• No results found

Is er een crisis op de redacties? Een onderzoek naar burnout bij beroepsjournalisten in Vlaanderen

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Is er een crisis op de redacties? Een onderzoek naar burnout bij beroepsjournalisten in Vlaanderen"

Copied!
7
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

kleinere oplages (Cook et al., 1993;

Cook et al., 1995 ). R einard y (2 0 0 7 ) signaleert een toenam e v an b u r- nou t en koppelt b u rnou t aan inten- ties om u it h et b eroep te stappen.

O ok in V laand eren w ord en red ac - ties steed s v erd er afgeslankt. D e im pac t h ierv an op d e w erkb ele- v ing v an d e jou rnalisten w erd tot v oor kort niet ond erz oc h t. Is er ook een c risis b ij b eroepsjou rna- listen in V laand eren?

Wat is burnout?

B u rnou t ontstaat d oor langd u rige b lootstelling aan c h ronisc h e m entale, em otionele en inter-persoon- lijke stressoren op h et w erk. B u rnou t w ord t ged e- finieerd v anu it d rie d im ensies: u itpu tting, c y nism e en een gev oel v an v erm ind erd e persoonlijke b e- kw aam h eid (M aslac h , S c h au feli & L eiter, 2 0 0 1). Uit- p u ttin g is d e c entrale c om ponent en d e m eest op- v allend e m ani festatie v an d it c om plex e sy nd room . W erknem ers m et b u rnou t h eb b en h et gev oel h ele- m aal ‘leeg’ en ‘opge b rand ’ te z ijn. U itpu tting leid t ertoe d at m ensen z ic h em otioneel en c ogni tief op een afstand h ou d en v an h u n w erk. O pgeb rand e m ensen ontw ikke len een onv ersc h illige of c y n isc h e h ou d ing. V e r m in d e r d e p e r so o n lijk e b e k w a a m h e id , d e d erd e b u rnou td im ensie, is op te v atten als een negatiev e h ou d ing tegenov er d e eigen c om peten- ties. M en h eeft h et gev oel niet m eer naar b eh o- ren te fu nc tioneren. B u rnou t w ord t geassoc ieerd m et v ersc h il lend e aspec ten v an u itv al op h et w erk:

De crisis in de journalistiek

Jou rnalisten h eb b en een b elangrijke inform atiev e en c ontrolerend e fu nc tie in d e m aatsc h appij. W e- reld w ijd staat d e w aakh ond fu nc tie v an d e kw ali- teitspers ec h ter ond er d ru k. S teed s m eer m ed iatitels z ijn eigend om v an b eu rsgenoteerd e m ed iagroepen.

O nd er d ru k v an d e b eu rs, fu sies en sane ringen v erd w ijnen titels en b anen. A m erikaans ond erz oek b rac h t aan h et lic h t d at nieu w s w ord t gem aakt d oor alm aar m ind er m ensen (R osenstiel et al., 2 0 0 7 ).

R ed ac ties ev olu eren naar c entrale m u ltim ed iale prod u c tie-eenh ed en v an nieu w s. O nd er d ru k v an d e c om m erc ie v erand ert d e m anier w aarop jou r- nalisten h u n b eroep m oeten u itoefenen (K ov ac k &

R osenstiel, 2 0 0 7 ). N ieu w s m aken m et m ind er jou r- nalisten b ed reigt d e kw aliteit v an d e b eric h tgev ing.

O nd erz oek geeft aan d at een groot d eel v an h et

‘nieu w s’ afkom stig is v an P R -b u reau s (B u ijs, 2 0 0 9).

B rits ond erz oek w ijst erop d at nieu w sred ac ties nog slec h ts 12 ,5 % v an d e feiten c ontroleren (D av ies, 2 0 0 8 ).

