STATUTEN VAN DE VERENIGING:
“Vereniging tot Bevordering van het Christelijk Nationaal Onderwijs te Hollum”,
zoals deze luiden per 30 november 2016
Artikel 1 Naam
1. De vereniging draagt de naam: Vereniging tot Bevordering van het Christelijk Nationaal Onderwijs te Hollum.
2. De vereniging heeft haar zetel in Hollum, gemeente Ameland.
Artikel 2
Doelstelling en grondslag
1. De vereniging stelt zich ten doel: werkzaam te zijn tot instandhouding van één of meer protestants christelijke scholen voor het primair onderwijs in de gemeente Ameland en instandhouding van (de positie van) de vereniging zonder daarbij het maken van winst te beogen.
2. De vereniging tracht haar doel te verwezenlijken door het houden van
vergaderingen, door het zoeken van samenwerking in alles wat tot plaatselijke en algemene belangen van het christelijk onderwijs behoort en voorts met alle andere wettige middelen, welke tot het gesteld doel dienstig zijn.
3. De vereniging heeft bij haar werk tot grondslag de Bijbel als Gods woord.
4. Zij wil zich in haar arbeid laten leiden door de kracht van het Evangelie.
Artikel 3
Verenigingsjaar
Het verenigingsjaar is gelijk aan het kalenderjaar.
Artikel 4 Geldmiddelen
De geldmiddelen welke de vereniging ter beschikking staan bestaan uit:
1. overheidsbijdrage(n);
2. de bijdragen van de leden (contributie) en van de donateurs (donaties);
3. verenigingskapitaal en de inkomsten daaruit;
4. subsidies, giften, schenkingen;
5. erfstellingen en legaten, welke alleen onder het voorrecht van boedelbeschrijving mogen worden aanvaard; en
6. andere wettig verkregen baten.
Artikel 5 Lidmaatschap
1. Lid kunnen slechts zijn ieder van de ouders, voogden of verzorgers van een leerling, die bij een school van de vereniging ingeschreven staat of
ingeschreven heeft gestaan alsmede natuurlijke personen die een dienstverband hebben met de vereniging.
Het bestuur houdt bij wie lid is van de vereniging.
2. Lid zijn die ouders, voogden of verzorgers en personen die een dienstverband hebben met de vereniging, die zich schriftelijk als lid bij het bestuur hebben aangemeld en voldoen aan in lid 1 van dit artikel genoemde eis, en door het
bestuur als lid is toegelaten. Ingeval van niet-toelating door het bestuur kan de algemene vergadering alsnog tot toelating besluiten.
3. Leden zijn gehouden tot het betalen van een jaarlijkse bijdrage (contributie), die door de algemene vergadering wordt vastgesteld.
4. Het bestuur is bevoegd om in bijzondere gevallen gehele of gedeeltelijke ontheffing van de verplichting tot betaling van de jaarlijkse bijdrage (contributie) te verlenen.
5. Het lidmaatschap eindigt indien:
a. het lid komt te overlijden;
b. het lid het lidmaatschap opzegt;
c. namens de vereniging het lidmaatschap wordt opgezegd of het lid wordt ontzet;
d. het lid niet meer voldoet aan de in lid 1 van dit artikel genoemde eis.
Indien het lidmaatschap in de loop van het lopende boekjaar eindigt, blijft niettemin de jaarlijkse bijdrage (contributie) over het lopende boekjaar volledig verschuldigd, tenzij het bestuur anders besluit.
6. Een lid kan het lidmaatschap van de vereniging slechts beëindigen door het lidmaatschap schriftelijk op te zeggen met in achtneming van tenminste een termijn van vier (4) weken tegen het einde van het lopende schooljaar 7. Als de opzegging door een lid niet tijdig of niet schriftelijk heeft plaatsgehad,
loopt het lidmaatschap door tot het einde van het eerstvolgende schooljaar, tenzij het bestuur anders besluit.
8. Het lidmaatschap is niet overdraagbaar.
9. Het bestuur kan het lidmaatschap slechts schriftelijk tegen het einde van het lopende schooljaar aan een lid opzeggen of het lid ontzetten met in
achtneming van een termijn van vier (4) weken.
