• No results found

BOODSCHAP EEN INSPIRERENDE VAN DE HEILIGEN DER LAATSTE DAGEN. Nummer VAN OUDERLING ELRAY L. CHRIST1ANSEN, INHOUD. Gironummer

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "BOODSCHAP EEN INSPIRERENDE VAN DE HEILIGEN DER LAATSTE DAGEN. Nummer VAN OUDERLING ELRAY L. CHRIST1ANSEN, INHOUD. Gironummer"

Copied!
40
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)
(2)

EEN INSPIRERENDE

BOODSCHAP

VAN

OUDERLING ELRAYL.CHRIST1ANSEN, Assistent van deRaadder Twaalven

MijnbroedersenZusters, ikwil graagietszeggen dat voor diegenen onderons die gebukt gaan onder beproevingen, moeilijkheden,teleurstellingenen tegenspoed, vannut kanzijn.Tot hen zegik:„Twijfeltniet,vreestniet."(L.enV. 6:36.)

Het EvangelievanJezus Christusomvatallewettenenalleverordeningendie wijnodig hebbenomalleswathet levenbrengt onder ogentekunnenzien,enhetgrootst mogelijke succestebehalen.

Deleringenvan Jezus Christuszijneenweldaad voor hethartvandemens.Zijn leerstel- lingen verlichtenhetdenken.Zijwijzenons degoede weg.

InZijnleringenstaatde erkenningvanGodalsonzeVadervoorop. Jezusbadtotonze Vaderen verzochtallemenseninsgelijks tehandelen,opdatwij„bijallewoord, dat door denmond Godsuitgaat"zoudenleven.Hijleerde onsdatiedervanonseen goddelijk doelkan bereiken doorzich tevoegennaarhet planvan onze Vader, datHijbijmonde van Jezus Christusbekendmaakte.

Ditishetenige plan waardoormenware gemoedsrustkanvinden.Ja,ditishetenige plandatdemenstotverlossing en verhogingleidt.Ditplanwerdonsinhet voorbestaan voorgelegd, en ieder van onsaanvaarddehet graag.

We

begrepenondermeerdatwein hetlevenalsstervelinghoogstwaarschijnlijk zowelverdriet alsvreugdezoudenbeleven, pijn zowel alstroost, teleurstellingen naastsucces,nietalleengezondheid,maar ook ziekte.Omdathetvoor onze ontwikkeling noodzakelijk is, staatdeHeer toedathet bitterevermengdwordt methetzoete.Hijweetdathet geloof vanelk individu niet alleen door tegenspoed,maarook door kalmte envoorspoed beproefdmoetworden.Anders zou dekans bestaandatditgeloofinonvoldoendemateontwikkeldblijkttezijn,alsmen vooreensituatiekomttestaan diemenalleendoor geloofhethoofd kan bieden.

Broeders enzusters, uenikstaannimmeralleen.De Heerverlaatonsniet.Latenwijdan ookHemnietverlaten!

INHOUD

Verlossing Universeel, president JosephFieldingSmith 227 Tempels

DePoorten naarde hemel, ouderling Marion G.Romney 229 Het gezin ende eeuwigheid, ouderlingBoydK.Packer 235

Inleidinginde genealogie, ouderlingHoward W.Hunter 239

Dezedingenhebikgeleerd,presidentN.EldonTanner 241

Een zondaginVietnam,Roger McLaughlin 242

Hetgesproken woord,ouderlingRichardL. Evans 245

Onzejongeren voorbereiden, president HaroldB.Lee 246

Een geschenkuitdehemel,GeorgeDurrant 249

DEkleineSTER:Vanvriendtotvriend,ouderlingMarkE.Petersen 57

Ouderakkerkomtte hulp,EvaGregoryde Pimienta 59

Opde omslag:Dezegelukkigetafereeltjesvansaamhorigheidinhetgezinwerdeninde verschillende delen van de wereld gefotografeerddoorDoyle Green,JerryHarvey, Eldon Linschotenen Roland Sparks. Zie hetartikel„Eengeschenkuitdehemel" doorGeorge Durrantop pagina249.

VAN DE

HEILIGEN

DER LAATSTE DAGEN

Officieelorgaan voor de Nederlandse Zending en deringHolland

Augustus1971 71e Jaargang

Nummer

8

Redacteur:

DoyleL.Green, ChurchEditorialDepartment

Coördinator:

J.W.Zurhaar KerkelijkVertaalbureau Radesingel26, Groningen.

Correspondent voor de ring Hol- land: R.L.Schuurman, Wagenbergstraat 77,Rotterdam.

„De Ster", uitgegeven door De Kerk van Jezus Christus van de Heiligen derLaatste Dagen, ver- schijnteenmaal permaand.

Abonnementsprijs: f6,

perhalf jaar,f12,

perjaar.

Gironummer

Voor ledenvan de Nederlandse Zending: 240615

t.n. v.Neder- landse Zending, Amersfoortse- straatweg214, Huizen (N.H.) Voorledenvan de ring Holland:

1673338 t.n.v. Administratie DE

Nadrukvan deinditnummervoor- komendeclichésisverboden.

Drukker:

PaulGieseKG,Offenbacha. d.M.

West-Duitsland

(3)

Boodschap van

de president

van

de

Kerk van

Jezus Christus

van de

Heiligen

der

Laatste

Dagen.

Verlossing universeel

Beseffende heiligenderlaatste

dagen

ten vollehetbelangvan de

enorme

verantwoor- delijkheid dieons op de schoudersisgelegd

met

betrekkingtotdeverlossingderwereld?

We

doenbijzonder veel

om

teprobereneen perverse engoddelozegeneratietebekeren ente redden;

we

sturen

honderden

zende- lingennaaralledelenvan de wereld enbe- steden jaarlijks honderdduizenden guldens aan de

bouw van

kerkgebouwen, scholen en andere

gebouwen,

enaan de opleiding en opvoeding

van

de jeugd

van

Israël, aan de ontwikkeling en verbetering van onze lan- den, stedenbouw, en vermeerdering van onze

gemeenschappen,

het uitgeven van tijdschriften en aan ons nijverstreven

om

onzeeigen

mensen

teverbeterenen de ken- nisteverbreiden,diede wereldtothetEvan- gelie zalbekeren.

Maar wat doen

wijvoor

de

verlossing

van

onze

doden?

Weliswaarzijner veel

mensen

dieditimpo- sante

werk

begrijpenen

met

trouw engeloof hun plichten in de tempels des Herenver- vullen. Ditis

een

goed teken en hetgeeft blijkvan de bereidwilligheid en

werkzaam-

heidvan deheiligen.

Maar

hetpleitdeinac- tieve, talmende leden, die niets voor hun

doden

doen, nietvrij.

Deze mensen

kunnen nietverwachtendatzijde eerzullen krijgen

van

hetgeenanderen doen; de verantwoor- delijkheid

weegt

naarverhouding vanonze persoonlijke capaciteiten en kansen voor onsallen

even

zwaar.

Hetmaaktnietuitvoorwelk ander

werk we

Deze boodschapvan presidentSmith verscheenvoor heteerstindeImprovementEravanfebruari1910 (pag. 352).Hetonderwerpiszo actueel endewoorden zotoepasselijk,datdezeboodschapverdientop dezeplaatsnogmaalsgepubliceerdteworden.

geroepen

mogen

zijn,welke functie

we

be- kleden, ofhoe trouw

we op

andere manieren

indeKerk

hebben

gearbeid;niemandisvrij- gesteld van deze belangrijke verplichting.

Hetwordt zowel van deapostel,als

van

de nederigste ouderling geëist.Plaats,aanzien of langdurige dienstvoor de zaak vanZion, in hetzendingsveld, de ringenvan Zionof elders, geeft niemand het recht de verlos- singvanzijn

doden

teveronachtzamen.

Sommigen menen

misschiendatzijvanver- dere plichten ontslagenzijn, indien zij hun tiende betalen,de vaste vergaderingen bij-

wonen

enandereplichtenvervullen.de

arme

steun verlenen of misschien één,

twee

of

meer

jaren besteden aan prediken in de wereld.

