• No results found

Weergave van Vollenhoven. Het ontstaan van een lusthof op de Utrechtse Heuvelrug in de eerste helft van de negentiende eeuw

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Weergave van Vollenhoven. Het ontstaan van een lusthof op de Utrechtse Heuvelrug in de eerste helft van de negentiende eeuw"

Copied!
12
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Vollenhoven. Het ontstaan van een lusthof op de Utrechtse Heuvelrug in de eerste helft

van de negentiende eeuw

Catharina van Groningen en Frieda Heijkoop

Voilenhoven in De Bilt is een van de buitenplaatsen die de streek tussen Utrecht en Wageningen in de negentiende eeuw de naam "de Stichtse Lustwarande" hebben bezorgd. Maar waar de meeste andere buitenplaatsen en landgoederen tegenwoordig een bedrijfs- of overheidsbestemming hebben gekregen, is Vollenhoven nog steeds in particulier bezit. Het is sinds 1922 eigendom van de familie Van Marwijk Kooy, die het tot haar taak heeft gemaakt het landgoed met de grootste zorg te beheren en huis, park, tuinen en bijgebouwen zo veel mogelijk in de oorspronkelijke staat te onderhouden.' De buitenplaats heeft een lange rij eigenaren gekend, waarbij het zelden langer dan één generatie in eenzelfde familie is gebleven. Doordat veel van de bezitters een bijdrage aan de o n t w i k k e l i n g van de b u i t e n p l a a t s h e b b e n g e l e v e r d , is de g e s c h i e d e n i s niet in een paar regels s a m e n te vatten. M a a r twee van de vroegere eigenaren hebben in het bijzonder hun stempel o p de buitenplaats en de daar a a n w e z i g e opstallen g e d r u k t : Pieter de S m e t h van A l p h e n en G o d e r d van d e r Capellen van B e r k e n w o u d e .

Tot v o o r kort w a s o v e r d e o n t w i k k e l i n g van de buitenplaats in de n e g e n t i e n d e e e u w n i e t veel b e k e n d . A a n g e n o m e n wordt dat het huis in zijn huidige g e d a a n t e in het begin van de n e g e n t i e n d e e e u w tot stand k w a m . Als a r c h i t e c t wordt wel B.W.H. Z i e s e n i s g e n o e m d2. Als architect van het land­

schapspark leek Hendrik van Lunteren de beste papieren te h e b b e n ' , m a a r harde bewijzen o n t b r a k e n . Dat zijn naam er terecht aan v e r b o n d e n werd, is duidelijk g e w o r d e n d o o r d e v e r r a s s e n d e o n t d e k k i n g van Van L u n t e r e n s o r i g i n e l e ont- w e r p k a a r t uit o m s t r e e k s 1828 voor het l a n d s c h a p s p a r k die in 2 0 0 5 o p d e z o l d e r van V o l l e n h o v e n is t e r u g g e v o n d e n . Ook is g e b l e k e n dat er voordien al een park met een land­

schappelijke aanleg l a g .4 Dat roept w e e r n i e u w e vragen o p , bijvoorbeeld of er v e r s c h i l l e n d e lagen te o n d e r s c h e i d e n zijn in het l a n d s c h a p s p a r k en w a n n e e r de v e r l a n d s c h a p p e l i j k i n g is ingezet. O p Vollenhoven zelf wil d e o v e r l e v e r i n g o n d e r de b e w o n e r s dat Pieter de S m e t h in het begin van de n e g e n ­ t i e n d e e e u w de g r o n d l e g g e r van het h u i s en het park is g e w e e s t en dat G o d e r d van der Capellen het l a n d g o e d heeft uitgebreid en voltooid. In dit artikel wordt de o n t w i k k e l i n g van V o l l e n h o v e n van een e e n v o u d i g e b o e r e n h u i z i n g e tot lusthof b e s c h r e v e n .

Het voorspel

Vollenhoven is. als veel buitenplaatsen in De Bilt. voortgeko­

m e n uit een uithof van het klooster O o s t b r o e k . De o u d s t e n a a m s v e r m e l d i n g stamt uit 1502, w a n n e e r in een a k t e het Vollenhovenkamp wordt g e n o e m d .5 In de zeventiende e e u w stond ter plaatse een boerderij, maar sinds de achttiende e e u w w a s Vollenhoven een buitenplaats in de zin van een zomer­

verblijf voor een eigenaar die een huis in de stad bezat. Voor dit eerste buitenhuis moet waarschijnlijk aan een e e n v o u d i g e boerderij met (stenen) h e r e n k a m e r worden gedacht.

Uit een brief van Johanna van Tuyll van Serooskerken blijkt dat er in 1774, toen de Van Tuylls Vollenhoven kochten, op de buitenplaats sprake was van een formele aanleg, waarin lanen beplant met naaldbomen te vinden waren, voorts: een visvijver ( " v i v i e r " ) , een b o o m g a a r d , een klein bos en een moestuin achter het huis met aan het eind een prieeltje ("glo- riette") van naaldhout.''

Uit de transportakte uit 1774 is op te maken dat de buiten­

plaats toen meerdere g e b o u w e n kende en dat er een herenhuis stond, dat waarschijnlijk tegen d e boerderij w a s a a n g e b o u w d :

"een Heere huysinge annexe b o e r e n w o n i n g e , stallinge, koets­

huis, t u y n m a n s w o n i n g ...'*.7

O p een kaart van het " C a m p e m e n t by Z e y s t " uit 1787 zijn onder andere het terrein van Vollenhoven, het huis en de omrin­

gende wegen afgebeeld.8 De plattegrond van het huis heeft een U-vorm. O p grond hiervan is wel aangenomen dat hier een huis heeft gestaan naar ontwerp van de Franse architect De Malhor- tie uit 1777.9 Zijn ontwerpen van een huis in een U - v o r m berusten in het huisarchief van Vollenhoven. Het is uiterst onwaarschijnlijk dat het o n t w e r p van De Malhortie is uitge­

voerd.1" Het is bovendien niet aannemelijk dat de Van Tuylls, die Vollenhoven tot 1792 in bezit hadden, grote veranderingen hebben aangebracht. In 1776 erfde Willem-René van Tuyll slot Zuylen van zijn vader; het ligt voor de hand dat het aanzienlij­

ke Zuylen sindsdien zijn verblijf voor de z o m e r m a a n d e n is g e w o r d e n . De U-vormige plattegrond uit 1787 moet dan de

"Heere Huysinge annex boerenwoninge" hebben bevat, waar­

schijnlijk gecombineerd met de "stallinge en koetshuis*'.

Van Tuyll verhuurde Vollenhoven. Gerard Munter, oud-sche­

pen van A m s t e r d a m , h u u r d e r vanaf 1788. kocht de buiten-

P A G I N A ' S 78-89

(2)

plaats in 1792. Het staat vast dat M u n t e r wél voor een aantal wijzigingen op de buitenplaats heeft gezorgd. Er is een veran­

dering bij het huis uitgevoerd, waarbij vermoedelijk de boer­

derij annex huis verbouwd werd tot een herenhuis. D e boer­

derij wordt in de v e r k o o p a k t e van 1792 namelijk v o o r het laatst g e n o e m d . Toen M u n t e r Vollenhoven in 1800 verkocht, werd in de v e r k o o p a d v e r t e n t i e in de Opregte Haerlemsche Courant van 2 8 j u n i 1800 dit huis als volgt o m s c h r e v e n :

" . . . een zeer a a n z i e n l y k e en extra ordinaire w e l g e s i t u e e r d e Hofsteede. g e n a a m d Vollenhoven, met deszelfs capitaale heg- te sterke en nieuw g e t i m m e r d e heeren-huizinge ..."