10. Het bestuur kan een lid per direct schorsen indien het lid in strijd met de statuten, reglementen of besluiten van de vereniging handelt, of de vereniging op onredelijke wijze benadeelt. Gedurende de schorsing is het lid niet
bevoegd de rechten van zijn lidmaatschap uit te oefenen en is de vereniging niet gehouden prestaties jegens het lid te verrichten.
De schorsing kan slechts gelden voor een periode van ten hoogste drie (3) maanden.
Binnen drie (3) maanden nadat het lid van het besluit tot schorsing in kennis is gesteld, kan dat lid van dat besluit in beroep gaan bij de algemene
vergadering.
Artikel 6
Donateurschap
1. Donateurs zijn zij, die door het bestuur als donateur zijn toegelaten. Het bestuur is bevoegd het donateurschap door schriftelijke opzegging te beëindigen.
2. Donateurs zijn verplicht jaarlijks aan de vereniging een geldelijke bijdrage te verlenen, waarvan de minimale omvang door de algemene ledenvergadering wordt vastgesteld.
3. Donateurs hebben uitsluitend het recht om de algemene ledenvergadering bij te wonen. Zij hebben daarin geen stemrecht, maar wel het recht om het woord te voeren.
Artikel 7
Verenigingsorganen
1. De vereniging fungeert als bevoegd gezag voor de onder haar
verantwoordelijkheid ressorterende protestants christelijke scho(o)l(en) voor primair onderwijs in de gemeente Ameland.
2. De vereniging kent als organen:
a. de algemene vergadering;
b. het algemeen bestuur.
3. De algemene vergadering functioneert als toezichthoudend orgaan voor het algemeen bestuur.
4. Het algemeen bestuur heeft binnen het bestuur de taken en bevoegdheden verdeeld in een:
a. dagelijks bestuur: zijnde het uitvoerend deel van het algemeen bestuur belast met uitvoerende taken en bevoegdheden;
b. toezichthoudend bestuur: zijnde het niet-uitvoerend deel van het
algemeen bestuur, belast met het interne toezicht en goedkeurende taken en bevoegdheden.
5. Daarnaast kent de vereniging een directeur, die belast is met door het dagelijks bestuur gemandateerde taken en bevoegdheden.
6. De vereniging kent buiten de in lid 2 genoemde organen, geen andere organen, die namens de vereniging kunnen handelen of zeggenschap in de zin van (gedeelde) bestuursmacht kunnen uitoefenen, behoudens natuurlijke personen die daartoe op basis van een uitdrukkelijke volmacht door het algemeen bestuur, het dagelijks bestuur of de algemene vergadering worden aangewezen.
7. Binnen de vereniging kunnen voorts een of meerdere (advies)raden en/of commissies worden ingesteld.
Artikel 8
Algemeen bestuur
1. Het algemeen bestuur bestaat uit minimaal drie (3) personen. Het aantal bestuursleden wordt vastgesteld door de algemene vergadering.
2. De leden van het algemeen bestuur worden door de algemene vergadering benoemd uit de leden van de vereniging, met dien verstande dat tot lid van het algemeen bestuur kan worden benoemd, een natuurlijk persoon die geen lid is van de vereniging, maar op basis van zijn/haar functie of persoonlijke kwaliteiten in belangrijke mate voldoet aan de profielschets. Personen die een dienstverband hebben met de vereniging, kunnen niet worden benoemd tot lid van het algemeen bestuur.
Tot bestuurslid is niet benoembaar de directeur.
3. De leden van het algemeen bestuur worden benoemd voor een periode van vier (4) jaar. Zij treden af volgens een door het algemeen bestuur op te maken rooster. Een volgens het rooster afgetreden bestuurslid is onmiddellijk
herbenoembaar, met dien verstande dat de totale zittingsduur niet langer kan zijn dan acht (8) jaar, tenzij deze periode op grond van bijzondere
omstandigheden verlengd wordt. Een beslissing over de zittingsduur wordt genomen door de algemene vergadering, op voorstel van het algemeen bestuur.
4. Het in een tussentijdse vacature benoemd lid van het algemeen bestuur neemt op het rooster van aftreden de plaats in van degene in wiens vacature hij werd benoemd.
