Veiligheidsanalyse Asten samenvatting;

(1)

INHOUDSOPGAVE

Inleiding 3

Veiligheidsmonitor 2009 3

Resultaten

- Asten en de subregio 3

- Heusden, Ommel en de 4 Astense wijken met elkaar vergeleken 4

Eigen aanvullende Veiligheidsmonitor 2009 5

Resultaten

- Overlast 5

- Verslavingscijfers 5

- Huiselijk geweld en huisverboden 5

- Zorgmijders 6

- Hennepkwekerijen 6

- Grootschalige evenementen 6

- Netwerk Jeugdzorg Asten en Jeugdpreventieproject 6

- HALT/STOP 6

- Calamiteiten in Asten 6

Belevingsonderzoek Wmo onder inwoners 6

Resultaten

- Dorps- en wijkraden 6

- Arbeidsmigranten 6

Bijlagen:

Bijlage I: Kernindicatoren Leefbaarheid en Veiligheid 7

Bijlage II: Veiligheidsmonitor 2009: Heusden 8

Veiligheidsmonitor 2009: Ommel 9

Veiligheidsmonitor 2009: Asten-Centrum Zuid 11

Veiligheidsmonitor 2009: Asten-West 12

Veiligheidsmonitor 2009: Asten-Noord 13

Veiligheidsmonitor 2009: Asten-Oost 14

Bijlage III: Belevingsonderzoek Wmo: Dorps- en wijkraden 15

Bijlage IV: Belevingsonderzoek Wmo: Arbeidsmigranten 16

(2)

2

(3)

3 Veiligheidsanalyse 2009

een samenvatting van de belangrijkste resultaten

Inleiding:

In 2011 verschijnt de nieuwe kadernota Integraal Veiligheidsbeleid. Een goede veiligheidsanalyse is nodig om het juiste beleid te kunnen bepalen. In de afgelopen periode zijn in verschillende

rapportages cijfers gepresenteerd. De belangrijkste is de Veiligheidsmonitor 2009, maar ook in onze aanvullende “eigen” veiligheidsmonitor en in het “Belevingsonderzoek Wmo” staan relevante gegevens opgenomen. In deze korte notitie (4 pagina’s excl. bijlagen) presenteren we een samenvatting. De Veiligheidsmonitor vindt u als bijlage bij deze notitie. De andere rapporten kunt u desgewenst inzien op www.asten.nl

Veiligheidsmonitor 2009:

De Veiligheidsmonitor is de opvolger van het onderzoek Leefbaarheid en Veiligheid dat in 2005 en 2007 is uitgevoerd. Aan deze landelijke monitor hebben 50 van de 68 Brabantse gemeenten

meegedaan. In Asten hebben 597 inwoners de enquête ingevuld. De monitor geeft ons een beeld van de veiligheidssituatie in Asten. De resultaten kunnen we vergelijken met de (sub)regio, maar ook de Astense kernen en wijken kunnen we vergelijken.

Doordat er sprake is van andere onderzoeksmethodieken kunnen de cijfers in absolute zin niet worden vergeleken met die van 2005 en 2007. In die zin is er sprake van een trendbreuk en dienen we de monitor te beschouwen als een 0-meting. Een ander verschil met de vorige onderzoeken is dat er zowel subjectieve als objectieve indicatoren zijn opgenomen.

Resultaten

We presenteren in deze notitie de belangrijkste resultaten op gemeentelijk en op wijk/kernniveau¹. Zowel de gegevens in de grafieken als de conclusies zijn één op één overgenomen uit de

Veiligheidsmonitor².

Asten en de subregio

Asten toont zich binnen haar eigen subregio een gemiddelde tot positieve gemeente. Positieve afwijkingen zijn:

- de beste schaalscore voor verloedering van de subregio (evenals in 2005 en 2007);

- minder aangiften/meldingen van inbraak en verkeersoverlast;

- een positievere score op onveiligheidsgevoelens.

Slechts op één van de 28 onderzochte kernindicatoren, de meldingen jeugdoverlast, wijken we in wat negatievere zin af van de subregio. Geen kernindicator, maar wel onderzocht, is dat Asten in

verhouding tot de hele regio relatief hoog scoort op overlast van horecagelegenheden³.

De inwoners blijken redelijk stabiel in hun mening over hun gemeente: de rapportcijfers voor hun woonomgeving, voor de leefbaarheid en de veiligheid daarin wijken nauwelijks af van de onderzoeken in 2005 en 2007 en ze krijgen allemaal het predicaat heel redelijk tot goed.

1 In bijlage I zijn alle kernindicatoren in één oogopslag te zien. De scores van Asten ten opzichte van de (sub)regio en de scores van de wijken/dorpen ten opzichte van Asten zijn hierin opgenomen.

In bijlage II wordt per kern een beeld geschetst.

2 De Veiligheidsmonitor bevat ook gegevens die niet behoren tot de kernindicatoren voor veiligheid, maar zeker interessant zijn, met name op het terrein van leefbaarheid. Bijvoorbeeld over (de tevredenheid) over de bevolkingssamenstelling en het voorzieningenniveau in de wijken en kernen, alsmede over de mate van burengerucht, discriminatie en een actieve opstelling van bewoners om zelf een bijdrage te leveren aan de leefbaarheid in hun buurt. Ook de indicatoren “overige voorkomende vormen van criminaliteit” en “bedrijvigheid en veiligheid” behoren niet tot de “kernindicatoren”. Indien nodig nemen we deze resultaten (met name die gerelateerd zijn aan veiligheid) wel mee in deze notitie.

