Witte Donderdag 2016 24 maart 2016
Het sacrament van de diaconie.
We vieren zo vaak eucharistie, in kleine groep, in grote groepen, het verwonderlijke is dat het telkens weer aanslaat en doordringt dat het om een groot mysterie gaat. Hier wordt niemand zo maar geofferd, het is de zoon van God zelf die “zijn lichaam en zijn bloed” geeft voor het welzijn van de mensen.
Het is paradoxaal dat iemand kiest om te sterven opdat anderen zouden leven. Net zoals we verhalen kennen van mensen die zich aanbieden in de plaats van iemand anders. Pater Kobbe vond dat het beter was dat hij stierf dan de man die nog nodig was voor de opvoeding van zijn kinderen.
Merkwaardig is dat van het ogenblik van de eerste eucharistieviering, in het cenakel de dag voor zijn dood, Jezus de band legt met de dienstbaarheid, de diaconie.
Vanavond vieren we het sacrament en de naastenliefde in actie. We vernemen in de eerste lezing dat een verband bestaat tussen het bevrijdingsverhaal van het Joodse volk uit Egypte, trouwens ook het manna in de woestijn verwijst naar het eucharistisch brood, en de viering van het nieuwe verbond in Zijn bloed. Johannes had het al eerder over Jezus die brood des levens was. Kunnen we dan nog, of mogen we, de eucharistieviering los zien van de diaconie, van de dienstbaarheid van de gelovigen.
Kunnen we vieren zonder aan de armen te denken? Kunnen we een omhaling doen en deze enkel bestemmen voor de zorg voor het kerkgebouw of voor de bedienaren van de eredienst.
Hier wordt een stap gezet naar het lijden en de dood van Christus, er is dus noodzakelijkerwijze een band met het lijden en de dood van mensen, ook vandaag.
De voetwassing is de opening van een avond in gesprek met Jezus, onder vrienden. En het getuigenis van Jezus is een uitnodiging naar de hele mensheid “Ik heb u een voorbeeld gegeven, opdat gij zoudt doen zoals ik gedaan heb”(Joh. 13,15). Begrijpen wij dat werkelijk? We kunnen ons dan verschuilen achter de vele diensten die door kerkmensen geleverd worden, van hulpbediening en aandacht voor zieken. Het is echter wel de bedoeling dat we, bij het ontvangen van de communie, ons engageren om “te doen zoals Hij gedaan heeft”. Wie met Hem aan tafel gaat moet eerst de les leren die Hij hen geeft. Dit is de conditie om “deelgenoot te zijn van Christus”. Petrus was weer vlug en onbesuisd.
“Was mij dan helemaal”, repliceerde hij.
De band tussen diaconie en sacrament wijst er op dat we juist in het sacrament de kracht moeten zoeken om ten gronde dienstbaar te zijn. Zonder Christus redden we het niet.
Herinner u dat de twee zonen van Zebedeus samen met hun moeder, gevraagd hadden dat ze links en rechts van Hem zouden mogen zitten in het koninkrijk, op deze avondviering is daarvan geen sprake meer. Alle egoïstische bedoelingen verdwijnen hier als sneeuw voor de zon. Het is omwille van de liefde die wij van Jezus ontvangen dat we in staat zijn anderen te beminnen met eenzelfde liefde als de zijne. Nogmaals, alléén zijn we er niet toe in staat, onszelf wegschenken, loslaten waar we zo lang aan gehecht waren, wordt mogelijk indien we ons toevertrouwen aan elkaar en aan God die liefde is.
De ontdekking van wat liefde echt betekent kunnen we best doen bij het vieren van het mysterie van de eucharistie. En er is nog meer. De eucharistie verbindt de aarde met de hemel, Paus Franciscus opent ons dit geheim: “In de eucharistie vindt de schepping haar hoogste verheffing, In de eucharistie wordt de volheid verwezenlijkt en ligt het vitale middelpunt van het heelal, het middelpunt dat overstroomt van liefde en onuitputtelijk leven. Heel de kosmos brengt hier dank aan God. De
eucharistie is inderdaad op zich een daad van kosmische liefde! “Ja kosmisch”, ze wordt in zekere zin altijd gevierd op het altaar van de wereld”. (L.S. 236).
Dit feest van de viering in het cenakel , de eerste eucharistieviering, is ook het feest van de priester en elk feest heeft ook iets van een gewetensonderzoek. Of onze roeping en zending niet wordt verduisterd door ons egoïsme en door persoonlijke belangen, of door traagheid, of door
machtswellust. In dit jaar van de barmhartigheid wordt nog duidelijker verwacht dat elke priester een levend teken van Gods vergeving en van Gods barmhartigheid zou zijn.
Ik wil eindigen met wat paus Franciscus zei tegen de priesters deze morgen: “Wij ervaren dat onze ziel dorst naar spiritualiteit, maar niet door een gebrek aan levend water maar door een overvloed aan bruisende en lichte spiritualiteit. We voelen ons gevangen, maar niet omdat wij zoals zo vele naties omgeven zijn door stenen muren of stalen hekkens, maar door een virtuele wereldsheid die opent en sluit met een klik. Wij voelen ons onderdrukt, maar niet door slagen of bedreigingen, maar door duizenden consumptievoorstellen waaraan wij ons niet kunnen onttrekken. Laten wij ons openstellen voor de barmhartigheid van God en Hem vragen om onze zonden weg te wassen en ons te bevrijden van alle kwaad”.