5. Het algemeen bestuur benoemt uit haar midden de leden van het dagelijks bestuur en het toezichthoudend bestuur.
6. In vacatures moet zo spoedig mogelijk worden voorzien. Ingeval van één of meer vacatures in het bestuur vormen de overblijvende bestuursleden of vormt het enige overblijvende bestuurslid niettemin een wettig bestuur. In de eerstvolgende algemene vergadering wordt in de vacature(s) voorzien.
7. De algemene vergadering kan een bestuurslid schorsen of ontslaan indien zij daartoe termen aanwezig acht.
8. Indien een bestuurslid is geschorst, dient de algemene vergadering binnen drie (3) maanden na ingang van de schorsing te besluiten tot ontslag van het bestuurslid dan wel tot opheffing of handhaving van de schorsing. Bij het ontbreken van een besluit als bedoeld in de vorige zin vervalt de schorsing.
9. Een bestuurslid dat is geschorst wordt in de gelegenheid gesteld zich in de algemene vergadering te verantwoorden en zich daarbij door een raadsman te laten bijstaan. Een besluit tot ontslag wordt niet genomen dan nadat het bestuurslid over wiens ontslag wordt besloten vooraf de gelegenheid wordt geboden om te worden gehoord.
10. De leden van het algemeen bestuur zijn bevoegd te allen tijde zelf hun ontslag te nemen, mits dit schriftelijk geschiedt met een opzeggingstermijn van
tenminste drie (3) maanden.
11. Een lid van het algemeen bestuur defungeert:
a. door zijn overlijden;
b. door het verlies over het vrije beheer over zijn vermogen;
c. door zijn aftreden (bedanken);
d. door zijn ontslag;
e. door het verlies van de functie of persoonlijke kwaliteit(en) op grond waarvan hij tot bestuurder is benoemd;
f. door het verstrijken van de termijn waarvoor hij is benoemd, behoudens zijn eventuele herbenoeming.
Artikel 9 Bestuurstaken
1. Het algemeen bestuur is belast met het besturen van de vereniging. Bij de vervulling van zijn taak richt het algemeen bestuur zich naar het belang van de vereniging, het belang van de scho(o)l(en) die door de vereniging in stand wordt/worden gehouden en het belang van de samenleving.
2. Het algemeen bestuur heeft al die taken en bevoegdheden die niet bij of krachtens deze statuten aan anderen zijn toegekend.
3. Het algemeen bestuur is bevoegd te besluiten tot het aangaan van overeenkomsten tot verkrijging, vervreemding en bezwaring van registergoederen en tot het aangaan van overeenkomsten waarbij de vereniging zich als borg of hoofdelijk medeschuldenaar verbindt, zich voor een derde sterk maakt of zich tot zekerheidstelling voor een schuld van een ander verbindt.
4. Tot de taken en bevoegdheden van het algemeen bestuur, die niet aan het dagelijks bestuur zullen worden overgelaten, worden onder meer gerekend:
a. het bewaken van het normatieve kader waarbinnen het dagelijks bestuur, de vereniging en de door de vereniging in standgehouden scho(o)l(en) opereren, met aandacht voor onder meer: missie en doelstelling van de vereniging, continuïteit van de door de vereniging in stand gehouden scho(o)l(en), onderwijskwaliteit en de relevante maatschappelijke context;
b. het formuleren van de concrete doelstellingen van de scho(o)l(en) die door de vereniging in stand worden gehouden, daarbij rekening houdend met de belangen van hen die bij die scho(o)l(en) zijn betrokken en
rekening houdende met de eisen die de samenleving aan onderwijs stelt;
c. het in de algemene vergadering en in het jaarverslag afleggen van verantwoording over de mate waarin de vastgestelde missie en doelstellingen worden gehaald;
d. het toezien op de wijze waarop het dagelijks bestuur de voorbereiding en de uitvoering van de besluitvorming van het algemeen bestuur verricht;
e. de periodieke beoordeling en evaluatie van het functioneren van het algemeen bestuur, het dagelijks bestuur en individuele bestuursleden;
f. de overige handelingen die op grond van de wet of bij of krachtens deze statuten zijn opgedragen dan wel voorbehouden aan het algemeen bestuur.
5. Het algemeen bestuur draagt er zorg voor dat de algemene vergadering tijdig over de informatie beschikt die vereist is voor de uitoefening van het toezicht op het algemeen bestuur.
