• No results found

Economische werkloosheid voor de arbeiders van de confectiesector (PC 109)

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Economische werkloosheid voor de arbeiders van de confectiesector (PC 109)"

Copied!
6
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Economische werkloosheid voor de arbeiders van de confectiesector

(PC 109)

Inhoud

1. Supplement bij tijdelijke werkloosheid ... 1

1.1 Algemene regel... 1

1.2 2012: Creamoda slaagde erin te solidariseren ... 1

1.3 2020: verhoging van de bedragen ... 1

1.4 Hoe werkt de terugbetaling door het Fonds? ... 2

2. Afwijkingen inzake termijn voor kennisgeving en duur ... 3

2.1 Artikel 51: algemeen kader ... 3

2.2 Sectorale afwijking: termijn voor kennisgeving en duur ... 4

3. Sociale en fiscale behandeling van de toeslag ... 5

3.1 Sociale behandeling ... 5

3.2 Fiscale behandeling ... 5

3.3 Conclusie ... 5

(2)

1. Supplement bij tijdelijke werkloosheid 1.1 Algemene regel

Sinds 1 januari 2012 hebben arbeiders in geval van tijdelijke werkloosheid om economische redenen recht op een supplement bovenop de werkloosheidsuitkering van minstens 2 euro per dag.

Het supplement moet door de werkgevers maandelijks betaald worden aan de betrokkenen, samen met de loonafrekeningen.

1.2 2012: Creamoda slaagde erin te solidariseren

Tijdens de sectorale onderhandelingen 2011 – 2012 is Creamoda erin geslaagd deze betreurenswaardige wettelijke regeling een positieve wending te geven door de solidarisering van dit supplement gedurende de eerste 45 dagen tijdelijke werkloosheid op jaarbasis. Dit betekent dat het Sociaal waarborgfonds voor de kleding- en confectienijverheid, verder het ‘Fonds’ genaamd, een terugbetaling zal doen aan de werkgever van de supplementen die de werkgever betaald heeft aan zijn arbeiders voor de eerste 45 dagen tijdelijke werkloosheid per kalenderjaar.

In ruil voor deze solidarisering werd afgesproken dat de arbeiders de eerste 35 dagen recht hebben op 3 euro in plaats van het wettelijk minimum van 2 euro. In 2015 werd de daaropvolgende periode van terugbetaling vermeerderd van 10 naar 35 dagen. Samenvatting:

Van 2012 tot en met 2019 Eerste 35 dagen Daaropvolgende periode

Overige dagen van het jaar Door de werkgever te betalen

aan de arbeider 3 euro 2 euro

Door het Fonds terugbetaald aan de werkgever van 2012 tot 2014

3 euro

2 euro gedurende de volgende 10

dagen

Geen terugbetaling

Door het Fonds terugbetaald aan de werkgever van 2015 tot 2019

3 euro

2 euro gedurende de volgende 35

dagen

Geen terugbetaling

1.3 2020: verhoging van de bedragen

Tijdens de sectorale onderhandelingen 2019 – 2020 waren de vakbonden vragende partij om de regeling te verbeteren voor de arbeiders. Creamoda stelde hierbij als voorwaarde dat de kost voor de werkgever stabiel moest blijven.

Daardoor gelden vanaf 1 januari 2020 de verhogingen voor zowel het supplement als voor de terugbetaling door het Fonds. De gewijzigde cao van 26 juni 2019 betreffende een supplement bij tijdelijke werkloosheid is hier beschikbaar.

(3)

Vanaf 2020 Eerste 35 dagen Volgende 35 dagen

Overige dagen van het jaar Door de werkgever te betalen

aan de arbeider

4 euro (voorheen 3 euro)

3 euro

(voorheen 2 euro) 2 euro Door het Fonds terugbetaald

aan de werkgever

4 euro (voorheen 3 euro)

3 euro

(voorheen 2 euro) Geen terugbetaling

1.4 Hoe werkt de terugbetaling door het Fonds?

De tussenkomst door het Fonds wordt automatisch overgemaakt aan de werkgevers die 2 administratieve voorwaarden vervuld hebben:

1) aan het Fonds een bankrekeningnummer bezorgd hebben waarop het Fonds het geld kan overschrijven

2) bij voorkeur aan het Fonds een e-mail adres meegedeeld hebben waar het Fonds het berekeningsblad naartoe kan sturen (het Fonds kan dit ook per post versturen)

De automatische terugbetaling gebeurt na afloop van elk kwartaal, nadat het Fonds via de Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid kennis heeft gekregen van het aantal dagen tijdelijke werkloosheid van de arbeid(st)er(s) dat de werkgever via de DMFA-kwartaalaangifte aangegeven heeft aan de RSZ.