3Zie paragraaf 2.3.8 onder 3 Uitgaan/horeca. 2% van de inwoners van de regio geeft aan vaak overlast te ondervinden van horecagelegenheden. Asten scoort hierop 2,4% met percentages voor Ommel 7,1%, Heusden 4,6%, West 3,1% en CentrumZuid 2,5%. Noord en Oost ondervinden een minimale of zelfs geen overlast.

(4)

4

Heusden, Ommel en de 4 Astense wijken met elkaar vergeleken:

• Heusden komt op het gebied van leefbaarheid en veiligheid als beste kern uit de bus; bij 9 items zijn hun uitkomsten positiever. De kern heeft wel relatief wat meer meldingen verkeersoverlast ten opzichte van het gemeentelijk gemiddelde. Toch is de schaalscore verkeersoverlast in de kern juist relatief lager. De verklaring zit in de onderdelen van de schaalscore: de inwoners van Heusden hebben bij twee overlastvormen een relatief laag overlastcijfer gescoord, agressief verkeersgedrag en parkeeroverlast. Deze lagere cijfers werken in positieve zin door in de totaalscore verkeersoverlast. Uit de Veiligheidsmonitor komt verder naar voren dat relatief veel Heusdenaren aangeven vaak overlast te ondervinden van horecagelegenheden.

Vijf meest genoemde buurtproblemen die volgens de inwoners met voorrang aangepakt moeten worden:

Te hard rijden 30% Parkeeroverlast 10%

Inbraak woning 14% Diefstal uit auto’s 9%

Hondenpoep 10% Geen enkel probleem 42%

• De kern Ommel scoort op de specifieke leefbaarheidaspecten beter dan de meeste andere kernen/wijken, maar op het terrein van de veiligheid zijn er verschillende negatieve afwijkingen. Het aantal meldingen/aangiften van diefstal/inbraak uit/vanaf auto’s, van geweldsdelicten en verkeersoverlast is relatief hoger. Hier voelt ook een relatief wat groter percentage zich wel eens onveilig in de eigen buurt. Ook geeft een in verhouding hoog percentage burgers aan overlast te ondervinden van horecagelegenheden. De inwoners zijn wel gemiddeld positiever over het optreden van de politie in hun kern en zij geven ook goede rapportcijfers voor leefbaarheid en veiligheid.

Geluidsoverlast verkeer

34% Overlast jongeren 6%

Te hard rijden 34% Hondenpoep 6%

Rommel 10% Geen enkel probleem 52%

• Asten West is de meest gemiddelde wijk. Zij wijkt op drie veiligheidsaspecten positief af: de politiecijfers van woninginbraak, verkeers- en jeugdoverlast zijn wat lager; daartegenover wijken zij op twee leefbaarheidaspecten negatief af: er is relatief wat meer sprake van verloedering en er zijn verhoudingsgewijs wat meer aangiften van vernielingen. De inwoners zijn gemiddeld minder te spreken over de aandacht die de gemeente heeft voor de

verbetering van de leefbaarheid en veiligheid in hun woonomgeving.

Hondenpoep 18% Geluidsoverlast

verkeer

9%

• Asten Noord en Asten Oost scoren beide gemiddeld wat negatiever op enkele

leefbaarheidaspecten. De schaalscores sociale cohesie en verloedering zijn- net als in 2005 en 2007 – wat negatiever; in Asten Noord zijn de leefbaarheidcijfers relatief wat lager. Toch beoordelen de inwoners van deze wijken de leefbaarheid en veiligheid in hun buurten met rapportcijfers met het predicaat “redelijk”. Asten Noord scoort wel relatief beter op de

veiligheidsaspecten: er zijn geen negatieve afwijkingen en de meldingen geweld, verkeers- en jeugdoverlast zijn lager.

In Asten Oost zijn er ook op het terrein van de veiligheid zowel enkele negatieve als positieve afwijkingen: er zijn verhoudingsgewijs minder aangiften van fietsendiefstal en

motorvoertuigencriminaliteit geweest, maar de meldingen verkeersoverlast zijn wel hoger. De inwoners van deze wijk zijn gemiddeld niet echt tevreden over het functioneren van de politie in hun buurt.

(5)

5

Vijf meest genoemde buurtproblemen die volgens de inwoners van Asten Noord met voorrang aangepakt moeten worden:

Te hard rijden 24% Vernieling/diefstal uit/vanaf auto’s

11%

Hondenpoep 19% Overlast jongeren 11%

Parkeeroverlast 15% Geen enkel probleem 25%

Vijf meest genoemde buurtproblemen die volgens de inwoners van Asten Oost met voorrang aangepakt moeten worden:

Hondenpoep 29% Geluidsoverlast

anders

11%

• Asten CentrumZuid scoort op veiligheidsterrein gemiddeld wat negatiever met relatief hogere cijfers van meldingen/aangiften van vernielingen, geweldsdelicten, fietsendiefstal en

jeugdoverlast. Ook op het gebied van de leefbaarheid zijn er negatieve afwijkingen met een hogere score sociale overlast en verhoudingsgewijs meer meldingen van vernielingen. De wijk heeft wel minder te maken met meldingen verkeersoverlast. De inwoners beoordelen de leefbaarheid en veiligheid in hun wijk heel behoorlijk met rapportcijfers die het predicaat redelijk tot goed krijgen.

