• No results found

Verslag over de doorlichting van de Vrije Basisschool - Lillo's Klavertje te HOUTHALEN-HELCHTEREN

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Verslag over de doorlichting van de Vrije Basisschool - Lillo's Klavertje te HOUTHALEN-HELCHTEREN"

Copied!
21
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Vlaams Ministerie van Onderwijs en Vorming Onderwijsinspectie

Hendrik Consciencegebouw Koning Albert II-laan 15 1210 BRUSSEL

doorlichtingssecretariaat@ond.vlaanderen.be www.onderwijsinspectie.be

Verslag over de doorlichting van

de Vrije Basisschool - Lillo's Klavertje te HOUTHALEN-HELCHTEREN

Hoofdstructuur basisonderwijs Instellingsnummer 14126

Instelling Vrije Basisschool - Lillo's Klavertje Beleidsverantwoordelijke Ingrid VAES en Elke HERMANS

Adres Meester Surinxstraat 16 - 3530 HOUTHALEN-HELCHTEREN Telefoonnummer 011 57 38 04

E-mail directie@vbslillosklavertje.be Website www.vbslillosklavertje.be

Bestuur Adres

Vrije Basisschool Lillo's Klavertje

Meester Surinxstraat 16 - 3530 HOUTHALEN-HELCHTEREN Scholengemeenschap

Adres

Erika Houthalen-Helchteren

Kleuterweg 15 - 3530 HOUTHALEN-HELCHTEREN CLB

Adres

Vrij CLB Limburg afdeling Houthalen

Saviostraat 39 - 3530 HOUTHALEN-HELCHTEREN

Dagen van het doorlichtingsbezoek 14-10-2019, 15-10-2019, 16-10-2019, 17-10-2019, 18-10- 2019

Samenstelling van het doorlichtingsteam Johan DE BLESER Michel MARYNISSEN

(2)

INHOUDSTAFEL

1 Toelichting bij het doorlichtingsverslag...3

1.1 Wat onderzoekt de onderwijsinspectie tijdens een doorlichting? ...3

1.2 Hoe voert de onderwijsinspectie haar onderzoeken uit? ...3

1.3 Hoe beoordeelt de onderwijsinspectie? ...3

1.4 Welke adviezen formuleert de onderwijsinspectie?...4

1.5 Hoe gaat het verder na de doorlichting? ...4

2 Administratieve situering ...5

3 In welke mate ontwikkelt de school haar eigen kwaliteit? ...5

4 In welke mate verstrekt de school kwaliteitsvol onderwijs?...8

4.1 De onderwijsleerpraktijk in de kleuterafdeling in Kleuteronderwijs ...8

4.2 Wiskunde in Lager onderwijs ...10

4.3 Nederlands in Lager onderwijs...12

4.4 Het omgaan met diversiteit ...14

5 In welke mate voert de school een doeltreffend beleid op het vlak van bewoonbaarheid, veiligheid en hygiëne? ..15

6 Respecteert de school de regelgeving?...17

7 Samenvatting...18

7.1 In welke mate ontwikkelt de school haar eigen kwaliteit? ...18

7.2 In welke mate verstrekt de school kwaliteitsvol onderwijs? ...18

7.2.1 Het omgaan met diversiteit ...18

7.2.2 De onderwijsleerpraktijk...19

7.3 In welke mate voert de school een doeltreffend beleid op het vlak van bewoonbaarheid, veiligheid en hygiëne?...20

8 Advies betreffende de erkenning en aanbevelingen...21

(3)

1 Toelichting bij het doorlichtingsverslag

1.1 Wat onderzoekt de onderwijsinspectie tijdens een doorlichting?

Elke doorlichting biedt een antwoord op twee vragen:

1. In welke mate ontwikkelt de school haar kwaliteit, met bijzondere aandacht voor de aansturing en de kwaliteitsbewaking van de onderwijsleerpraktijk?

2. In welke mate verstrekt de school kwaliteitsvol onderwijs dat tegemoetkomt aan de

kwaliteitsverwachtingen uit het referentiekader voor onderwijskwaliteit (het OK) en respecteert ze de regelgeving?

De onderwijsinspectie beantwoordt deze twee vragen aan de hand van vier onderzoeken:

 een onderzoek van de kwaliteitsontwikkeling

 een onderzoek van de onderwijsleerpraktijk

 een onderzoek van één kwaliteitsgebied

 een onderzoek van het beleid op het vlak van bewoonbaarheid, veiligheid en hygiëne.