Maar

het

werken

voor de

doden

is

degrootsteen mooistetaak. Wij

mogen

en

moeten

aldieandere dingendoen

waarvoor

wij beloondzullenworden,

maar

alswij het zwaarder

wegende

voorrecht en

gebod

ne- geren, zullen wij zeer

zwaar

veroordeeld

worden —

alle

goede werken

tenspijt.

En

waarom

een dergelijke veroordeling?

Omdat

de„grootsteverantwoordelijkheid in

dezewereld, diedoor

God

op onze schou- ders isgeplaatst,is

om

naaronze

doden

te zoeken".

Omdat

wijzonder hennietverlost kunnen worden, „ishet noodzakelijk datzij dieonszijn

voorgegaan

enzijdieonszullen volgen dezelfdeverlossing ten deel valt als ons.Aldus heeft

God

het verplichtgesteld voorde mens,"zegt

de

profeetJoseph Smith.

(Zie

de

Leringen van

de

Profeet Joseph 227

(4)

Smith, pag. 378. Zie

De Weg

totVolmaking, JosephFielding Smith, p. 153.)

Hieruit zien

we

dandat

hoewelhetnood- zakelijkis

om

denatiënderaardehetEvan- gelie teverkondigen en alle andere

goede werken van

de Kerkteverrichten

toch het grootstegebod,datons

gegeven

isenver- plichtisgesteld,tempelwerk vooronszelfen vooronze

doden

is.

Voorts zegtde profeet:

„Doop

voorde do- den is de enigewijze

waarop

de

mens

als heiland

op

de Berg Zion kanverschijnen.

De

verkondigingvan deeerste beginselen

van

hetEvangelie

was

voor de

mens

een per- soonlijkmiddeltotverlossing,

maar

de

men-

sen

worden

hetwerktuig

om

zeervelen

van

hunbloedverwantenhet Koninkrijkvan

God

binnen te voeren doorals plaatsvervanger actiefdeelte

nemen

aan deriten vanver- lossing...

Deze

leerstellingblijktglorierijk, aangezienhetde grootsheid vangoddelijke barmhartigheid en welwillendheidinde uit-

gebreidheid

van

hetplan

van

zaligheid

voor

de

mensen

tentoonspreidt.

Deze

heerlijke waarheid is erop berekend het begripaan- zienlijktevergroten en

om

de onder moei- lijkheden, problemen en bedroefdheid ge- bukt

gaande

ziel testeunen...

Deze

leer- stellingbrengtheel duidelijkdewijsheiden

genade Gods

naarvoren, die blijkt uithet voorbereiden van een verordening voor

de

verlossing der doden, doordatzij bij vol- macht

gedoopt

worden, hun

namen

in de hemelte

boek worden

gesteld,enzij

worden

beoordeeld naar de dadendiezijalssterve- ling

hebben

begaan.

Deze

leerstelling

was

degrotelastvan deSchriften.Die heiligen, diedit

namens

hun

doden

negeren,brengen hun eigen zaligheidin gevaar."(Times

and Seasons

2:577-578.)

Onze

eigenzaligheidisingevaar,

omdat

het nietalleennoodzakelijkisdatoudersenkin- derende verordening van de

doop

ontvan- gen,

maar

zij

moeten ook van

generatie

op

generatieaanelkaar

verbonden

worden. Het

is voor

ons

noodzakelijk dat

we

naar de tempels gaan, gedoopt en bevestigd

worden

enalleverordeningen voor onze

doden

ont- vangen, net zoalswij ze voor onszelf ont- vangen.(ZieHistory of theChurch6:365.)

„Inditgevalishetvoldoende

om

teweten,"

lezen

we

in de openbaring, „dat de aarde met een vloek zal

worden

geslagen, tenzij ergebaseerd op een ofanderleerstukeen verbindende schakelvan de eenofandere aardtussende vaderen en de kinderenbe- staat

enziet,watisditleerstuk?Hetisde

doop

voor de doden.

Want

wijkunnenzon- der henniet totvolmakingkomen; evenmin kunnenzijzonderonstotvolmaking komen.

Noch kunnen

zijofwij totvolmaking

komen

zonderhen, diereeds inhetevangelie zijn gestorven;

want

hetis noodzakelijkbij het inluiden der bedeling van de volheid der tijden, welke bedeling nu wordt ingeluid, dateen gehele en

volkomen

vereniging, en samensmelting vanbedelingen, sleutelenen machten en heerlijkhedensedertde

dagen

van

Adam

tot zelfs

op

de tegenwoordigetijd zouden plaatsvinden, en

worden

geopen- baard. En nietalleen dit,

maar ook

hetgeen sedertde grondlegging der wereld

nimmer

is geopenbaard, doch voor de wijzen en voorzichtigen verborgen is gehouden, zal aan kleine kinderenen zuigelingenindeze bedeling, dievan devolheiddertijden,wor- den geopenbaard." (L.enV. 128:18.)

Nogmaals

citeer ik de profeet:

„De

Bijbel zegt: ,Ziet,IkzendeuliedendeprofeetElia, eer datde grote en dievreselijkedag des Heren

komen

zal. En hij zal het hart der vaderen totde kinderen wederbrengen, en het hartder kinderentothun vaderen; opdat

Iknietkome, en de aarde

met

den bansla.'

(Maleachi4:5-6.)

„Het

woord wederbrengen

had vertaald

moeten worden met

bindenof verzegelen.

Maar

watishet

oogmerk

van dezebelang- rijke zending en hoe

moet

dat

worden

be- reikt?

De

sleutelen

moeten

overgedragen worden,de geest

van

Elia

moet

komen,het Evangelie

moet

gevestigd worden, deHei- ligenvan

God

vergaderd, Zion

opgebouwd,

en deHeiligen

moeten

als heilanden op de Berg Zion komen.

„Maar

hoezullenzij heilandenop de Berg Zion

worden? Door

tempelen te bouwen, doopvonten op te richten,en alle verorde- ningen, doopceremoniën, bevestigingen, wassingen,zalvingen, ordeningenenverze- gelende machten

op

hunhoofdenteontvan- genten

behoeve

van hun gestorven voorou-

(wordtvervolgd opblz233)

228

(5)

Tempels

De poorten naar de hemel

DOOR

OUDERLINGMARIONG.

ROMNEY

vandeRaadderTwaalven

Vanallewonderschonedingendie tijdensdeher- stellingvanhetEvangeliewerdengeopenbaard, waseen van debelangrijkstepunten kennisom- trenttempels enhetdoeldaarvan.Toendepro- feetJoseph Smith het aloude verslag aan het vertalenwas,vernamhijdatdevolkerenvan het Boekvan

Mormon

tempels hadden.Toen Nephi verslagdeedvanwathijrond570v.Chr.deed, schreefhij:

„Enik,Nephi,bouwdeeen tempel, enikbouwde dienaarde tempel van Salomo,metditverschil, dater nietzovele kostbare materialen voor wer- dengebruikt,wantdiewerdendaarnietaange- troffen;daaromkonhijniet gelijkwordenaande tempelvan Salomo. Dochde

bouw

was alsdie vanSalomo's tempel en de bewerkingwasbui- tengewoonfraai." (IINe.5:16.)

Latervermeldde JakobdathijhetvolkvanNephi onderweesinde tempel.1

Omstreeks 121 v.Chr. „zond koning Limhieen bekendmakinguitonderzijngehelevolk, datzij bijde tempelmoestensamenkomen

om

de woor- den te horen, die hij tot hen zou spreken."

(Mosiah7:17.)

Vermoedelijkwasditde tempel,diede losban- dige koning Noach zo fraai versierde.2Het is

mogelijkdat alle bovengenoemde verwijzingen sloegenop de tempel diedoor Nephiwerd ge- bouwd.