Wat het park a a n g a a t , uit deze tijd s t a m m e n slechts t w e e m e d e d e l i n g e n , maar vanuit de vraag naar de o n t w i k k e l i n g zijn ze bijzonder interessant. De eerste betreft de aanleg van een gebogen sloot. In 1797 werd er een sloot gegraven die de verbinding legde tussen de grenssloot van de buitenplaats en

"het stuk Water agter het Huis te Vollenhoven", waarschijn­

lijk de oude vivier uit 1774. De nieuwe verbindingssloot werd voorzien van een bocht en kreeg een breedte van circa vier en een lengte van ongeveer 40 meter." N o g steeds wordt de ach­

tervijver van Vollenhoven d o o r een brede, slingerende sloot v e r b o n d e n met de g r e n s s l o o t die de plaats scheidt van de boerderij Tameroort.

De tweede mededeling betreft het park. B o v e n g e n o e m d e ver­

k o o p a d v e r t e n t i e v e r m e l d t n a m e l i j k de a a n w e z i g h e i d van

" E n g e l s c h e plantsoenen", wat zou kunnen wijzen o p een ver- l a n d s c h a p p e l i j k i n g . Het p r o b l e e m met de term " E n g e l s c h e p l a n t s o e n e n " in d e z e tijd is e c h t e r , dat het a d j e c t i e f

" E n g e l s c h " z o w e l o p de a a n l e g als op het p l a n t m a t e r i a a l betrekking kan h e b b e n .1 2 In het eerste geval kan er inderdaad sprake zijn van een landschappelijke aanleg met slingerpaden en s o m s een kronkelende beek of grillige waterpartij. De term kan echter ook gebruikt worden o m een b e p a a l d e , afwisselen­

de beplanting aan te duiden, die niet in een landschappelijke context toegepast hoeft te zijn. Toch maakt de combinatie van de Engelse plantsoenen met de gebogen sloot het uiterst ver­

leidelijk hierin het begin van verlandschappelijking van Vol­

lenhoven te zien, m a a r de informatie is te s u m m i e r om dat met zekerheid te kunnen stellen.

Vollenhoven in bezit van Pieter de Smeth, 1800-1809

Met de nieuwe eigenaar. Pieter de Smeth. die zeer ingrijpende veranderingen zou laten uitvoeren, begint een volgende fase in de ontwikkeling van de buitenplaats. De A m s t e r d a m s e ban­

kier Pieter de Smeth van Alphen was geen o n b e k e n d e in De Bilt toen hij Vollenhoven in 1800 van Gerard M u n t e r k o c h t .1 3

(3)

No B U L L E T I N K N O B 2 0 0 7 - 2

Zijn ouders waren in het bezit van Beerschoten, schuin tegen- over Vollenhoven, zelf had hij de inmiddels v e r d w e n e n bui- tenplaats Vrijheidslust in de Bilt g e h u u r d .1 4 Met Vollenhoven ging De Smeth met o n g e k e n d e energie aan het werk. Tussen 1800 en 1809. de jaren dat hij e i g e n a a r w a s , werd het bestaan- de huis v e r b o u w d , een nieuw koetshuis neergezet, een nieuwe moestuin aangelegd, de oranjerie g e b o u w d , het terrein uitge- zand, de ijskelder g e b o u w d en werd waarschijnlijk de achter- vijver vergroot.

De Smeth begon direct na a a n k o o p met de w e r k z a a m h e d e n . Dat blijkt uit een raadsvergadering van het g e m e e n t e b e s t u u r van De Bilt van 21 o k t o b e r 1800. w a a r een k w e s t i e m e t b e t r e k k i n g tot Vollenhoven werd b e s p r o k e n . Er werd daar namelijk al enige tijd gewerkt door " v e r s c h e i d e n e A m b a c h t s - l i e d e n " die uit A m s t e r d a m en elders afkomstig waren. Daar- d o o r liep de g e m e e n t e inkomsten mis. en bovendien, de eigen werklui uit De Bilt leden eronder. D a a r o m werd besloten met De Smeth en de "baasen van de werklieden'* te overleggen, wat een paar d a g e n later ook g e b e u r d e . D e Smeth betaalde ƒ 5 0 aan " c o n s u m t i e l a s t e n " , w a a r het g e m e e n t e b e s t u u r g e n o e g e n mee n a m .1 5 Of de a m b a c h t s l i e d e n van De Bilt er o o k zo over d a c h t e n , vermeldt het verhaal niet. E r werd in 1800 d u s al g e w e r k t o p Vollenhoven en n a a r a a n g e n o m e n m a g worden op grote schaal, want het is niet waarschijnlijk dat De Smeth v o o r een klein karweitje werklieden uit Amster- d a m zou laten k o m e n .

Een van de activiteiten betrof de b o u w van het koetshuis. Dat blijkt uit een jaartalsteen met de tekst "T.P. de Smeth 21 aug.

1 8 0 1 " , een herinnering aan T h e o d o r u s . Pieters kleine zoontje, dat toen twaalf j a a r oud was. De gedachte, dat de werklui ook voor de b o u w van het grote huis waren ingehuurd, ligt dan voor de hand. Tot nu toe ontbreken echter verdere g e g e v e n s . T o c h is het a a n n e m e l i j k dat P i e t e r de S m e t h d e g e n e is g e w e e s t , die achter de b o u w van het huidige landhuis gezocht moet worden. Hoewel het gewijzigde huis van M u n t e r er nog m a a r een paar j a a r stond, lijkt De Smeth er de m a n niet naar te zijn geweest het terrein van Vollenhoven grondig te bewer- ken en daarbij het m i d d e l p u n t , het l a n d h u i s , o n b e r o e r d te laten. B o v e n d i e n w o r d t er bij de v e i l i n g in 1810, na de d o o d van De S m e t h , e e n n i e u w g e b o u w d huis g e n o e m d :

"... e e n e Capitale, en in den Eersten smaak nieuw g e b o u w d e Huizinge

De wijze w a a r o p uiteindelijk het huidige huis Vollenhoven tot stand is g e k o m e n , is niet duidelijk. De vraag is altijd geweest of er gebruik g e m a a k t is van een bestaand g e b o u w dat is uit- gebreid, of dat er ter plaatse een geheel n i e u w huis is o p g e - trokken. De eerste veronderstelling is de meest waarschijnlij- k e . D e voorgevel van het huis is a s y m m e t r i s c h ingedeeld: de ruimte tussen vensters is aan de rechterzijde breder dan aan de andere zijde. Dat wijst op een verschil in bouwfases. Bij een onderzoek aan de fundamenten aan de voorzijde van het huis in het voorjaar van 2 0 0 7 bleek dat de s c h e i d i n g s m u u r tussen e e t k a m e r en hall een dikte had van t w e e stenen. De kant van de hall was zichtbaar z o r g v u l d i g e r afgewerkt dan die aan e e t k a m e r z i j d e , w a a r d o o r het niet uitgesloten is dat

Afb. 2. Situatie 1922 (tekeningA.Viersen, 1998)

hier sprake is van een oorspronkelijke buitenmuur. De vol- gende scheidingsmuur, tussen een klein vertrek achter de trap en een salon in het linkerdeel, had een dikte van één steen.

Ook werd een restant van een oud vloerniveau met een tegel- plint aangetroffen h a l v e r w e g e de hoogte van de huidige kel- der. Het t w e e s t e e n s dikke m u u r w e r k leek niet veel o u d e r dan 1800 te zijn; de d u n n e r e s c h e i d i n g s m u u r leek w a t later g e b o u w d te zijn. Het v o l g e n d e kan gebeurd zijn: De Smeth heeft het 18de-eeuwse U - v o r m i g e g e b o u w e n c o m p l e x tot een eenheid laten smeden d o o r zowel aan de voor- als aan de a c h - terzijde een nieuwe gevel aan te laten brengen, w a a r d o o r de U gesloten werd. Dat zou de a s y m m e t r i e van het huis en het v o o r k o m e n van v o o r m a l i g e buitenmuren binnen het huis ver- klaren.

