• No results found

ADVIES Nr 09 / 2006 van 12 april 2006

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "ADVIES Nr 09 / 2006 van 12 april 2006"

Copied!
10
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

AD 09 / 2006 - 1 / 11

ADVIES Nr 09 / 2006 van 12 april 2006

O. Ref. : SA2 / A / 2006 / 007

BETREFT : Adviesaanvraag met betrekking tot een ontwerp van ministerieel besluit houdende nadere bepalingen voor het meedelen van verblijfsgegevens door sporters die tot de elitegroep behoren.

De Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer ;

Gelet op de wet van 8 december 1992 betreffende de bescherming van de persoonlijke levenssfeer ten opzichte van de verwerking van persoonsgegevens (hierna WVP), inzonderheid art. 29 ;

Gelet op de adviesaanvraag vanwege Dhr. Bert Anciaux, Vlaams Minister van Cultuur, Jeugd, Sport en Brussel, ontvangen op 14 februari 2006 ;

Gelet op het verslag van de heer Y. Roger ; Brengt op 12 april 2006 het volgende advies uit :

(2)

I. VOORWERP VAN DE ADVIESAANVRAAG ---

De heer Bert Anciaux, Vlaams Minister van Cultuur, Jeugd, Sport en Brussel verzoekt om het advies van de Commissie over het ontwerp van ministerieel besluit houdende nadere bepalingen voor het meedelen van verblijfsgegevens door sporters die tot de elitegroep behoren.

1.1 Context van de adviesaanvraag

Het ontwerp van ministerieel besluit geeft uitvoering aan artikel 80, § 3 van het Besluit van de Vlaamse Regering van 16 december 2005 houdende uitvoering van het decreet van 27 maart 1991 inzake medisch verantwoorde sportbeoefening, waaromtrent de Commissie reeds op 9 november 2005 advies gaf.

Voormeld artikel 80 § 3 van het Besluit van de Vlaamse Regering van 16 december 2005 bepaalt (nà advies van de Commissie) :

« Met het oog op dopingcontroles buiten wedstrijdverband zal de sportbeoefenaar die behoort tot de elitegroep aan de administratie meedelen waar en wanneer hij bereikbaar is.

De gegevens van de voorbije periodes kunnen maar bewaard worden zolang een procedure loopt in verband met een mogelijk gebrek aan informatie over de verblijfplaats van de betrokken sportbeoefenaar. Als er gedurende een voorbije periode geen controle buiten wedstrijdverband is uitgevoerd en de verblijfplaats van de sportbeoefenaar geen enkele reden tot geschil oproept, moeten de gegevens onmiddellijk worden vernietigd.

De minster zal na advies van de Commissie ter bescherming van de persoonlijke levenssfeer extra bepalingen opleggen.»

Onderhavig ontwerp van ministerieel besluit kadert in het laatste lid van dit artikel 80 § 3 en bevat de concrete uitwerking en opsomming van de (verblijfs)gegevens die, met het oog op dopingcontrole buiten wedstrijdverband, zullen worden verzameld evenals de standaardformulieren die hiervoor zullen worden gehanteerd.

De decretale basis voor de voorgenomen databank van verblijfsgegevens ligt vervat in artikel 29 § 3 van het decreet inzake medisch verantwoorde sportbeoefening van 27 maart 1991 dat stelt:

«Met het oog op de opvolging van de individuele dossiers en met het oog op het aanmaken van statistische gegevens kunnen persoonsgegevens die aan de regering of haar administratie worden verstrekt of die zij bekomen in het kader van de wetgeving en reglementering inzake medisch verantwoorde sportbeoefening, door de administratie worden geregistreerd en bijgehouden in een databank. Hierbij houdt de administratie rekening met de verplichtingen opgelegd door de wet van 8 december 1992 tot bescherming van de persoonlijke levenssfeer ten opzichte van de verwerking van persoonsgegevens. De regering kan bepalen hoelang de in het eerste lid bedoelde gegevens worden bijgehouden. Hierbij houdt de regering rekening met de doelstelling van de databank. De regering voorziet de nodige veiligheidsmaatregelen bij het beheer van de databank.»