Overlast jongeren 20% Hondenpoep 14%

Te hard rijden 20% Vernieling/diefstal uit/vanaf auto’s

10%

Eigen aanvullende Veiligheidsmonitor 2009

De Veiligheidsmonitor waaruit bovenstaande cijfers gegenereerd zijn verschijnt iedere 2 jaar. Naast deze veiligheidsanalyse maken we vanaf 2006 jaarlijks een objectieve veiligheidsanalyse. Deze is fijnmaziger dan de objectieve veiligheidsanalyse die vanaf 2009 in de landelijke monitor is opgenomen. Hierin ontbreken ondermeer de veiligheidscijfers die betrekking hebben op fysieke veiligheid. We willen het jaarlijkse actieprogramma Integraal Veiligheids Beleid (IVB) baseren op de meest recente veiligheidsanalyse, daarom willen we onze eigen veiligheidsanalyse blijven maken, maar wel afstemmen op de landelijke Veiligheidsmonitor. Concreet betekent dit dat we in het jaar waarin de landelijke Veiligheidsmonitor uitgebracht wordt een aanvullende eigen veiligheidsmonitor zullen maken, voor intern gebruik en met alleen vermelding van cijfers; in het tussenliggende jaar zullen we een uitgebreide “eigen” veiligheidsmonitor uitbrengen. De vergelijking met het zogenaamde indexcijfer (resultante over de 4 voorafgaande jaren) blijft gehandhaafd.

Resultaten Overlast

De algemene overlast in Asten is in 2009 ten opzichte van 2008 gedaald. Ook ligt de overlast in 2009 (203) aanmerkelijk lager dan de Index (238) .

Als we kijken naar de soort overlast zien we dat jeugdoverlast de helft van de incidenten veroorzaakt.

Daarnaast heeft overlast van geluid een groot aandeel in de overlast.

Verslavingscijfers

Er is een stijgende lijn te zien in het aantal Astenaren dat zich meldt bij Novadic Kentron (van 30 in 2007 naar 40 in 2008 (cijfers 2009 ontbreken nog)). Deze stijging is waar te nemen bij alle leeftijdscategorieën en is relatief gezien iets groter dan in de rest van Deurne Asten Someren (DAS).

Huiselijk geweld en huisverboden

Het aantal meldingen van huiselijk geweld is in Asten gedaald van 19 naar 10. Het aantal huisverboden in 2009 is 3. De Wet tijdelijk huisverbod is met ingang van 2009 van kracht.

(6)

6

Zorgmijders

Het aantal besproken casussen bemoeizorg is licht gestegen naar 21.

Hennepkwekerijen

In 2008 werden in totaal 2 hennepkwekerijen ontdekt en ontmanteld. In 2009 waren dit er 4 met in totaal 1300 planten.

Grootschalige evenementen

Er is een stijgende lijn te zien in het aantal geregistreerde evenementen (154 in 2009; index: 135).

Het aantal beschikkingen neemt af.

Netwerk Jeugdzorg Asten (NJA) en Jeugdpreventieproject (JPP)

Er is een daling van het aantal kinderen dat wordt opgenomen in het Netwerk Jeugdzorg (82). Het aantal opgenomen kinderen komt ook weer uit onder de Index (85).

De JJP aanpak wordt DAS-breed steeds meer maximaal (=10 JPP trajecten) ingezet.

HALT/STOP

Het aantal HALT, STOP en vuurwerk afdoeningen is in 2009 gedaald tot 24; dit ligt nog wel boven de index van 21.

Calamiteiten in Asten

Het totaal aantal uitrukken in 2009 (160) is hoger dan in 2008 maar fors lager dan de Index (181).

Het loos alarm is aanzienlijk gedaald tot 37 (index 62).

Belevingsonderzoek Wmo onder inwoners

De Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) is op 1 januari 2007 ingegaan en heeft als doel iedereen in de samenleving mee te laten doen aan het maatschappelijk verkeer. Het rapport

‘Belevingsonderzoek Wmo onder inwoners (prestatievelden 1 t/m 4)’ is verschenen in april 2010. De resultaten van een tweetal thema’s worden in deze veiligheidsanalyse opgenomen.

Het betreft het functioneren van de dorps- en wijkraden en de impact van de steeds groter wordende groep arbeidsmigranten.

Resultaten

Dorps- en wijkraden

In de gemeente is ongeveer 70% bekend met de dorps- en wijkraden. De dorpsraad Ommel is het meest bekend; de wijkraad Asten West het minst. Een ruime meerderheid van de

respondenten is (zeer) tevreden over de vertegenwoordiging. Ruim één van de tien is echter ontevreden⁴.

Arbeidsmigranten

- De meerderheid van de respondenten vindt er voldoende (53,5%) of ruim voldoende begeleiding is (8,6). Een derde (33,6%) vindt dat er onvoldoende begeleiding is of zeer onvoldoende (4,3%);

- De meerderheid staat (zeer) positief tegenover een Lokaal Informatiepunt Arbeidsmigranten. Een relatief klein deel is negatief of zeer negatief;

- 70% van de respondenten denkt dat de komst van arbeidmigranten een beperkte invloed heeft op de Astense samenleving. Een op de vijf denkt dat deze van grote invloed zal zijn⁵.