Een architect van Vollenhoven is niet bekend, maar naar alle w a a r s c h i j n l i j k h e i d w a s B a r t h o l d W i l l e m H e n d r i k Z i e s e n i s ( 1 7 6 8 - 1 8 2 0 ) verantwoordelijk voor de m e t a m o r f o s e . Ziesenis werkte in d e z e streek onder m e e r aan H o u d r i n g e . huis Doorn en B r o e k h u i z e n in Leersum. Het laatste huis lijkt een directe inspiratiebron voor Vollenhoven geweest te z i j n .1 7

Er gebeurde m e e r met de buitenplaats. In 1802 liet De Smeth een sloot graven, die "de N i e u w e Vaart" werd g e n o e m d , den- kelijk de b a j o n e t v o r m i g e sloot die d w a r s d o o r het terrein l o o p t .1 8 Ook k w a m er een nieuwe moestuin met een oranjerie tot stand. D a n heeft De Smeth een ijskelder laten b o u w e n . Volgens de overlevering op Vollenhoven is de aarde die over- bleef bij het graven van de achtervijver, gebruikt als isolatie- laag voor de ijskelder. Dat betekent dus dat de achtervijver in die tijd uitgebreid moet zijn. Voorts bezorgde De Smeth Vol- lenhoven een overplaats door in 1806 de boerderij Den Eijck met o m r i n g e n d terrein, aan de o v e r z i j d e van de U t r e c h t s e - w e g , aan te k o p e n .1 9 Met deze a a n k o o p kreeg De Smeth de b e s c h i k k i n g o v e r een i m m e n s terrein in D e Bilt. Hij h a d namelijk in 1802, n a de dood van zijn moeder, het aangren- z e n d e B e e r s c h o t e n g e ë r f d .2 0 Dat gebied b r e i d d e hij n o g uit door landerijen die grensden aan de terreinen van Vollenho- ven en Beerschoten aan te k o p e n .

De S m e t h z o r g d e ook voor v e r s c h i l l e n d e z i c h t a s s e n vanuit

(4)

Afb. 3. Foto met zicht over de vijver richting Utrecht, situatie 2006 (foto RACMl

het huis. Het zicht in de richting van de overplaats Den Eijck m o e s t voor altijd " v r i j , o n v e r m i n d e r t en o n b e l e m m e r d " zijn.2 1

Aan de andere kant van het huis was er een vrij uitzicht op de Utrechtse D o m t o r e n .2 2 Voor de derde zichtas heeft De Smeth de A m e r s f o o r t s e w e g laten verleggen. D e z e werd namelijk in deze tijd meer naar het noorden verplaatst en liep daar geheel over grond van De Smeth. tussen Beerschoten en Den Eijck.

Voor Vollenhoven had dat tot g e v o l g , dat er een zicht o p de voorgevel van het buitenhuis werd verkregen. De loop van de w e g is t e g e n w o o r d i g nog dezelfde.

De veilingen van 1810

N a de dood van De Smeth in 1809 w e r d e n Vollenhoven en B e e r s c h o t e n o p 12 mei 1810 g e v e i l d .2 3 Vollenhoven w e r d daarbij als volgt b e s c h r e v e n : " D e aanzienlijke en bijzonder a a n g e n a a m gelegen Buitenplaats g e n a a m d Vollenhoven, in het Departement Utrecht, onder den Gerechte van Oostbroek en de Bild c:s: tusschen de stad Utrecht en Zijst. aan de nieuwe A m e r s f o o r t s c h e Steenstraat: bestaande in eene Capitale, en in den Eersten smaak n i e u w g e b o u w d e H u i z i n g e . groote m o e s ­ tuin w a a r i n d i v e r s e p e r s i k e en d r u i v e k a s s e n . m i t s g a d e r s g e m e t s e l d e B roe ij kas P e r s i k e b a k k e n en k r i b b e n , n o g een kleinere moestuin, met een B o o m g a a r d , zoo van kerssen als

Afb. 4. Prent met zicht over de vijver richting Utrecht, vroeg negentiende eeuw. (Huidige verblijfplaats onbekend)

c

(5)

82 B U L L E T I N K N O B 2 0 0 7 - 2

Appelen en P e e r e b o o m e n : - Bosschen van o p g a a n d e beuken B o o m e n , en Eijkenhakhout; - E n g e l s c h e parthijen, Vischkom- m e n , Ijskelder, k o e t s h u i s t w e e stallen, één voor tien en de a n d e r e v o o r vier P a a r d e n , k o e t s i e r s k a m e r en h o o i j z o l d e r . T u i n m a n s w o o n i n g . oranje h u i s . s c h u i t e n h u i s en loots agter den tuin en een open dito, tot berging van de Broeijerij B e l a n g s t e l l e n d e n k o n d e n de buitenplaatsen v o o r de veiling komen bekijken. Een van die bezoekers was koning Lodewijk N a p o l e o n , die met zijn vrouw en zoontje op 17 april een r i j - toertje naar De Bilt m a a k t e . Een tijdgenoot n o t e e r d e d a a r - over: "Ten een uur deeden H u n n e Maj. een toer na de lustho- ven Beerschoten en Vollenhooven b o v e n de Bilt. welke toen ter tijd d o o r de d o o d van d e r z e l v e r e i g e n a a r , d e n heer de S m e t h , voor een ieder te zien waren. De k r o o n p r i n s diverteer- de zig van tijd tot tijd met vier van de j o n g s t e pages onder anderen met een kiereboetje met een span van zes bokjes." 2 5

Voor de planten werd een aparte veiling g e h o u d e n . Bij deze veiling komt de n a a m van Van Lunteren v o o r het eerst voor in v e r b a n d met V o l l e n h o v e n : de c a t a l o g u s die ten b e h o e v e van de plantenveiling werd samengesteld was niet alleen bij de t u i n m a n Van G a a i e n , m a a r ook bij de " B l o e m i s t e n " Van

Lunteren in Utrecht te verkrijgen. Het betrof planten die van Vollenhoven èn van Beerschoten afkomstig w a r e n .2 6 Het aan- tal v e i l i n g n u m m e r s b e d r o e g 2 9 8 v o o r de g e w a s s e n uit de oranjerie, w a a r o n d e r de v o o r die tijd z e l d z a m e soorten als strilitzia regina, cycas ( p a l m v a r e n ) . p l u m e r i a (frangipani), de uit Azië a f k o m s t i g e p h y l a n t h u s en a z a l e a " s . O o k w a r e n er planten in potten, w a a r o n d e r laurier-, citrus- en o r a n j e b o o m - pjes. O n d e r de k u i p p l a n t e n w a r e n nog een a a r d b e i e n b o o m ( a r b u t u s u n e d o ) , e e n h o n i n g b o o m en v e r s c h i l l e n d e m a g n o l i a ' s te vinden, w a a r o n d e r de groenblijvende M a g n o l i a m a g n i f l o r a .2 7 Het is niet b e k e n d wie de kapitale v e r z a m e l i n g planten heeft gekocht.

De elementen die Pieter de Smeth heeft aangebracht zijn nog steeds op Vollenhoven a a n w e z i g : het k o e t s h u i s , de ijskelder, de moestuin met oranjerie, de achtervijver en de bajonetvor- m i g e sloot. Z e liggen alle rond het grote huis g e g r o e p e e r d . Ook de zichtas vanaf het grote huis over de vijver richting Utrecht is er nog steeds, zij het dat de D o m niet m e e r gezien kan w o r d e n , want sinds de negentiger jaren van de twintigste e e u w staat er een k a n t o o r g e b o u w voor. P i e t e r de S m e t h is d a a r d o o r als de g r o n d l e g g e r van d e h o o f d s t r u c t u u r van d e huidige buitenplaats te b e s c h o u w e n .

Afb. 5. Aquarel, eerste kwart negentiende eeuw (Iconografisch Bureau s-Gravenhage)

(6)

D e naam van de tuinarchitect van het park van De Smeth is niet bekend, m a a r het is verleidelijk aan Hendrik van Lunte- ren te denken. Zijn naam k w a m i m m e r s voor bij de veilingca­

talogus van planten uit 1810. B o v e n d i e n is er op Vollenhoven een t e k e n i n g van Van L u n t e r e n uit hetzelfde j a a r b e w a a r d g e b l e v e n . Het betreft een o n t w e r p v o o r een " p a a r d e n w e d " , een d r e n k - en wasplaats voor paarden, dat achter het koets­

huis gesitueerd werd. maar dat niet is u i t g e v o e r d .2 8

Bij d e veiling van mei 1810 w e r d e n beide b u i t e n p l a a t s e n g e k o c h t d o o r de A m s t e r d a m s e bankier Jan Willem van L o o n . die ze na een paar j a a r weer doorverkocht. Beerschoten k w a m in 1816 in bezit van J o h a n S t e e n g r a c h t van O o s t k a p e l l e .2' ' V o l l e n h o v e n , met de o v e r p l a a t s D e n Eijck en de boerderij D e n H o e k . werd in 1815 aan A n t h o n i e L u d e n v e r k o c h t .3"

Luden breidde Vollenhoven met verschillende a a n k o p e n uit.