Deze Vlaamse regelgeving kadert in de algemene bestrijding van dopinggebruik in de sport en beoogt de bestaande internationale normen te implementeren, zoals daar zijn:

- de Anti-doping Conventie van de Raad van Europa van 16 november 1989, door België geratificeerd op 30 november 2001

- de Mondiale anti-doping Code van het WADA (World Anti-Doping Agency), waaromtrent de Vlaamse regering zich op 23 mei 2003 bij de Verklaring van Kopenhagen engageerde (louter politiek akkoord) tot implementatie over te gaan

- de Internationale Conventie tegen het Dopinggebruik in de Sport (UNESCO) van 19 oktober 2005, waaromtrent de ratificatieprocedure reeds werd opgestart

(3)

1.2 Advies nr. 19/2005 van 9 november 2005

Op 20 september 2005 werd de Commissie reeds gevat door een adviesaanvraag vanwege de heer Bert Anciaux betreffende artikel 80 § 2 van het ontwerp van besluit van de Vlaamse Regering houdende de uitvoering van het decreet van 27 maart 1991 inzake medisch verantwoorde sportbeoefening.

De (eerste) versie van artikel 80 § 2 luidde toen als volgt:

«Conform de WADA-code zal met het oog op dopingcontroles buiten wedstrijdverband de sportbeoefenaar die behoort tot de elitegroep aan de administratie meedelen waar en wanneer hij bereikbaar is.

De minister kan extra bepalingen opleggen.»

Teneinde de Commissie toe te laten een beter zicht te krijgen op alle concreet in te zamelen verblijfsgegevens werd door de Vlaamse regering verwezen naar het door WADA voorgestelde

‘Athlete Location Form’1, dat als voorbeeld zou dienen voor een nog op Vlaams niveau te ontwerpen standaardformulier.

Op 9 november 2005 bracht de Commissie een gunstig advies uit voor zover de voorgelegde tekst van (toen nog) artikel 80, § 2 van het Besluit van de Vlaamse regering werd aangepast in volgende zin:

«1. De wijziging van de zin “De minister kan extra bepalingen opleggen in “De minister zal nadere bepalingen opleggen” in artikel 80, § 2 in fine.

2. De opname van de zinsnede “na advies van de Commissie ter bescherming van de persoonlijke levenssfeer” in artikel 80, § 2 in fine.

3. De opname in (artikel 80, § 2 van) het ontwerp van besluit van een bepaling betreffende de bewaartermijn van de verblijfsgegevens.

4. Indien het door WADA voorgestelde ‘Athlete Location Form’ door de Vlaamse Regering (grotendeels) zou worden overgenomen, is de Commissie voorstander van een beperking van het begrip ‘elitegroep’, zoals opgenomen in artikel 1, 30° van het ontwerp van besluit, bijvoorbeeld door weglating van punten b) en d) in de in dit artikel opgenomen definitie.»

Bij evaluatie van het uiteindelijk op 16 december 2005 aangenomen Besluit van de Vlaamse Regering, inzonderheid artikel 80, § 3, kan worden vastgesteld dat het advies van de Commissie, wat betreft punten 1, 2 en 3 correct werd opgevolgd.

Punten 1 en 2 van het advies van de Commissie werden opgenomen in artikel 80, § 3, derde lid:

«De minister zal na advies van de Commissie ter bescherming van de persoonlijke levenssfeer extra bepalingen opleggen.»