6. Het dagelijks bestuur is belast met de voorbereiding van de besluitvorming door het algemeen bestuur. Tot de voorbereiding van de besluitvorming door het algemeen bestuur worden onder meer gerekend:
a. het voorbereiden van een door het algemeen bestuur vast te stellen begroting;
b. het voorbereiden van en door het algemeen bestuur vast te stellen beleidsplan en meerjarenbeleidplannen;
c. het voorbereiden van door het algemeen bestuur vast te stellen reglementen;
d. het opmaken van een door het algemeen bestuur vast te stellen jaarrekening;
e. het opmaken van een door het algemeen bestuur vast te stellen jaarverslag.
7. Het dagelijks bestuur is voorts belast met de uitvoering van de besluitvorming van het algemeen bestuur. Tot de uitvoering van de besluitvorming van het algemeen bestuur worden onder meer gerekend:
a. het verrichten van rechtshandelingen en feitelijke handelingen die zijn voorzien in een door het algemeen bestuur vastgesteld beleidsplan of meerjarenbeleidplan;
b. het aangaan van verplichtingen die zijn voorzien in of gedekt door een door het algemeen bestuur vastgestelde begroting;
c. het aansturen van de directeur(en);
d. het verzorgen en onderhouden van contacten met en berichtgeving aan betrokkenen binnen en buiten de door de vereniging in standgehouden scho(o)l(en), voor zover het algemeen bestuur niet anders besluit;
e. het tijdig en adequaat en gevraagd en ongevraagd informeren van alle leden van het algemeen bestuur over al hetgeen dat voor een goed functioneren van het algemeen bestuur van belang is.
8. Het dagelijks bestuur draagt er zorg voor dat het toezichthoudend bestuur tijdig over de informatie beschikt die vereist is voor de uitoefening van het intern toezicht.
9. Tot de taken van de leden van het toezichthoudende bestuur behoren:
a. de interne toezichthouders houden toezicht op het functioneren van de organisatie in het algemeen en het dagelijks bestuur in het bijzonder;
b. de interne toezichthouders wijzen een externe accountant aan die belast is met de controle van de jaarrekening;
c. de interne toezichthouders zien toe op de naleving door het algemeen bestuur van de wettelijke verplichtingen en de code Goed Bestuur Primair Onderwijs;
d. de interne toezichthouders zien toe op de rechtmatige verwerving en doelmatige besteding van middelen van de vereniging;
e. de interne toezichthouders leggen verantwoording af over hun eigen taakuitoefening. Deze verantwoording maakt deel uit van het jaarverslag.
10. Het dagelijks bestuur is in opdracht van het algemeen bestuur tevens belast met de voorbereiding van de bijeenkomsten van de algemene vergadering.
11. Het algemeen bestuur kan bij reglement of anderszins nadere aanwijzingen en instructies aan het dagelijks bestuur geven.
12. Het dagelijks bestuur benoemt, schorst, berispt en ontslaat het personeel.
Artikel 10
Werkwijze bestuur
1. Het algemeen bestuur wijst uit zijn midden een voorzitter aan die de
vergadering van het algemeen bestuur en het dagelijks bestuur leidt. Tevens wijst het algemeen bestuur een vicevoorzitter, een penningmeester en een secretaris aan.
De voorzitter, de penningmeester en de secretaris van het algemeen bestuur treden ook als zodanig op bij de algemene vergadering.
2. In de vergaderingen van het algemeen bestuur heeft ieder bestuurslid één stem.
Alle besluiten van het algemeen bestuur worden genomen met volstrekte meerderheid van de uitgebrachte stemmen. Bij staking van stemmen over zaken is het voorstel verworpen. Staken de stemmen bij verkiezing van personen, dan beslist het lot. Indien bij verkiezing tussen meer dan twee (2) personen door niemand een volstrekte meerderheid is verkregen, wordt herstemd tussen de twee (2) personen, die het grootste aantal stemmen kregen, zo nodig na tussenstemming.
3. Het algemeen bestuur kan ook op andere wijze dan in een vergadering besluiten nemen, mits alle bestuursleden in de gelegenheid worden gesteld hun stem uit te brengen en geen van hen zich tegen deze wijze van
besluitvorming verzet. Een besluit is alsdan genomen, indien de volstrekte
meerderheid van het aantal bestuursleden zich vóór het voorstel heeft verklaard. Van elk buiten vergadering genomen besluit wordt mededeling gedaan in de eerstvolgende vergadering, welke mededeling in de notulen van die vergadering wordt vermeld.