Ook bezorgde hij Vollenhoven een t u i n k o e p e l : in de v e r k o o p ­ akte van 1827 wordt tenminste "een nieuw g e t i m m e r d e koe­

p e l " g e n o e m d .

T w e e afbeeldingen van Vollenhoven uit het begin van de n e g e n t i e n d e e e u w laten zien dat het park toen al als land­

schapspark was ingericht. Zij zijn niet gedateerd. De eerste

prent toont het doorzicht op de Utrechtse Dom aan de achter­

zijde van het huis, over de slingerende vijver, tussen glooiende terreinen en boomgroepen door. De bomen op deze afbeelding zijn nog heel j o n g . het moet dus een zeer vroege weergave van het park zijn. De tweede, een aquarel die voor 1828 gemaakt moet zijn, laat het vooraanzicht van het grote huis zien. Ook hier zijn de landschappelijke elementen goed te herkennen.

Vollenhoven in bezit van Van der Capellen, 1827-1848

In 1827 kocht G o d e r d A l e x a n d e r Gerard Philip baron van der Capellen Vollenhoven van Anthonie L u d e n .3 1 Vollenhoven zal v o o r Van der Capellen en zijn e c h t g e n o t e een b e k e n d e klank hebben gehad. M e v r o u w van der Capellen w a s namelijk een dochter van een v o o r m a l i g e e i g e n a a r van Vollenhoven: haar vader. W i l l e m R e n é van Tuyll van S e r o o s k e r k e n . heer van Z u y l e n . had de b u i t e n p l a a t s tussen 1774 en 1792 in bezit g e h a d .3 2 Bovendien zal de o m g e v i n g voor Van der Capellen zelf ook geen o n b e k e n d terrein geweest zijn: zijn grootvader.

Gerard G o d e r d Taets van A m e r o n g e n , was e i g e n a a r geweest van O u d - A m e l i s w e e r d .3 3

Voordat Van der Capellen Vollenhoven in 1827 kocht, was het

Afb. 6. Moiirol. ca 1830 (repro RA CM)

(7)

*4 B U L L E T I N K N O B 2 0 0 7 - 2

een buitenplaats, waar de bezitters alleen de zomers doorbrach­

ten. Voor Van der Capellen en zijn v r o u w w a s Vollenhoven echter een permanente woning, waar zij ook ' s winters verble­

ven. Het bestond in 1827 volgens de verkoopakte uit een groot buitenhuis, een koepel, een koetshuis, een ijskelder, een grote moestuin met oranjerie en perziken- en d r u i v e n k a s s e n , een kleinere m o e s t u i n met b o o m g a a r d , een " t u i n m a n s h u i s met Opkamer, kelder en annex Oranjehuis*', een schuitenhuis. een aantal schuren en stallen, "bosschen met opgaande boomen en e i k e n h a k h o u t . E n g e l s c h e partijen, v i s c h k o m m e n " en maar liefst drie boerderijen: de overplaats Den Eijck, Den Hoek aan de Bisschopsweg en de hoeve De Z i j d e w e g .3 4

Ook Van der Capellen breidde zijn nieuwe landgoed uit, met name aan de kant van Zeist. Een belangrijke a a n k o o p was het terrein van de boerderij Het Klompje in 1828. dat naast de boerderij Den Eijck lag, aan de andere kant van de o u d e w e g naar Amersfoort. D a a r d o o r werd de grond van de buitenplaats aan de andere zijde van de U t r e c h t s e w e g bijna v e r d u b b e l d .3 5

D a n werden er nieuwe huisjes g e b o u w d , als de Konijnenberg, een a r b e i d e r s w o n i n g achter Den Eijck. die inmiddels is afge­

b r o k e n , de arbeiderswoningen bij de Biltse Grift (Utrechtse- weg 6 1 - 6 3 ) en de t i m m e r m a n s w o n i n g aan de U t r e c h t s e w e g (nr 8 9 ) .3 6 Uit k a d a s t e r o p m e t i n g e n uit 1843 is bekend dat d e z e w o n i n g e n er in dat j a a r al s t o n d e n .3 7 T w e e huisjes ( t e g e n ­ w o o r d i g één w o n i n g , U t r e c h t s e w e g 41) achter de B l o e m b e r g , het g r o t e , open g e d e e l t e aan de Z e i s t e r z i j d e van het h u i s . waren rond 1830 al g e b o u w d . De woningen waren bestemd voor het personeel dat op de buitenplaats werkte.

Bovendien liet Van der Capellen twee landhuizen bouwen: Klein Vollenhoven en Den Eijck. Klein Vollenhoven, dat later de naam B e r k e n h o v e n k r e e g , lag schuin voor Het K l o m p j e , aan d e Utrechtseweg. Bij de veiling na de dood van Van der Capellen in 1848 werd het als volgt omschreven: " D e aangenaam gelegen Buitenplaats, genaamt Klein Vollenhoven, onder de Gemeente de Bildt. aan de Noordoostzijde van den Straatweg, bestaande in eene goedgebouwde Heerenhuizinge met acht kamers, domestie- ken en mangelkamers, keuken, kelder en zolder. Koetshuis met Stalling voor 4 Paarden, smaakvol aangelegden Tuin en een stuk Bouwland aan de Noordzijde der Plaats gelegen ...".3 S Het nieu­

we landhuis Den Eijck lag op het terrein van de boerderij Den

Afb. 7. Tekening van Erdmuth Benigna von Dalman, midden negentiende eeuw, met koepel, waarschijnlijk op een verkeerde plaats getekend (Huis Archief Vollenhoven. HAVj

(8)

Eijck en is waarschijnlijk op de plaats van de oude boerderij gebouwd. Het was wat kleiner dan het huis van Klein Vollenho­

ven, de beschrijving in 1848 luidt tenminste: "... een Heerenhui- zinge met vijf kamers, keuken, dienst-bodenkamer en zolder.

Koetshuis en Stal De boerderij werd wat meer naar achteren geplaatst, achter het nieuwe landhuis.

Beide huizen werden door Van der Capellen als buitenplaats verhuurd, zo blijkt uit b e w a a r d gebleven c o n t r a c t e n . Het is niet b e k e n d w a n n e e r d e z e twee huizen precies g e b o u w d zijn.

Klein Vollenhoven moet er echter in 1837 ai hebben gestaan, want Christemeijer n o e m d e het in zijn boekje o v e r het Sticht dat in dat jaar verscheen en beschreef het als volgt: "... op een t e r r a s v o r m i g e n g r o n d fraai a a n g e l e g d e , park en h e e r e n h u i s van Klein Vollenhoven , . . " .3 9 Het huis Den Eijck. dat niet bij Christemeijer wordt g e n o e m d , is later g e b o u w d . Uiteindelijk zijn beide huizen in de 20ste e e u w afgebroken.

