Nierstenen en stenen in urinewegen
Nierstenen en stenen in urinewegen
Blaasstenen hebben een andere oorzaak dan nierstenen. Daar gaan we hieronder niet op in.
De nieren Ligging
Vrijwel iedereen heeft twee nieren. Deze liggen aan de rugzijde en worden beschermd door de onderste ribben. De nieren zijn boonvormig, hebben een bruinrode kleur en zijn
ongeveer 10 cm groot.
Functie
De nieren hebben een aantal belangrijke functies. Ze regelen de water- en zouthuishouding en scheiden afvalstoffen uit. De urine wordt geproduceerd door de nierschors en wordt verzameld in het nierbekken. De urine loopt vandaaruit via de urineleiders naar de blaas, waarna het door de plasbuis naar buiten gaat. Donkere urine betekent dat de urine
geconcentreerd. Lichte, heldere urine is het meest wenselijk, zeker bij mensen met nierstenen.
Ontstaan van nierstenen
Het hebben van nierstenen wordt een welvaartsziekte genoemd. Voor 1900 kwamen
nierstenen in ons land bijna niet voor. Nierstenen kunnen makkelijker ontstaan:
bij mensen die weinig drinken bij mensen die ongezond eten
bij mensen met veelvuldige urineweginfecties bij mensen die overmatig zweten
bij mensen die bepaalde medicijnen gebruiken bij bepaalde aangeboren afwijkingen
bij overgewicht
als nierstenen in de familie voorkomen.
90% van alle stenen zijn calciumoxalaat stenen. Dit stenen komen voor bij mensen die te veel dierlijke eiwitten eten, zoals kip, roodvlees en vis en bij mensen die weinig pH- neutrale dranken drinken zoals water. Er zijn ook enkele ziekten die nierstenen
veroorzaken, zoals hypoparathyreoïdie, cystinurie, primaire hyperoxaalurie en medullaire sponsnieren.
Symptomen
Nierstenen kunnen heftige pijn in de zij (flank) geven. Wij noemen dit koliekpijn. Zolang de steen in de nier zit, heeft u er weinig last van. Als een niersteen zich verplaatst, kan deze in de urineleider komen. Deze urineleiders zijn zeer dun en hebben een gespierde wand.
Deze spieren proberen het steentje naar de blaas te persen, dit geeft die typerende heftige pijn. Wanneer een niersteen de afvloed van urine richting de blaas belemmert, kan de druk in de nier oplopen. Dit kan leiden tot misselijkheid, braken en koorts. Wanneer een nier onder druk staat noemen we dat hydronefrose. Het verzamelsysteem van de nier is dan overvuld.
Wanneer de steen zijn weg naar de blaas vervolgt, kunnen de klachten veranderen. De pijn zakt af van de rug en de flank via de onderbuik en de lies naar zelfs de balzak, eikel of schaamlip. Wanneer de steen bij de blaas in de buurt komt kan dat plasklachten geven.
U kunt dan
aandrang voelen zonder dat u moet plassen vaker naar het toilet moeten.
Wanneer de steen in de blaas is aangekomen, wordt deze meestal zonder problemen uitgeplast. Dit hoef u niet te merken. Merkt u wel de u steen uitplast? Vang deze dan op en neem het mee naar de afspraak bij de uroloog of physician assistant.
Soms geeft een steen weinig tot geen klachten. U kunt wat vake rugklachten hebben of vermoeid zijn. Soms ziet u bloed in de urine na bijvoorbeeld sporten of zwaar tillen.
Er worden ook stenen bij toeval gevonden bij echografisch en röntgenonderzoek. Stenen die geen klachten geven, kunnen later wel klachten geven. Bespreek dit daarom altijd met uw uroloog of physician assistant. Afhankelijk van de grootte van de steen en de locatie
bepalen we welk beleid voor u geschikt is.
Onderzoek
Soms is extra onderzoek nodig. Dit kan bestaan uit bloedonderzoek, urineonderzoek, radiologisch onderzoek of steenonderzoek.
Behandeling
Niet alle stenen in de urinewegen moeten worden behandeld. De meeste kleine stenen tot 6 mm plast u spontaan uit. Als u pijn heeft, krijgt u pijnstilling voorgeschreven. Ook kunnen we een medicijn voorschrijven om de urinewegen wat te ontspannen, bijvoorbeeld een alfablokker, zoals Tamsulosine.
Als u pijnklachten heeft, moet u terughoudend zijn met drinken. De nier staat dan namelijk al onder druk. We raden u aan dan geleidelijk kleine beetjes te drinken. We kunnen ervoor kiezen de nier tijdelijk te ontlasten door de urine via een slangetje (catheter) weg te laten lopen.
Niersteenvergruizer
Door middel van geluidsgolven en trillingen die we via de huid op de steen richten, proberen we de niersteen te vergruizen. De zandkorrels of kleine steentjes die dan overblijven, kunt u zelf uitplassen. Dit behandeling heet Extra Corporele Shockwave Lithotrypsie (ESWL).