4. Elk bestuurslid is gelijkelijk bevoegd een vergadering van het algemeen bestuur bijeen te roepen.
5. De bijeenroeping van de vergaderingen van het algemeen bestuur geschiedt – door de in het voorgaande lid bedoelde persoon – schriftelijk op een termijn van ten minste zeven (7) dagen, onder opgave van de te behandelen
onderwerpen. In spoedeisende gevallen, ter beoordeling van de voorzitter, kan de termijn van oproeping worden beperkt tot ten minste vierentwintig (24) uur. De vergaderingen van het algemeen bestuur worden gehouden ter plaatse binnen Nederland, bij voorkeur op Ameland, te bepalen door degene die de vergadering bijeenriep, dan wel deed bijeenroepen. Indien werd gehandeld in strijd met het hiervoor in dit lid bepaalde, kan het algemeen bestuur niettemin rechtsgeldige besluiten nemen, mits de ter vergadering afwezige bestuursleden vóór het tijdstip van de vergadering hebben verklaard zich niet tegen de besluitvorming te verzetten.
6. Een bestuurslid kan zich door een ander bestuurslid ter vergadering schriftelijk doen vertegenwoordigen.
7. De voorzitter van het algemeen bestuur, en bij diens afwezigheid de vicevoorzitter, leidt de vergaderingen van het algemeen bestuur; bij afwezigheid van zowel de voorzitter als de vicevoorzitter voorziet de vergadering zelf in haar leiding.
8. De persoon die de vergadering voorzit bepaalt de wijze waarop de
stemmingen in de vergaderingen worden gehouden, met dien verstande, dat indien één of meer bestuursleden zulks verlangen, stemmingen over
personen schriftelijk geschieden.
9. Het door de voorzitter ter vergadering uitgesproken oordeel omtrent de uitslag van de stemming is beslissend. Hetzelfde geldt voor de inhoud van een genomen besluit, voor zover werd gestemd over een niet schriftelijk vastgelegd voorstel.
10. Van het verhandelde in de vergaderingen van het algemeen bestuur worden notulen gehouden door de daartoe door de voorzitter aangewezen persoon.
De notulen worden vastgesteld in dezelfde of in de eerstvolgende vergadering en ten blijke daarvan door de voorzitter (van de vergadering) ondertekend.
11. In een door het algemeen bestuur vast te stellen reglement kunnen nadere regels worden gesteld omtrent de werkwijze tussen algemeen bestuur en dagelijks bestuur.
12. Het in dit artikel bepaalde is van overeenkomstige toepassing op vergaderingen van het dagelijks bestuur, met dien verstande dat de
oproepingstermijn voor vergaderingen van het dagelijks bestuur één (1) dag bedraagt.
Artikel 11
Vertegenwoordiging
1. Het algemeen bestuur vertegenwoordigt de vereniging, voor zover uit de wet niet anders voortvloeit.
2. De vertegenwoordigingsbevoegdheid komt bovendien toe aan – indien het dagelijks bestuur uit één persoon bestaat – het lid van het dagelijks bestuur, en – indien het dagelijks bestuur bestaat uit meer dan één persoon – de voorzitter van het dagelijks bestuur dan wel aan twee (2) leden van het dagelijks bestuur gezamenlijk handelend.
3. Het algemeen bestuur kan besluiten tot de verlening van volmacht aan één of meer bestuursleden alsmede aan derden, om de vereniging binnen de
grenzen van de volmacht te vertegenwoordigen.
Artikel 12 Directeur
1. Binnen de vereniging functioneert een directeur.
2. De directeur wordt, na verkregen goedkeuring van het algemeen bestuur benoemd, geschorst en ontslagen door het dagelijks bestuur. Het dagelijks bestuur stelt, na verkregen goedkeuring van het algemeen bestuur, de arbeidsvoorwaarden van de directeur vast.
3. De directeur oefent de taken en bevoegdheden uit die aan hem door het dagelijks bestuur zijn gemandateerd, doch onder verantwoordelijkheid van het dagelijks bestuur.