In het Wmo onderzoek werd gevraagd één punt te noemen waar de gemeente meer aandacht aan zou moeten besteden. Onderstaand zijn de drie aandachtspunten opgenomen die het meest genoemd zijn:

- huisvesting;

- taal;

-

gedrag (drank, verkeer, vervuiling openbaar gebied).

4In bijlage III vindt u paragraaf 2.3.1 Dorps- en wijkraden uit het WMO belevingsonderzoek.

5In bijlage IV vindt u paragraaf 2.5 Arbeidsmigranten uit het WMO belevingsonderzoek.

(7)

Bijlage I Kernindicatoren Leefbaarheid en Veiligheid

Asten Subregio Brabant ZO Heusden Ommel Centrum Zuid West Noord Oost

rapportcijfer woonomgeving 7.6 7.6 7.5 7.8 7.8 7.7 7.7 7.2 7.6

rapportcijfer leefbaarheid 7.6 7.5 7.4 7.9 7.9 7.7 7.7 7.2 7.4

Algemeen

rapportcijfer veiligheid 7.2 7.1 6.9 7.3 7.2 7.3 7.2 7.2 7.0

schaalscore cohesie 6.9 6.9 6.4 7.7 7.9 7.2 6.8 6.3 6.2

schaalscore sociale overlast 1.1 1.2 1.5 0.7 0.8 1.5 1.1 1.0 1.1

Sociale samenhang/overlast tussen bewoners

schaalscore overige overlast 1.0 1.1 1.3 0.9 1.2 1.1 1.1 1.0 0.8

schaalscore verloedering 2.1 2.6 3.2 0.9 1.6 2.0 2.4 2.4 3.2

Fysieke kwaliteit van de

woonomgeving vernielingen per 1.000 inwoners 12,1 11.9 14.7 5.0 12.1 15.2 14.9 8.1 14.8

Onveiligheidsgevoelens % voelt zich onveilig in de buurt 8 12.5 17.6 11.3 14.9 7.4 6.6 6.2 5.7

schaalscore dreiging 0.6 0.7 1.0 0.3 0.5 0.8 0.6 0.6 0.8

Geweld/Dreiging op straat

geweld (incl bedreiging) per 1.000 inw. 3,7 5.3 8.5 1.2 11.0 6.0 2.2 1.3 4.1

% vaak voorkomen inbraak in woning 3,0 3.9 8.2 2.7 0.0 4.0 2.7 5.0 0.8

Woninginbraak

woninginbraak per 1.000 woningen 6,2 9.0 16.1 7.4 6.9 5.7 3.8 8.0 7.1

% vaak voorkomen fietsendiefstal in buurt 4.0 3.9 9.7 0.6 0.6 5.2 4.3 5.2 4.7 Voertuigcriminaliteit (fiets)

fietsendiefstal per 1.000 inwoners 5.6 6.0 10.9 4.1 4.4 10.2 5.6 4.5 0.4

% vaak voorkomen beschadiging/vernieling aan auto's 4.0 6.6 10.7 2.4 0.0 4.6 6.6 6.4 2.8

% vaak voorkomen van diefstal uit auto's 2.0 3.1 6.9 0.4 0.0 2.2 0.0 3.5 2.5 Voertuigcriminaliteit

(motorvoertuigen)

diefstal uit/vanaf (motor) voertuigen per 1.000 inwoners 4.9 4.3 9.3 1.2 16.5 4.6 6.8 4.9 2.1

schaalscore verkeersoverlast 3.2 3.2 3.7 2.5 4.0 3.3 3.3 3.1 3.4

Verkeersoverlast

verkeersoverlast per 1.000 inw. 6.3 8.6 10.1 8.3 18.7 2.8 3.4 3.6 13.2

% vaak voorkomen dronken mensen op straat 4.0 4.9 6.2 8.2 7.2 3.5 5.4 3.9 0.0

% vaak voorkomen drugsoverlast 1.0 2.3 3.5 0.7 0.0 3.9 0.0 0.0 2.0

Alcohol en Drugsoverlast

drugsoverlast per 1.000 inwoners 0.1 0.1 0.5 0.4 0.0 0.0 0.0 0.0 0.0

% vaak voorkomen overlast van groepen jongeren 6.0 4.9 10.2 0.7 0.0 11.8 5.3 6.4 2.8 Jeugd en veiligheid

jeugdoverlast per 1.000 inwoners 5.9 4.9 7.7 0.0 4.4 15.7 2.5 1.6 4.5

% (zeer) tevreden over politie 46.0 44.0 41.0 45.2 72.4 44.8 45.1 48.3 36.0 Functioneren politie en gemeente

% gemeente heeft aandacht voor L&V 48.0 48.0 48.3 52.0 56.7 53.6 34.6 48.8 47.2

Geel/rood is een kleinere/grotere negatieve afwijking, lichtgroen/donkergroen een kleinere/grotere positieve afwijking. Zowel Asten t.o.v. het subregio-gemiddelde als de wijken/kernen t.o.v. het gemeentelijke gemiddelde.

(8)

Bijlage II.