A m erikaans ond erz oek signaleert een c risis op d e red ac ties. O nd erz oek b ij krantenjou rnalisten m eld t een v erh oogd risic o op b u rnou t b ij v ooral eind - red ac teu ren, jonge jou rnalisten en kranten m et

Is er een crisis op de redacties?

Een onderzoek naar burnout bij beroepsjournalisten in Vlaanderen

Teugels, M ., Van Hoof, E., M ory, K. & De W itte, H . 2009. Burnout in de Vlaamse pers.

Een tijdbom onder de redacties. Gent: Arteveldehogeschool.

In welke mate lopen journalisten een verhoogd risico op bur- nout? Zijn journalisten bevlogen medewerkers? Hoe is het met hun recuperatiever mogen en hun worklife balance gesteld? Dit onderzoek brengt de werkbe leving van beroepsjournalisten in Vlaanderen in kaart.

(2)

absenteïsme, de intentie om van job te veranderen en verloop. Blijvers met burnout zijn minder pro- ductief en efficië nt.

Wat is bevlogenheid?

Bevlogenheid kan worden omschreven als de po- sitieve tegenhanger van burnout (Bulters, Bakker

& Demerouti, 2002). Naast medewerkers met bur- nout zijn er op de werkvloer ook mensen die juist de tegenovergestelde kenmerken vertonen. Deze mensen voelen zich uitermate energiek, zijn toege- wijd en gaan helemaal op in hun werkzaamheden.

Bevlogen mede werkers voelen zich gelukkiger, zijn gezonder en fungeren als motor van de eigen hulp- bronnen.

H et belang van recuperatie

Werk creë ert stressreacties die in een individu kun- nen accumuleren en op de lange termijn ertoe kunnen leiden dat mensen gezondheidsklachten, burnout en depressieve symptomen ontwikkelen.

E rvaringen van recupe ratie kunnen deze stressre- acties verminderen. Sonnentag en F ritz (2007) sug- gereren het belang van vier types van recuperatie:

psychologische afstand nemen van het werk (men- taal de knop omdraaien), relaxatie (zoals meditatie, natuurwandelingen, muziek beluisteren), uitda- gende ervaringen en leerprocessen buiten het werk (zoals taalklassen, bergbeklimmen, een nieuwe hobby aanleren) en controle verwerven over wat er gebeurt in de vrije tijd. G ebrek aan recuperatie is een van de mogelijke oorzaken van het ontstaan van burnout.

Onderzoeksopzet

Dit onderzoek is een poging om de werkbeleving van journalisten in kaart te brengen aan de hand van gevalideerde schalen. Voor het meten van bur- nout hanteerden we de UBOS-A voor werkenden, de Nederlandse gevalideerde vertaling van de MBI- G S (Schaufeli & van Dierendonck, 2001). Bevlogen- heid werd gemeten met de Utrechtse Bevlogenheid Schaal (UBE S), een betrouwbaar en valide zelf- rapportage-instrument (Schaufeli & Bakker, 2004 ).

Recuperatievermogen hebben we in kaart gebracht

met de vier door Sonnentag en F ritz (2007) ontwik- kelde recuperatieschalen, na ze te hebben vertaald en op bruikbaarheid getest. Naar work-life balance werd gepeild met de SWING (G eurts et al., 2005).

T evens werden vragen gesteld over demografische kenmerken, zoals leeftijd, ancië nniteit, geslacht, gezinssamenstelling en statuut (in loondienst, free- lance, stagiair).

Door met de Vlaamse Vereniging van Journalisten (VVJ), en het F onds Pascal Decroos (F PD) samen te werken kreeg het onderzoek een meer ‘officië le’

stempel. Dat is niet onbelangrijk gezien het delicate onderzoeksonderwerp en de kritische ingesteld- heid van de doelgroep.