4. Het dagelijks bestuur stelt voor de directeur een managementstatuut vast waarbinnen hij zijn taken en bevoegdheden dient uit te oefenen.
5. Het dagelijks bestuur kan middels een daartoe strekkende volmacht de directeur de bevoegdheid geven de vereniging in en buiten rechte te vertegenwoordigen.
6. De directeur draagt er zorg voor dat het dagelijks bestuur tijdig over de informatie beschikt die vereist is voor de uitoefening van het toezicht op de uitoefening van de aan de directeur gemandateerde taken en bevoegdheden.
7. Indien de directeur, krachtens mandaat, een besluit wil nemen waarvoor het dagelijks bestuur de goedkeuring nodig heeft van het algemeen bestuur, kan de directeur dit besluit alleen nemen met goedkeuring van het algemeen bestuur. Voorstellen voor besluiten als bedoeld in dit lid worden door de directeur via tussenkomst van het dagelijks bestuur aan het algemeen bestuur voorgelegd voorzien van een schriftelijke toelichting met vermelding van de gevolgen van het beoogde besluit.
Artikel 13
Boekjaar, administratie en jaarstukken
1. Het boekjaar van de vereniging is gelijk aan het kalenderjaar.
2. Het algemeen bestuur is verplicht van de vermogenstoestand van de vereniging en van alles betreffende de werkzaamheden van de vereniging, naar de eisen die voortvloeien uit deze werkzaamheden, op zodanige wijze een administratie te voeren en de daartoe behorende boeken, bescheiden en andere gegevensdragers op zodanige wijze te bewaren dat te allen tijde de rechten en verplichtingen van de vereniging kunnen worden gekend.
3. Per het einde van ieder boekjaar worden de boeken van de vereniging afgesloten. Daaruit wordt door de penningmeester een jaarrekening over het geëindigde boekjaar opgemaakt.
4. Het algemeen bestuur is verplicht de in de leden 2 en 3 bedoelde boeken, bescheiden en andere gegevensdragers, de jaarrekening alsmede het
jaarverslag als bedoeld in het volgende artikel gedurende de wettelijke bewaartermijn te bewaren.
Artikel 14
Rekening en verantwoording
1. Het algemeen bestuur brengt op een algemene vergadering binnen zes (6) maanden na afloop van het boekjaar, behoudens verlenging van deze termijn door de algemene vergadering, een jaarverslag uit over de gang van zaken binnen de vereniging en over het gevoerde beleid.
Het legt de jaarrekening als bedoeld in het vorige artikel met een toelichting ter goedkeuring aan de vergadering over.
Deze stukken worden ondertekend door alle bestuurders; ontbreekt de ondertekening van één of meer van hen, dan wordt daarvan onder opgave van redenen melding gemaakt.
2. Na verloop van de in lid 1 bedoelde termijn kan ieder lid van de gezamenlijke bestuurders in recht vorderen dat zij de aldaar vermelde verplichtingen nakomen.
3. De jaarrekening en de daaraan en grondslag liggende financiële bescheiden van de vereniging worden ieder jaar aan een accountantsonderzoek
onderworpen. Het accountantsrapport wordt tijdig voor de in lid 1 van dit artikel bedoelde vergadering ter inzage gelegd. In de oproeping voor deze vergadering wordt hiervan melding gemaakt.
Artikel 15
Algemene vergadering en besluitvorming
1. Jaarlijks wordt ten minste één algemene vergadering gehouden en wel binnen zes (6) maanden na afloop van het verenigingsjaar, behoudens verlenging van deze termijn door de algemene vergadering. In deze algemene
vergadering legt het algemeen bestuur rekening en verantwoording af over het verstreken boekjaar aan de hand van een door het bestuur opgestelde jaarrekening.
2. Het algemeen bestuur legt ter goedkeuring aan de algemene vergadering over het jaarverslag over de gang van zaken in de vereniging en over het gevoerde beleid alsmede de jaarrekening.
3. Bovengenoemde stukken worden tijdens de jaarvergadering, ter vaststelling respectievelijk ter goedkeuring, ondertekend door de leden van het algemeen bestuur en de voorzitter van de algemene vergadering. Ontbreekt de
ondertekening van een of meer hunner, dan wordt daarvan onder opgave van redenen melding gemaakt. Na verloop van de termijn kan ieder lid in rechte vorderen van de gezamenlijke bestuurders en toezichthouders dat zij deze verplichtingen nakomen.