Per behandeling kunnen we één steen behandelen. Deze behandeling vindt plaats in dagbehandeling. Via een infuus krijgt u een roesje en dienen we u pijnstilling toe. Het uitplassen van de stukjes steen kan dagen tot weken duren. U gebruikt tot de volgende controleafspraak een medicijn wat de urinewegen ontspant en het uitplassen van de steentjes makkelijker maakt. U krijgt ook pijnstillers mee naar huis.
Operaties
Ureterrenoscopie
Op de operatiekamer krijgt u algehele narcose. Als u slaapt, brengen we via de plasbuis en de blaas een instrumentje met camera in tot de plaats waar de steen zich bevindt. Tijdens de ingreep kunnen we de steen soms in één keer verwijderen met een vangnetje.
Als de steen te groot, schieten we hem eerst met een laser in kleinere stukjes. De kleine stukjes steen verwijderen we dan zoveel mogelijk met het vangnetje. Soms is het tijdens de operatie niet mogelijk om met een instrument bij de steen te komen. Dan kunnen we de steen niet verwijderen, brengen we een dubbel-J (JJ stent) in. De steen verwijderen we dan pas tijdens tweede operatie. Aan het einde van de operatie laten we dan tijdelijk de JJ- stent achter. Deze verwijderen we op de polikliniek als u alle stenen kwijt bent. Bij deze
operatie blijft u twee dagen in het ziekenhuis.
JJ is een hol slangetje tussen nier en blaas om de urineafvloed te garanderen. Lees meer over de JJ-stent.
Kijkoperatie via de huid (percutane nefrolithotrypsie, PNL)
Via deze kijkoperatie probeert de uroloog op de operatiekamer de steen via de rugzijde door de huid te bereiken. U bent dan onder narcose en ligt op uw zij en rug. We prikken de nier aan en brengen via een dunne naald een kijkbuis in. Als de uroloog de steen in beeld krijgt, kan deze worden verwijderd. Als dat niet in één keer lukt, maken we de steen eerst kleiner met trillingen en verwijderen hem dan. U blijft twee tot drie dagen in het
ziekenhuis. Het kan voorkomen dat de operatie niet in één keer lukt. Dan is het mogelijk dat we u nogmaals moeten opereren.
Voor alle behandeling en operaties geldt dat het soms verstandig is te stoppen met
antistollingmedicatie. Daarna zal met u een nieuw plan worden besproken. De uroloog of physician assistant wil u graag in één keer zo veel mogelijk steenvrij krijgen, maar
veiligheid staat voorop.
Voorkomen van steenvorming
Wanneer u een niersteen hebt gehad, is de kans ongeveer 40% dat u in de komende 10 jaar opnieuw last krijgt van een niersteen. We geven u graag een aantal algemene adviezen om niersteenvorming te voorkomen. Veel mensen krijgen een niersteen doordat zij te weinig water drinken en daardoor zij te weinig plassen. Het gevolg is dat de stoffen die nierstenen veroorzaken, sterker geconcentreerd zijn. De kans op samenklontering en
niersteenvorming neem dan sterk toe. Geconcentreerde urine is donkergeel van kleur.
Probeer dat te vermijden. Goed verdunde urine is helder doorzichtig geel, bijna als gewoon water.
Drinken
Het is moeilijk aan te geven hoeveel u moet drinken om voldoende te plassen. Dat komt omdat het vocht ook via andere wegen het lichaam verlaat. Het is daarom beter om op de eigen urineproductie te letten. Een goede richtlijn is om minimaal 2,5 liter per dag te plassen. Hoe meer u drinkt, hoe helderder uw urine zal zijn. Heldere urine is goed. U kunt de plaslijst een keer invullen om te kijken wat u drinkt en hoeveel urine u produceert op een dag. Drink bij voorkeur water, vermijd grote hoeveelheden sterke thee, ijsthee en zoete dranken.
Voeding
In de urine komen van natuurlijke stoffen voor die de vorming van nierstenen tegengaan.
Een van de belangrijkste remmers van niersteenvorming is citroenzuur(citraat). Zorg dat u hier voldoende van binnenkrijgt. Citroenzuur zit vooral in citrusvruchten. U kunt het
citroenzuurgehalte van de urine verder verhogen door kaliumrijke producten te gebruiken.
Kalium zit vooral in fruit en groente. Bepaalde eetgewoonten leiden tot een verlaging van het citroenzuur in de urine en verhogen dus de kans op nierstenen. Dit geldt vooral voor het gebruik van te veel vlees en zout. We adviseren niet meer dan 100 gram vlees en niet meer dan 6 gram zout per dag te gebruiken. Een goed advies is om slecht drie keer per week vlees bij de maaltijd te gebruiken. Matige hoeveelheid zuivelproducten, voornamelijk tijdens de warme maaltijd, is goed.