De VVJ stelde voor dit onderzoek het adressenbe- stand ter beschikking van alle erkende beroepsjour- nalisten. H et enq uê teformulier werd samen met het ledenblad “De Journalist” per post toegestuurd naar alle beroepsjour nalisten in Vlaanderen. H et gaat om 2 34 2 journalisten die voor nationale radiostations, televisiezenders, dagbladen en magazines werken en een beroepserkenning hebben gekregen van de E rkenningscommissie van de F OD Binnenlandse Z aken. H et onderzoek kreeg veel redactionele aan- dacht in “De journalist”, alsook op de website van de VVJ en het F PD.

E ind mei 2008 viel de enq uê te bij onze doelgroep in de bus. Om te voorko men dat vooral journalis- ten met burnout aan ons onderzoek zouden parti- ciperen, werd het onderzoek aangekondigd als een

“onderzoek naar de arbeidsomstandigheden bij journalisten”.

E en rondvraag bij redacties leerde dat een deel van de doelgroep de enq uê te niet had ontvangen. T us- sen 6 juni en 3 juli 2008 hebben we daarom het adressenbestand van de VVJ drie keer digitaal aan- geschreven. We hebben hiervoor samengewerkt met een gespecialiseerd bedrijf. T oen de respons op de derde mailing beperkt bleek, werd met het mailen gestopt.

We slaagden er aldus in om 721 compleet inge- vulde enq uê teformulieren te vergaren op het to- taal aantal van 2 34 2 erkende beroepsjournalisten.

Deze respons van 30,78% is behoorlijk, want dit cijfer is vergelijkbaar met Belgisch en buitenlands onderzoek bij dezelfde doelgroep (Raeymaeckers,

(3)

Paulussen & De Keyser, 2008; Reinardy, 2007). 70%

van de respons kwam digitaal bij ons toe, 30% via de gedrukte enquêteformulieren.

Onze dataset is vrij representatief voor zover we dat kunnen nagaan. De VVJ beschikt niet over veel populatiegegevens. Op een paar punten is ons staal licht afwijkend van het bestand van de VVJ en van de populatie jour nalisten die aan de profielstudie

van UGent heeft geparticipeerd (Raeymaeckers, Paulussen & De Keyser, 2008). Onze responden- ten zijn iets, doch significant jonger (39,9 jaar) en iets doch significant vrouwelijker (36% vrouwen) dan in het databestand van de VVJ (gemiddeld 42,1 jaar en 28,2% vrouwen). Dit zou verband kunnen houden met het onderzoeksonderwerp. In buiten- lands onderzoek is aangetoond dat in het bijzonder beginnende journalisten een verhoogd risico lopen

Figuur 1.

Percentages ‘klinische burnout’ bij journalisten in vergelijking m et andere beroepen

13,9 11,3

10,2 9,1 8,2 7,8 6,9 6,6 5,9 5,5

5,5 5,4 5,1 4,7 4,3 4,2 3,5 3,4 3,3 3,3 3,0 2,4 2,2 2,0 1,9 1,7 1,7 1,4 0,9 0,8

0,0 2,0 4,0 6,0 8,0 10,0 12,0 14,0 16,0

Mantelzorgers Arbo-artsen ---> …

Psychiaters Huisartsen Wijkverpleegkundigen Maatschappelijk w erkers Verloskundigen Verslavingszorg-m edew erkers Therapeuten/param edici Sociaal psychiatrisch verpleegkundigen Fysiotherapeuten Algem een verpleegkundigen Tandartsen Sociotherapeuten Psychotherapeuten B-verpleegkundigen PIW-ers Marechaussee Hoofdverpleegkundigen Psychologen/pedagogen A-verpleegkundigen Oncologen Groepsleiders Z-zorg Bejaardenhelpenden Radiologisch laboranten Oncologisch verpleegkundigen IC-verpleegkundigen Bejaardenverzorgenden Politie

Klinische burnout (in % )

Bron: Bakker, Schaufeli & Van Dierendonck, 2000

(4)

gemiddelde score ligt immers met 1,9 hoger dan de norm uit de handleiding (1,3). Opnieuw ligt deze score op de grens tussen ‘gemiddeld’ en ‘hoog’ in de handleiding.

