Schriftelijke vragen (art. 42 RvO)
Aan de voorzitter van de Provinciale Staten van Gelderland Datum 17 juli 2017
Van Jaap Jonk (CDA) Onderwerp Parenco, Renkum
Inleiding
Er is al enige tijd sprake van dat bewoners van Renkum overlast ervaren van Parenco. Die duurt nog steeds voort. Er lijkt het een en ander onderzocht te zijn, maar blijkbaar zijn die gegevens voor bewoners niet inzichtelijk.
Wij begrijpen dat er nu ook bomen weg zouden moeten tussen de fabriek en de woonwijk. Ook over dit voornemen wordt volgens bewoners slecht gecommuniceerd.
Zowel de gemeente als de provincie hebben een rol in deze zaak, maar naar de beleving van de bewoners zijn die rollen niet zo duidelijk.
Dat brengt mij namens de CDA fractie tot de volgende vragen:
1. Parenco is deels omgeschakeld van de productie van krantenpapier naar karton. Dit is een wezenlijk ander productieproces en zorgt voor meer overlast dan de productie van
krantenpapier. Op welke wijze is deze wijziging verwerkt in de omgevingsvergunning milieu van het bedrijf? En op welke wijze zijn omwonenden daarover geïnformeerd dan wel betrokken?
2. Op 9 mei jl. heeft u op vragen van dhr. Maouche geantwoord dat Bureau Milieumetingen, onderdeel van de ODRA, op korte termijn geur- en geluidonderzoeken zal doen. Zijn deze inmiddels uitgevoerd?
3. Als deze geuronderzoeken zijn uitgevoerd, zijn de omwonenden dan ook op de hoogte gebracht van de resultaten?
4. Als dat niet het geval is, is daar dan een goede reden voor?
5. In dat zelfde antwoord van 9 mei schrijft u dat de ODRA wekelijks contact heeft met de bewoners? Is dat nog steeds zo?
6. Er zou een aantal bomen geveld moeten worden tussen de N225 en de Dorpstraat in Renkum. Bewoners vrezen hierdoor nog meer hinder van de fabriek te hebben. Wat is de reden om juist nu – nu het overleg gaande is - deze bomen te kappen?
7. Op dit moment voeren de bewoners zelf het onderhoudswerk uit. Wat is de reden dat deze situatie niet kan worden gecontinueerd? Bent u bereid dit verder te onderzoeken en met de bewoners te overleggen?
8. De wens van de bewoners is dat er een integrale benadering komt van de hinder die de fabriek geeft. Dus zowel op het gebied van geluid, geur, trilling en zichtbaarheid. Kunt u toezeggen dat dat gebeurt?
9. Tot slot, bent u bereid om geen onoverkomelijke stappen te nemen zolang het overleg tussen u en alle partijen nog gaande is?
Ing. 18 juli 2017 PS2017-462 2017-010651
PS 27 september 2017