Veiligheidsmonitor 2009: Heusden

rapportcijfer woonomgeving 7.8

rapportcijfer leefbaarheid 7.9

Algemeen

rapportcijfer veiligheid 7.3

schaalscore cohesie 7.7

schaalscore sociale overlast 0.7

Sociale samenhang/overlast tussen bewoners

schaalscore overige overlast 0.9

schaalscore verloedering 0.9

woonomgeving vernielingen per 1.000 inwoners 5.0

Onveiligheidsgevoelens % voelt zich onveilig in de buurt 11.3

schaalscore dreiging 0.3

geweld (incl bedreiging) per 1.000 inw. 1.2

% vaak voorkomen inbraak in woning 2.7

Woninginbraak

woninginbraak per 1.000 woningen 7.4

% vaak voorkomen fietsendiefstal in buurt 0.6

Voertuigcriminaliteit (fiets)

fietsendiefstal per 1.000 inwoners 4.1

% vaak voorkomen beschadiging/vernieling aan auto's 2.4

% vaak voorkomen van diefstal uit auto's 0.4

Voertuigcriminaliteit (motorvoertuigen)

diefstal uit/vanaf (motor) voertuigen per 1.000 inwoners 1.2

schaalscore verkeersoverlast 2.5

verkeersoverlast per 1.000 inw. 8.3

% vaak voorkomen dronken mensen op straat 8.2

% vaak voorkomen drugsoverlast 0.7

drugsoverlast per 1.000 inwoners 0.4

% vaak voorkomen overlast van groepen jongeren 0.7 Jeugd en veiligheid

jeugdoverlast per 1.000 inwoners 0.0

% (zeer) tevreden over politie 45.2

Functioneren politie en

gemeente % gemeente heeft aandacht voor L&V 52.0

De inwoners van Heusden zijn gemiddeld goed tevreden over de leefbaarheid in hun woonomgeving en zij beoordelen deze met de rapportcijfers (afgerond) 8. Dit positieve beeld komt ook tot uiting in de relatief goede scores van zowel de sociale als de fysieke kwaliteit van de woonomgeving. Ook in de onderzoeken van 2005 en 2007 kwam dit beeld naar voren en daarmee wordt de stabiliteit van de positieve

leefbaarheid in deze kern aangetoond.

Ook op het terrein van de veiligheid scoort Heusden als een positieve kern; er zijn weinig meldingen van geweldsmishandelingen, van autodelicten en uit de politiecijfers blijkt, dat er in 2009 geen meldingen jeugdoverlast zijn geweest. Er is 1 negatiever cijfer: het aantal incidenten verkeersoverlast ligt wat boven het gemeentelijk cijfer; toch ervaren de inwoners hier relatief minder overlast van. Uit de

Veiligheidsmonitor komt verder naar voren dat relatief veel Heusdenaren (4,6%) aangeven overlast te ervaren van horecagelegenheden.

De positieve houding van de Heusdenaren blijkt ook uit het gegeven, dat – gevraagd naar het

belangrijkste buurtprobleem dat met voorrang aangepakt moet worden – meer dan 40% van de bevolking heeft geantwoord, dat er zich in hun woonomgeving geen problemen voordoen. Het belangrijkste

buurtprobleem dat zij aangepakt willen zien, is het “te hard rijden” van het verkeer, hetgeen overigens ook in het vorige onderzoek nummer 1 op hun prioriteitenlijst was. Daarmee blijken zij standvastig over de manier waarop de leefbaarheid en veiligheid in hun kern verbeterd kan worden.

Vijf meest genoemde buurtproblemen die volgens de inwoners met voorrang aangepakt moeten worden:

Inbraak woning 14% Diefstal uit auto’s 9%

Hondenpoep 10% Geen enkel probleem 42%

Het oordeel over de aandacht van de gemeente voor de leefbaarheid en veiligheid is matig: ruim de helft is daarover tevreden. En ook het functioneren van de politie in hun woonomgeving kan volgens een aantal beter; ook hier is ruim de helft tevreden.

(9)

9 Veiligheidsmonitor 2009: Ommel

Algemeen

Woninginbraak

De inwoners van Ommel zijn gemiddeld goed tevreden over de leefbaarheid in hun woonomgeving en zij beoordelen deze met de rapportcijfers (afgerond) 8. Dit komt ook tot uiting in de relatief positievere scores van zowel de sociale als de fysieke kwaliteit van de woonomgeving. De rapportcijfers en scores liggen ook weer boven het niveau van 2007, toen deze cijfers iets negatiever waren geworden dan in 2005.

Een op de zeven inwoners, 15%, voelt zich wel eens onveilig in de eigen buurt en dit percentage is het hoogste binnen de gemeente. Er zijn ook elementen die een druk leggen op de veiligheid in Ommel: De politiecijfers laten zien, dat er in 2009 verhoudingsgewijs veel meer aangiften zijn van geweldsdelicten, autodelicten en verkeersoverlast. De perceptie van de inwoners over relatief grotere verkeersoverlast past ook in dit beeld. Uit de Veiligheidsmonitor komt verder naar voren dat relatief veel inwoners (7,1%) aangeven overlast te ervaren van horecagelegenheden. Positief is dat de inwoners geen drugsoverlast ervaren en dat ook overlast van jongeren volgens hen niet vaak voorkomt.