Punt 3 van het advies van de Commissie werd opgenomen in artikel 80, § 3, tweede lid: «De gegevens van voorbije periodes kunnen maar bewaard worden zolang een procedure loopt in verband met een mogelijk gebrek aan informatie over de verblijfplaats van de betrokken sportbeoefenaar. Als er gedurende een voorbije periode geen controle buiten wedstrijdverband is uitgevoerd en de verblijfplaats van de sportbeoefenaar geen enkele reden tot geschil oproept, moeten de gegevens onmiddellijk worden vernietigd.»

Wat betreft punt 4 van het advies van de Commissie, werd artikel 1, 30° van het ontwerp van besluit van de Vlaamse Regering, houdende de definitie van ‘elitegroep’, wel enigszins aangepast, maar van volledige conformiteit met het advies kan niet gesproken worden.

1Zie: http://www.wada-ama.org/rtecontent/document/athlete%20location%20form.doc en http://www.wada- ama.org/rtecontent/document/3%20month%20schedule.doc en http://www.wada-

ama.org/rtecontent/document/instructions-athlete%20location%20form.doc

(4)

De (eerste) versie van dit artikel 1, 30° van het ontwerp van besluit, die aan het advies van de Commissie werd onderworpen luidde als volgt:

«elitegroep:

a) alle sportbeoefenaars die door een sportvereniging gepreselecteerd of geselecteerd zijn voor deelname aan de Olympische Spelen, Paralympics, Wereldspelen, Wereldkampioenschappen of Europese Kampioenschappen;

b) de betaalde sportbeoefenaars, vermeld in artikel 2 van de wet van 24 februari 1978 betreffende de arbeidsovereenkomst voor betaalde sportbeoefenaars;

c) de sportbeoefenaars die door hun sportfederatie worden beschouwd als elitesporters

d) de sportbeoefenaars die als zelfstandige of verbonden door een arbeidsovereenkomst voornamelijk sportieve prestaties leveren of zich daarop voorbereiden;»

De Commissie maakte zich in haar advies nr. 19/2005 ernstige bedenkingen bij het ‘overmatig’

karakter van de te verzamelen verblijfgegevens, inzonderheid gelet op de zeer ruime omschrijving van het begrip ‘elitegroep’. Daarmee werden immers niet alleen topsporters beoogd, maar alle betaalde sportbeoefenaars van om het even welk niveau (dus ook lokaal of provinciaal niveau).

Temeer daar zelfs WADA in haar ‘Mondiale antidopingcode’ geenszins een dergelijke verregaande definitie van elitesporter voorschrijft, was de Commissie voorstander van een beperking van het toepassingsgebied van het begrip ‘elitegroep’. De Commissie suggereerde de weglating van de punten b) en d) in de in voormeld artikel 1, 30° opgenomen definitie.

De definitieve versie (na advies van de Commissie) van artikel 1, 30° van het besluit van de Vlaamse Regering van 16 december 20052, luidt als volgt:

«elitegroep:

a) alle meerderjarige sportbeoefenaars die door een sportvereniging gepreselecteerd of geselecteerd zijn voor deelname aan de Olympische Spelen, Paralympics, Wereldspelen, Wereldkampioenschappen, Europese Kampioenschappen of Europese competities, georganiseerd door een internationale sportfederatie;

b) alle meerderjarige sportbeoefenaars die als zelfstandige of verbonden door een arbeidsovereenkomst voornamelijk sportieve prestaties leveren of zich daarop voorbereiden en hiervan hun hoofdactiviteit maken.»

De Vlaamse regering heeft de punten b) en c) geschrapt, in plaats van de punten b) en d), waardoor een eerder ruim toepassingsgebied van het begrip ‘elitegroep’ wordt behouden, wat een gedetailleerde kennisgeving aan de betrokken sporters rechtvaardigt (cfr. infra – punt 2.4 Rechten van de betrokkene).

II. ONDERZOEK VAN DE ADVIESAANVRAAG ---

2.1 Aard van de gegevens en de verwerkingen in de zin van de WVP

Het ontwerp van ministerieel besluit neemt in haar bijlagen de standaardformulieren op die door de sporters behorende tot de elitegroep moeten worden ingevuld teneinde te voldoen aan de mededeling van hun verblijfsgegevens.