Van der Capellen deed meer met Vollenhoven. Hij v e s t i g d e er e e n s t o e t e r i j e n r i c h t t e op z o l d e r e e n m u s e u m in. zijn

" K a b i n e t van O o s t e r s e z e l d z a a m h e d e n " , dat veel b e z o e k e r s t r o k .4 0 Van e e n v a n h e n , d e s c h i l d e r A n t o i n e P a y e n . die Van d e r C a p e l l e n uit I n d i ë k e n d e , is een k l e i n v e r s l a g j e van zijn b e z o e k o p 7 en 8 a u g u s t u s 1828 aan V o l l e n h o v e n b e w a a r d g e b l e v e n . P a y e n b r a c h t e e n d a g d o o r m e t het b e k i j k e n van d e c o l l e c t i e s en w a n d e l d e d o o r de t u i n e n . Hij n o t e e r d e in zijn d a g b o e k , dat het huis goed g e b o u w d w a s . m a a r z o n d e r veel s m a a k . De tuinen vond hij r u i m en g o e d b e p l a n t .4 1

Een ongedachte faam kreeg de buitenplaats in de negentiende eeuw door een e c h o die tot vier lettergrepen t e r u g k w a m .42 De e c h o heeft kennelijk indruk gemaakt en bleek zelfs te leiden tot n e g e n t i e n d e - e e u w s r a m p t o e r i s m e , want in 1900 werd in een boek over Utrecht en o m g e v i n g geschreven, dat de bewoners van Vollenhoven "dagelijks verontrust werden d o o r schreeu­

wende menschen"" die de e c h o k w a m e n p r o b e r e n .4 3 De buiten­

plaats werd na de dood van Van der Capellen in 1848 geveild.

Het grote huis

Uit de periode van Van der Capellen is voor het eerst m e e r uitgebreide informatie over het grote huis b e w a a r d g e b l e v e n . Een belangrijke t o e v o e g i n g in d e z e jaren was de b o u w van de ronde veranda aan de zuidzijde van het h u i s . De zuilen met kapitelen zijn gekopieerd naar de e x e m p l a r e n aan de v o o r g e ­ vel. D e z e zijn van geschilderd hout, maar de zuilen van de v e r a n d a w e r d e n in n a t u u r s t e e n u i t g e v o e r d . H e t verschil in materiaal werd gecamoufleerd, doordat de zuilen en kapitelen van de veranda e v e n e e n s geverfd w e r d e n . De r o n d e v e r a n d a is voor het eerst afgebeeld bij H a u s in 1842: een r o n d l o p e n d e o p e n veranda met een balkon erboven, bedekt met het grote z o n n e s c h e r m , de " p a r a p l u ' .4 4 De v e r a n d a is t e g e n w o o r d i g gesloten, maar is v o o r het overige nog hetzelfde.

Uit deze tijd dateren de eerst b e k e n d e interieurbeschrijvingen.

In e e n klein lijstje uit 1826 w o r d e n e e n p a a r v e r t r e k k e n g e n o e m d , als de C h i n e s e kamer, zo g e n o e m d naar het b e h a n g .

een k a b i n e t j e , v e s t i b u l e , e e t k a m e r , zijkamer, k e u k e n , e e n h o e k k a m e r boven het kabinetje, een billardkamer en een zol­

d e r .4 5 Een veel u i t g e b r e i d e r o p s o m m i n g is te vinden in het veilingbiljet van 1 8 4 8 .4 6 M e t b e h u l p van de o u d s t e platte­

g r o n d van het huis, een o p m e t i n g uit 1922, kon de indeling uit 1848 worden gereconstrueerd. Het huis is namelijk sinds 1922 een paar keer zo ingrijpend v e r b o u w d , dat de huidige indeling weinig houvast biedt. De o u d e situatie in 1922 bleek echter nog vrijwel gelijk aan die van 1848 te zijn.

De vestibule of hall lag in het m i d d e n van het h u i s . D a a r o m h e e n b e v o n d zich een aantal v e r t r e k k e n . Aan de linker­

kant, de zuidzijde van de hall, waren drie k a m e r s : een kleine antichambre, in 1922 " S p r e e k k a m e r " g e n o e m d en een suite van twee k a m e r s . (In 1922: " K a m e r M e v r o u w " en " S a l o n " ) . Dat waren fraaie vertrekken, voorzien van b e h a n g en lambri­

seringen, beide met een m a r m e r e n schouw en overal spiegels, die boven de s c h o o r s t e e n m a n t e l s en op de penanten hingen, zodat er veel licht g e v a n g e n werd. Of het b e h a n g nog steeds het C h i n e s e behang uit 1826 w a s , wordt helaas n e r g e n s ver­

meld. Voor d e z e suite lag - en hier wordt het veilingbiljet w a t onduidelijk - een peristyle, bevloerd met marmere steenen, gestucadoord en stookplaats in dezelve. In de peristyle, een zuilenportiek, is de n i e u w e v e r a n d a duidelijk te h e r k e n n e n , m a a r de a a n w e z i g h e i d van een stookplaats in een o p e n zui­

lengalerij lijkt zeer onwaarschijnlijk. Op de plattegrond van 1922 is hier overigens geen sprake van een stookplaats.

R o n d g a a n d e - alle v e r t r e k k e n w a r e n o n d e r l i n g met d e u r e n v e r b o n d e n - k w a m m e n vanuit de suite in een kabinetje ( " h a l l " in 1922) z o n d e r n o e m e n s w a a r d i g e k e n m e r k e n . D a t gaf toegang tot de eetkamer of zaal ( " W o o n k a m e r " in 1922), het v o o r n a a m s t e vertrek van het huis. dat uiteraard ook vanuit de vestibule betreden kon worden. Ook de zaal w a s behangen en gestucadoord met marmeren schoorsteen en spiegel. Als o p v a l l e n d o n d e r d e e l w e r d e n h i e r vier grisailles van den beroemde de Wit vermeld. Bij de v e r b o u w i n g van 1922 wer­

den drie van de vier ' W i t j e s ' naar de nieuwe e e t k a m e r aan de rechterkant van de hall o v e r g e b r a c h t . Z e zijn n o g steeds in situ en alle drie gesigneerd en gedateerd door de A m s t e r d a m ­ se schilder J a c o b de Wit ( 1 6 9 5 - 1 7 5 4 ) . Aan de rechterkant, de noordzijde, van de vestibule w e r d e n twee k a m e r s v e r m e l d , w a a r v a n slechts één met een m a r m e r e n s c h o o r s t e e n m a n t e l , spiegel en kasten. De o v e r i g e vertrekken o p d e b e g a n e grond w a r e n v o o r het p e r s o n e e l b e s t e m d , z o a l s de k e u k e n s , een poetskamer, k a m e r s voor de dienstboden en kelders.

O p de v e r d i e p i n g , t o e g a n k e l i j k via eene gemakkelijke trap naar boven, lag een ruime g a n g met twee aisances, w c ' s . Hier bevond zich een groot aantal slaapkamers die o n d e r l i n g ver­

b o n d e n waren en w a a r v a n drie met een schouw, a l s m e d e de domestiekenkamers. O p zolder tenslotte het b e r o e m d e kabinet van z e l d z a a m h e d e n van Van der Capellen: een ruim locaal en twee kamers (...) boogsgewijs gestucadoord. D e z e situatie valt heden ten dage nog zo aan te treffen. En verder w a r e n er natuurlijk v e r t r e k k e n als e e n s t r i j k k a m e r , d r o o g z o l d e r e n bergplaatsen, zoals gebruikelijk in een dergelijk buitenhuis.

H e t h u i s , zoals dat in 1848 er u i t z a g , h a d een indeling die volstrekt normaal was voor een v o o r n a a m buitenhuis in het

(9)

86 B U L L E T I N K N O B 2 0 0 7 - 2

Afb. 8. Ansichtkaart, ca 1900 (HAV)

grootste deel van de achttiende en eerste helft van de negen- tiende e e u w op de H e u v e l r u g .

Het park

Ook het park had Van der C a p e l l e n s aandacht. Hij d e e d hier- v o o r een b e r o e p op H e n d r i k van L u n t e r e n . w i e n s o n t w e r p v o o r het park in 2 0 0 5 o p de zolders van Vollenhoven is ont- dekt. Zoals vermeld was Van Lunteren o p Vollenhoven al eer- d e r actief geweest. M a a r ook uit de tijd van Van der Capellen zijn g e g e v e n s over de band tussen Van Lunteren en Vollenho-

ven b e w a a r d g e b l e v e n . Van L u n t e r e n en zijn z o o n S a m u e l hebben hun naam genoteerd in het bezoekersregister van Van der C a p e l l e n .4 7 B o v e n d i e n is in de " M e m o r i e van S u c c e s s i e "

uit 1848 van Van der C a p e l l e n een uitbetaling aan Hendrik van Lunteren en zijn zoon o p g e n o m e n : " A a n den Architect H.

van Lunteren & Z o o n ƒ 140.30".4*

H e t t e r u g g e v o n d e n o n t w e r p van Hendrik van Lunteren voor Vollenhoven is te dateren tussen juli 1828 en januari 1830.4'' Uit onderzoek is gebleken, dat Van Lunteren aan de bestaande situatie vasthield, maar er nieuwe e l e m e n t e n aan t o e g e v o e g - d e , als w a n d e l i n g e n en g e b o g e n w a t e r l o p e n en -partijen.