De positieve houding blijkt verder uit het gegeven, dat – gevraagd naar het belangrijkste buurtprobleem dat met voorrang aangepakt moet worden – meer dan de helft van de bevolking heeft geantwoord, dat er zich in hun woonomgeving geen problemen voordoen. Het belangrijkste probleem dat zij in de kern met voorrang aangepakt willen zien, is de verkeersoverlast. Ook in de vorige twee onderzoeken noemde men dit als belangrijkste probleem. Hiermee benadrukt de bevolking haar prioriteit hoe men de leefbaarheid en veiligheid in de kern wil verbeteren.

Geluidsoverlast verkeer 34% Overlast jongeren 6%

Te hard rijden 34% Hondenpoep 6%

De inwoners zijn gemiddeld goed tevreden over het functioneren van de politie in hun kern. De aandacht van de gemeente voor hun buurtproblemen scoort met 66% wat minder, maar dit is wel relatief beter dan in andere wijken en kernen.

(10)

10 Veiligheidsmonitor 2009: Asten Centrum Zuid

Algemeen

Woninginbraak

De inwoners van de wijk CentrumZuid zijn gemiddeld goed tevreden over de leefbaarheid in de

woonomgeving en beoordelen deze twee keer met een (afgeronde) 8. De schaalscore sociale overlast ligt wel iets boven het gemeentelijk gemiddelde, maar mag met 1.5 op de schaal van 0 tot 10 toch heel redelijk worden genoemd. Wel heeft men in deze wijk in 2009 meer te maken gehad met vernielingen.

De inwoners beoordelen de veiligheid in hun woonomgeving als redelijk met een ruime 7. Positief is dat er relatief minder verkeersoverlastincidenten zijn geweest. Wel zijn er enkele elementen die een nadelige invloed kunnen hebben op de veiligheid. Er zijn in 2009 verhoudingsgewijs meer politiemeldingen en – aangiften gedaan van geweldsdelicten, van fietsendiefstal en van jeugdoverlast. Een verklaring hiervoor ligt deels bij de centrumfunctie van het gebied. Naast het wonen zijn er gemeentelijke functies gevestigd, zoals het bestuurlijke centrum, winkelcentrum, een groot zorgcentrum, het uitgaanscentrum. En met name deze laatste zal regelmatig botsen met de woonfunctie.

Gevraagd naar het belangrijkste buurtprobleem, dat met voorrang aangepakt moet worden, heeft 27%

van de inwoners aangegeven dat er in hun buurt geen probleem is.

Dat de relatief hogere aantallen meldingen van jeugdoverlast ook voor een deel van de bewoners een probleem is, blijkt uit het gegeven, dat van de vijf meeste genoemde problemen dit op de eerste plaats staat, samen met te hard rijden. Vier van de vijf hier genoemde problemen kwamen ook voor in de top-5 van 2007. Daarmee benadrukken de inwoners ook nu nog eens op welke terreinen de leefbaarheid en veiligheid in hun wijk verbeterd kan worden.

Overlast jongeren 20% Hondenpoep 14%

Te hard rijden 20% Vernieling/diefstal van auto’s 10%

De mening over de aandacht van de gemeente voor de leefbaarheid en veiligheid in CentrumZuid is gemiddeld matig: zo’n 60% is hier tevreden over. En ook het functioneren van de politie in de wijk kan volgens een aantal beter; ca. de helft is hier tevreden over.

(11)

11 Veiligheidsmonitor 2009: Asten-West

Algemeen

Woninginbraak

De inwoners van Asten-West zijn gemiddeld goed tevreden over de leefbaarheid in de woonomgeving en beoordelen deze twee keer met een (afgeronde) 8.

Ze ervaren wel relatief iets meer overlast door verloederingselementen en dit gevoel staat niet op zichzelf:

er zijn in 2009 ook verhoudingsgewijs wat meer meldingen van vernielingen in deze wijk geweest.

De inwoners beoordelen de veiligheid in hun woonomgeving als redelijk met een ruime 7. De perceptie van onveilige situaties wijkt nergens in negatieve zin af van het gemeentelijk gemiddelde en de

politiecijfers laten zien, dat de inwoners in 2009 relatief minder te maken hadden met woninginbraak, met verkeer- en jeugdoverlast.

De positieve beoordeling van de inwoners uit deze wijk blijkt verder uit het gegeven, dat gevraagd naar het belangrijkste buurtprobleem dat met voorrang aangepakt moet worden – ruim 40% heeft geantwoord, dat er zich in hun woonomgeving geen problemen voordoen.

Net als in de meeste andere wijken wordt te hard rijden als meest genoemde buurtprobleem gezien, dat men met voorrang aangepakt wil hebben, op afstand gevolgd door hondenpoep en rommel op straat. Drie van de eerste vijf betreffen verkeersproblemen en ook in de vorige onderzoeken stond dit in Asten-West op nummer 1. Daarmee benadrukken de inwoners wel waar hun prioriteit lag en nog steeds ligt hoe de leefbaarheid en veiligheid in hun wijk te verbeteren.

Hondenpoep 18% Geluidsoverlast verkeer 9%

Rommel op straat 15% Geen enkel probleem 41%

Het functioneren van de politie in de wijk kan volgens een aantal beter; het tevredenheidpercentage komt maar net boven de 50% uit. De gemiddelde mening over de aandacht van de gemeente voor de leefbaarheid en veiligheid is met minder dan 40% tevredenen nog minder positief.

