• No results found

ADVIES Nr 01 / 2006 van 18 januari 2006

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "ADVIES Nr 01 / 2006 van 18 januari 2006"

Copied!
4
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

AD 01 / 2006 - 1 / 4

ADVIES Nr 01 / 2006 van 18 januari 2006

O. Ref. : SA2 / A / 2005 / 026

BETREFT : Adviesaanvraag van de Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken met betrekking tot het ontwerp van koninklijk besluit betreffende de aanduiding van personen werkzaam in de Algemene Directie Veiligheids- en Preventiebeleid, Directie Private Veiligheid, die rechtstreeks toegang hebben tot de in het centraal strafregister opgenomen gegevens.

De Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer,

Gelet op de wet van 8 december 1992 tot bescherming van de persoonlijke levenssfeer ten opzichte van de verwerking van persoonsgegevens, in het bijzonder artikel 29;

Gelet op het schrijven van 6 december 2005 van de Minister van Binnenlandse Zaken waarmee deze een dringend advies vraagt;

Gelet op het verslag van Mevrouw A. Vander Donckt;

Verstrekt op 18 januari 2006 volgend advies:

KONINKRIJK BELGIE

COMMISSIE VOOR DE BESCHERMING VAN DE PERSOONLIJKE LEVENSSFEER

Brussel,

Adres : Hoogstraat, 139, B-1000 Brussel

Tel.: +32(0)2/213.85.40 E- mail : commission@privacycommission.be Fax.: +32(0)2/213.85.65 http://www.privacy.fgov.be

(2)

AD 01 / 2006 - 2 / 4

I. ONDERWERP VAN DE ADVIESAANVRAAG ---

Met zijn schrijven van 6 december 2005 vraagt de Minister van Binnenlandse Zaken aan de Commissie om een advies uit te brengen met betrekking tot het ontwerp van koninklijk besluit betreffende de aanduiding van personen werkzaam in de Algemene Directie Veiligheids- en Preventiebeleid, Directie Private Veiligheid, die rechtstreeks toegang hebben tot de in het centraal strafregister opgenomen gegevens.

Dit ontwerp van koninklijk besluit volgt op de wet van 2 september 2005 houdende vereenvoudiging van de wet van 10 april 1990 tot regeling van de private en bijzondere veiligheid (B.S. 27/09/2005) waarvan het voorontwerp het voorwerp uitmaakte van het advies van de Commissie nr. 15/2004 van 25 november 2004.

II. ACHTERGRONDEN ---

1. Artikel 2 van de wet van 2 september 2005 houdende vereenvoudiging van de wet van 10 april 1990 tot regeling van de private en bijzondere veiligheid

Dit artikel voorziet een kosteloze en directe toegang tot de gegevens van het centraal strafregister voor de personen die werkzaam zijn bij de Algemene Directie Veiligheids- en Preventiebeleid, Directie Private Veiligheid en die belast zijn met de verificatie van de voorwaarden bedoeld bij artikel 5 of 6, 1ste lid, 1° (voorwaarde van het ontbreken van bepaalde veroordelingen) en artikel 5 of 6, 1ste lid, 8° (veiligheidsvoorwaarden) van de wet tot regeling van de private en bijzondere veiligheid waaraan de personen moeten beantwoorden die werkzaam zijn in de sector van de private veiligheid.

De personen die toegang kunnen krijgen tot het centraal strafregister worden aangeduid bij een in de Ministerraad overlegd koninklijk besluit, na advies van de Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer.

2. Inhoud van het voormeld advies nr. 15/2004 van de Commissie met betrekking tot artikel 2 van het voorontwerp van wet

a. De Commissie heeft geen enkel bezwaar geformuleerd met betrekking tot de voorgestelde maatregel, te weten dat voor de aanduiding van de personen die toegang zullen krijgen tot het centraal strafregister de in het voorontwerp voorziene toegangsmodaliteiten zullen uitgewerkt worden in een in de Ministerraad overlegd besluit dat voor advies aan de CBPL zal voorgelegd worden.

Zij meende evenwel dat naast het "kosteloos" karakter van de raadpleging, een expliciete verwijzing naar het " rechtstreekse" karakter ervan de tekst aan duidelijkheid zou doen winnen. Artikel 2 van de voormelde wet van 2 september 2005 verduidelijkt voortaan dat deze toegang rechtstreeks is.

Verwijzend naar het verslag aan de Koning volgens hetwelk de aanduiding van de personen zal gebeuren op basis van de graad en geen nominatieve lijst zal omvatten, meende de Commissie dat in het uitvoeringsbesluit inzake de personen die toegang verkrijgen, uitgegaan moest worden van de functieverantwoordelijkheden binnen de betrokken dienst, eventueel beperkt door het graadsniveau van de betrokkenen.

Zij suggereerde eveneens dat in het uitvoerings-KB zou vermeld worden dat een nominatieve lijst van personen met gerechtigde toegang, door de betrokken directie zal bijgehouden worden en ter beschikking van de CBPL zal gehouden worden.