Dieetadvies na steenanalyse
Calciumoxalaatstenen
Deze stenen komen het meest voor. Ze komen twee keer zoveel voor bij mannen als bij vrouwen. Wanneer calcium en oxalaat samenkomen, vormt zich calciumoxalaat. Wanneer dat in de urine plaatsvindt, vormen zich nierstenen. Melkproducten mogen gebruikt worden, we adviseren niet meer dan twee eenheden per dag. Oxaalzuur zit in eten.
bijvoorbeeld:
verse bladgroenten (spinazie, postelein, zuring, andijvie, rabarber, raapstelen) knolgroenten (bieten, knolselderij en pastinaak)
cacao, chocolade en chocoladeproducten
sojabonen en alles waar sojameel in verwerkt is, noten
ijsthee en koffie, als u koffie drinkt adviseren wij dit met een wolkje melk te doen Zorg voor heldere urine en ongeveer 2.5 liter urineproductie per dag. De
calciumuitscheiding kunt u verlagen door minder zout en minder vlees te eten. U kunt ook het citroenzuur in de urine verhogen citrusvruchten te eten.
Calciumfosfaatstenen
Calciumfosfaatstenen ontstaan door te hoge concentraties calcium en fosfaat in de urine.
Calciumuitscheiding kunt u beperken door uw zoutinname te beperken tot maximaal 6 gram per dag. De fosfaatuitscheiding kunt u terugbrengen door niet meer dan 100 gram vlees per dag te eten. Bij dit type stenen is het beter om juist geen citrusvruchten
gebruiken, omdat dit de zuurgraad van de urine verlaagt. Dat is ongunstig voor de stenen.
Urinezuurstenen
Urinezuur stenen komen veelal voor bij oudere mensen, drie maal vaker bij mannen dan bij vrouwen. Urinezuurstenen ontstaan vaker bij mensen met overgewicht, plastabletten en jicht. Deze stenen kunnen we vaak behandelen met medicijnen, waardoor een operatie niet nodig is. Zure urine kunt u voorkomen door minder vlees te eten en meer citrusvruchten te gebruiken. Ook wordt de urine minder zuur door citroenzuur. Afvallen werkt ook gunstig tegen het aanmaken van deze stenen.
Struviet of infectiestenen
Deze bestaan uit magnesium, ammoniak en fosfaat. Zij worden veroorzaakt door bacteriën in de urinewegen, zoals proteus, klebsiella of pseudomona. Urineweginfecties zorgen voor hoge concentraties ammonium en een lage zuurgraad van de urine. Bij deze stenen
behandelen we eerst de steen zelf, daarna pas de urineweginfectie.
Cystinestenen
Deze komen weinig voor. Ze worden veroorzaakt door een erfelijke aandoening waardoor de uitscheiding van aminozuur cystine in de urine sterk verhoogd is. Het doel van de behandeling is cystine in de urine naar beneden te brengen. Dit kunt u zelf doen door drie tot vier liter per 24 uur te plassen. Als het citroenzuurgehalte in de urine hoog is, kunt u dit verlagen door eenmaal per dag een citrusvrucht te eten. Eet maximaal 100 gram vlees per dag en 6 gram zout. Dan is de cystine beter oplosbaar in de urine.
Drinken
Goed: Mineraal water met HCO3 (bicarbonaat), citrusdrank (wel verdunnen) Redelijk: appelsap, gewoon mineraalwater
Niet: koffie en zwarte thee (max 2 kop/dag)
Eten
Goed: fruit, groenten, vegetarisch dieet
Beperk: vlees (minder dan 100gr per dag) bonen, champignons Niet: vis, ei, kaas, soja, sausjes en zout
Kinderen niet volledig vlees- of visarm, hierin zitten voor hen te belangrijke voedingsstoffen.
Medicatie
Als dieetmaatregelen onvoldoende effect hebben, is het mogelijk met medicijnen de zuurgraad van de urine te beïnvloeden.
Na-Bicarbonaat 4 dd 2 tabletten a 500mgr K-Citraat 3 dd 500mgr
Suspensie 20 mmol K/ 6,7 mmol Citraat = 3 dd 5 – 15 ml
Verklarende woordenlijst
Urolithiasis: stenen of steen in de nieren, urineleiders of blaas Nefrolithiasis: stenen of steen in de nier
Urethra: urinebuis vanaf de blaas naar buiten pH-neutrale dranken: water
Hyperparathereoidie: te snelwerkende bijschildkliertjes
Primaire hyperoxaalurie: erfelijke stofwisselingsziekte, waarbij zich teveel oxalaat
opstapelt in het lichaam
Medullaire sponsnieren: aangeboren afwijking aan de nierbuisjes Cystinurie: stofwisselingsziekte van de nierbuisjes
Urineweginfectie: bijvoorbeeld blaasontsteking Ureter: urineleider, buisje tussen nier en blaas Radiologisch onderzoek: echo, röntgen of CT-scan
Aanbevolen websites:
www.allesoverurologie.nl www.nierstichting.nl
Contact
Interne Geneeskunde - Verpleegafdeling Nefrologie - Polikliniek
T 088 753 1150
Ma t/m vr van 08:00 – 17:00 uur