(12)

12 Veiligheidsmonitor 2009: Asten-Noord

Algemeen

Woninginbraak

In Asten-Noord is men in vergelijking met de inwoners van de andere wijken en kernen gemiddeld wat minder tevreden over de leefbaarheid in de woonomgeving. Dat het hier om een relatieve positie gaat, blijkt uit de cijfers die deze inwoners aan hun wijk geven: twee keer een 7,2 wat in rapporttermen toch het predicaat “heel redelijk” heeft.

Er zijn elementen die een nadelige invloed hebben op de leefbaarheid: de schaalscore sociale cohesie in de wijk ligt onder het gemeentelijk gemiddelde en scoort met 6,3 op de schaal van 0 tot 10 als matig tot redelijk. Ook heeft men net iets meer overlast van verloederingselementen in de wijk.

De inwoners beoordelen de veiligheid in hun woonomgeving als redelijk met een ruime 7. De perceptie van onveilige situaties wijkt nergens in negatieve zin af van het gemeentelijk gemiddelde en uit de politiecijfers blijkt, dat de inwoners in 2009 relatief minder te maken hadden met vernielingen, geweldsdelicten en met verkeer- en jeugdoverlast.

Gevraagd naar het belangrijkste buurtprobleem, dat met voorrang aangepakt moet worden, heeft 25%

van de inwoners aangegeven dat er in hun buurt geen probleem is. Net als in de meeste andere wijken wordt te hard rijden als het buurtprobleem gezien, dat men met voorrang aangepakt wil hebben, gevolgd door hondenpoep en parkeeroverlast. Ook in 2007 stonden de twee verkeersproblemen in de top 5 van Asten-Noord. De inwoners geven daarmee nadrukkelijk aan hoe volgens hen de leefbaarheid en veiligheid in hun wijk verbeterd kan worden.

Te hard rijden 24% Vernieling/diefstal van/uit auto’s 11%

Hondenpoep 19% Overlast jongeren 11%

De aandacht van de gemeente voor de leefbaarheid en veiligheid in Asten-Noord kan volgens een aantal inwoners beter; ruim de helft is hierover wel tevreden. Over het functioneren van de politie in de wijk is men gemiddeld wat positiever, maar met 58% tevredenen nog steeds aan de matige kant.

(13)

13 Veiligheidsmonitor 2009: Asten-Oost

Algemeen

Woninginbraak

De inwoners van Asten-Oost zijn redelijk tot goed tevreden over de leefbaarheid in hun wijk en beoordelen deze met een 7,6 en een 7,4. Er zijn elementen die een nadelige invloed hebben: de

schaalscore sociale cohesie ligt onder het gemeentelijk gemiddelde en scoort met 6,3 op de schaal van 0 tot 10 als matig tot redelijk. Ook ervaren de inwoners wat meer overlast van verloedering in de wijk en de politiecijfers geven aan, dat er in 2009 verhoudingsgewijs meer meldingen van vernielingen zijn geweest.

De inwoners beoordelen de veiligheid in hun woonomgeving als redelijk met een 7. De perceptie van onveilige situaties wijkt nergens in negatieve zin af van het gemeentelijk gemiddelde en de politiecijfers laten zien, dat zij in 2009 relatief minder te maken hadden met fietsendiefstal en autodelicten. Wel kwamen er bij de politie relatief meer meldingen van incidenten verkeersoverlast in de wijk binnen.

Toch zijn er volgens meer inwoners dan gemiddeld in de andere wijken en kernen problemen waarvan zij vinden dat die met voorrang aangepakt moeten worden: 16% heeft aangegeven dat er in hun buurt geen probleem is, terwijl dit percentage in de andere wijken varieert van 25% tot 52%. Er zijn drie problemen die een nagenoeg gelijk percentage kregen: te hard rijden, hondenpoep en rommel op straat zijn de drie meest genoemde problemen die aangepakt moeten worden volgens de inwoners. De hiervoor geschetste grotere ervaren overlast van verloedering en het hogere politiecijfer van meldingen verkeersoverlast komen hier duidelijk terug: vier van de vijf genoemde problemen in de top 5 hebben hierop betrekking.

Ook in 2007 stonden dezelfde vier in de top-5. De inwoners geven daarmee nadrukkelijk en standvastig aan hoe volgens hen de leefbaarheid en veiligheid in hun wijk verbeterd kan worden.

Hondenpoep 29% Geluidsoverlast anders 11%

De aandacht van de gemeente voor de leefbaarheid en veiligheid in Asten-Oost kan volgens een aantal inwoners beter; ruim de helft is hierover wel tevreden. De inwoners zijn niet echt goed te spreken over het functioneren van de politie; het tevredenheidpercentage blijft steken op zo’n 40%.

(14)

14 Bijlage III: Belevingsonderzoek Wmo onder inwoners, prestatievelden 1 t/m 4. Gemeente Asten-april 2010

Dorps- en wijkraden

In de gemeente Asten zijn dorps- en wijkraden. De gemeente heeft hierover enkele vragen toe laten voegen aan het standaard onderzoek. De eerste vraag was: ‘Bent u bekend met de dorps- of wijkraden in uw gemeente’? De resultaten zijn terug te lezen in de onderstaande tabel:

Tabel 1

Bekendheid dorps- en wijkraden

Gemeente Asten Asten West Asten Noord Asten Oost Asten Zuid Heusden Ommel

Ja 69,9% 52,3% 74,1% 76,1% 71,2% 76,5% 87,2%

Nee 30,1% 47,7% 25,9% 23,9% 28,8% 23,5% 12,8%

In de gemeente is ongeveerd 7 van de 10 respondenten bekend met deze raden. In Ommel het bekendst en in Asten West het minst bekend.