Er worden afzonderlijke standaardformulieren gehanteerd voor de ‘individuele elitesporter’

enerzijds en voor de ‘elitesporters in ploegverband’ anderzijds.

2Besluit van de Vlaamse Regering van 16 december 2005 houdende uitvoering van het decreet van 27 maart 1991 inzake medisch verantwoorde sportbeoefening

(5)

Voor de individuele elitesporter worden volgende ‘contactgegevens’ verzameld:

- naam, voornaam, geboortedatum, persoonlijke code - sporttak, sportdiscipline, sportfederatie

- postadres

- telefoonnummer, gsm-nummer, e-mailadres

Voor de individuele elitesporter worden volgende ‘lokalisatiegegevens’ verzameld:

- de adressen van de verschillende locaties waar de elitesporter zal trainen en verblijven - een maandschema waarbij per dag voor een periode van twee maal (voor- en namiddag)

twee uur de locatie van de elitesporter wordt vermeld - locatie en tijdstip van wedstrijden

Voor de elitesporters in ploegverband worden volgende ‘contactgegevens’ verzameld:

- naam en voornaam van de ploegverantwoordelijke, naam van de ploeg, persoonlijke code - sporttak, sportfederatie

- postadres van de ploeg

- telefoonnummer, gsm-nummer, e-mailadres

- naam, voornaam en geboortedatum van de kernspelers van de A-ploeg

Voor de elitesporters in ploegverband worden volgende ‘lokalisatiegegevens’ verzameld:

- de adressen van de verschillende locaties waar de ploeg zal trainen en verblijven

- een maandschema waarbij per dag (voor- en namiddag) de locatie van de ploeg wordt vermeld

- locatie en tijdstip van wedstrijden

Het lijdt geen twijfel dat dergelijke gegevens dienen te worden verstaan als ‘persoonsgegevens’

zoals omschreven in artikel 1 WVP.

Deze informatie over de verblijfplaats van de sporter behorende tot de elitegroep moet het mogelijk maken hem ten allen tijde geografisch te situeren om onaangekondigde dopingtesten te kunnen uitvoeren.

Zoals ook in het advies nr. 19/2005 van 9 november 2005 dient ook hier te worden verwezen naar het advies nr. 21/2003 van 14 april 2003 met betrekking tot het voorontwerp van decreet tot wijziging van het decreet van 27 maart 1991 inzake medisch verantwoorde sportbeoefening.

In dat advies stelde de Commissie met betrekking tot het verwerken van persoonsgegevens inzake medisch verantwoord sporten dat: «Vermits deze verwerking inherent is aan het toezicht en het instemmen met het toezicht een wettelijke voorwaarde is van de georganiseerde sportbeoefening, kan de betrokkene zich enkel onttrekken aan de verwerking door te verzaken aan de georganiseerde sportbeoefening.»

2.2 Finaliteit, proportionaliteit en rechtmatigheid van de verwerking

Krachtens artikel 4, § 1, 2° WVP dienen persoonsgegevens «voor welbepaalde uitdrukkelijk omschreven en gerechtvaardigde doeleinden worden verkregen en niet verder worden verwerkt op een wijze die, rekening houdend met alle relevante factoren, met name met de redelijke verwachtingen van de betrokkene en met de toepasselijke wettelijke en reglementaire bepalingen, onverenigbaar is met die doeleinden».

Krachtens artikel 4, § 1, 3° WVP dienen persoonsgegevens «toereikend, terzake dienend en niet overmatig te zijn, uitgaande van de doeleinden waarvoor zij worden verkregen».