1.2 Hoe voert de onderwijsinspectie haar onderzoeken uit?

De onderwijsinspectie gaat na of de school tegemoetkomt aan de kwaliteitsverwachtingen uit het OK. Om de onderzoeksgegevens te verzamelen, gebruikt de onderwijsinspectie verschillende onderzoeksmethoden en raadpleegt ze uiteenlopende bronnen (kwantitatieve en kwalitatieve data, documenten, observaties, gesprekken en gevalstudies). De onderwijsinspectie betrekt ook relevante stakeholders bij de onderzoeken.

1.3 Hoe beoordeelt de onderwijsinspectie?

De onderwijsinspectie situeert de kwaliteitsontwikkeling en de kwaliteit van de school aan de hand van ontwikkelingsschalen. Zo wil de onderwijsinspectie de school stimuleren om de kwaliteit te (blijven) ontwikkelen. De ontwikkelingsschalen zijn gebaseerd op het OK en bestaan telkens uit vier niveaus.

Beneden de verwachting

Er zijn meerdere essentiële elementen die voor verbetering vatbaar zijn.

Benadert de verwachting

Er zijn, naast sterke punten, ook nog meerdere punten ter verbetering. Daardoor komt het geheel nog niet tegemoet aan de verwachting.

Volgens de verwachting

Er zijn veel sterke punten en geen belangrijke punten of gebieden ter verbetering. Het geheel komt tegemoet aan de verwachting.

Overstijgt de verwachting

Er zijn veel sterke punten, met inbegrip van significante voorbeelden van goede praktijk.

Het ontwikkelingsniveau volgens de verwachting bevat de kwaliteitsverwachtingen uit het OK. Dit niveau betekent dus voluit: ‘volgens de verwachting uit het referentiekader voor onderwijskwaliteit’.

Het ontwikkelingsniveau overstijgt de verwachting bevat dezelfde kwaliteitsverwachtingen als volgens de verwachting, maar voor dat niveau verwacht de onderwijsinspectie ook een voorbeeld van goede praktijk.

De criteria voor een voorbeeld van goede praktijk zijn:

(4)

 De praktijk overstijgt het gangbare.

 De praktijk heeft een positieve impact op de resultaten en effecten bij de kleuters/leerlingen.

 De praktijk is ingebed in de werking van de school of de werking van een deelteam.

 De praktijk is onderbouwd vanuit evaluaties of specifieke noden van de school of is gebaseerd op vernieuwde inzichten op het vlak van onderwijskwaliteit.

 De praktijk kan andere scholen inspireren.

1.4 Welke adviezen formuleert de onderwijsinspectie?

De onderwijsinspectie formuleert een advies aan de Vlaamse Regering over de verdere erkenning van de school. Er zijn twee adviezen mogelijk.

1. Als de school in voldoende mate tegemoetkomt aan de erkenningsvoorwaarden, formuleert de onderwijsinspectie een gunstig advies. Dit advies heeft twee varianten:

 een gunstig advies zonder meer

 een gunstig advies met de verplichting om te werken aan de tekorten.

2. Als de school niet in voldoende mate tegemoetkomt aan de erkenningsvoorwaarden, formuleert de onderwijsinspectie een ongunstig advies. Dit advies heeft twee varianten:

 Een ongunstig advies met mogelijkheid om te verzoeken dat de procedure tot intrekking van de erkenning niet opgestart wordt op voorwaarde dat het bestuur van de school zich bij het werken aan de tekorten extern laat begeleiden. Indien het bestuur van de school gebruikmaakt van het recht om te verzoeken dat de procedure tot intrekking van de erkenning niet opgestart wordt en zich extern laat begeleiden, volgt er een nieuwe doorlichting. Die nieuwe doorlichting vindt plaats binnen een termijn die de onderwijsinspectie bepaalt op basis van de ernst en de aard van de tekorten en die minimum 90 dagen bedraagt, behalve als de tekorten betrekking hebben op de bewoonbaarheid, veiligheid en hygiëne.

 Een ongunstig advies zonder mogelijkheid om te verzoeken de procedure tot intrekking van de erkenning niet op te starten. Het bestuur van de school kan een beroep indienen tegen die

onmogelijkheid. Binnen de 60 kalenderdagen na het indienen van het beroep, onderzoekt een nieuw en paritair samengesteld doorlichtingsteam de argumenten die het bestuur van de school aangeeft om te rechtvaardigen dat er wel een mogelijkheid moet zijn om te verzoeken de procedure tot intrekking van de erkenning niet op te starten.