Rond124v.Chr.vergaderde het volkzichbijeen andere tempelinhet landZarahemla

om

de im- posanteafscheidstoespraakvan koning Benja- mintehoren.3

HetBoekvan

Mormon

maakt melding van een derdetempel, dieinhet „landOvervloed" lagen waarhetvolkvan Nephi vergaderd was, toen het voor het eerstde verrezen Heiland hoorde en zag.4 Mogelijkhebben de Nephieten nogmeer tempels gehad.5

Inhet

Oude

Testamentlezenwe, dathetvolkvan Israëleen volk vantempelbouwerswas.Dr.James

E.Talmagewijsterop datzij „zichonder dena- tiënonderscheiddenalsbouwersvan heiligdom- menvoor denaamvan de levende God."6 Afgoden dienende volkerenbouwden eveneens

tempels, diewaren gewijd aanhun respectieve afgoden. Niet lang nadatIsraël was „ontvlucht uitde omgeving van de Egyptische afgoderij", geboodJehova hen „een heiligdom tebouwen, waarin (Hij) Zijn tegenwoordigheid kon mani- festeren enZijnwilbekendkonmaken alshun aanvaardeHeeren Koning."7Overeenkomstig de gedetailleerdeopgaven, diezijvanJehovaont- vingen, bouwdenzij methetmooiste materiaal dat zij ter beschikking hadden de tabernakel, waarin de Ark des Verbonds werd onderge- bracht.

ToenIsraëlnaveertig jaartrekkendoor dewoes-

tijn uiteindelijk een eigenland bezat, kreegde tabernakel, diezijsteedsmee haddengedragen,

„eenrustplaatsinSilo; endaarheen trokkende stammen

om

te vernemen wat dewil en het woordGodswas."8

„David,detweedekoning vanIsraël,wildevoor de Heereen huis bouwenenmaakte daarvoor plannen.Hijverklaarde dathetnietpastedathij,

de koning, in eencederhouten paleis woonde,

terwijl hetheiligdomvan

God

nietmeerdan een tent was."9Maarde Heerspraktot hem: „Gij zult Mijn

Naam

geen huis bouwen,wantgijzijt

eenkrijgsman,engijhebtveelbloeds vergoten."

(IKron.28:3.)

DetempelteNauvoowas detweedetempel diein dezebedelingvoorde Heer werd gebouwd.

229

(6)

David bracht echter weldematerialen bijeen,en zijnzoon,Salomo,bouwdedetempel.

Dezemajestueuze tempelbleefinalhaar pracht vierendertig jaren behouden. Daarna „onttrok JehovaZijnbeschermendetegenwoordigheid...,"

vanwegedezondevanSalomoendeafvalligheid vanIsraël.10

De

Egyptenaren beroofden deze tempel;Achaz plunderde hem, en Nebucadnezar legde hem omstreeks 600v.Chr. indeas.

Israël was goddeloos geworden.

De

stammen warenuiteengegaan.„HetkoninkrijkIsraël,dat ongeveeruittienvandetwaalfstammenbestond, wasrond721v.Chr.onderworpendoorAssyrië."

De

resterende twee stammen, het koninkrijk Juda, bleefzeventig jaarlang onderdrukt door Babel.

„Daarna kregenzij onderhetzachtmoedige be- wind vanCoresen Darius toestemming

om

naar Jeruzalem terugte kerenen nogmaals, inover- eenstemmingmethungeloof,eenTempelopte richten...

De

hersteldeTempel is de geschie- denis ingegaanalsdeTempelvan Zerubbabel."

Dezetempelwerdin515v.Chr. voltooid. „Hoe- wel dezeTempelvergeleken bijdeTempelvan Salomoaanzienlijkminderrijkwasafgewerkt en ingericht, was het niettemin het bestewathet volkkonbouwen,endeHeeraanvaarddehet,"

net zoalsHij „de Tabernakel" en de tempel van Salomohad aanvaard.11

Na

vijfeeuwenvan ruïneusvervalwerd detem- pelongeveerzestien jaarvoor de geboorte van Jezusdoor Herodes, koning vanJuda,weerop- gebouwd. Hoewel de tempel totvelerlei com- merciëlegebruikenwasgedegradeerd, stondhij inverband metvele gebeurtenisseninhetaardse levenvan deHeiland.Inhet jaar70na Chr.werd

hijdoor vuur verwoest,zoalsdoordeHeerwas voorzegd.

Niettegenstaandehetfeitdattempelsaltijd het waarmerkvanwarevolgelingenvande levende

God

zijngeweest,hebbenvolgensdekronieken geen andere belijdende christenen buiten de Nephieten ooit een tempel gebouwd in de tijd tussen deTempelvanHerodesenhet jaar 1830, waarindeKerkvan Jezus Christus van deHeili- gen der Laatste Dagen werd gesticht

een tijdsbestekvan 1760jaar.Aangezienin aldietijd

onder de mensen op aarde geen kenniswerd aangetroffen omtrent tempels,hetdoel ervan,en hetwerkdaterinverrichtmoestworden,rijstde vraag:WaaruitputtedeprofeetJosephzijnken- nisomtrent tempels?Hetstaatvast dathijkennis vandienaardnietbijmensenverwierf,omdatzij diekennisnietbezaten. Uiteraardluidthetant-

woord,dathijdekennis door rechtstreekse open- baringuitde hemelontving.

Tempelbouwindezetijdisderhalve een voor

De

Kerk van Jezus Christuskenmerkendwerk.Tem- pelskunnendoorgeen anderemensenbegrepen worden dan door leden van de Kerkdie een begrip hebben van het Evangelie van Jezus Christus.

De

grootse eeuwige beginselen van voorbestaan, eeuwig huwelijk, opstanding,ver- hoging,de aard van

God

enonzeverhoudingtot

Hem —

aldezeen nog meerbelangrijkebegin- selen van hetEvangeliezijngerichtophettem- pelwerk.Vanuitde tempels vindenzijhun weer- schijn inde harten van begrijpendeheiligender laatstedagen.

VanallebewijzenvanhetfeitdatJoseph Smith

jr.alsprofeetgeroepen was, iser vrijwel geen zo beslissendalshetfeitdathijbinneneenjaar nadatde Kerkwerdgestichtvan de Heerinstruc- tiesbegonteontvangentenaanzienvan de

bouw

vantempels.(L.enV. 36:8.)

Reedsinjuli 1831zeideHeerhem,datIndepen- dence in destaat Missouri „deplaats voorde stadZion"

was

en eenplaatsvoorde tem- pelligttenwestenervanopeenstukgrond,niet vervanhetgerechtsgebouw." (L enV. 57:2,3.) Het belang datdeheiligenhaddenbijde

bouw

van tempels envan destadZionwasindievroe- gejaren groot. Uit hetbelang datzijbijtempels hadden, vloeide voortdat eronderdeheiligen een geest ging heersen,diehen aanspoordetot

samenkomen.Hetverband tussen de geest van hetsamenkomenendebelangstellingvoor tem- pelswerd aldus doorde profeetverklaard.Ge- bruikmakendvan detekstwaarindezewoorden van de Heilandstaan:„Jeruzalem, Jeruzalem!gij, die profetendoodt, enstenigt,dietotugezonden

zijn! hoemenigmaal hebIk

uw

kinderenwillen bijeenvergaderen,gelijkerwijseen hen haarkie- kens bijeenvergadert onderdevleugelen;engij- liedenhebtnietgewild," (Mt. 23:37.),vroeghij:

„Watwashetdoelvanhetbijeenvergaderenvan deJoden, ofwel hetvolkvan God, inenig tijd- perkvande wereld?"

Hijantwoordde: „Hetvoornaamstedoelwaseen huistebouwenvoor de Heer,waardoorHijZijn volkde verordeningen vanZijnhuisende heer- lijkheidvanZijn Koninkrijkkon openbaren en

om

het volkde

weg

der verlossingteonderwijzen;

wanterzijn bepaalde verordeningen en begin- selendie,alszijworden onderwezeneninprak- tijkwordengebracht,moetenwordenverrichtin een plaatsofeen huisdatvoordat doel isge- bouwd.

„Hetwashet plan van de raadsvergaderingen

inde hemel voor de wereld bestond, datde be-

230

(7)

ginselen en wetten van het priesterschap ge- baseerdmoestenzijnop de vergadering van de mensenvanelktijdperkvan de wereld...Ver- ordeningen die in de hemelenvóór de grond- vestingvan de wereld,inhet priesterschap,voor deverlossingvande menszijningesteld,mogen

nietveranderdofgewijzigdworden.Allendienen op grond van dezelfde beginselen verlost te worden.

„Voorditzelfdedoelvergadert

God

indelaatste dagenZijnvolk bijeen

om

voordeHeereenhuis tebouwen,waarzijzichkunnen voorbereiden op de verordeningen enendowments,wassingen en zalvingen..

.