De respondenten scoren met 4,3 eveneens gemid- deld op persoonlijke be kwaamheid. Dit gemid- delde wijkt niet af van de norm. Hiermee geven respondenten aan gemiddeld genomen het gevoel te hebben bekwaam te zijn in hun werk.

In de handleiding wordt ook aangegeven op welke wijze de drie dimensies van burnout gecombineerd kunnen worden tot é é n score. Dat laat toe om het percentage respondenten te berekenen dat te ma- ken heeft met burnout of dat een verhoogd risico loopt op burnout. Deze percentages kunnen ver- geleken worden met de percentages die men in de populatie vindt.

Bij onze respondenten suggereert deze berekening een verhoogd risico op burnout. Ongeveer 10,2%

van de respondenten heeft immers een niveau van burnout dat overeenstemt met het niveau van men- sen die voor burnout werden opgenomen in het ziekenhuis (in overeenstemming met ‘klinische bur- nout’). In de populatie werkende mensen bedraagt dit cijfer doorgaans slechts 4%. Daarnaast heeft 21,4% van de respondenten een ver hoogd burnou- trisico. Zij hebben (nog) geen burnout, maar lopen wel het gevaar dit op te lopen in de toekomst. In de populatie werkende mensen ligt dit percentage beduidend lager. Samengenomen tonen onze re- sultaten dus aan dat bijna een derde (of 31,6%) van de beroepsjournalisten in Vlaanderen risico loopt op burnout.

Vergelijking met andere beroepsgroepen

Omdat er naar burnout in Nederland al heel wat onderzoek is gedaan, kunnen we de burnoutscores van onze respondenten vergelijken met die van 29 andere contractuele beroepen (Bakker, Schaufeli &

Van Dierendonck, 2000). Het resultaat wordt ge- toond in figuur 1 en 2.

Telkens blijkt dat de beroepsjournalisten in Vlaan- deren hoog scoren in vergelijking met andere be- roepsgroepen.

op burnout (Reinardy, 2007). Onderzoek toonde aan dat vrouwelijke krantenjournalisten in Vlaan- deren na verloop van tijd overstappen naar rustiger magazineredacties, omdat vrouwelijke journalisten hun baan vaker dan mannen combineren met zorg voor het gezin (De Clercq, 2003).

Het profiel van de respondenten

Onze respondenten zijn gemiddeld 39,9 jaar oud.

36% van de respondenten is vrouwelijk. De mees- te respondenten werken in vast beroepsverband.

Slechts een kwart werkt freelance. 90% werkt vol- tijds. Gemiddeld werken respondenten slechts 13,9 jaar als journalist. Ze zijn 10 jaar en 9 maanden voor hun huidige werkgever, of als freelance journalist aan de slag.

Meer dan de helft van onze doelgroep werkt als journalist (53%). De andere respondenten zijn eind- redacteur (15%), vormgever, regisseur, technicus (8%), fotograaf/cameraman (8%), reactiechef (5,5%), deskredacteur (4%) en hoofdredacteur (4%). Het gros van de respondenten, bijna 40%, werkt voor een krant (37,4%), op de voet gevolgd door de au- diovisuele media (30,7%). Een vijfde (21,8%) werkt voor magazines. Nog geen tien procent (9,3%) doet risicovolle verslaggeving van rampen, 1,7% is werk- zaam als oorlogs correspondent.

Respondenten draaien behoorlijk gevulde werk- weken van 48,4 uur per week en werken vaak ’s avonds (82,3%). Bijna 70% werkt regelmatig tot al- tijd in de weekends (67,9%). Bijna een vijfde van de respondenten werkt regelmatig tot altijd ’s ochtends (18%).