4. Het algemeen bestuur geeft in het jaarverslag aan in welke mate de voor dat jaar gestelde doelstellingen zijn gehaald, welke activiteiten het heeft ontplooid en welke maatregelen zijn genomen om de beoogde missie en doelstellingen te bereiken. Daarbij geeft het algemeen bestuur aan of voldaan is aan de afspraken zoals vermeld in het toezichtkader. Tevens informeert het
algemeen bestuur de algemene vergadering over zijn (beleids)plannen voor het komende jaar.
5. Voorts worden algemene vergaderingen door het algemeen bestuur bijeengeroepen zo dikwijls het algemeen bestuur dit wenselijk oordeelt of daartoe op grond van de wet verplicht is. Op schriftelijk verzoek van ten minste één/zesde (1/6e) gedeelte van de stemgerechtigde leden is het bestuur verplicht tot het bijeenroepen van een algemene vergadering, te houden binnen vier (4) weken na indiening van het verzoek.
7. Indien aan het verzoek binnen veertien (14) dagen geen gevolg wordt gegeven, kunnen de verzoekers zelf tot de bijeenroeping van de algemene vergadering overgaan op de wijze als in lid 8 bepaald. De verzoekers kunnen alsdan anderen dan bestuursleden belasten met de leiding van de
vergadering en het opstellen van de notulen.
8. De bijeenroeping van de algemene vergadering geschiedt door schriftelijk mededeling aan de stemgerechtigde leden en de donateurs op een termijn van ten minste zeven (7) dagen. Bij de oproeping worden de te behandelen onderwerpen vermeld.
9. Tenzij in de statuten afwijkend is bepaald, worden rechtsgeldige besluiten genomen bij volstrekte meerderheid van het aantal stemgerechtigde leden dat aanwezig of vertegenwoordigd is.
10. Stemming geschiedt mondeling, tenzij een of meer leden een schriftelijke stemming wensen.
11. Alle besluiten worden genomen met volstrekte meerderheid van de ter vergadering uitgebrachte geldige stemmen, tenzij in deze statuten anders is bepaald.
12. Blanco stemmen worden geacht niet te zijn uitgebracht. Bij staking van
stemmen vindt een herstemming plaats. Indien de stemmen wederom staken, wordt het voorstel geacht te zijn verworpen.
13. Stemmen per volmacht is toegestaan, mits de volmacht is verstrekt aan een ander lid.
14. Het in een vergadering uitgesproken oordeel van de voorzitter omtrent de uitslag der stemming is beslissend.
15. Wordt echter onmiddellijk na het uitspreken van het hiervoor bedoelde oordeel de juistheid betwist, dan vindt een nieuwe stemming plaats, wanneer de meerderheid van de vergadering dit verlangt.
16. Door deze stemming vervallen de rechtsgevolgen van de oorspronkelijke stemming.
17. Over personen wordt schriftelijk gestemd. Indien bij stemming over personen de vereiste meerderheid niet wordt gehaald, wordt opnieuw gestemd tussen de personen met het hoogste aantal stemmen. Verkozen is de persoon met het hoogste aantal stemmen. Indien dan ook de stemmen staken, beslist terstond het lot.
18. Van de algemene vergaderingen worden notulen gehouden, die in de eerstvolgende algemene vergadering worden vastgesteld en ten bewijze daarvan worden ondertekend door de voorzitter en de secretaris.
Artikel 16
Statutenwijziging
1. In de statuten van de vereniging kan geen verandering worden gebracht dan door een besluit van een algemene vergadering, waartoe is opgeroepen met
de mededeling dat aldaar wijzigingen van de statuten zal worden voorgesteld.
2. Een voorstel tot statutenwijziging kan worden gedaan door het algemeen bestuur of op schriftelijk verzoek van tenminste een zodanig aantal leden als bevoegd is tot het uitbrengen van een/zesde (1/6e) gedeelte van de stemmen in de algemene vergadering.