1.5 Hoe gaat het verder na de doorlichting?

De school ontvangt het doorlichtingsverslag enkele dagen na het einde van de doorlichting. Feitelijke onjuistheden kunnen op dat moment nog worden rechtgezet. Het advies en de inschalingen worden echter niet meer gewijzigd.

Uiterlijk binnen dertig kalenderdagen na de ontvangst van het doorlichtingsverslag kan het beleid of het bestuur van de school een bijkomende verduidelijking van het doorlichtingsverslag aanvragen bij de inspecteur-generaal. Die aanvraag gebeurt zoals aangegeven op de website van de onderwijsinspectie. De onderwijsinspectie plant de bespreking zo spoedig mogelijk en het beleid of het bestuur van de school bepaalt zijn vertegenwoordiging.

(5)

2 Administratieve situering

De school organiseert onderwijs in volgende vestigingsplaats(en):

 Meester Surinxstraat 16 - 3530 HOUTHALEN-HELCHTEREN.

3 In welke mate ontwikkelt de school haar eigen kwaliteit?

Visie en strategisch beleid

De school weet wat ze met haar onderwijs wil bereiken. Door de groeiende diversiteit en de vernieuwing van het schoolgebouw stelde het schoolteam die schooleigen visie de voorbije jaren scherper. Die visie is nu afgestemd op de input en de context van de school en op de regelgeving. De samenwerking met een externe partner deed de school nadenken over hoe ze de schoolwerking kan vormgeven vanuit die visie en hoe ze de ontwikkeling van de kleuters/leerlingen optimaal kan stimuleren. Door de pijlers ervan te vertalen naar ‘grondstromen’

voor het uitbouwen van een rijke leeromgeving en het versterken van binnenklasdifferentiatie vindt de visie breed en zichtbaar ingang in de schoolwerking en in de onderwijsleerpraktijk. De school stimuleert de gezamenlijke verantwoordelijkheid om de visie te realiseren.

Professionaliseringsinitiatieven zijn dan ook sterk gekoppeld aan het strategisch beleid van de school.

(6)

Organisatiebeleid De school ontwikkelt en voert een beleid, waarbij participatie en dialoog belangrijk zijn. Een formele, wekelijkse overlegstructuur zorgt ervoor dat teamleden verwachtingen kunnen uitspreken en ideeën kunnen uitwisselen. De school staat open voor externe vragen en verwachtingen en speelt daar geregeld op in. Ze stimuleert ook vernieuwingsinitiatieven en geeft hierbij veel vertrouwen en vrijheid aan de teamleden om te experimenteren. Sterker inzetten op reflectie en expertisedeling tussen de teamleden van de kleuter- en lagere afdeling is nog een aandachtspunt De school werkt samen met anderen om de

onderwijsleerpraktijk en de schoolwerking te versterken. Ze bespreekt regelmatig haar werking met interne en externe belanghebbenden, onder andere om het talenbeleid concreet vorm te geven. De ouders getuigden waarderend over de recente onderwijsvernieuwingen.

Onderwijskundig beleid

De school ontwikkelt de kwaliteit van haar onderwijsleerpraktijk, maar doet dat fragmentair. Het globale prioriteitenplan voorziet in acties op korte en

middellange termijn, maar de school dient zich verder te bezinnen over de haalbaarheid en de veelheid ervan. Vanuit een verdere, diepgaandere verkenning van het nieuwe leerplan doet de school er goed aan nog te snoeien in het aantal bijkomende prioriteiten. De opgenomen acties kunnen nog verder

geconcretiseerd worden, want de maatregelen zijn niet altijd doelgericht. De afspraken over de vormgeving van de onderwijsleerpraktijk zijn niet steeds duidelijk voor alle teamleden, waardoor de verticale samenhang in gevaar komt.

De school ondersteunt de teamleden in beperkte mate. Er is een duidelijke nood aan meer coaching tot op de klasvloer.