Frequentie van burnout

Onze respondenten scoren ‘gemiddeld’ op uitput- ting, zij het aan de hoge kant. Hun gemiddelde van 2,2 op uitputting ligt immers hoger dan het ge- middelde voor werkenden van 1,8 in de handlei- ding van de UBOS-A schaal (Schaufeli & van Die- rendonck, 2000). Deze score ligt precies op de grens tussen ‘gemiddeld’ en ‘hoog’ in de handleiding.

Respondenten scoren eveneens gemiddeld op cynisme, zij het opnieuw aan de hoge kant. Hun

(5)

Figuur 2.

Percentages ‘verhoogd risico op burnout’ bij journalisten in vergelijking met andere beroepen

41,4 35,2 23,5

23,5 21,8 21,4 20,5 18,9 18,6 17,9 17,7 17,6 17,1 16,8 15,1 14,6 14,0 13,8 13,1 12,8 12,7 10,3 10,2 10,0 9,7 9,1 7,9 7,0 6,3 4,8

0,0 10,0 20,0 30,0 40,0 50,0

Huisartsen Mantelzorgers Verloskundigen Arbo-artsen Psychiaters ---> … B-verpleegkundigen PIW-ers A-verpleegkundigen Algemeen verpleegkundigen Sociotherapeuten Verslavingszorg-medewerkers Maatschappelijk werkers Bejaardenhelpenden Psychotherapeuten IC-verpleegkundigen Tandartsen Wijkverpleegkundigen Hoofdverpleegkundigen Fysiotherapeuten Sociaal psychiatrisch Bejaardenverzorgenden Psychologen/pedagogen Therapeuten/paramedici Groepsleiders Z-zorg Oncologisch verpleegkundigen Oncologen Politie Radiologisch laboranten Marechaussee

Verhoogd Risico op burnout (in %)

Bron: Bakker, Schaufeli & Van Dierendonck, 2000

Gevolgen van burnout

Burnout kan ertoe leiden dat mensen van baan en zelfs van beroep veran deren (Geurts et al., 2005).

Bijna de helft van onze respondenten (47%) denkt er nooit aan uit het beroep te stappen. Toch is 40% dat soms, meer dan 10% is dat vaak, tot altijd van plan – vooral cynisch ingestelde beroepsjournalisten.

Maar heel weinig respondenten bleven het laatste jaar thuis omwille van gezondheidsklachten te wij- ten aan het werk (absenteïsme). Ziek blijven door- werken (presenteïsme) komt wel vaak op redacties voor. Meer dan 40% van de respondenten was vo- rig jaar meer dan twee keer aan het werk, terwijl het voor de eigen gezondheid beter had geweest thuis te blijven.

(6)

wijzen op een verhoogd burnoutrisico voor deze beroepsgroep (Schaufeli & van Dierendonck, 2000). 10,2% van de respondenten heeft een score die overeenstemt met klinische burnout. In de po- pulatie werkende mensen bedraagt dit cijfer door- gaans 4%. 21,4% heeft een verhoogd burnoutrisico.

Vergeleken met 29 andere contactuele beroepen liggen de burnoutscores van onze respondenten hoog. Anderzijds scoren journalisten beduidend hoger dan de gemiddelde norm op bevlo genheid.

Deze score brengt de problematische score inzake burnout allicht wat in evenwicht. Door het werk ge- irriteerd zijn thuis (Work Home Interfe rence strain based) lijkt sterk samen te hangen met uitputting en cynisme. Geen tijd hebben voor dingen buiten het werk (Work Home Interference Time Based) correleert eveneens met uitputting.

Marleen Teugels Arteveldehogeschool Elke Van Hoof Arteveldehogeschool en Vrije Universiteit Brussel Hans De W itte

K.U.Leuven

Met dank aan Conny Vercaigne Arteveldehogeschool

Bibliografie

Bakker, A.B., Schaufeli, W.B. & Van Dierendonck, D. 2000.

Burnout: preva lentie, risicogroepen en risicofactoren.