„Alseen man devolheidvan het priesterschap van

God

ontvangt,moethijhetopdezelfdewijze verkrijgen waaropJezus Christushetverkreeg, en datgeschieddedoorallegeboden teonder- houdenenalleverordeningenvan hethuisdes Herentegehoorzamen...

„Allemensendieerfgenamenvan

God

worden, en medeërfgenamenvan JezusChristus, zullen

devolheidvandeverordeningenvanZijnKonink- rijkmoeten ontvangen; enzijdie niet allever- ordeningen ontvangen,zullendevolheidvandie heerlijkheid nietinhaargeheel ontvangen,zozij dienietgeheelenalverliezen."12

Tempels zijn noodzakelijk voor een volkomen organisatievandeKerk.„DeKerk," zeidepro- feet, „isnietvolledig,ennietin dejuisteorde, georganiseerd

en kandatooknietzijn

voor deTempelvoltooidisdieplaatszal biedenvoor de bediening van de verordeningen vanhet pries- terschap."13

Tijdensde Kerk-conferentie van 8april 1844te Nauvoo, zeide profeetde heiligendat hij „in- structiesvande Heerhadontvangendatvan nu afaan overal in deVerenigde Statenwaar de ouderlingen van Israël kerken en gemeenten zullen oprichten,eenringvan Zionmoetzijn. In

degrotesteden,zoalsBoston,

New

York, enz., zullen erringen zijn.Hetis eenglorierijke be- kendmakingenikheb dievoorhetlaatst bewaard, enhetisde bedoeling dat eenieder begrijptdat

Eengrotemaquettevande Tweede Tempel (deChristenennoemendit de Tempelvan Herodes) staattentoongesteldbijhet HeiligeLandHotelin Jeruzalem.

231

(8)

metditwerk aangevangenzalworden nadatwas- singen, zalvingen en endowmentsdaarverricht

!14

zijn.

Tempelszijnimposante vestingen vangerechtig- heidopdewereld.Deduivelverzetzichertegen.

Hij hitsteookde vijanden van onzemensen op nadatdeeerste tempelswaren gebouwd,zodat denheiligen zichgenoodzaakt zagenuitKirtland enNauvoo

weg

tetrekken.Zonderde groteuit- stortingvan geest en machtdieindeze tempels verleendwerd, zouhetvoortbestaan vande Kerk

tebetwijfelenzijngeweest.

Behalve dat het eenplaatsvoor deHeerwas,

om

„Zijnvolkdeverordeningen vanZijn huisen de heerlijkheidvanZijnKoninkrijkteopenbarenen hetvolkde

weg

der verlossingteonderwijzen",

iseen tempel eengebouw waarde"levendehei- ligendehogereverordeningen vanhet priester- schap ontvangen, die nodig zijn voor hun ver- hoging.

Wijwetenallemaalwelkedenoodzakelijkever- ordeningenvan hetEvangeliezijn:teneerstede doop;ten tweede handoplegging voorde gave desHeiligenGeestes. Dezeverordeningen wor- denopandereplaatsendan in tempelsaande levenden bediend,zoalsookde derde verorde- ning: handopleggingvoor het verlenen van het priesterschap.

De

hogere verordeningen vanhet Evangelieechter, diewelke behoren totde en- dowmentende verzegeüngsverordening,kunnen alleenintempelswordenverricht.

De

profeet Joseph maakteduidelijkdatde mens

nietverlost (d.w.z.verhoogd) kan worden,tenzij hijvoorzichzelfdeze verordeningenheeft laten verrichten.

„Ikzoualleheiligenwillenaanraden hunuiterste besttedoen enalhunlevendefamilieleden op dezeplaats bijeentebrengen,opdatzijverzegeld enverlostmogenworden, opdatzijvoorbereid mogen zijn op de dag dat de engel derver- woestinguitgaat...

„Vaakstelt

men

de vraag: .Kunnenwijnietver- lostwordenzonderaldieverordeningen, enz?' Mijnantwoordzouluiden:,Neen,nietde volheid derverlossing.'Jezus heeftgezegd:,ln hethuis MijnsVaderszijnvelewoningen;Ikgaheen

om

u plaatste bereiden...' ...en elke mens,die wordtverhoogdtotdehoogste woning,dient zich aaneencelestialewettehouden, en bovendien aande gehelewet."15

1'n tempelswordenwijvoorde eeuwigheid aan onze ouders, onze echtgenoten en onze voorou- ders verzegeld, enonze kinderen worden aan ons verzegeld.

Onzeleiderssprekenherhaaldelijkover het ge- zin alshetmiddelpunt van hetlevenvandehei-

ligenderlaatstedagen.Zonderverzegelingvan echtgenoten en echtgenotes, kinderen en ouders, zouerinde werelddiekomengaatgeenfamilie- bandbestaan;erzoudengeeneeuwigegezinnen zijn. En ditzouverschrikkelijkzijn! Zonderhet gezinzou de hemel verstokenzijnvanhetgeluk ervan.

Waar

mijngeliefdevrouwen kinderen ook mogen zijn isvoor mij de hemel. Daarom be- schouwikvoor mijzelfdeTempel in SaltLake City,waardelievelingvanmijnjongejarenenik voortijdenalleeeuwigheid aanelkaarverzegeld werden,alsde poort naar de hemel.

Tempelszijnook depoorten naardehemel voor onze vooroudersdie niethetvoorrecht hadden

ineentijdenopeenplaatstelevenwaarzijde verzegelende verordeningen konden ontvangen.

InZijngesprekmet NicodemuszeiJezustegen hem: „Zoiemand nietgeborenwordtuitwater en Geest,hijkaninhetKoninkrijk

Gods

niet in- gaan."(Joh. 3:5.)

Dezetekst brengt de afvallige christenheid in eenlastigdilemma.Zijdiedoenalsofzijdelerin- genvan Jezus verkondigen, ontzeggendeontel- baremensendiegestorvenzijnzondergedoopt tezijneenplaatsinhetKoninkrijk.Anderen,die inopstandkomentegendevoorde handliggende onrechtvaardigheidvan eendergelijketoestand,

232

(9)

zeggendatde Heilandbeslistnietgemeendkan hebbenwatHij zei.Daarom verwerpenzijheten zeontkennenzowel denoodzaakvanhetdopen, alsvan de overige verordeningen vanhetEvan- gelie.

Eigenlijkbestaateendergelijkdilemmaniet,want deHeerheeftervoor gezorgd, datintempelsalle onmisbare verordeningen voor de doden door plaatsvervangersmogen wordenverricht.O,wat moeterindegeestenwereldonderde gelovige kinderenvanonzeVadereenvreugdeheersen, nuzij ziendatonzehedendaagsetempels wor- den gebouwd en zij de grote stuwkracht aan- schouwendie hetgenealogischwerkonderde deskundigeleidingvanhetGenealogischComité vandePriesterschap, bijgestaandoorduizenden intelligente, harde werkers,krijgt.

Overpeinzingen overhetonderwerptempels en de daargetroffenvoorzieningen

om

onsinstaat testellen integaan inde hemel, brengenons delesvan Jakobsdroomingedachten.

U

herin- nert zichweldat erinhet achtentwintigstehoofd- stukvanhetboekGenesis een verslagstaatover Jakobs terugkeer naarhet landvanzijnvader

om

uitzijneigenvolkeenvrouwte kiezen.Toenhij vanBershebanaarHarantrok,hadhijeendroom, waarin hij zichzelfop de aarde onderaan een ladderzagdietotaan de hemel reikte,enbo- venaan stond de Heer.Hijzagengelenlangs die laddernederdalen en opgaan, en Jakob besefte datdeverbondendiehijmet deHeerhadgeslo- tende sportenvan de ladderwaren diehijzelf zoumoetenbeklimmem

om

de beloofde zegenin- gen te ontvangen

zegeningen die hem het rechtzoudengevende hemel binnentegaan en met de Heertespreken.

Omdat

hijdaarde Heerhadontmoetenverbon- den met

Hem

had gesloten, achtte Jakob die plaatszoheilig,dathijhaar Bethelnoemde,een samentrekking van Beth-Elohim, hetgeenletterlijk betekent„hetHuisdes Heren." Hij zeihierover:

Ditisnietdan eenhuisGods, enditisde poortdes hemels!" (Gen.28:17.)