Systematische evaluatie van de kwaliteit

De school evalueert cyclisch en systematisch verschillende aspecten van de schoolwerking. De halfjaarlijkse bevraging in verband met het welbevinden van de leerlingen is hierbij erg waardevol. De school heeft in groeiende mate aandacht voor de evaluatie van de onderwijsleerpraktijk, onder andere door de toetsen van de onderwijsleerpakketten kritisch te bekijken en waar nodig aan te passen. Frequenter stilstaan bij de doelgerichtheid van onderwijsvernieuwingen, het professionaliseringsbeleid en de leerlingenbegeleiding is nog een groeikans.

Betrouwbare evaluatie van de kwaliteit

De school evalueert haar kwaliteit beperkt doelgericht op basis van de

beschikbare kwalitatieve en kwantitatieve bronnen. Zo heeft de school beperkt aandacht voor de resultaten en de analyse van de decretaal verplichte

gevalideerde toetsen op het einde van het basisonderwijs. Een diepgaandere terugkoppeling naar het héle team dringt zich op. De school laat daarbij kansen liggen om de expertise van relevante partners te betrekken. Ze slaagt er nog weinig in om de resultaten en effecten te gebruiken bij haar evaluaties. Die evaluaties zijn vaak niet breed genoeg en niet altijd representatief voor de doelen. Zo komt de betrouwbaarheid ervan in het gedrang. De groeiende

aandacht voor de leerwinst van sterkere leerlingen en voor de studievoortgang is waardevol.

(7)

Borgen en bijsturen De school heeft zicht op haar sterke punten en werkpunten, maar dat zicht is onvolledig. Ze bewaart en verspreidt niet altijd wat goed is. De school heeft onder andere aandacht voor de groeikansen in haar leesbeleid, maar laat kansen liggen om die werking doelgerichter bij te sturen.

(8)

4 In welke mate verstrekt de school kwaliteitsvol onderwijs?

4.1 De onderwijsleerpraktijk in de kleuterafdeling in Kleuteronderwijs

Afstemming van het aanbod op het gevalideerd doelenkader

Het aanbod spoort in groeiende mate met het gevalideerd doelenkader. Bij elke themaverkenning verdiept het team zich in de generieke doelen en

ontwikkelstappen van het nieuwe leerplan. De leraren selecteren dan enkele dominante doelen uit verschillende ontwikkelvelden. Taaldoelen maken vast deel uit van de selectie. Het aanbod in de hoeken wordt dan verrijkt of versoberd. In de planning worden nog bijkomende doelen opgenomen. Zo was ook het uitwerken van een groeipad voor het leergebied wiskunde op schoolniveau de start voor het kritisch nadenken over hun aanpak rond wiskundige initiatie. Het aanbod is daardoor evenwichtig en is gericht op de maximale ontwikkeling van elke kleuter. Daarbij proberen de leraren de heterogeniteit binnen de gemengde leeftijdsgroepen maximaal te benutten.

(9)

Leer- en

ontwikkelingsgericht aanbod

De leraren benutten de beginsituatie van de groep kleuters om haalbare en uitdagende doelen te stellen en om het onderwijsleerproces vorm te geven. Het aanbod is veelal samenhangend en betekenisvol. Het team zet sterk in op

meespelen in de hoeken om het aanbod nog meer (taal)activerend te maken. Het groeiend bewustzijn dat hoeken meerdere aspecten van de ontwikkeling

doelgericht kunnen ondersteunen, versterkt het leren en de brede, harmonische ontwikkeling. De onderwijsorganisatie bevordert het nastreven van de doelen, waarbij er een groeiende aandacht is voor de zelfsturing van de kleuters. Zo was er een sterke uitbouw van muzische hoeken met een hoge graad van

zelfstandigheid.

Leer- en leefklimaat De leraren creëren een positieve en stimulerende speelleeromgeving. De leraren motiveren de kleuters, ondersteunen hen, waarderen hen, gaan vaak met hen in interactie en houden rekening met hun inbreng. De leraren maken meestal efficiënt gebruik van de beschikbare tijd en beschouwen zowel de binnen- als buitenklasactiviteiten als pedagogische momenten. Warme transitiemomenten bevorderen de sociaal-emotionele ontwikkeling van de kleuters.

Materiële leeromgeving

De materiële speelleeromgeving ondersteunt het nastreven van de doelen en stimuleert de ontwikkeling van de kleuters. De leraren zetten de beschikbare uitrusting efficiënt in en investeren nu meer in basis- en natuurlijke materialen om meer creativiteit uit te lokken. De hoeken worden regelmatig verrijkt of versoberd om hogere betrokkenheid uit te lokken. Enkele lokalen kunnen een opfrisbeurt gebruiken. Een grondige renovatie is gepland, maar er kunnen (compenserende) maatregelen getroffen worden in verband met de akoestiek in sommige klassen en de turnzaal.