D a a r d o o r werd het landschappelijke element in het park ver- sterkt.

A a n de a n d e r e kant van de b a j o n e t v o r m i g e s l o o t van D e Smeth was voor het park een uitbreiding gepland die tot aan de B i s s c h o p s w e g liep. In 1 8 2 45 n lag hier nog b o u w l a n d . Dit n i e u w e deel van het park liep langs een sloot met een licht g e b o g e n lijn. die de Z a n d s l o o t g e n o e m d werd. E e n a n d e r e belangrijke verandering lag aan de overkant van de weg. Het terrein van de overplaats Den Eijck werd in het o n t w e r p visu- eel met Vollenhoven tot één geheel g e s m e e d . Het doorzicht in oostelijke richting vanaf het huis naar het l a n d s c h a p van Den Eijck w e r d verfraaid d o o r de a a n l e g van de voorvijver en d o o r o p strategische plekken b o o m g r o e p e n te plaatsen. Vanuit het bos achter Den Eijck werd een nieuwe beek g e g r a v e n , die

» ,' "7^ * I WJ- > -IW f r . i . , ,

iet '•'<

1

\ r J

•, >• '\

Ajb. 9. Parkontwerp van Hendrik van Lunteren, ca 1828 (HAV) (foto RACM2006)

(10)

rr

Afb. 10. Park. situatie 1999 (aquarel door Ineke van der Burg)

de voorvijver van het grote huis v o e d d e .5 1

Voor het nieuwe park werden in de dertiger jaren bestellingen gedaan bij de firma Copijn in G r o e n e k a n . Er werden vrucht­

b o m e n , d o o r n s t r u i k e n , t r e u r w i l g e n en '"14 grote E n g e l s c h e S t r u y k e " g e l e v e r d .5 2 Er zijn voor het park waarschijnlijk ook planten en zaden gebruikt die Van der Capellen uit Indië toe­

g e s t u u r d w e r d e n . In 1829 schreef H.J. M e i j n d e r s , die n o g enkele zaken v o o r Van der Capellen afwikkelde, uit Batavia, dat hij had "afgezonden de d w e r g b o o m e n welke geplaatst zijn g e w e e s t in de agtergaanderij van u w e E x c e l l e n t i e , welke ik h o o p dat l e v e n d i g zullen o v e r k o m e n O o k z o u d e n er zaden uit de plantentuin te Buitenzorg gestuurd worden: " D e H o r t u l a n u s van Buitenzorg H o o p e r heeft mij de t o e z e g g i n g gedaan van spoedig de beloofde zaden voor u w e Excellentie te zullen bezorgen ...*'.5 3 Dat Van der Capellen belangstelling had voor planten uit Buitenzorg is evident: hij was zelf bij de oprichting van " ' s Rijks p l a n t e n t u i n " betrokken g e w e e s t .5 4

Van Lutterveld maakt melding van de vele tropische g e w a s ­ sen die Van der Capellen op Vollenhoven k w e e k t e , m a a r de o m v a n g ervan is niet b e k e n d .5 5

Veel van de situatie uit de tijd van Van der Capellen is in het t e g e n w o o r d i g e park nog a a n w e z i g , al heeft de aanleg van de A 2 8 d w a r s o v e r het landgoed zijn uitwerking niet gemist. De b a j o n e t v o r m i g e sloot en de Z a n d s l o o t liggen er nog steeds, h o e w e l de Z a n d s l o o t d o o r s n e d e n is d o o r de A 2 8 . A a n de a n d e r e zijde van de A 2 8 zijn delen van d e o u d e sloot nog

terug te vinden. De beek die diep in het bos bij de overplaats o n t s p r o n g , heeft i n m i d d e l s e e n g e d e e l t e l i j k a n d e r e loop gekregen, maar de greppels van waaruit de sprengen de beek v o e d d e n , zijn nog a a n w e z i g , al staat er t e g e n w o o r d i g geen water m e e r in. Het grootste verschil met het o n t w e r p van Van Lunteren is te vinden in het bos achter de ijskelder, waar in 1928 d o o r Copijn uit G r o e n e k a n een nieuwe tuin en tennis­

baan is a a n g e l e g d , g r e n z e n d aan de achtervijver. D e z e tuin wordt "de Engelse tuin" g e n o e m d , naar de stijl van G e r t r u d e Jekyll die in deze tuin met muren en verdiepingen o n m i s k e n ­ baar aanwezig is.

Tenslotte

Vollenhoven werd b e r o e m d d o o r Van der C a p e l l e n s activitei­

ten. D e buitenplaats werd d o o r Nicolaas van der M o n d e in 1842 beschreven als "een der schoonste buitengoederen in de provincie U t r e c h t " .5 , 1 Ook Christemeijer nam in 1837 een bij­

z o n d e r l o v e n d e b e s c h r i j v i n g in zijn boekje o v e r het Sticht o p .5 7 Beiden riepen de belangstellende w a n d e l a a r op de bui­

t e n p l a a t s te b e z o e k e n en de v e r z a m e l i n g e n van Van der C a p e l l e n te bekijken. O o k Van d e r A a w a s in 1848 uiterst lovend over Vollenhoven toen hij noteerde: "Dit landg. het­

welk een vorstelijk aanzien, en e e n e bijzonder fraaije ligging heeft, doet z i c h , w a n n e e r zijne witte g e d a a n t e d o o r de zon w o r d t b e s c h e n e n , o v e r de d a a r v o o r l i g g e n d e g r a s k a m p e n , prachtig voor, en bezit ene e c h o , die de klanken, tot zelfs van

(11)

8 8 B U L L E T I N K N O B 2 0 0 7 - 2

drie en vier lettergreepige w o o r d e n , duidelijk terug geeft. D e p o r t i e r s w o n i n g ligt bijna onmiddellijk aan den w e g . (...) in e i g e n d o m bezeten en b e w o o n d door den H e e r Godert A l e x a n - d e r G e r a r d Philip, Baron van der C a p e l l e n van B e r k e n w o u d e . O u d - G o u v e r n e u r - G e n e r a a l van N e e r l a n d s I n d i ë . d i e het grootelijks verfraaide en aldaar den 10 April 1848 o v e r l e d e n is . . . " .5 S

In 1949 w a s Van Luttervelt niet minder enthousiast: " P r a c h t i ­ g e b o o m g r o e p e n w e r d e n a c h t e r en t e r z i j d e van het h u i s geplant. E r v ó ó r bleef een wijd gazon open o m het uitzicht uit d e w o o n v e r t r e k k e n vrij te h o u d e n ( . . . ) v e l e r l e i t r o p i s c h e g e w a s s e n w e r d e n er g e k w e e k t . T h a n s zijn d e z e v e r d w e n e n m a a r nog steeds kan m e n genieten van d e n k n a p p e n aanleg van het park - met dat van B e e r s c h o t e n het m o o i s t e uit d e g a n s c h e o m t r e k - waarin het lichte huis z o o uitstekende past en waarbij d e o m r i n g e n d e w e i l a n d e n vol r u n d e r e n , o m r i n g d d o o r g r o e p e n h o o g e p o p u l i e r e n en breed-uit g e g r o e i d e k a s ­ tanjes h a r m o n i s c h a a n s l u i t e n " .5 9