Voor dit onderdeel kan worden verwezen naar het advies nr. 19 van 9 november 2005, waarin volgend standpunt werd ingenomen:

(6)

«Het doel van de verwerking van de verblijfsgegevens van sporters behorende tot de elitegroep is het uitvoeren van onaangekondigde dopingcontroles buiten wedstrijdverband en dit ten voordele van een dopingvrije sport en aldus ter bevordering van de gezondheid, billijkheid en gelijkheid voor deze sporters (‘fair play’).

Het gaat dus eigenlijk om een doeleinde dat niet alleen het algemeen, maar tevens een bijzonder collectief belang dient: enerzijds het algemeen belang van een gezonde en dopingvrije sport als voorbeeld voor iedere sportbeoefenaar, inzonderheid de sportende jeugd, en anderzijds het collectief belang van de beoogde ‘elitesporters’ van een gezonde en eerlijke topsport. Zulks rechtvaardigt zekere verplichtingen in hoofde van de betrokken individuele sporter. Terzake dient te worden verwezen naar artikel 5 WVP waarin de verwerking van persoonsgegevens wordt toegelaten wanneer ze noodzakelijk is:

- “voor de vervulling van een taak van openbaar belang of die deel uitmaakt van de uitoefening van het openbaar gezag, die is opgedragen aan de verantwoordelijke voor de verwerking of aan de derde aan wie de gegevens worden verstrekt”;

- “voor de behartiging van het gerechtvaardigde belang van de verantwoordelijke voor de verwerking of van de derde aan wie de gegevens worden verstrekt, mits het belang of de fundamentele rechten en vrijheden van de betrokkene die aanspraak maakt op bescherming uit hoofde van deze wet, niet zwaarder doorwegen”

Een belangenafweging dringt zich op waarbij het niet lijkt dat het nadeel voor de individuele atleet (de inbreuk op zijn privacy door het meedelen van zijn verblijfsgegevens) zwaarder doorweegt dan voormeld algemeen en collectief belang van een gezonde, dopingvrije, eerlijke sportbeoefening.

Daarenboven komt het voor dat er geen andere, minder nadelige, middelen bestaan om het nagestreefde doel te bereiken, daar de essentie van het systeem berust in de mogelijkheid om

‘onaangekondigde’ dopingtests te kunnen verrichten. Bovendien moeten alle sporters behorende tot de elitegroep aan dezelfde eisen voldoen, om te voorkomen dat sommige sporters ontsnappen aan de controle, terwijl hun directe concurrenten er wel aan onderworpen worden.

De verwerking van verblijfgegevens van sporters behorende tot de elitegroep lijkt, gelet op voormeld doel van algemeen nut, alleszins rechtmatig, voor zover natuurlijk de inbreuken op de fundamentele rechten en vrijheden van de betrokken sporter, inzonderheid zijn recht op privacy, zo beperkt mogelijk worden gehouden, zodat enkel die persoonsgegevens, in casu verblijfsgegevens, mogen worden verwerkt die terzake dienend, niet overmatig en strikt noodzakelijk zijn, uitgaande van voormeld doeleinde.»

Hiervoor, onder punt 2.1, werd een opsomming gegeven van alle concrete gegevens (contact- en lokalisatiegegevens) die dienen te worden meegedeeld door de ‘individuele elitesporter’ enerzijds en door de ‘elitesporters in ploegverband’ anderzijds.

De standaardformulieren betreffende de ‘elitesporters in ploegverband’ lijken op het vlak van persoonlijke levenssfeer en verwerking van persoonsgegevens relatief weinig problemen te stellen.

De te verzamelen gegevens betreffen voornamelijk de ploeg als geheel en haar activiteiten als ploeg en niet zozeer elk individueel lid van deze ploeg afzonderlijk (met uitzondering van de naam, voornaam en geboortedatum van elke sporter).

De elitesporters in ploegverband dienen alleszins geen mededeling te doen van hun persoonlijk postadres, wat impliceert dat geen dopingcontroles zullen plaatsvinden in de ‘privé-sfeer’, maar enkel in het kader van (professionele) activiteiten in ploegverband.