Feedback De leraren geven geregeld ontwikkelingsgerichte feedback, waarbij ze vertrekken vanuit de doelen en de leerervaringen van de kleuters. De feedback is zowel op het product als op het proces gericht. De feedback is veelal duidelijk, constructief en gedoseerd en vindt plaats in een klimaat van veiligheid en vertrouwen. De school kan het geven van feedback nog aan kracht doen winnen, door er een onderwerp van overleg van te maken. Expertise delen met de collega’s van de lagere afdeling is daarbij een aandachtspunt.

Kleuter- en/of leerlingenevaluatie

De observaties en de evaluatie zijn representatief voor het gevalideerd doelenkader en voor het aanbod. De evaluatie van het welbevinden en de betrokkenheid is transparant door afgesproken criteria te hanteren. Bij het uitwerken van het ‘groeipad’ voor Nederlands en de verdere uitbouw van het talenbeleid kan het een groeikans zijn om dit ook voor taalvaardigheid te doen.

De evaluaties zijn betrouwbaar, breed, afgestemd op de doelgroep en geïntegreerd in het onderwijsleerproces. Ze worden gebruikt om het onderwijsleerproces te optimaliseren.

Leereffecten Uit de onderwijsleerpraktijk, de kwaliteitsbewaking van de onderwijsleerpraktijk en het kleuterwelbevinden blijkt dat het team voldoende inspanningen levert, die daadwerkelijk bijdragen tot de ontwikkeling van de kleuters.

(10)

4.2 Wiskunde in Lager onderwijs

Afstemming van het aanbod op het gevalideerd doelenkader

Het team van de lagere afdeling greep de implementatie van het nieuwe leerplan aan om zijn visie op krachtig wiskundeonderwijs te actualiseren. De leraren ontwikkelden vanuit dat doelenkader een groeilijn die het wiskundeaanbod verrijkte en heroriënteerde. In het gedifferentieerde aanbod geven de leraren op evenwichtige wijze aandacht aan kennis, vaardigheden en attitudes. Het aanbod spoort bijgevolg met het gevalideerd doelenkader en is afgestemd op het verwachte beheersingsniveau. De volledigheid van het aanbod op functionele wijze opvolgen, vormt een aandachtspunt.

Leer- en

ontwikkelingsgericht aanbod

Vanuit een degelijke beeldvorming stemmen de meeste leraren de doelenselectie en het onderwijsleerproces af op de voorkennis en de

ontwikkelingsnoden van elke leerling. Het sporenbeleid schraagt meer en meer de zorgwerking, al zit deze methodiek nog niet in elke klaspraktijk even stevig verankerd. De leraren gebruiken geregeld levensechte contexten, hebben oog voor strategieën en hanteren doelgericht activerende werkvormen, waarbij de leerlingen uitgedaagd worden tot probleemoplossing en leren van en met elkaar.

Het aanbod is daardoor veelal samenhangend, betekenisvol en ondersteunt het leren. De onderwijsorganisatie bevordert het bereiken van de doelen.

(11)

Leer- en leefklimaat De leraren creëren een positief en stimulerend leer- en leefklimaat. Een groot empathisch vermogen kenmerkt de lerarenstijl. De leraren motiveren de leerlingen, ondersteunen hen, waarderen hen, gaan vaak met hen in interactie en houden rekening met hun inbreng. De leraren maken door hun degelijk klasmanagement efficiënt gebruik van de lestijd. De leraren passen consequent de afgesproken maatregelen toe om de zorgleerlingen op het vlak van sociaal functioneren te ondersteunen.

Materiële leeromgeving

De leraren zetten de didactische materialen efficiënt in. Mede hierdoor ondersteunt de materiële leeromgeving het bereiken van de doelen. De mooie nieuwbouw en de gezellige inrichting van de lokalen stimuleren het leren en het onderwijzen. Afspraken over het inhoudelijk gebruik van informatie- en

communicatietechnologie kunnen ervoor zorgen dat de inzetbaarheid van de nieuw aangekochte ICT- materialen nog aan kracht winnen.