Jakobging niet alleendoor de poort des hemels, maardooralleverbondennate komentrad hij ook helemaalbinnen.Overhemenzijnvoorzaten Abraham en Izak zei de Heer: ...omdatzij nietsandersdedendan hetgeen hunwerdgebo- den, zijn zij hun verhoging ingegaan overeen- komstig debeloften, enzijnophuntroongeze- ten,enzijngeen engelen,dochzijngoden." (L.

enV. 132:37.)

Tempels zijn voor ons allen wat Bethel voor Jakob was.Zelfsmeerdandat,wanthetzijnook de poorten des hemels vooral onzeoverleden bloedverwanten, die geen endowment hebben

ontvangen. Wijmoetenallenonzeplichtdoenen hen, die ons dierbaarzijn, door deze poorten

voeren.

Q

1 Jakob1:17; 2:2,11.

2 Mosiah11:10,11.

3 Mosiah1:18;2:1,5-7.

4 IIINephi11:1-11.

5 Alma16:13; 23:2; 26:29.

Helaman3:9,14.

6 JamesE.Talmage:TheHouseoftheLord (TheChurchof Jesus ChristofLatter-DaySaints,1912),blz.2.

7 Idemblz. 2-3.

8 Idemblz.5.

9 Idemblz.6.

10 Idemblz.8.

11 Idemblz. 9-11.

12 JosephSmith: HistoryoftheChurch ofJesus Christof Latter-daySaints,red.B.H.Roberts,2edruk, 5:423-424.

13 Idem4:603.

14 Idem6:319.

15 Idem6:184.

(vervolgvan blz228)

ders,

om

henteverlossen,zodatzij

mogen voortkomen

indeeersteopstandingen

met

hen

verhoogd worden op

tronenvan heer- lijkheid;ditisdeschakel, diedeharten der vaderen verbindt aan de kinderen, en

de

hartender kinderenaande vaderen, hetgeen devervullingisvan de zending vanElia.

God

gave, datdeze tempel nu gereed was, zodat wijdiebetredenkonden,aanhet

werk

kon- dengaan en detijdnuttig besteden enge- bruik

maken

van deze verzegelende

mach-

ten, terwijldie

op

de aardezijn.

„De

heiligen

hebben

nietveel tijd

om

hun

doden

teverlossenenzalig te

maken

en

om

hun levende verwanten bijeen te brengen, opdat

ook

zij zalig zullen kunnen worden, alvorensde aarde geslagenzal

worden

en de vastbesloten verdelging

op

de wereldzal komen." (Leringen van

de

Profeet Joseph Smith, pag. 350.)

Deze

passagesbenadrukkenhetbelangvan het

werk

voor de doden,

want

zonder hen kunnenwijnietgeredworden, noch

kunnen

zij zonder ons gered worden.

Onze

verlos- sing kan niet volbracht worden, tenzij de vaderen en kinderen verenigd

worden

enin

volmaakte gezinsvolgordeverbonden enver- zegeldworden. Echtgenoten

moeten

door de

bevoegde

autoriteiten

met

hun

vrouw

ver- enigdworden, en kinderen

met

hun ouders, tothunfamilie ééngrote familieis,die be- staatuitallegelovigendievanhetbegintot het einde der tijden

hebben

geleefd,

met Adam,

onze stamvader, volgenszijnroeping alsvadervan onsallen.

Q

233

(10)

234

(11)

Het gezin

en de eeuwigheid

DOOR

OUDERLING

BOYD

K.PACKER vande RaadderTwaalven

Enigetijdgeleden gafikraadaaneenvrouw,die na het mislukken van haar huwelijk en hetver- liesvan haar enigkind, een jongendienegen jaar

was

toenhijoverleed,totde Kerk wastoege- treden.Zevertelde

me

iets,datik

me

heelgoed herinner,wanthettrofmijzeer.

Nadatzijen haar

man

uiteenwarengegaan,pro- beerde ze enigetijdlang zelfinhet levensonder- houdtevoorzienvanhaar zoonenzichzelf,maar toenkreeg haarzooneen ongeneeslijkeziekte.

Enige tijd voor hijoverleed begon hij zich te realiseren dat hij nietzou blijven leven. Zijn moederzei,dathijvanafdat

moment

nogmaar aan één dingdacht: telkensen telkensweerzei hijsmekend: „Mama,uzult

me

tochnietverge- ten,hè?Ikwordtochnietvergeten?"

Ditsmeken van een stervende knaap spreekt eigenlijkvooronsallenen het brengt onsver- langenniettewordenvergetentot uitdrukking.

Toenikpresidentwasvan dezendingin

New

England, ontving ikeen briefvan een moeder, waarinzijuitlegdedatzijen haar

man

nietlang nadatzijlidwaren geworden van de Kerkhun enig kindhaddenverloren; het meiskevanon- geveervijfjaar

was

door een auto overreden.

Weken

na de begrafenis piekerde en rouwde dezedoor smart gebrokenmoederover hetver?

liesvan haarkind.Gebuktonder defolteringvan haar diepe droefenis schreef ze mij een brief, waarin zetweevragenstelde.Teneerste:„Zeg

me

hoe hetis.

Werd

allesdonker? Ikmoeter nietaandenkendat het helemaal donkerisvoor mijn kleinemeisje."En detweedevraagluidde:

„Zalzealleen zijn?Zegtu

me

alstublieftdatmijn kleinemeisjenietalleenzal zijn.Ikmoeter niet aandenkendatze nu helemaalalleenis."

Wat

benikdankbaardat

we

deze moederkon- dentroosten,enwatbenikdankbaardat

we

in

235

(12)

deze bedeling openbaringen hebbenontvangen, waardoor

we

zeerveel weten overwater ge- beurtenwatwijmogenverwachtenalswijdoor desluiergaan.

De

instandhoudingvan hetgeziniseenvan de grotetakenvan deKerk.

De

Heerheeftons ge- openbaardhoewijeen gezinkunnenstichtendat nimmeruiteenvalt.Hetgenealogischwerkvan de priesterschapbereidtde

weg

voorhet verrichten van verordeningen in de tempel, hetgeen de fundamentele organisatie van de Kerk tot een eeuwigemaakt

het gezin.

Wij geloven in openbaringen. Wij heiligen der laatste dagen „geloven al hetgeen

God

heeft geopenbaard,alles,watHijnu openbaart,enwij geloven,datHijnogvelegrotedingenaangaande hetkoninkrijkvan

God

zalopenbaren."(Negende Artikel des Geloofs.) Ikdenk niet dat er veel

„Ouderschap behoort niet tijdelijk te zijn

;

het behoort eeuwig te zijn.

"

heiligen der laatste dagen zijn diehet laatste gedeelte vanditcitaatgoed lezen. Zijgeloven alleswat

God

heeftgeopenbaard, maar ik wil graag„alleswatHijnuopenbaart"metubespre- ken.

Openbaring is het belangrijkste onderwerp in een van de belangwekkendste werken uit de literatuur van de Kerk, de biografie Wilford Woodruffvande handvan MatthiasF.Cowley.1

De

gedetailleerde geschiedenis van deze presi- dent enzijn tijdkontotstandkomendankzijzijn nauwkeurig bijgehouden dagboek.

Op

5april 1894 schreefhijinzijndagboek: „Ik hebmetdebroeders vergaderd overde zaken aangaandeadoptiesenendowments,enhet vol- gendewerdaanWilfordWoodruffgeopenbaard."

De

volgende bladzijde

was

onbeschreven.

De

openbaring gingechter niet verloren.

Tijdenseen toespraakopeen algemeneconfe- rentievandeKerkinapril1894,zeihij:„Daarom, omdatdeHeeronsgeboden heeft alleendante

spreken wanneer wij door de Heilige Geest*

gedrevenzijn,verlangikdaarnaar, enikdoeeen beroep op de gebeden en het geloofvan de heiligenderlaatstedagen teneinde Dietever- krijgen.

„Ikheb enkele dingen ophet hart dieikdehei- ligenderlaatstedagenwilvoorleggen, en

om

dit

tedoenverzoekikpresidentGeorgeQ.Cannon

uithetBoekderLeer enVerbondenvoortelezen wat er geschreven staat over het onderwerp waaroverikwilspreken."

