AD 36 - 2001 - 1 / 2
ADVIES Nr 36 / 2001 van 27 september 2001.
O. Ref. : 10 / A / 2001 / 036
BETREFT : Ontwerp van koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 7 december 1999 houdende de oprichting van een bestand van stadionverboden.
De Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer
Gelet op de wet van 8 december 1992 tot bescherming van de persoonlijke levenssfeer ten opzichte van de verwerking van persoonsgegevens, inzonderheid artikel 29;
Gelet op de adviesaanvraag van de Minister van Binnenlandse Zaken van 31 augustus 2001;
Gelet op het verslag van dhr. B. DE SCHUTTER ;
Brengt op 27 september 2001 volgend advies uit :
AD 36 - 2001 - 2 / 2
1. VOORWERP VAN DE ADVIESAANVRAAG : ---
Het ontwerp betreft de termijn gedurende dewelke de sportbond of organisatie van een voetbalwedstrijd de gegevens inzake stadionverbod mag bewaren.
2. BESPREKING VAN HET ENIGE ARTIKEL ---
Art. 2, tweede lid van het KB van 7 december 1999 inzake het bestand van stadionverboden voorziet, in hoofde van de overkoepelende sportbond of de organisator van een wedstrijd, in het wissen van de gegevens van zodra de termijn van het stadionverbod beëindigd is.
Het centrale bestand inzake stadionverboden, opgericht bij de Algemene Directie van de Algemene Rijkspolitie, voorziet in een bewaartermijn van 5 jaar na het laatste stadionverbod (art.1, vierde lid KB 7 dec. 1999).
Het overmaken van gegevens door de verantwoordelijke van de verwerking van een bond of organisatie is erop gericht de controle op het verbod mogelijk te maken. Eens de verbodstermijn verlopen is, is het behoud van de gegevens in hun hoofde niet gerechtvaardigd.
Zowel de Commissie (advies 16/1999) als de Raad van State volgden deze redenering.
Zo artikel 8 van het KB van 25 mei 1999 tot bepaling van de voorwaarden voor de indiensttreding van voetbalstewards voorziet als aanwervingsvoorwaarde dat kandidaten gedurende de vijf jaar voorafgaand aan hun aanwerving niet het voorwerp hebben uitgemaakt van een burgerrechtelijk, administratief of gerechtelijk stadionverbod of van een stadionverbod als beveiligingsmaatregel – welk gegeven uiteraard controleerbaar moet zijn -, is de Commissie van oordeel dat bond of organisator deze controle kan laten verlopen via een opvraging bij de verantwoordelijke van de verwerking, die wel een bewaartermijn van 5 jaar hanteert (art.1 vierde lid KB 7 dec. 1999).
Het bewaren van alle verboden na het beëindigen ervan door sportbonden en organisatoren van wedstrijden met als doel het nagaan van de status van kandidaat-stewards of stewards is totaal disproportioneel. Deze informatie kan evenzeer bekomen worden via een eenvoudige communicatie met de centrale verantwoordelijke van de verwerking.
OM DEZE REDEN
Brengt de Commissie een negatief advies uit.
De secretaris, De voorzitter,
(get.) B. HAVELANGE (get.) P. THOMAS.