Feedback De leraren geven geregeld productgerichte feedback, die duidelijk, constructief, gedoseerd en motiverend is en die past binnen een klimaat van veiligheid en vertrouwen. Ze laten echter kansen liggen om feedback, ook op basis van vooraf geëxpliciteerde doelen, ontwikkelingsgericht te formuleren. Het is bijgevolg zinvol om feedback als krachtige didactisch methodiek met alle teamleden te verkennen. De feedback die de leraren bij het schriftelijk werk en in de

leerlingenrapporten noteren, is vrij beperkt. De ouders beschikken hierdoor over weinig informatie om het leren van hun kind(eren) procesgericht op te volgen.

Kleuter- en/of leerlingenevaluatie

De evaluatie spoort met de doelen uit het gevalideerd doelenkader en met het aanbod. Permanente observatie en bijsturing maken wezenlijk deel uit van de evaluatiepraktijk. Ondersteunende methodieken (zoals onder andere verlengde instructie in een miniklas) geven de meeste leraren inzicht in het leerproces van de leerlingen. De leraren stemmen hun evaluatiepraktijk af op de leerplandoelen, al blijft het een aandachtspunt om daarbij de representativiteit van zelfgemaakte toetsen niet uit het oog te verliezen. De evaluatie is transparant, betrouwbaar, vrij breed, afgestemd op de doelgroep en geïntegreerd in het

onderwijsleerproces.

Leereffecten De onderwijsleerpraktijk, de kwaliteitsbewaking van de onderwijsleerpraktijk en het leerlingenwelbevinden tonen aan dat een zo groot mogelijke groep

leerlingen de minimaal gewenste output bereikt.

(12)

4.3 Nederlands in Lager onderwijs

Afstemming van het aanbod op het gevalideerd doelenkader

De leraren plannen naar analogie met het innovatietraject wiskunde een kwaliteitsimpuls voor het taalonderwijs. Een taalbeleidsplan geeft daarvoor richting. De leraren willen de groeilijnen uit het nieuwe leerplan benutten om hun taalvaardigheidsonderwijs te versterken. Het aanbod krijgt momenteel grotendeels invulling vanuit een onderwijsleerpakket, dat de leraren naar eigen inzichten aanpassen. Omdat daarbij duidelijke afspraken op schoolniveau

ontbreken, zijn de volledigheid, het evenwicht van het aanbod en de afstemming op het verwachte beheersingsniveau niet gegarandeerd. Het aanbod spoort daardoor slechts gedeeltelijk met het gevalideerd doelenkader.

Leer- en

ontwikkelingsgericht aanbod

De leraren stellen haalbare en uitdagende doelen voor de meeste leerlingen. De uitgangspunten voor Nederlands in het nieuwe leerplan geven nog te weinig richting aan de dagelijkse klaspraktijk. Doelgerichte aandacht voor

woordenschatverwerving en taalstrategieën vormen daarbij belangrijke knelpunten. De leraren laten ook kansen liggen om het onderwijsleerproces te versterken vanuit een open probleemstelling en krachtige interactie. De leraren experimenteren wel al met coöperatieve werkvormen, om de leerlingen extra kansen te geven om hun mondelinge taalvaardigheden te oefenen. De

doelgerichtheid daarvan kan echter nog aan kracht winnen. De leraren laten nog mogelijkheden onbenut om het aanbod samenhangend en betekenisvol te

(13)

Leer- en leefklimaat De leraren creëren een positief en stimulerend leer- en leefklimaat. De leraren motiveren de leerlingen, ondersteunen hen, waarderen hen, gaan met hen in interactie en houden rekening met hun inbreng. De leraren maken efficiënt gebruik van de lestijd.

Materiële leeromgeving

De leraren zetten de beschikbare uitrusting efficiënt in. De materiële leeromgeving bevordert het bereiken van de doelen. De uitnodigende

boekenhoeken ondersteunen het leesproject. Daarmee verhogen de leraren het leesplezier bij de leerlingen. De leraren kunnen nog grondiger nadenken over de visuele voorstelling van de taalstrategieën zodat de leerlingen er (onder meer ook in andere leergebieden) functioneel gebruik van kunnen maken.

Feedback De leraren geven geregeld productgerichte feedback, die duidelijk, constructief, gedoseerd en motiverend is en die past binnen een klimaat van veiligheid en vertrouwen. Op schoolniveau liggen er nog kansen om feedback als krachtig didactisch en ontwikkelingsgericht instrument beter te benutten. De feedback die de leraren bij het schriftelijk werk en in de leerlingenrapporten noteren, is vrij beperkt.