DaaroplasGeorgeQ.Cannon,eersteraadgever in hetEerste Presidentschap,voor overhet be- houdvan familiebanden. ]

Hiernazette presidentWoodruffzijn!toespraak voort: „Zo(terugwijzend naarafdeling 128)ligt

nuvooruhetonderwerpwaarmeewijonsbezig- houdenen datwijdeheiligenderlaatstedagen willenvoorleggen...Ikwildeheiligenderlaatste dagenzeggen, datwijineen bijzonderbelangrijke generatieleven.Wijzijngezegend metmacht en bevoegdheid, dragen doorhetgebod van

God

hetHeiligPriesterschap

om

op de aardetestaan enzowelde levendenalsdedodenteverlossen.

Alswij ditnietdeden, zoudenwijvervloekt en van de aarde afgesneden worden, en de

God

van Israëlzou een volkopwekken dat hetwelzou doen.

De

Heerzoumij niettoestaandezeplaats ookmaaréén dag vanmijn leven intenemen, indienik nietontvankelijkwarevoor de heilige Geestende openbaringen van God.

De

tijd is voor;deze Kerktevergevorderd

om

hetzonder openbaringen tekunnen stellen. Niet alleen de presidentvan de Kerkmoetdeze gavebezitten enaanhetvolkgeven,dochookzijnraadgevers enalleapostelen enallemannendie het Heilig Priesterschap dragen,indienzijhun roepingver- heerlijken, hoewel zij misschien nietgeroepen worden

om

de Kerkleidingen aanwijzingente geven.

De

geest der openbaring behoort het priesterschap toe...

Ge

hebtgehandeld volgens alhet lichten alle kennis die ge hebt ontvangen [wederom terugwijzend naar de kwestievan adoptiesen endowments];maarnu hebt geietsmeertedoen dan utotnu toegedaan hebt. Wij hebben die beginselen

om

te vervullenwat

God

onsheeft geopenbaardnietvolledig uitgevoerd:deharten dervaderen verzegelen aan dekinderen, ende kinderen aan de vaderen."

Toenvolgde de kern van de openbaring in de vorm van één enkele verklarendezin, dieeen wonderschoon werkindeze bedelingheeft inge- luid:„Wijwillendatdeheiligenderlaatstedagen van deze tijd hun genealogie zo ver mogelijk navorsen endatzijaan hun vaders enmoeders

236

(13)

wordenverzegeld.Laat kinderenaan hun ouders verzegeld worden, en voer deze keten terug zoverge maarkunt." (Cursiveringvan deschrij- ver.)

PresidentWoodruff zei: In mijngebeden heeftde Heermij geopenbaard, datikdeplicht had geheel Israëlte zeggenditbeginsel uitte voeren,en

om

dieopenbaringte vervullen legik hetditvolkvoor. Ikzeg tot allen diein deze tempels werken:voerditbeginseluit,danzullen wij een stapverderzijn danwij totnutoe zijn geweest.Mijnraadgevers enikhebbenhierover gesproken en

we

warenhetmetelkaareens,en daarna hebben

we

hetalle apostelen diehier waren voorgelegd....

De

Heerheeftaanaldeze mannen geopenbaard

enalszijmoestenspre- ken zoudenzijhiervan getuigen

datditwas wat de Here hun tezeggenhad. Ikbeninmijn helelevenindeze Kerk nognietstegengekomen waar meer eensgezindheid over bestond dan overditbeginsel.Zijachtenhet allenjuist,enzij zijnvanmening dathetonzeplichtis."(Deseret EveningNews,19mei1894.)

Op

13november1894werdinhetBureau vande Kerkhistoricus te SaltLakeCityeen vergadering gehouden.Bijdeze vergaderingwarenalleleden van hetEerste Presidentschapaanwezig: presi- dent Wilford Woodruff, zijn eerste raadgever George Q. Cannon, en zijn tweede raadgever JosephF.Smith. Franklin D. Richards,president van de Raadder Twaalf Apostelen, en andere ledenvandieRaad woondendievergaderingbij,

waar de Genealogische Vereniging van Utah werd opgericht voor weldadige, educative en godsdienstige doeleinden en voor het behoud vande familiebanden.

Tegenwoordig hebben

we

andere organisaties binnende Kerkdie zichbezighoudenmetfamilie- banden.

We

hebbenringenenzendingen,wijken, gemeentenendistricten. Elkdaarvan wordt ge- presideerd dooreen ambtenaarin de priester- schap.Dezeorganisatieszijnvoorditlevenvan essentieelbelang; hetzijngeeneeuwigeorgani- saties.Ze kunnen opgerichten ontbonden wor- den.Vaak wordenringen gesplitstende grenzen wordenqualengteenvormgewijzigd.Degebie- denkunnen nu eentotaalandere groep mensen omvatten dan toen zewerdenopgericht.

Dezeorganisatieszijner

om

deuitoefeningvan de macht van het priesterschap tevereenvou- digen.

De

bisschoppen en ringpresidentenzullen eensvervangen worden. Ditzijntakendievoor tijdelijkopde schouders van demensen worden gelegd.

Maardaartegenoverstaatdat het gezineen eeu-

wigeorganisatiekanzijn.Hoewelhetgezinvan de enewijk of ringnaareen andere kanverhui- zen, blijft de gezinsorganisatie intact. Het kan zelfsvanhetsterfelijk bestaanworden overge- plaatst naar de eeuwigheid van de geesten- wereld.Hetgezin datonderhetpriesterschapin

de tempel is gesticht, is gegrondvest op wat waarschijnlijkdemeestdiepgaande vanallever- ordeningen is.Als een echtpaarhetnieuwe en eeuwigeverbondsluit,wordenbeidepartnersin de gelegenheid gesteld de mogelijkheden van hun leven, zowel geestelijk als lichamelijk, ten volletotuitdrukkingtebrengen.

Dit iseen verantwoordelijkheid waarover men niette licht

mag

denken. Deze heilige leven- schenkendelichamelijkekrachten, die hetgehele levenvan de persoonbewaardenbeschermdzijn geweest,wordentenslottevrijgegevenvooreen heiligenzuiver doel:Hetstichtenvaneengezin.

De

functiesbinnen hetgezinen defunctievan het ouderschap mogen nietvan tijdelijke aard zijn;zemoetenblijvendzijn. Presiderendeamb- tenaren binnende Kerkwordenvantijdtottijd

dooranderen vervangen,maarditgeldt nietvoor de vader endemoeder.

Wat

gebeurter alseen vader zijn plichten niet geheel en al nakomt?

Soms

zijn

we

zelfswelgeneigdtedenkendathij

vervangen dientteworden,maarwieiserbe- voegd

om

datte doen? Een bisschop kan een zondagsschool-superintendent van zijn plichten ontslaan, maarhijkan een vader nietvan zijn gezin ontslaan. Nochhij, noch deringpresident zijndaartoe bevoegd.

Hebben deAlgemeneAutoriteitenvan de Kerk diebevoegdheid?Ikweetdatikeen vaderniet kan ontslaanvanzijnplichten alshoofdvanzijn gezin. Zijn roeping is een bijzondere roeping;

dezeispermanentinhetnieuwe eneeuwigever- bond en daarvan wordt ontheffing niet over- wogen.

Uiteraardisontheffing mogelijkalsereen ern- stige overtreding begaan wordt. Door een be- voegdheid die alleen de president en profeet hebben,kunnen deze verplichtendebandenwor- den losgemaakt.Ditgebeurtechter nietopinitia- tief van de bisschop en de ringpresident. Dit geschiedt wanneer de persoon het verbond schendt, een ernstige overtreding begaat en onwaardig wordt.

Alswijookmaarenigenotiehebbenvanwathet gezin is, welke deze verplichtendebanden zijn enwathethuwelijksverbondinhoudt,dan moe- tenwijtochzekerwetendatdeHeerindezetijd aannietsmeeraanstootneemtdan aan dezotte enlichtvaardige manierwaaropveel mensenin

enuithethuwelijksverbond stappen.Jazeker,

we

237

(14)

zijnop een puntinde geschiedenis belandwaar het huwelijksverbond, datdooralle generaties van de geschiedenisheenalsheiligenvanvitaal belang werd geacht, door velen zinloos wordt genoemd.