M a a r d e e e r aan Van d e r C a p e l l e n geven zou geen recht doen aan Pieter d e S m e t h van A l p h e n . de g r o n d l e g g e r van het land­

schapspark en d e b o u w e r van het grote huis. het k o e t s h u i s , de oranjerie en d e m o e s t u i n . Het is aardig te zien dat de feiten de o v e r l e v e r i n g o n d e r d e e i g e n a r e n van V o l l e n h o v e n gelijk geven: inspirator van het park in de h u i d i g e vorm w a s inder­

daad Pieter d e S m e t h in het begin van d e n e g e n t i e n d e e e u w . d e u i t b r e i d i n g e n w a r e n v a n Van d e r C a p e l l e n . M a a r niet alleen Van d e r Capellen heeft d a n k b a a r g e b r u i k g e m a a k t van d a t g e n e wat al a a n w e z i g w a s , o o k De S m e t h heeft dat g e d a a n . Voor d e v e r l a n d s c h a p p e l i j k i n g van het park en het zicht aan d e achterzijde van het huis h e b b e n beiden veel profijt gehad van de " b o g t " in de achtervijver die G e r a r d M u n t e r in 1797 heeft laten a a n b r e n g e n . En dat voordeel heeft M u n t e r s bijdra­

g e tot de h u i d i g e dag b e h o u d e n : het zicht o v e r de s l i n g e r e n d e achtervijver is nog steeds een van de m o o i s t e in het park.

Geraadpleegde bronnen

Gemeentearchief De Bilt (GAB), Archief van het gerecht Oostbroek en De Bilt c.s. 1655-1810

Gemeentearchief De Bilt (GAB). Archief van de Gemeente De Bilt 1811-1931-

Den Haag. Nationaal Archief. Inventaris Schneitler

Het Utrechts Archief (HUA). Archief Huis Zuilen, inv. nr. 1103 Het Utrechts Archief (HUA). Dorpsgerechten

Het Utrechts Archief ( H U A ) , Notariële archieven stad Utrecht 1560- 1905

Huisarchief Vollenhoven (HAV) Website: wvvw.landgoedvollenhoven.nl

Noten

1 De auteurs danken de familie Van Marwijk Kooy voor hun niet aflaten­

de belangstelling, kritische kanttekeningen en het vrijelijk ter beschik­

king stellen van het archief tijdens het samenstellen van dit artikel.

: C L . van Groningen. De Stichtse Lustwarande. Buitens in het groen.

deel l.Zwolle-Zeist 1999.120-121.

Van Groningen 1999. 270. 276.

4 C L . van Groningen en F.M. Heijkoop, 'Vollenhoven en Hendrik van Lunteren', in: Historische Woonsteden & tuinen, nr. 153, I- 2007. 15 [12-171.

5 F.M. Heijkoop. Drie dagen Vollenhoven, een kort overzicht van de geschiedenis van landgoed Vollenhoven in De Bilt. Utrecht-De Bilt 2 0 0 5 . 8 .

6 H U A . Archief Huis Zuilen, inv.nr. 1103. brief van 29 maart 1774 van Johanna Tuyll van Serooskerken aan Mimi Groots de Trevelin.

Zie over deze brief ook: Heijkoop 2005. 17-28.

7 HUA. Dorpsgerechten, inv.nr. 1599. f. 116v e.v.: transportakte.

s Collectie U.B. R.U. Leiden. Bodel Nijenhuis. port. 4 1 . nr. 4 1 . Afge­

beeld bij H.M.J. Tromp e.a.. Buitenplaatsen hij De Bilt. Vollenho­

ven. Houdringe en Beerschoten. Zeist 1980. 4-13.

" Tromp 1980. 6.

1 , 1 Van Groningen 1999. 117-119.

1 1 H U A . Dorpsgerechten, inv.nr. 1610. f.50v. e.v.: Aanbesteding voor de vaart.

1 2 H.M.J. Tromp. "Et in Arcadia ego". Aspecten en achtergronden van de landschapsstijl in de tijd van J.F.W. haron van Speten van Biljoen 1760-1800, Utrecht, april 2000. 75 e.v. [typescript proefschrift, col­

lectie RACM1.

1 3 HUA. Dorpsgerechten, inv.nr. 1602. f.204v e.v.

1 4 J.W.H. Meijer. Kleine historie van De Bilt en Bilthoven. B u n - nik 1995. 44. H.J. Habermehl, Grafkapel haron De Smeth te Alphen aan den Rijn, 1985. z.p.

De Smeth. die afkomstig was uit een Amsterdamse bankiersfamilie, werd in 1753 te Amsterdam geboren. Hij droeg de titel "Baron des Russischen Rijks". Zijn vader had deze titel gekregen van tsarina Catharina II de Grote, aan wie het bankiershuis De Smeth miljoe­

nenleningen had verstrekt. Zijn eerste vrouw. Machtelina Christina Bregita Warin. met wie hij in 1774 getrouwd was, overleed al drie maanden na de trouwdag. In 1777 trouwde De Smeth voor de twee­

de maal. met Sara Maria Graafland. Het echtpaar had drie kinderen:

Henriëtte Maria (1787-1823), Agatha Agnes (1788-1834) en Theo- dorus Pieter (1789-1843).

1 5 G A B . Archief van het gerecht Oostbroek en De Bilt c.s. 1655-1810.

inv.nr. 3 . ff.66r-67v.

'" HUA. Notariële archieven stad Utrecht 1560-905. inv.nr. U 286a016 (notaris J.C. de Graaf), akte nr. 68.

1 7 Van Groningen 1999. 120-121.

I s HUA. Notariële archieven stad Utrecht 1560-905. inv.nr. U 286a011 (notaris J.C. de Graaf), akte nr. 78.

I u H U A . Notariële archieven stad Utrecht 1560-1905. inv.nr. U 286a014 (notaris J.C. de Graaf), akte nr. 26.

;" HUA. Dorpsgerechten, inv.nr. 1603. f . l 9 8 r e . v .

: I H U A . Notariële archieven stad Utrecht 1560-1905, inv.nr. U 286a016 (notaris J.C. de Graaf), akte nr. 68.

2 2 H U A . Notariële archieven stad Utrecht 1560-1905. inv.nr. U 286a016 (notaris J.C. de Graaf), akte nr. 6 8 . f 344v.

: ! HUA. Dorpsgerechten, inv. nr. 1604 : Oostbroek en De Bilt (1807- 1811). f. 194ve.v.

M H U A . Dorpsgerechten, inv. nr 1604 : Oostbroek en De Bilt (1807- 1811), ff. 194v-195r.

(12)

: s Dagnotities van de apotheker Keetel. hier geciteerd naar: P.H.

Darnsté. .Vollenhove'. In: De Bilt in Beeld. De Bilt. z.j.

-'' Catalogus van eene Fraaije Verzameling van Orangerie en Kast- gewassen (...) en wat verder ten dage der verkooping zal worden te voorschijn gehragt (...) op de Buitenplaatsen Vollenhoven en Beer- schoten hij de Bilt. [1810]; in kopie aanwezig UB Wageningen.

2 7 A. Hoekstra. "Bomen op buitenplaatsen', in: Tuin en park; histori- sche buitenplaatsen in de provincie Utrecht. Utrecht [19921. 75-76

[73-78].

2 X Van Groningen en Heijkoop 2007. 13-14.

: y H U A . Notariële archieven stad Utrecht 1560-1905. inv.nr. U 320b021 (notaris Hendrik van Ommeren), akte nr. 1945: verkoop Beerschoten door Jan Willem van Loon aan Johan Steengracht van Oostcapelle. 14 september 1816.

!" H U A . Notariële archieven stad Utrecht 1560-1905. inv.nr. U 320b019 (notaris Hendrik van Ommeren), akte nr. 1614.

3 1 Heijkoop 2005. 31-32. Van der Capellen. telg uit de bekende patri- ottenfamilie. was op 15 december 1778 in Utrecht geboren. Na zijn rechtenstudies in Göttingen en Utrecht bekleedde hij verschillende overheidsfuncties. Hij huwde in 1803 Jacoba Elisabeth baronesse van Tuyll van Serooskerken. In 1815 vertrokken zij naar Indië. waar hij van 1819 tot 1826 gouverneur-generaal was. Van der Capellen stierf op 10 april 1848 op zeventigjarige leeftijd op Vollenhoven, na een bijzonder triest ziekbed. Hij was krankzinnig geworden nadat hij tijdens onlusten in Parijs aan het hoofd gewond was geraakt.