Kleuter- en/of leerlingenevaluatie

De evaluatie is beperkt representatief voor het gevalideerd doelenkader en voor het aanbod. De leraren laten nog kansen liggen om te komen tot een

betrouwbare en brede evaluatie, die is afgestemd op de doelgroep. Vooral de leervorderingen van de productieve taalvaardigheden (spreken en creatief schrijven) en van de receptieve taalvaardigheid begrijpend lezen, kunnen de leraren scherper en transparanter in beeld brengen.

Leereffecten De onderwijsleerpraktijk en de kwaliteitsbewaking van de onderwijsleerpraktijk bieden gedeeltelijke garanties dat een zo groot mogelijke groep leerlingen de minimaal gewenste output bereikt.

(14)

4.4 Het omgaan met diversiteit

Diversiteitscultuur Het schoolteam erkent de diversiteit in school en in de maatschappij als een normaal gegeven en speelt daar positief op in. Het schoolteam gelooft in de groeikracht van elk kind. Het neemt diverse initiatieven om een goede, onderlinge relatie met alle ouders na te streven. Het schoolteam begeleidt de kleuters/leerlingen tot non-discriminatie, tolerantie en dialoog. De leraren benutten geregeld en doelbewust verschillen tussen kinderen om hen van mekaar te laten leren. De vele projecten, het sporenbeleid in de lagere afdeling en de wijze waarop de leraren de kleuters/leerlingen leren omgaan met conflicten vormen daarvan mooie voorbeelden.

Taalgericht onderwijs

Het schoolteam heeft grotendeels zicht op de talige competenties van de kleuters/leerlingen en stemt de onderwijsleerpraktijk daarop af. Het schoolteam heeft aandacht voor taalgericht onderwijs, erkent de thuistaal en begeleidt de taalverwerving bij de kleuters/leerlingen. De visie op taalontwikkeling en de aanpak daarbij is sterk geïntegreerd in de kleuterafdeling. Overleg hierover met de lagere afdeling kan de kwaliteit van het taalgericht onderwijs in die afdeling verder versterken.

(15)

5 In welke mate voert de school een doeltreffend beleid op het vlak van bewoonbaarheid, veiligheid en hygiëne?

Het bestuur van de school is verantwoordelijk voor de bewoonbaarheid, veiligheid en hygiëne van de gebouwen en lokalen. Aan de hand van volgende processen gaat de onderwijsinspectie enkel na of de school hiervoor een doeltreffend beleid ontwikkelt en voert:

 noodplanning

 valgevaar en toegankelijkheid

 verwarming.

Planning en uitvoering

De school plant beperkt maatregelen en acties gericht op het voorkomen of inperken van risico’s en het voorkomen of beperken van schade. De school neemt die acties gedeeltelijk op in het globaal preventieplan en het jaaractieplan. De school laat kansen liggen om de geplande acties uit te voeren, door een beperktere opvolging van bemerkingen in verslagen of een onduidelijk tijdspad.

Ondersteuning De school ondersteunt beperkt de planning, de uitvoering en de evaluatie van de maatregelen en acties. Ze voorziet beperkt in personele middelen. Zo beschikt ze slechts over één uur ondersteuning door een preventieadviseur. Hierdoor komt de kwaliteit van de interne controles onder druk en boet het risicobeheersings- systeem aan dynamiek in.

(16)

Systematische en betrouwbare evaluatie

De school evalueert enkele processen en bijhorende acties. De evaluatie door de interne dienst gebeurt weinig systematisch. De school benut bij haar evaluaties niet altijd alle beschikbare bronnen of de expertise van relevante partners. Zo worden verslagen van externe controles niet altijd tijdig bezorgd aan het bestuur, waardoor risico’s laattijdig aangepakt worden. Daardoor komt de

betrouwbaarheid van de evaluaties in het gedrang.

Borgen en bijsturen De school heeft grotendeels zicht op haar sterke punten en werkpunten. De school ontwikkelt doelgerichte verbeteracties voor (gesignaleerde) werkpunten.

Meldingen van risico’s worden door het bestuur meestal onmiddellijk aangepakt.

Indien de compenserende maatregelen onvoldoende zijn, worden de risico’s opgenomen in het globaal preventieplan. Duidelijke criteria vastleggen voor het toekennen van prioriteiten is daarbij nog een aandachtspunt.