In I.L.D. Houtman, W.B. Schaufeli, & T. Taris (Eds.) Psychische vermoeidheid en werk. Alphen aan de Rijn:

NWO/Samsom.

Buijs, K. 2009. Het persbureau regeert mee. D e nieuwe reporter, online publi catie.

Bulters, A.J., Bakker, A.B & Demerouti, E. 2002. Het WEB- model: een prak tisch instrument om de oorzaken van burnout en bevlogenheid op te sporen. Interax is, T he- manummer S tress, 1 1 .

Cook, B.B. & Banks, S.R. 1993. Predictors of Job Burnout in Reporters and Copy Editors. Journalism Q uarterly, 70 (1), 108-117.

Cook, B.B., Banks, S.R. & Turner, R.J. 1993. The Effects of Work Environment on burnout in the Newsroom.

N ewspaper R esearch Journal, 14 (3-4), 123-136.

Cook, B.B., Banks, S.R. & Thompson, B. 1995. C opy D esk L eader B ehaviors/C opy E ditor Job S tress: T he R ela-

Frequentie van bevlogenheid

Om te meten in welke mate respondenten bevlo- gen zijn, vergelijken we hun gemiddelde scores met de norm uit de UBES-handleiding (Schaufeli

& Bakker, 2004). Onze respondenten scoren 4,6 op een schaal van ‘0’ tot ‘6’. Dat impliceert dat ze zich

‘eens’ tot ‘een paar keer per week’ enthousiast en energiek voelen. De bevraagde beroepsjournalisten scoren daarmee bedui dend hoger dan 3,7 – de ge- middelde norm voor bevlogenheid in de UBES-9 schaal. Deze score brengt de problematische score inzake burnout wat in evenwicht.

Sonnentag wijst erop dat het precies voor zeer be- vlogen medewerkers belangrijk kan zijn in de vrije tijd de knop om te draaien, omdat die kwets baarder zouden zijn voor stressoren en negatieve ervarin- gen op het werk (Sonnentag et al., 2008).

Recuperatievermogen en w ork-life balance

Respondenten lijken hun beroep niet altijd even gemakkelijk met hun privé-leven te kunnen combi- neren. Bijna een vierde van de respondenten geeft aan door het werk thuis vaak tot altijd prikkelbaar te zijn (Work Home Interference strain based). Dit hangt sterk samen met uitputting en cynisme. Meer dan een vierde zegt vaak tot altijd geen energie te hebben om met de partner/familie/vrienden leuke dingen te doen (Work Home Interference Time Based). Dit correleert met uitputting. Over het alge- meen lijken journalisten geen problemen te hebben met recuperatie, maar het typische tegen deadlines aan werken en het frequente doorwerken ’s avonds zou wel degelijk tot recuperatieproblemen kunnen leiden.

Conclusies

In welke mate lopen journalisten een verhoogd ri- sico op burnout? Zijn journalisten bevlogen mede- werkers? Hoe is het met hun recuperatiever mogen en worklife balance gesteld? Respondenten scoren gemiddeld op uitputting én cynisme voor twee van de drie burnoutcomponenten, maar de scores lig- gen aan de hoge kant. Ze scoren gemiddeld op persoonlijke bekwaamheid. Onze berekeningen

(7)

Hardiness and Health Factors in Copy Editors, paper presented to the Association for Education in Journal- ism and Mass Communication 1995 convention.

Davies, N. 2008. Flat Earth News. London: Chatto & Win- dus.

De Clercq, M. 2003. Van onze correspondent(e) ter plaatse.

Over de vrouwelijke ondervertegenwoordiging op de Vlaamse nieuwsredactie. In M. Demoor, K. Heene &

G. Reymenants (Eds.), Verslagen van het Centrum voor G enderstudies -Ugent: 29-54. Gent: Academia Press.

Geurts, S.A.E., Taris, T.W., Kompier, M.A.J., Dikkers, J.S.E., Hooff, M.L.M. van Kinnunen, U.M. 2005. Work-home interaction from a work psychological perspective:

Development and validation of a new questionnaire the SWING. W ork & Stress, 19, 319-339.