De standaardformulieren betreffende de ‘individuele elitesporter’ verzamelen, daarentegen, wel een groter aantal ‘persoonsgegevens’, waaronder ook het persoonlijk postadres van de elitesporter.

(7)

De Commissie stelt niettemin vast dat deze op Vlaams niveau uitgewerkte standaardformulieren minder ver gaan in het vergaren van persoonsgegevens dan het door WADA voorgestelde ‘Athlete Location Form’ (zie voetnoot 1 op p. 3)

Op Vlaams niveau worden bij de ‘contactgegevens’ het geslacht en nationaliteit niet verwerkt.

Bovendien wordt bij de ‘lokalisatiegegevens’ geen mededeling van een ‘integrale’ agenda (van ’s morgens tot ’s avonds) gevraagd. In het maandschema volstaat het bij de voormiddag een periode van twee uur (tussen 7 en 13 uur) te vermelden en bij de namiddag een periode van twee uur (tussen 13 en 21 uur) te vermelden.

In het kader van het beoogde doeleinde, het uitvoeren van onaangekondigde dopingcontroles buiten wedstrijdverband met het oog op een medisch verantwoorde dopingvrije sportbeoefening, zijn de te verzamelen persoonsgegevens toereikend, terzake dienend en niet overmatig, zoals wordt voorgeschreven door artikel 4, § 1, 3° WVP.

Niettemin dient te worden genoteerd dat de definitie van «elitegroep» zoals vermeld in artikel 1, 30° van voormeld besluit van 16 december 2005, impliceert dat via de standaardformulieren van het voorliggende ontwerp van ministerieel besluit de verblijfsgegevens die worden verzameld, gegevens zijn van een eerder uitgebreide groep sporters, te weten niet enkel topsporters, maar alle betaalde sporters van om het even welk niveau (dus ook lokaal of provinciaal niveau).

2.3 Bewaartermijn van de gegevens

Conform artikel 4, § 1, 5° WVP mogen persoonsgegevens «niet langer worden bewaard dan voor de verwezenlijking van de doeleinden waarvoor zij worden verkregen of verder worden verwerkt, noodzakelijk is».

In navolging van het advies nr. 19 van 9 november 2005, werd in artikel 80, § 3, van het Besluit van de Vlaamse Regering houdende uitvoering van het decreet van 27 maart 1991 inzake medisch verantwoorde sportbeoefening, waarvan onderhavig ontwerp van ministerieel besluit de verdere uitwerking is, een nieuw lid opgenomen dat in een dergelijke bewaartermijn voorziet, inzonderheid:

«De gegevens van voorbije periodes kunnen maar bewaard worden zolang een procedure loopt in verband met een mogelijk gebrek aan informatie over de verblijfplaats van de betrokken sportbeoefenaar. Als er gedurende een voorbije periode geen controle buiten wedstrijdverband is uitgevoerd en de verblijfplaats van de sportbeoefenaar geen enkele reden tot geschil oproept, moeten de gegevens onmiddellijk worden vernietigd.»

Hiermee is voldaan aan voormeld advies nr. 19 van 9 november 2005 en aan de bepalingen terzake in de WVP.

2.4 Rechten van de betrokkene

Krachtens artikel 9 WVP dient de betrokkene, op het ogenblik dat zijn gegevens worden verkregen, te worden geïnformeerd aangaande de beoogde verwerking en van zijn rechten terzake.