(17)

6 Respecteert de school de regelgeving?

Er werden geen inbreuken vastgesteld.

(18)

7 Samenvatting

Legende

 = beneden de verwachting

 = benadert de verwachting

 = volgens de verwachting

 = overstijgt de verwachting.

7.1 In welke mate ontwikkelt de school haar eigen kwaliteit?

Visie en strategisch beleid 

Organisatiebeleid 

Onderwijskundig beleid 

Systematische evaluatie van de kwaliteit  Betrouwbare evaluatie van de kwaliteit 

Borgen en bijsturen 

7.2 In welke mate verstrekt de school kwaliteitsvol onderwijs?

7.2.1 Het omgaan met diversiteit Diversiteitscultuur 

Taalgericht onderwijs 

(19)

7.2.2 De onderwijsleerpraktijk

De onderwijsleerpraktijk in de kleuterafdeling in Kleuteronderwijs Wiskunde in Lager onderwijs Nederlands in Lager onderwijs

Afstemming van het aanbod op het gevalideerd doelenkader   

Leer- en ontwikkelingsgericht aanbod   

Leer- en leefklimaat   

Materiële leeromgeving   

Feedback   

Kleuter- en/of leerlingenevaluatie   

Leereffecten   

(20)

7.3 In welke mate voert de school een doeltreffend beleid op het vlak van bewoonbaarheid, veiligheid en hygiëne?

Planning en uitvoering 

Ondersteuning 

Systematische en betrouwbare evaluatie 

Borgen en bijsturen 

(21)

8 Advies betreffende de erkenning en aanbevelingen

De onderwijsinspectie formuleert over de verdere erkenning van de school een GUNSTIG ADVIES waarbij het bestuur zich moet engageren om aan de hieronder vermelde tekorten te werken.

De onderwijsinspectie doet de volgende aanbevelingen met het oog op de verdere kwaliteitsontwikkeling van de school:

 De kwaliteit borgen van de onderwijsleerpraktijk voor de onderwijsleerpraktijk in de kleuterafdeling in kleuteronderwijs.

 De kwaliteit borgen van de onderwijsleerpraktijk voor wiskunde in lager onderwijs.

 De kwaliteit borgen van het omgaan met diversiteit.

 De ontwikkelkansen benutten met betrekking tot de kwaliteitsontwikkeling.

 De ontwikkelkansen benutten met betrekking tot de feedback.

 De tekorten wegwerken met betrekking tot de onderwijsleerpraktijk voor nederlands in lager onderwijs (erkenningsvoorwaarde).

 De tekorten wegwerken met betrekking tot de bewoonbaarheid, veiligheid en hygiëne (erkenningsvoorwaarde).

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

In welke mate ontwikkelt de school haar kwaliteit, met bijzondere aandacht voor de aansturing en de kwaliteitsbewaking van de onderwijsleerpraktijk.. In welke mate verstrekt de

In welke mate ontwikkelt de school haar kwaliteit, met bijzondere aandacht voor de aansturing en de kwaliteitsbewaking van de onderwijsleerpraktijk.. In welke mate verstrekt de

In welke mate ontwikkelt de school haar eigen kwaliteit, met bijzondere aandacht voor de aansturing en de kwaliteitsbewaking van de onderwijsleerpraktijk.. In welke

In welke mate ontwikkelt de school haar kwaliteit, met bijzondere aandacht voor de aansturing en de kwaliteitsbewaking van de onderwijsleerpraktijk?. In welke mate verstrekt de

In welke mate ontwikkelt de school haar eigen kwaliteit, met bijzondere aandacht voor de aansturing en de kwaliteitsbewaking van de onderwijsleerpraktijk.. In welke mate verstrekt

In welke mate ontwikkelt de school haar eigen kwaliteit, met bijzondere aandacht voor de aansturing en de kwaliteitsbewaking van de onderwijsleerpraktijk.. In welke

In welke mate ontwikkelt de school haar kwaliteit, met bijzondere aandacht voor de aansturing en de kwaliteitsbewaking van de onderwijsleerpraktijk.. In welke mate verstrekt de

In welke mate ontwikkelt de school haar kwaliteit, met bijzondere aandacht voor de aansturing en de kwaliteitsbewaking van de onderwijsleerpraktijk.. In welke mate verstrekt de