3 2 Heijkoop 2005. 17-26.

3 3 N. van der Woude. 'Oud-Amelisweerd'. in: B. Olde Meierink. e.a..

Kastelen en ridderhofsteden in Utrecht. Utrecht 1995. 103.

3 4 HAV akte 49.

ï s Een overzicht van de aankopen door Van der Capellen is opgeno- men in de notarisakte behorende bij de verkoop van Vollenhoven in

1848. H U A . Utrechtse notarissen, notaris Stevens, inv. nr. U 324c055. akte nr. 15051. Het Klompje kocht hij op 9 juli 1828 van Frans van Bern en Wijnanda Anna van Dam.

3 6 Dit huis wordt in diverse publicaties stelselmatig 'portierswoning' genoemd. Dit is onjuist. De portierswoning stond aan het begin van de gebogen oprijlaan en is bij de verbreding van de Utrechtseweg in de jaren twintig van de vorige eeuw afgebroken.

3 7 G A B . inv. nr. 215a. Zie ook: S. Broekhoven en S. Barends. De Bilt.

Geschiedenis en architectuur. Zeist 1995.. 229-230 en 231-232.

! s HAV. veilingbiljet 1848.

3 9 J . B . Christemeijer. Het lustoord tusschen Amstel en Grebbe en elders in het Sticht van Utrecht. Schoonhoven 1837. 121.

* Heijkoop 2005. 29-45.

4 1 M.-O. Seal liet. Antoine Payen. peintre des Indes Orientales: vie et écrits d'un artiste du XlXe siècle (1792-1853). Leiden 1995. 538 :

•'(...) C ' e s t une maison bien batie sans beaucoup de goüt. Ses jardins sont spacieux et bien plantés. (...)".

4 : Christemeijer 1837. dl. 2.119: A.J. van der Aa. Aardrijkskundig woordenboek der Nederlanden ... Dl. 11. T-V. Gorinchem. 1848.

445.

4 3 J.D.C. van Dokkum. In en om Utrecht, beschrijving van de stad en hare omgeving. Utrecht 1900. 78-79.

4 4 Hendrik Manfried Haus (Bergen op Zoom 1803-Utrecht 1843) werkte na 1837 voornamelijk in Utrecht als landschapsschilder. P.A.

Scheen. Lexicon Nederlandse Beeldende Kunstenaars 1750-1950.

deel A-L.. "s-Gravenhage 1969. 445. Centraal Museum Utrecht cat.

nr. 9 2 6 1 .

4 ? HAV Akte 50b.

4 6 HAV Veilingbiljet 1848: "(...) eene ruime vestibule, bevloerd met wit marmeren steenen en plinten, ter linkerzijde waarvan eene anti- chambre, geleidende tot eene suite van twee kamers, beide behan- gen, gestucadoord en gelambriseerd, waarin schoorsteenen met mar- meren mantels en kapitale heldere spiegels voor dezelve en voor de penanten, eene peristyle, bevloerd met marmere steenen. gestuca- doord en stookplaats in dezelve, ook voor de bovenkamers aange- legd, opleverende een allerschoonst uitzigt: verder een kabinetje, geleidende tot de eetkamer of zaal. behangen en gestucadoord. met marmeren schoorsteen en spiegel, benevens vier grisailles van den beroemde de Wit. welke zaal zich vereenigd met gemelde vestibule, voor en achter gevende een riant en uitgestrekt gezigt. aan de reg- terzijde der vestibule twee kamers, beide behangen en gestucadoord.

waarvan de eene is geomeerd met marmeren schoorsteen, spiegel en kasten; wijders keuken en verdere offices, met fornuizen, ovens, wel en regenwaterspomp. aanregt. vaste kast en verdere veelvuldige gemakken, twee vertrekken voor de dienstboden, poetskamer met kasten, kapitale drooge bekluisde wijn- en provisiekelder, en provi- siekamer: eene gemakkelijke trap naar boven, alwaar eenen ruimen gestucadoorden gang met twee aisances. zeven kamers, allen onder- ling communicatie hebbende, behangen en gestucadoord. waarvan drie met marmeren schoorsteenen en een derzelve met een spiegel:

nog zes kamers, allen behangen, gestucadoord of geplafonneerd, gedeeltelijk met stookplaatsen en kasten, domestiekenkamers, en eindelijk op de tweede verdieping een ruim Locaal en twee kamers, ingerigt voor een kabinet van zeldzaamheden of andere verzame- ling, boogsgewijze gestucadoord. eene strijkkamer. dienstbodenka- mer, groote droog- en mangelzolders met afgeschoten bergplaats en vlieringen".

4 7 HUA, Huis Zuylen. inv. nr. 1188: Bezoekersregister bij de verzame- ling van Van der Capellen.

4 8 HUA. Memorie van successie van G. van der Capellen. inv. nr.

231a. microfiche 2601 e.v.. m.n. microfiche 2614.

4 9 Van Groningen en Heijkoop 2007. 15.

5 0 Zie kadastrale minuut van Vesters. gemeente de Bilt, sectie C. 4de blad.

5 1 Van Groningen en Heijkoop 2007. 16-17.

K P. Lammertse-Tjalma. 'Hendrik van Lunteren (1780-1848): ver- maarde aanlegger van landgoederen en wat tot verfraaiing in het bouwkundig vak daarbij hoort'. In: Jaarboek Tuinkunst (1997). [37- 73]. 6 3 ; H. Hoekstra en H. Mik. Inventarisatie van de buitenplaat- sen 't Hogeland. Beerschoten. Vollenhoven en Hoog Beek en Roijen.

gelegen op de Utrechtse Heuvelrug. Utrecht 1978. Doctoraalscriptie Biohistorisch Instituut Universiteit Utrecht. In kopie aanwezig UB Wageningen. 1978. 29-30.

5 3 Nationaal Archief. Inv. Schneitler, inv.nr. 4: Brief van H.J. Meijn- ders aan Van der Capellen. Batavia 3 juni 1829.

* Heijkoop 2005. 36-37.

5 3 R. van Luttervelt. De Stichtsche Lustwarande. Amsterdam 1949. 165.

5 6 N. van der Monde. Utrecht en derz.elver fraaije omstreken. Utrecht [1842]. 287-288.

3 1 Christemeijer 1837. dl. 2. 115-119.

» Van d e r A a 1848. dl. 11. 824.

M Van Luttervelt 1949. 165.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

f De fysieke vorm (formulering) waarin de nutriënten in intacte maïspollen worden aangeboden, is medebepalend voor de functionaliteit van alternatief voedsel. f Nutriënten voldoen

Hij richt de leef- en werkomgeving in en onderhoudt deze volgens de voor het bedrijf geldende procedures en past de wettelijke richtlijnen en richtlijnen voor dierenwelzijn

The survey measured respondents’ highest attained educational level, food-related cultural capital (institutionalised, objectivised and incorporated cultural capital), economic

- bereidt ondergronden voor volgens gestelde productspecificaties en kwaliteits- en productiviteitsniveaus, controleert aan de hand van de eisen tijdens en aan het eind van

Totaal indirecte kosten Fosforzuur Kalimest stoffen Directe kosten Loon Sociale lasten Paardekosten Tractorkosten Kosten zicht machine Dorschen Zaai zaad Ontsmetting

Een medewerker van de afdeling Omgevingskwaliteit komt zo snel mogelijk (in de regel binnen enkele dagen na uw melding) bij u thuis kijken of het materiaal inderdaad asbesthoudend

Despite long-standing interest in the European medical community for lung cancer screening (LCS) with low-dose computed tomography (LDCT) for reducing lung cancer mortality,

Recognizing the cardiovascular toxicities of cancer treat- ments, especially long-term effects, by routine follow-up of cancer survivors and mitigating cardiovascular risk factors