In het advies nr. 19 van 9 november 2005 met betrekking tot artikel 80, § 2 van het ontwerp van besluit van de Vlaamse regering houdende uitvoering van de het decreet van 27 maart 1991 inzake medisch verantwoorde sportbeoefening, stelde de Commissie terzake reeds het volgende:

«Aangezien het kennelijk de bedoeling is de verblijfsgegevens van de sporters behorende tot de elitegroep te verzamelen via door hen in te vullen standaardformulieren, lijkt het aangewezen deze formulieren, in het kader van voormelde informatieverplichting, tevens te voorzien van volgende gegevens:

(8)

- naam en adres van de verantwoordelijke voor de verwerking - de doeleinden van de verwerking

- de ontvangers of categorieën van ontvangers van de gegevens

- het al dan niet verplichte karakter van het antwoord en de eventuele gevolgen van niet- beantwoording

- het bestaan van een recht op toegang en verbetering»

Op de standaardformulieren die deel uitmaken van onderhavig ontwerp van ministerieel besluit wordt in een aantal kennisgevingen ten aanzien van de betrokkene voorzien.

Bij toetsing van de kennisgevingen op de standaardformulieren aan artikel 9 WVP en het advies nr. 19/2005 van 9 november 2005 kan het volgende worden vastgesteld:

a) naam en adres van de verantwoordelijke voor de verwerking

Op herhaalde wijze wordt verwezen naar het ‘Team Medisch Verantwoord Sporten’ als degene aan wie de gegevens dienen te worden overgemaakt en degene die de gegevens verwerkt.

Zie: «Waarvoor dient dit formulier?» - «Aan wie bezorgt u dit formulier?» - «Wanneer moet u dit formulier uiterlijk terugbezorgen?» en in de clausule “Privacywaarborg”: «Uw / De gegevens worden strikt vertrouwelijk behandeld door het team Medisch Verantwoord Sporten.»

Het adres, telefoonnummer, faxnummer en e-mailadres van het ‘Team Medisch Verantwoord Sporten’ worden bovenaan de formulieren vermeld.

De Commissie acht het eveneens aangewezen dat een contactpersoon zou worden vermeld. De sporter moet immers gericht contact kunnen leggen, wat de nauwkeurige vermelding vereist van de dienst en de contactpersoon tot wie men zich kan richten voor nadere informatie.

b) de doeleinden van de verwerking

Op het standaardformulier houdende de lokalisatiegegevens van de elitesporters wordt dopingcontrole aangegeven als doeleinde van de verwerking.

Zie: «Waarvoor dient dit formulier?» en in de clausule “Privacywaarborg”: «De informatie wordt uitsluitend gebruikt om dopingcontroles uit te voeren.»

Op het standaardformulier houdende de contactgegevens van de elitesporters wordt echter nergens expliciet melding gemaakt van het doeleinde van de verwerking. Zulks dient gebeurlijk te worden aangevuld.

c) de ontvangers of categorieën van ontvangers

De gegevens verzameld op het standaardformulier houdende de contactgegevens worden kennelijk door de verantwoordelijke voor de verwerking niet doorgegeven aan derden.

Zie: de clausule “Privacywaarborg”: «Uw / De gegevens worden strikt vertrouwelijk behandeld door het team Medisch Verantwoord Sporten. Ze worden niet doorgegeven aan derden, tenzij met uw toestemming (of met de toestemming van de ploegsporters)»

De gegevens verzameld op het standaardformulier houdende de lokalisatiegegevens worden doorgegeven aan het Wereldantidopingagentschap en andere relevante autoriteiten die gespecificeerd zijn in de Wereldantidopingcode.

(9)

Zie: de clausule “Privacywaarborg”: «De gegevens die u meedeelt, worden opgeslagen in een bestand en kunnen worden meegedeeld aan het Wereldantidopingagentschap (WADA) en andere relevante autoriteiten die gespecificeerd zijn in de Wereldantidopingcode.»

d) het al dan niet verplicht karakter van het antwoord en de eventuele gevolgen van niet- beantwoording

Alle opgevraagde gegevens dienen verplicht te worden ingevuld, wat ontegensprekelijk blijkt uit de clausule “Ondertekening”: «Ik bevestig dat ik alle gegevens in dit formulier naar waarheid heb ingevuld (en ik ben ervan op de hoogte dat fouten in de informatie over de locaties waar ik / de ploeg train(t) en verblijf(t), kunnen leiden tot schorsing en sancties.»