(3)

AD 01 / 2006 - 3 / 4

III. ONDERZOEK VAN DE AANVRAAG ---

1. Artikel 1 van het ontwerp van koninklijk besluit betreffende de aanduiding van personen werkzaam in de Algemene Directie Veiligheids- en Preventiebeleid, Directie Private Veiligheid, die rechtstreeks toegang hebben tot de in het centraal strafregister opgenomen gegevens, stelt dat in toepassing van artikel 7, § 3, van de wet van 10 april 1990 tot regeling van de private en bijzondere veiligheid, de beëdigde ambtenaren en agenten zoals bedoeld in artikel 16 van de voornoemde wet van 10 april 1990, werkzaam bij de Algemene Directie Veiligheids- en Preventiebeleid van de FOD Binnenlandse Zaken, Directie Private Veiligheid en die de graad A, B of C hebben, aangeduid worden om rechtstreeks en kosteloos toegang te hebben tot de in het centraal strafregister opgenomen gegevens en kennis te nemen van de gegevens bedoeld in artikel 7, §2, eerste lid van voornoemde wet van 10 april 1990.

2. Opmerkingen van de Commissie

a. De Commissie herhaalt de wens die zij formuleerde in voormeld advies nr. 15/2004, dat in het raam van de uitvoering van het Koninklijk besluit voor de aanduiding van de betrokkenen zou uitgegaan worden van de functieverantwoordelijkheden binnen de betrokken dienst, eventueel beperkt door het graadsniveau van de betrokkenen.

De Commissie vestigt er de aandacht op dat deze vraag gebaseerd is op artikel 16, 2 van de wet van 8 december 1992 tot bescherming van de persoonlijke levenssfeer ten opzichte van de verwerking van persoonsgegevens (WVP) volgens hetwelk de verantwoordelijke voor de verwerking er voor moet zorgen dat voor de personen die onder zijn gezag handelen, de toegang tot de gegevens en de verwerkingsmogelijkheden beperkt blijven tot hetgeen die personen nodig hebben voor de uitoefening van hun taken of tot hetgeen noodzakelijk is voor de behoeften van de dienst.

De nominatieve aanduiding van de personen mag niet afwijken van deze vereiste van de WVP.

b. De in het advies nr. 15/2004 uitgedrukte wens dat in het uitvoerings-KB zou vermeld worden dat een nominatieve lijst van personen met gerechtigde toegang, door de betrokken directie zou bijgehouden worden en ter beschikking van de CBPL zou gehouden worden werd niet gevolgd. De Commissie herhaalt deze wens uitdrukkelijk.

Het voortdurend bijwerken van een dergelijke lijst die ter beschikking wordt gehouden van de Commissie draagt inderdaad bij tot het verzekeren van de naleving van de WVP en tot het vergemakkelijken van de controle.

c. Tenslotte wordt er aan herinnerd dat de modaliteiten voor toegang tot het centraal strafregister rekening moeten houden met het koninklijk besluit van 19 juli 2001 tot uitvoering van de wet van 8 augustus 1997 betreffende het Centraal Strafregister en meer in het bijzonder, het hoofdstuk IV – Veiligheidsmaatregelen.

(4)

AD 01 / 2006 - 4 / 4

OM DEZE REDENEN,

Brengt de Commissie slechts een gunstig advies uit over het ontwerp van Koninklijk besluit voor zover rekening wordt gehouden met de hierboven onder punt III.2 vermelde opmerkingen.

De administrateur, De voorzitter,

(get.) Jo BARET (get.) Michel PARISSE

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

11 van de Memorie van Toelichting bij het wetsvoorstel (Parl.. De Autoriteit ziet de relevantie niet van de “plaats waarop het vaccin werd toegediend” voor een of meerdere van de

In het licht van het principe van de minimale gegevensverwerking, adviseert zij om deze bepaling als volgt aan te passen (zie onderlijnde passage): “ alle andere informatie

hogervermelde reglementaire documenten op te stellen, te laten opstellen, af te leveren of te laten afleveren wanneer de verstrekkingen niet voldoen aan de voorwaarden bepaald in

Het is ook mogelijk dat er zich binnen de termijn voor boedelbeschrijving en beraad 1 , dit is 3 maanden en 40 dagen na het overlijden, niemand zich als erfgenaam of

In artikel 3, 2° van het ontwerp van koninklijk besluit wordt voorzien dat een beperkt gedeelte van de gegevens uit het begeleidingsplan (datum en plaats van

Om dit onderzoek mogelijk te maken voorziet de wet op de private veiligheid dat de personen, werkzaam bij de Algemene Directie Veiligheids- en Preventiebeleid, Directie

Wat de wettelijke opdracht betreft van de authentieke bron had kunnen worden bepaald dat de authentieke bron zorgt voor de registratie, de opslag en de mededeling van

Een eerste controle wordt verricht door een Commissie (hierna «de Controlecommissie») die samengesteld is uit drie magistraten en belast is met het toezicht op de methoden voor