Dit betekent concreet dat de werkgever, als de gegevens van de Kruispuntbank tijdig toekomen op het Fonds, een terugbetaling mag verwachten rond volgende tijdstippen:

 15 mei: dagen tijdelijke werkloosheid van het 1ste kwartaal

 15 augustus: dagen tijdelijke werkloosheid van het 2de kwartaal

 15 november: dagen tijdelijke werkloosheid van het 3de kwartaal

 15 februari: dagen tijdelijke werkloosheid van het 4de kwartaal

De berekeningsbladen van het Fonds geven per arbeid(st)er het aantal dagen weer waarop de tussenkomst aan de werkgever is gebaseerd, zodat de berekening kan gecontroleerd worden door de werkgever.

De werkgever moet er bij deze controler ekening mee houden dat zijn aangifte van de tijdelijke werkloosheid in uren per arbeid(st)er wordt uitgedrukt maar dat deze uren voor de RVA worden omgerekend naar een aantal dagen om het aantal uitkeringen tijdelijke werkloosheid vast te stellen waarop de arbeid(st)er recht heeft ten laste van de RVA. Hierdoor zal het aantal echte dagen tijdelijke werkloosheid waarvoor de werkgever een tussenkomst heeft moeten betalen niet noodzakelijk precies overeenstemmen met het aantal dagen die worden geregistreerd in de Kruispuntbank voor de Sociale Zekerheid en zal de tussenkomst van het Fonds dus niet altijd exact overeenstemmen met de kosten van de werkgevers.

Bij de betaling van februari zal het Fonds tevens een overzicht maken van eventueel ontvangen correcties van de Kruispuntbank van het voorbije jaar. Zo kan er een afrekening van het vorig jaar gebeuren.

(4)

2. Afwijkingen inzake termijn voor kennisgeving en duur

2.1 Artikel 51: algemeen kader

Een algemene regeling van de tijdelijke werkloosheid staat in artikel 51 van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten. Datzelde artikel 51 voorziet de mogelijkheid dat sectoren een uitzonderingsregeling kunnen uitwerken. In dat geval wordt niet de algemene regeling toegepast door de ondernemingen van die sector maar de sectorale regeling.

In de confectiesector werd een afwijkende regeling ingevoerd, die per 2 jaar wordt verlengd. Op het ogenblik van de opmaak van dit document gaat het over:

 Van 1 december 2018 tot 30 november 2020 (KB van 11 september 2018) voor de confectiesector in het algemeen

 Van 1 januari 2018 tot 31 december 2019 (KB van 17 december 2017) specifiek voor de onderneming van de confectiesector die tuinmeubelen vervaardigen

De sectorale afwijking heeft enkel betrekking op de termijn voor de kennisgeving en op de maximumduur.

De sectorale afwijking heeft geen betrekking op de procedure, kennisgeving, voorwaarden, sancties,…. Informatie hierover is beschikbaar bij de RVA (oa. infoblad E22) en de RSZ.

De sectorale afwijking heeft evenmin betrekking op de regeling zelf van volledige schorsing of van gedeeltelijke schorsing. Deze regelingen zijn als volgt:

Modaliteiten

Volledige schorsing Er wordt geen enkele arbeidsdag meer gepresteerd Gedeeltelijke schorsing

Grote schorsing

Er zijn minder dan 3 arbeidsdagen per week of

Er is minder dan 1 arbeidsweek per 2 weken (minstens 2 arbeidsdagen per 2 weken)

Gedeeltelijke schorsing Kleine schorsing

Er wordt minstens 3 arbeidsdagen per week gewerkt of

Er is minstens 1 arbeidsweek op 2 weken

(5)

2.2 Sectorale afwijking: termijn voor kennisgeving en duur

De afwijkingen zijn onderverdeeld in 4 subsectoren. Samenvatting:

PC 109

Termijn voor

kennisgeving Maximumduur

Sector kleding- en confectie, met uitzondering van de 3 hieronder vermelde subsectoren Volledige schorsing

3 dagen vooraf, de dag van de kennisgeving inbegrepen (dus 2 dagen volgens de

RVA)

4 weken en eenmaal per jaar 8 weken Én

- Ofwel 2de periode van 8 weken tijdens dat jaar

- Ofwel eenmalige schorsing van 8 weken verlengen tot 12 weken (de 12

achtereenvolgende weken mogen over 2 kalenderjaren worden verspreid)

Gedeeltelijk: groot 3 maanden

Gedeeltelijk: klein Meer dan 3 maanden = 366 dagen volgens de RVA

1) Stoffen handschoenen, regenschermen, bloemen en pluimen Volledige schorsing 3 dagen vooraf, de

dag van de kennisgeving inbegrepen (dus 2 dagen volgens de

RVA)

