met ons kan laten kennismaken, en u dan vervolgens vragen: “Wie wil het stokje van ons overnemen en zijn verhaal voor het volgende Bracha Bericht schrijven?” Wij zijn sinds eind augustus 2020 vaste bezoekers van Bracha. Eind mei zijn we uit Zaandam naar Nunspeet verhuisd. De eerste maanden hebben we via Zoom nog de parasjabespreking in Zaandam bijgewoond. Vervolgens hebben we een messiaanse gemeente gezocht, en kwamen in Apeldoorn terecht. In Bracha voelden we ons meteen thuis. We zijn in 1998 op latere leeftijd getrouwd. We leerden elkaar kennen in het bestuur van Gospel for Guests, een kleine stichting die later is opgegaan in de Zakbijbelbond. Beiden waren we al actief onder asielzoekers en vluchtelingen. We ervoeren dit ook als een roeping op ons huwelijk. Kees ging in 1998 met prepensioen en een half jaar later verstonden we, dat ook voor Karin de tijd was
gekomen om te stoppen met werken, en samen met Kees hiermee verder te gaan. Vervolgens hebben we - aanvankelijk nog tegelijk met de zorg voor onze gehandicapte moeders - les gegeven in een AZC, thuis bijbelstudies (al dan niet gecombineerd met naailessen) gegeven, een
bijbelstudie-taalcursus voor anderstaligen opgezet in onze gemeente, in de loop der tijd een viertal mensen in ons huis opgevangen, en mensen begeleid die in onze gemeente binnenkwamen. Op verzoek startten we een gebedsgroep van onze gemeente. Al snel begon de Heer te spreken over Zijn wens, dat er een huis van gebed in de stad zou komen. Spontaan uitte Kees na het gebed, dat hij daarvoor zijn huis wel wilde verkopen, wat Karin bevestigde. Binnen twee weken wees de Heer de locatie aan: een in aanbouw zijnde kantoorwoning in het nieuwe centrum. Nadat we begin 2006 - daar startten met een gebedsuur voor Israël, gevolgd door dagelijkse gebedsuren en een aantal speciale bidstonden (intergemeentelijk en uit onze gemeente), bracht de Heer in 2008 opnieuw een groep vluchtelingen in ons huis: Via een gemeentelid kregen we het verzoek twee meisjes uit het AZC op te halen voor de kerkdienst. Het waren door de overheid uitgenodigde Bhutanese vluchtelingen, de eersten van totaal 500 wezen, bejaarden en gehandicapten en hun families. Ongeveer 250 vluchtelingen bleken in de erop volgende jaren eerst ongeveer een half jaar in het AZC Amersfoort gevestigd te worden. Op enkele christenen na waren de meesten hindoe of boeddhist, maar een aantal had belangstelling voor het christelijk geloof. Met hulp van een hun taal sprekende christenvluchteling startten we op zaterdagavond Nepalese diensten in ons huis die altijd werden afgesloten met een maaltijd. Op gebed ontvingen we van een ons
onbekende Duits-Nepalese pastor een telefoontje, dat hij naar Nederland wilde komen voor het geven van (doop)onderwijs. In de drie volgende jaren lieten 26 vluchtelingen zich dopen.
Wanneer ze elders in het land een huis kregen, brachten we hen in contact met een bijbelgetrouwe gemeente, en bleven hen nog enigermate volgen. Zo bemerkten we, dat het niet overal goed ging met de jonge christenen. Integratie in maatschappij en kerk verliep moeizaam. Toen onze
gemeente in een nieuwe locatie kon beschikken over een permanent opengestelde gebedsruimte zijn we daarin gaan meedoen. Kort daarna legde de Heer ons voor, of we bereid waren naar één van de Bhutanese christengroepen in het land te verhuizen, gevolgd door een aanwijzing van Zaandam. Van begin 2014 tot vorig jaar hebben we daar gewoond en de mensen geholpen met bijbelonderwijs en hen begeleid in persoonlijke en relationele problemen. Toen we bemerkten, dat onze taak daar klaar was, verlangden we terug naar een omgeving met bos en veld. Naast muziek maken en luisteren (Kees), handwerken (Karin) en lezen, vinden we het heerlijk om met de hond de bossen in te trekken. In Zaandam volgden we – samen met één van de Bhutanese echtparen -
8
bij een gemeentelid de Kesjer- en Mohadiemcursus. Toen dat echtpaar begon met
parasjabesprekingen gingen we daaraan meedoen. In Amersfoort waren we al begonnen met het vieren van de sjabbat.
En nu de vraag: Wie van u pakt de pen op om de Bracha-familie met u kennis te laten maken? Als u wel iets over uzelf wilt vertellen, maar liever niet schrijft, wil ik dat ook graag voor u doen. Het zou leuk zijn, als we dit initiatief van Bram kunnen voortzetten. Ik zie uit naar uw reactie. U kunt mij persoonlijk aanspreken, maar ook natuurlijk mailen naar: info@mg-bracha.nl.