Een uitwas van ditallesisdat mendie heilige levensprocessenverstoortwaardoorgeestenhet sterfelijkbestaan mogen binnengaan. Datdeel van de levensweg waarlangs nieuwe geesten moeten gaan

om

een sterfelijklichaam tever- krijgen, wordt vaak gebarricadeerd door ge- boortebeperkende methoden. En mocht er bij toeval aan de natuurlijkevoorwaarden worden voldaan,zodatereen lichaamverwekt wordt, dan komthetmaaraltevaakvoordat

men

totabor- tusovergaat,en de geestenwordenteruggedre-

„Als wij de gezinnen willen behouden, moeten wij alles doen om

te zorgen dat er

iets is dat het behouden

is.

^

ven naar hun plaats van herkomst. En deze methoden beschouwt

men

dan alseen vooruit- gang voorhet mensdom. Beidezijn gebaseerd opegoïsme.

Als ik afdeling 128van deLeer en Verbonden leesenherlees,benikonderde indruk vanhet feitdatdeHeernietalleenzovaakspreektover dedoden en dedoopvoor de doden, maarHij sprakookover de verlossing voor de levenden en de doden. Als u die afdeling leest, ziet u hoezeerzij bijelkaarhoren

de levenden en de doden,ofdedodenendelevenden.Dezelfde beginselenhebbenbetrekkingopbeide.

Ditverbinden vanfamiliesaan elkaardoorge- nealogischonderzoek en de daaruit voortvloei- endeverrichtingvan de verzegelingsverordening inde tempel, wordtversterktdoorhetvanvitaal belangzijndewerkvoorhetzekerstellenvanhet gezin enhetaan elkaar-verbinden van dege- zinsleden,zolangzijleven.Nognooittevorenin

de geschiedenis der Kerkzijnertweeprogram- ma's geweest, voor de levenden en de doden, dieelkaarzodichtbenaderdhebbenalsinonze

tijd.Wijhebbende gezinsavond en het huison-

derwijs, die er beide op zijn gericht

om

de gezinnen evenwichtiger ensterker temaken. En

we

hebbenhetgenealogischwerkenhettempel- werk,dietendoelhebbenhet gezin toteen eeu- wige eenheid te maken en het in de geesten- wereldbijelkaartehouden.Deze programma's hebbenwij,omdat„wijgelovenalhetgeen

God

heeftgeopenbaard,alles,watHij nuopenbaart, enwijgeloven, datHij nogvelegroteen voor- namedingenaangaandehet koninkrijkvan

God

zal openbaren." (NegendeArtikel desGeloofs.) Alswijdegezinnenwillenbehouden,moetenwij alles doen

om

tezorgendat er iets isdathet behoudenwaardig is.Erisveeltezeggenvoor het in stand houden van een gelukkig gezins- leveninditaardse bestaan, enopzeer concrete wijze staat het in nauw verband met wat wij verstaanonder genealogischwerkvan depries- terschap.Inafdeling128wordt meldinggemaakt van dekomstvanElia.Ditwerdvierhonderdjaar voor Christus door Maleachi geprofeteerd.

De

laatstewoordenvanhet

Oude

Testamentzijn:

„Ziet,IkzendeuliedendenprofeetElia,eerdat die grote en die vreselijke dag des Heeren komenzal.

„Enhijzalhethartdervaderentotde kinderen wederbrengen, enhet hartder kinderentothun vaderen; opdat Ik nietkome, en de aarde met den bansla."(Mal. 4:5-6.)

Laatikvooruaanhalenwat president HaroldB.

Leezei bijdeinwijding vande tempel teOak- land. „Ikvraagueenonderwijsprogrammavoor de gezinnen,datde gehele Kerkomvatenwaar- overwijnu spreken,inoverwegingtenemen..

.

PresidentJoseph F. Smith en zijn raadgevers hebben de leden van de Kerk beloofd dat hun kinderennietzullenafdwalen,indienzijheneens per

week om

zich heen vergaderen

om

hente onderwijzeninhetEvangelie.

„En daarom worden er in deze tijd instructies voorbereid

om

wattedoen?...

om

hierop aarde dehartenvan de ouderstothun kinderenweder

tebrengen, endehartenvan de kinderentotde ouders.Kuntu zichvoorstellen datoudersalleen hun hartentothun kinderen gekeerdmoetenheb- ben, en dekinderen tothun ouders, vanaf het momentdatzijdoordesluierzijngegaan?

„Ikverzoeku ernstig teoverdenkenof dieband met

uw

gezinaldannietzeker gesteldzalwor- den, indienuhebtgewachttotudoor desluier bentgegaan voordat

uw

hartverlangtnaar

uw

kinderen, die u nietvoldoende op hun levenspad hebtbijgestaan. Hetis hoog tijddatwij eraan beginnentedenkenhet hartvan ouderswederte brengentothun kinderen nu zeleven, opdater (wordtvervolgdopblz252)

238

(15)

Inleiding in de

GENEALOGIE

DOOR

OUDERLING

HOWARD

W.HUNTER vandeRaadderTwaalven

Zouuwetenwatumoestdoen,alsu plotselinginvuur envlam stondvan de geest vanElia,en besefte dat ge- nealogisch onderzoek en tempelver- ordeningen deel uitmaken van het Evangelievan Jezus Christus?

Hetiszeer wel mogelijkdat het ant- woordop deze vraag voor duizenden heiligenderlaatstedagen „nee" zou luiden,ondankshetfeitdatditwerk de laatste jaren steeds meer bena- drukt wordt.Aan degenendie zichbe- zighouden met genealogischonderzoek en tempelwerk wordt geen enkele vraag zovaak gesteldals: „Hoemoet

ik beginnen?" of: „Waar moet ikbe- ginnen?" Hoewel het antwoord op zulkevragen voor sommige mensen misschien zeervoor de hand ligt,be- hoefthetmerendeel van de leden van de Kerk nog aanwijzingen enverdui- delijking.

Initiatief en zelfvertrouwen spruiten voort uitkennis. Mogelijk kuntu uit devolgendewoordenvoldoendebasis- kennisputten

om

enigvertrouwente krijgenen

om

aangespoordteworden

om

vol ijverdit prachtige evangelie- werknatestreven.

Het eerstewat elk lidvan de Kerk moet doen iszoveel mogelijk infor- matieoverzichzelfverzamelen, endie

kanhijthuisenbijnabijefamilieleden vinden. Hetdoelhiervan is uzelfals individu te identificeren en te weten vanwieuafstamt.

Deze data, namen en plaatsen, die gegevens van de burgerlijke stand worden genoemd, stellen vast dat u als lidvan een gezinin hetsterfelijk bestaan bentgekomen,enzeidentifi- ceren u alséén individuin de grote menigte kinderen van onze hemelse Vader. Als udeze informatie op

uw

gezinslijsthebtingevuld, kuntuaan- tonendat uineen bepaaldgezinouder ofkind bent. Ditmagzologischlijken dat hetonnodiglijktdittedoen,maar hetis de belangrijkeeerste stap

om

de schakel met

uw

voorouders tot standtebrengen.

Alsu deze lijsthebt ingevuld en de bronnenjuisthebt vermeld,zodat ze gemakkelijkkunnen worden terugge- vonden, gaat u verdermet degene- ratie die aan deuwe voorafging, en met datgezindoetu hetzelfde.Als

we

aannemen datu ouderbent, bestaat dit volgende gezin uit

uw

vader en moederen uals kind. Nog eenstap terug leidttot

uw

beide grootouder- paren. En devierdestap isdan de- zelfde informatieover

uw

vierparen grootouders.

Ditis hetfundamentelewerkdatde Kerkvanelklidvraagtalsbasisvoor serieusgenealogisch onderzoek.Deze gezinslijsten geeft u aan de groeps- leidervan de hogepriestersinuwwijk, die zich bezighoudt met het vier- generatieprogrammavan deKerk.

De

groepsleidervan de hogepriesterslaat delijstendan door een corrector van genealogischelijstenvandewijkcon- troleren.Alserfouten invoorkomen,

krijgtudelijstenmetinlichtingenom- trentdewijzewaaropde verbeteringen moéten worden aangebracht van de groepsleiderterug.Gecorrigeerde en goedgekeurdeafschriftenvanelkege- zinslijsthorentenslotte viade groeps- leidervan de hogepriestersterecht te komeninde archieven van deGenea- logischeVereniging.