Op het standaardformulier houdende de contactgegevens van de elitesporters worden de gevolgen van de niet-beantwoording niet expliciet opgenomen. Zulks kan gebeurlijk worden aangevuld.

e) het bestaan van een recht op toegang en op verbetering

Het recht op toegang en verbetering wordt expliciet opgenomen in de clausule “Privacywaarborg”:

«U hebt het recht om uw gegevens / de gegevens van uw ploeg te raadplegen en te laten verbeteren.»

Op het standaardformulier houdende de lokalisatiegegevens van de elitesporters worden deze rechten niet expliciet opgenomen. Zulks kan gebeurlijk worden aangevuld.

f) bijkomende bemerking

De Commissie acht het aangewezen dat in de clausule “Privacywaarborg” wordt verwezen naar de Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer (inclusief adres, telefoonnummer en e-mailadres), teneinde de elitesporter toe te laten alle bijkomende informatie te bekomen met betrekking tot het verwerken van persoonsgegevens.

2.5 Aangifte

Artikel 17 WVP voorziet dat, «voordat wordt overgegaan tot één of meer volledig of gedeeltelijk geautomatiseerde verwerkingen van gegevens die voor de verwezenlijking van een doeleinde of van verscheiden samenhangende doeleinden bestemd zijn, de verantwoordelijke voor de verwerking, of in voorkomend geval, diens vertegenwoordiger, daarvan aangifte doet bij de Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer».

Aangifte kan worden gedaan aan de hand van een papieren formulier dat kan worden bekomen bij de Commissie. Er kan echter ook elektronisch worden aangegeven via de website van de Commissie (www.privacycommission.be).

III. BESLUIT ---

De kennisgeving van de betrokkene dient op bepaalde punten te worden vervolledigd, zoals omstandig toegelicht onder punt 2.4.

(10)

OM DEZE REDENEN

Brengt de Commissie een gunstig advies uit met betrekking tot het ontwerp van ministerieel besluit houdende nadere bepalingen voor het meedelen van verblijfsgegevens door sporters die tot de elitegroep behoren, voor zover de tekst wordt aangepast in functie van de geformuleerde opmerkingen.

De administrateur, De voorzitter,

(get.) Jo BARET (get.) Michel PARISSE

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Indien de elektronische metrologische gegevens die een meetwerktuig opslaat, verwerkt en verzendt persoonsgegevens zijn in de zin van de WVP, zal de verantwoordelijke voor het

Artikel 4 van het voorontwerp bepaalt dat de bestuursdocumenten die persoonsgegevens bevatten pas voor hergebruik in aanmerking komen “op voorwaarde dat de overheid de

In dit geval dient het camerasysteem evenwel om de ouders (‘derden’ in de relatie werkgever-werknemer) de mogelijkheid te bieden om hun kinderen, en tevens de werknemers van

Met betrekking tot de gegevens waarvan de FOD Sociale Zekerheid en Openbare instellingen van sociale zekerheid krachtens artikel 15 van het ontwerp mag kennis nemen wordt opgemerkt

In artikel 4, §1, 5, van de WPL is evenwel bepaald dat de gegevens niet langer worden bewaard dan voor de verwezenlijking van de doeleinden waarvoor zij worden verkregen of

☐ Ik maak bezwaar tegen de verwerking van mijn persoonsgegevens omwille van een met mijn specifieke situatie verband houdende reden [verduidelijk de reden], en uw organisatie

Loopgroep Ruinen bewaart persoonsgegevens niet langer dan noodzakelijk voor het doel waarvoor deze zijn verstrekt dan wel op grond van de wet is

Uw persoonsgegevens worden door youCANbe - Centrum Aandacht Nissewaard opgeslagen ten behoeve van bovengenoemde verwerking(en) voor de periode:.. - Gedurende de looptijd