Kovach, B., Rosenstiel, T. 2007. The Elements of Journal- ism. W hat Newspeople Should K now and The Public Should Expect. New Y ork: Three Rivers Press.

Notelaers, G., De Witte, H., Van Veldhoven, M. & Vermunt, J.K. 2007. Con struction and validation of the Short In- ventory to Monitor Psychosocial Hazards. M é decine du travail & Ergonomie/A rbeids-gez ondheidsz org &

Ergonomie, 44 (1), 11-17.

Rosenstiel, T., Just, M.R., Belt, T.L., Pertilla, A., Dean, W.C.

& Chinni, D. 2007. W e Interrrupt This Newscast, How To Improve Local News and W in Ratings, Too. New Y ork: Cambridge University Press.

Maslach, C., Schaufeli, W.B. & Leiter, M.P. 2001. Job burn- out. A nnual Review of Psychology, 52, 397-422.

Raeymaeckers, K., Paulussen, S. & De Keyser, J. 2008. De beroepsjournalist in 2008: een profielstudie. De Jour- nalist, 115-117.

Reinardy, S. 2007. Newspaper journalism in crisis: Burn- out on the rise, eroding young journalists’ career com- mitment, manuscript accepted for presentation to the Newspaper Division at the Association for Education in Journalism and Mass Communication convention in Washington, D.C., in August 2007.

Schaufeli, W.B. & Van Dierendonck, D. 2001. Utrechtse Burnout Schaal (UBOS). De Psycholoog, 36, 9-12.

Schaufeli, W.B. & Bakker, A.B. 2004. Job demands, job resources and their rela tionship with burnout and engagement: A multi-sample study. Journal of O rga- niz ational Behavior, 25, 293-315.

Sonnentag, S. & Fritz, C. 2007. The recovery experience questionnaire: develop ment and validation of a meas- ure for assessing recuperation and unwinding from work. Journal of O ccupational Health Psychology, 12 (3), 204-221.

Sonnentag, S., Mojza, E.J., Binnewies, C., & Scholl, A.

2008. Being engaged at work and detached at home:

A week-level study on work engagement, psychologi- cal detachment, and affect. W ork & Stress, 22 (3), 257- 276.

Teugels, M., Van Hoof, E., Mory, K., & De Witte, H. 2009.

Burnout in de Vlaamse pers: een tijdbom onder de redacties. De Journalist, 122, 9-12.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

In the current issue of the Scandinavian Journal of Work, Environment and Health, an international expert panel presented a consensual definition on burnout that reads as follows:

Although job satisfaction and work engagement are both work-related, positive states of mind, they differ in levels of activation (Salanova, del Libano, Llorens

This will provide a wide range of professionals, but also companies, policy makers, and NGO’s with proper tools and information that can be used to prevent and assess burnout and

Some studies claim that work engagement as assessed with the UWES completely overlaps with burnout, as assessed with the MBI (Cole, Walter, Bedeian & O'Boyle, 2012), whereas

(2010), Luchman en Gonzàlez-Morales (2013) en Schaufeli en Taris (2013) laten zien dat (consistent met het onderzoek naar het JDC-model) het hebben van hoge taakeisen en

In addition, susceptibility to the emotions expressed by others had a moderating effect on the relationship between perceived burnout complaints among colleagues and individual

Naast de invloed van bevlogenheid en doeloriëntaties op burnout apart wordt verwacht dat deze twee variabelen ook een gezamenlijk effect zullen hebben. Er wordt ervan

Aan de ene kant zouden de relaties tussen burnout, bevlogenheid en objectieve studieprestatie onder studenten van de Universiteit Twente op exploratieve manier onderzocht worden,