Zelfmoetuexemplaren van elkege- zinslijst houden voor

uw

eigen ge- denkboek. En dezelfdelijstenmoeten worden gebruikt voor het opstellen van een stamboomkaart.

Hiermee begint ditbelangrijke werk, maarhetismisschien tevenshetpunt vanwaar u zonder hulp niet verder kunt komen.

U

heeft echter hulp uit een aantal bronnen tot

uw

beschik- king.

De

groepsleidervan de hoge- priesters isvoorditwerkaangesteld

239

(16)

Het vier- generatie programma

Het gezin van mijn overgrootvader (Mijn grootvader van vaders kantisin ditgezinkind)

Het,gezin van mijn grootvadervan vaders kant

Stap1 Stap 2

Het gezinvan mijn overgrootvader (Mijngrootmoeder van vaders kantisin ditgezinkind)

Het gezinvanmijn vader

Stap 4 Stap6

Het gezin van mijn overgrootvader (Mijn grootvader vanmoederskantisin ditgezinkind)

fNB. Eenonaehuwdp kanhierbeginnen.

Ditisdan voorhem stap1.)

Het gezin van mijn grootvadervanmoeders kant

Het gezin van mijn overgrootvader (Mijn grootmoeder vanmoederskantis inditgezinkind)

Mijn gezin

Stap3

Het gezin van de overgrootvader van mijnvrouw

(Haar grootvadervan vaders kantisin ditgezinkind)

(Waarikechtgenoot ben)

Het gezin van de grootvadervan mijn

vrouwvan vaders kant Het gezinvande overgrootvader van mijnvrouw

(Haargrootmoeder van vaders kantis in ditgezinkind)

Stap5 Het gezin van de vader

van mijn vrouw Stap7

Het gezin van de overgrootvader van mijnvrouw

(Haar grootvader vanmoederskantisin - ditgezinkind)

(NB Eenonnehuwde kanhierbeginnen.

Ditisdan voor haar stap1.)

Het gezin vande grootvadervan mijn vrouw vanmoeders

kant Het gezinvande overgrootvader van

mijnvrouw

(Haargrootmoeder vanmoederskantis inditgezinkind)

als adviseurvoor de bisschop.Hij is teallentijdebereidledenvan dewijk bijditwerkmet raad endaadterzijde testaan.

Onderleidingvan de bisschop gege- ven genealogische cursussenworden

in de meestewijken regelmatig ge- organiseerd, zodat de leden van de Kerk de gelegenheid krijgen

om

de fundamentele zaken betreffende de verhogingvanhet gezinteleren.

De

„workshops" bereiden de cursisten voorop de fundamentelewerkzaam- hedenvoor genealogisch onderzoek.

Voor deze lessen zijn boekjes en handboekenverkrijgbaar.

Voor de priesterschapsleidervan de wijk is er een boekje met de titel

Genealogisch Handboek voor de Priesterschap. Dan is er nog een boekje,waarinallegenealogischepro- gramma'svan de priesterschap wor- denuiteen gezet:PermanentPriester- schapsprogrammavoorde verhoging van hetgezin. Hierinworden de de-

tailsvan het uitvoerenvan dekerkelijke programma'sop wijkniveauuitgelegd.

De

Genealogische Vereniging geeft een brochureuit:Handboekvoor het inzenden van namen.Hierinwordtdui- delijkgemaakthoenamenaandeVer- enigingkunnenwordendoorgegeven, zodat het fiat gegeven kan worden voorhet uitvoerenvan tempelverorde- ningen. Voor dit boekje wordt een kleinevergoeding gevraagd.

De

materiëleomvangvanditwerkis inspirerend.Inde archieveninSaltLake Cityzijn meerdan 750.000 microfilms enmeerdan 100.000boekenover ge- nealogie aanwezig.

Genealogisch onderzoek en tempel- verordeningenwordenvanelke heilige derlaatstedagenvereist.Het huidige genealogischewerk vande priester- schap is thanszover uitgebreid, dat demeestenonderons geen enkelex- cuus meer hebben

om

niets tedoen.

Onze

doden wachten verlangend tot dit volk hun namen navorst en dan

0)

<u

o

O CD

O)

O)

naar de tempels van

God

gaat

om

plaatsvervangend werk voor hen te doen, opdatzijuithun gevangenisin

de geestenwereldbevrijdkunnenwor- den.

De

sleutelen van deze grote macht,dieaandeprofeetJosephSmith werdengegeven,zijnvandaagdedag

bijons.Dezemacht,demacht

om

voor dedodenoptetreden,doorbreekt de bandenvanhetgraf.Wijallenmoeten de vreugde vinden vandit prachtige

liefdewerk.

Q

240

(17)

kleine

VOOR DE KINDEREN AUGUSTUS

1971

MARK

E.PETERSEN

Van vriend

tot vriend

BesteTommy,

Zojuistheb ik gehoord datjedeze maand, opje verjaardag, bent ge- doopt. Ikwaser echtblij om,want jouw doopzal jeheleverdereleven zoveelvoorjebetekenen.

Alswijgedooptwordenals

we

acht jaarworden, treden

we

toe tot

De

Kerk van Jezus Christus en

we

ont- vangen de vele zegeningen van de Kerk.

We

moeten gedooptworden

om

aan hetgebod van de Heerte voldoen.

Dopenisnietzomaareen gebruikin onze Kerk.Hetisietsdat

we

doen omdatdeHeerhet gebiedt.

De

doop

isevenoudalshet Evangelie.

Adam

werdgedoopt, en dooronderdompe-

ling,net zoals jij.En sindsdien zijn ermiljoenenmensengedoopt.

Jezusgafons de doop. Hij gaf de

doopaan

Adam

enaanonsallemaal, allemensendiesindsdietijdhebben geleefd.EnHijzelfwerdgedoopt

om

telatenziendatiedereendieouder dan achtjaar is deze verordening moetontvangen.

Weet

jijwaarom

we

wordenonder- gedompeld bij de doop?

Sommige

kerken geloven in een verordening diezijdoop noemen, maar waarbij alleenmaar watwater ophethoofd van eenkindwordt gesprenkeld.

Onderdompeling isde enigegoede manier

om

te dopen, enhetiswer- kelijkbetekenisvol. Je hele levenheb je geloofdinJezus. Jehebt geleerd hoe Hij hetvolkonderwees, kleine kinderenzegende, enzelfstweejon- gens en een meisjeopwekteuitde dood. Maar daarna werd Hij door wrede mannen gegrepen engekrui- sigd.

57

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Bewust leven, keuzes maken, Gods leefregels een plaats in je leven geven, dat wil niet zeggen dat je voortdurend op de barricaden moet staan, dat je altijd maar bezig moet zijn.

Inleiding Het zesde zegel geeft ons zicht op een belangrijke fase in het werk van Jezus Christus in zijn gemeente: het gaat aan op het einde (=voleinding) van alle dingen.. Met

• Volwassenen: Steek een kaarsje aan voor een bekende overledenen of voor mensen die wereldwijd zijn omgekomen door honger of geweld. • Kids: Ken je iemand die

2 e collecte 28 februari, 7 en 10 maart Op zondagen 28 februari en 7 maart en op biddag voor gewas en arbeid (10 maart) collecteren we voor ‘onze hervormde gemeente’

Tijd van vloek en tijd van zegen, Tijd van troosten tijd van tranen, tijd van droogte tijd van regen tijd van mooi zijn tijd van schamen dag van oogsten tijd van nood, tijd

Deze vier hemelse vorsten willen ‘via’ de Eufraat de grote stad Babylon volledig aan zich onderwerpen, met als doel: haar te... Om zich daarna te richten op de hemelse hof van

Werken aan je toekomst! Vastenactie ondersteunt dit jaar projecten gericht op beroepsonderwijs en ondernemerschap. Voor vele jonge mensen zijn scholen waar ze een vak kunnen leren

Hij is de Heer, Hij werd een knecht, op Hem wordt alle last gelegd, Hij woont te midden van het kwaad, Hij troont in onze lage staat.. Hij troont in onze lage staat waar al