8 weken

Gedeeltelijk: groot 3 maanden

Gedeeltelijk: klein

Meer dan 3 maanden = 366 dagen volgens de RVA

2) Hoofddeksels

Volledige schorsing 3 dagen vooraf, de dag van de kennisgeving inbegrepen (dus 2 dagen volgens de

RVA)

8 weken

Gedeeltelijk: groot 6 maanden

Gedeeltelijk: klein

Meer dan 3 maanden = 366 dagen volgens de RVA

3) Tuinmeubelaccessoires

Volledige schorsing 3 dagen vooraf, de dag van de kennisgeving inbegrepen (dus 2 dagen volgens de

RVA)

22 weken

Gedeeltelijk: groot Wettelijke regeling (7 kalenderdagen op voorhand, de dag van kennisgeving niet inbegrepen)

Wettelijke regeling

(- grote schorsing maximum 3 maanden - kleine schorsing voor onbepaalde duur = 366 dagen volgens de RVA)

Gedeeltelijk: klein

(6)

3. Sociale en fiscale behandeling van de toeslag

Bij de invoering van de toeslag bij economische werkloosheid vanaf 1 januari 2012, was het niet meteen duidelijk aan welke sociale en fiscale behandeling de toeslag onderworpen ging zijn. Vrij snel publiceerden zowel de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid als de FOD Financiën de nodige informatie.

3.1 Sociale behandeling

Volgens de RSZ zijn de bedragen die moeten worden beschouwd als een aanvulling van de voordelen toegekend voor bepaalde takken van de sociale zekerheid geen loon. Een toeslag bovenop de werkloosheidsuitkeringen valt daaronder dus bijgevolg is de toeslag verschuldigd door de werkgever vrijgesteld van socialezekerheidsbijdragen.

Om recht te hebben op tijdelijke werkloosheidsuitkeringen van de RVA, moeten de betrokken werknemers sinds 1 oktober 2016 een wachttijd doorlopen, tenzij ze van een vrijstelling kunnen genieten. De werkgever wordt echter niet automatisch en/of tijdig geïnformeerd over de rechten van de werknemer. De RSZ aanvaardt dan ook dat, indien de werknemer geen recht heeft op werkloosheidsuitkeringen, het supplement vrij van socialezekerheidsbijdragen betaald kan blijven worden, aangezien de werkgever de intentie heeft om de werkloosheid aan te vullen en de werknemer zich theoretisch bevindt in een situatie waarin hij recht op werkloosheidsuitkeringen zou kunnen hebben.

3.2 Fiscale behandeling

Een bedrijfsvoorheffing van 26,75% moet worden afgehouden aangezien dit supplement fiscaal als een extralegale werkloosheidsuitkering moet worden beschouwd.

3.3 Conclusie

Geen RSZ dus, maar wel bedrijfsvoorheffing aan een vast tarief. Gevolg: twee belastingsfiches zullen moeten afgeleverd worden aan de betrokkenen : een gewone fiche 281.10 voor de lonen en een fiche 281.13 voor de toeslagen op de werkloosheidsuitkeringen wegens tijdelijke werkloosheid.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

- Deze vergoedingen komen bovenop de 5,63 euro betaald door de overheid (RVA) die je onmiddellijk samen met je werkloosheidsuitkering (betaald via ACLVB) ontvangt. - Deze regels

- Deze vergoedingen komen bovenop de 5,63 euro betaald door de overheid (RVA) die je onmiddellijk samen met je werkloosheidsuitkering (betaald via ACLVB) ontvangt, dit tijdens

Je ontvangt deze aanvullende vergoeding automatisch via ACLVB op basis van het aantal aangegeven dagen tijdelijke werkloosheid door de werkgever. - Deze vergoedingen komen bovenop

De uitbetalingsinstelling kan dan rekening houden met uw aangifte om het aantal uitkeringen waarop u in die maand recht hebt, correct te berekenen.... versie 01.01.2022

Indien de aanvraag wordt ingediend naar aanleiding van een staking of een lock-out, moet de aanvraag op het werkloosheidsbureau toekomen uiterlijk op het einde van de zesde

Van 01.03.2020 tot en met 31.03.2022 (behalve voor de maand september 2020 indien u tewerkgesteld bent in een niet uitzonderlijk hard getroffen onderneming of sector) hoeft u

Rekening houdend met de competenties van de RVA pogen wij voor België en zijn buurlanden Duitsland, Frankrijk en Nederland een algemene vergelijking te maken van [1] de

Algemeen kunnen we vaststellen hoe de verhouding tussen volledige werkloosheid en werkgelegenheid relatief gezien gunstiger is in de sector van de