Vervolgens is gevraagd hoe tevreden of ontevreden de respondenten zijn over ‘de wijze waarop de dorps-, wijkraad de belangen van uw buurt vertegenwoordigt?’.

Tabel 2

Tevredenheid vertegenwoordiging van de buurt

Zeer tevreden 4,8% 1,8% 5,1% 6,1% 3,3% 7,1% 2,7%

Tevreden 81,8% 64,9% 83,7% 82,6% 89,4% 80,0% 91,9%

Ontevreden 11,3% 28,1% 10,2% 8,7% 4,9% 11,4% 5,4%

Zeer ontevreden

2,1% 5,3% 1,0% 2,6% 2,4% 1,4% ,0%

De ruime meerderheid van de respondenten is (zeer) tevreden over de vertegenwoordiging. Ruim een op de tien is echter ontevreden.

(15)

Bijlage IV: Belevingsonderzoek Wmo onder inwoners, prestatievelden 1 t/m 4. Gemeente Asten-april 2010

Arbeidsmigranten

Het Astens bedrijfsleven maakt steeds meer gebruik van buitenlandse werknemers. Door het openstellen van de grenzen voor werknemers uit Midden Europa is het aantal arbeidsmigranten uit die regio de laatste jaren gestegen. De gemeente heeft daarom een aantal aanvullende vragen laten stellen over de arbeidsmigratie.

Als eerste is gevraagd: ‘Vindt u dat er voldoende begeleiding is voor arbeidsmigranten?’. De meerderheid van de respondenten vindt dat er voldoende (53,5%) of ruim voldoende begeleiding is (8,6%). Wel vindt een derde (33,6%) dat er onvoldoende begeleiding is en 4,3% zeer onvoldoende.

De gemeente Asten en de gemeente Someren willen samen een Lokaal Informatiepunt voor Arbeidsmigranten (buitenlandse werknemers) oprichten. Hier kunnen zowel arbeidsmigranten als andere Astense burgers terecht met vragen opmerkingen en ervaringen over huisvestingsituaties, misstanden in de werkgevers- / werknemerssfeer et cetera. Doelstellingen zijn ondermeer het kweken van begrip over en weer tussen de diverse bevolkingsgroepen en het creëren en handhaven van een goede leefomgeving voor iedereen. De gemeente Asten heeft gevraagd in hoeverre bewoners hier positief tegenover staan. De resultaten zijn terug te lezen in de onderstaande tabel.

Tabel 3

Mening Lokaal Informatiepunt Arbeidsmigranten

Zeer positief 17,9% 14,1% 20,7% 15,7% 21,6% 17,5% 8,1%

Positief 47,1% 44,7% 50,9% 49,3% 46,4% 45,0% 51,4%

Neutraal 29,3% 36,5% 23,3% 31,3% 24,2% 31,2% 37,8%

Negatief 5,0% 3,5% 4,3% 3,7% 7,2% 5,0% 2,7%

Zeer negatief ,6% 1,2% ,9% ,0% ,7% 1,2% ,0%

De meerderheid van de respondenten staat hier (zeer) positief tegenover. Ook is een groot deel neutraal.

Een relatief klein deel is negatief of zeer negatief.

Op de vervolgvraag of mensen zelf ook gebruik van zo’n informatiepunt zouden maken antwoorden de meeste respondenten negatief (49,5%) of zij twijfelen (44,8%). Slechts een op de twintig (5,7%) antwoord hierop ‘ja’.

Op de vraag ‘Vanaf welke verblijfsduur is het volgens u wenselijk dat er bij arbeidsmigranten aandacht is voor het integratietraject?’ antwoord bijna de helft (47,4%) ‘bij aankomst’. Volgens 20,0% ‘na een half jaar’

en volgens 12,5% ‘na een jaar’. Een op de vijf respondenten is van mening dat pas hoeft bij permanent vestigen (20,1%).

Ook is aan inwoners gevraagd ‘Hoe oordeelt u over de invloed die de komst van arbeidsmigranten heeft op de Astense samenleving?’. De meerderheid van de respondenten (70,3%) denkt dat deze van beperkte

(16)

16

invloed zal zijn. Een op de vijf (22,8%) is van mening dat deze van grote invloed zal zijn en 6,9% denkt van geen invloed.

Tot slot is aan de bewoners gevraagd ‘Kunnen inwoners volgens u ook een rol spelen in de integratie van arbeidsmigranten in de Astense gemeenschap?’

Tabel 4

Rol van inwoners bij de integratie

Geen rol 7,5% 8,9% 6,3% 5,5% 10,0% 5,2% 9,7%

Beperkte rol 69,1% 78,5% 65,8% 67,7% 64,7% 71,4% 80,6%

Grote rol 23,4% 12,7% 27,9% 26,8% 25,3% 23,4% 9,7%

Bijna een kwart van de respondenten geeft aan van mening te zijn dat de inwoners zelf hier een grote rol in kunnen betekenen (23,4%). De meerderheid denkt aan een beperkte rol (69,1%) en 7,5% denkt dat inwoners zelf geen rol kunnen spelen.