3. Zij die de oproeping tot de algemene vergadering ter behandeling van een voorstel tot statutenwijziging hebben gedaan, moeten ten minste vijf (5) dagen voor de vergadering een afschrift van dat voorstel, waarin de voorgedragen wijziging woordelijk is opgenomen, op een daartoe geschikte plaats voor de leden ter inzage leggen tot na afloop van de dag waarop de vergadering wordt gehouden.
4. Een besluit tot statutenwijziging behoeft ten minste twee/derde (2/3e) van de geldig uitgebrachte stemmen, in een algemene vergadering waarin ten minste de volstrekte meerderheid van de stemgerechtigde leden aanwezig of
vertegenwoordigd is.
5. Is niet minimaal de volstrekte meerderheid van de stemgerechtigde leden aanwezig of vertegenwoordigd, dan wordt binnen zes (6) weken, echter niet binnen twee (2) weken, daarna een tweede vergadering bijeengeroepen en gehouden, waarin over het voorstel zoals dat in de vorige vergadering aan de orde is geweest, ongeacht het aantal aanwezige leden, kan worden besloten, mits met een meerderheid van ten minste twee/derde (2/3e) van de
uitgebrachte stemmen.
6. Een statutenwijziging treedt niet in werking dan nadat hiervan een notariële akte is opgemaakt.
De bestuursleden die op grond van deze statuten bevoegd zijn de vereniging te vertegenwoordigen alsmede zij die eventueel in het besluit tot
statutenwijziging door de algemene vergadering als zodanig zijn aangewezen, zijn gemachtigd om ter uitvoering van het besluit tot statutenwijziging de akte van statutenwijziging te doen passeren en te ondertekenen, alles met de macht tot substitutie.
7. De bestuursleden zijn verplicht een authentiek afschrift van de wijziging, alsmede de gewijzigde statuten neer te leggen ten kantore van het
handelsregister bij de Kamer van Koophandel, binnen het gebied waarvan de vereniging haar zetel heeft.
Artikel 17
Ontbinding en vereffening
1. De vereniging kan worden ontbonden door een besluit van de algemene vergadering. Het bepaalde in artikel 16 leden 1 tot en met 5 is van overeenkomstige toepassing.
2. De vereffenaars, of het algemeen bestuur in de situatie als bedoeld in lid 4, dragen er zorg voor, dat van de ontbinding van de vereniging inschrijving geschiedt in het register, als bedoeld in artikel 16 lid 7.
3. Indien de vereniging op het tijdstip van haar ontbinding geen baten meer heeft, houdt zij alsdan op te bestaan.
4. De vereniging blijft na haar ontbinding voortbestaan voor zover dit tot vereffening van haar vermogen nodig is. In stukken en aankondigingen die
van de vereniging uitgaan, moet aan de naam worden toegevoegd: “in liquidatie”.
5. De vereffening geschiedt door het algemeen bestuur, tenzij bij het besluit tot ontbinding een of meer andere vereffenaars zijn aangewezen.
6. Gedurende de vereffening blijven de bepalingen van deze statuten zoveel mogelijk van kracht.
Een vereffenaar heeft dezelfde bevoegdheden, plichten en
aansprakelijkheden als een bestuurder, voor zover deze verenigbaar zijn met zijn taak als vereffenaar.
7. Blijkt de vereffenaars dat de schulden de baten vermoedelijk zullen overtreffen, dan doen zij aangifte tot faillietverklaring, tenzij alle bekende schuldeisers desgevraagd instemmen met voortzetting van de vereffening buiten faillissement.
8. Een eventueel batig saldo van de ontbonden vereniging zal worden aangewend voor door de algemene vergadering te bepalen zodanige doeleinden als het meest met het doel van de vereniging zullen overeenstemmen.
9. De vereffenaars stellen een rekening en verantwoording op van de
vereffening, waaruit de omvang en samenstelling van het overschot blijken, alsmede de bestemming. Indien er meer dan één gerechtigde tot het overschot is, stellen zij tevens een plan van verdeling op.
10. De vereffenaars leggen de in het vorige lid bedoelde stukken neer ten kantore van het register als bedoeld in artikel 16 lid 7, alsmede ten kantore van de vereniging. De stukken liggen daar twee (2) maanden voor een ieder ter inzage. De vereffenaars maken in een nieuwsblad bekend waar en wanneer zij ter inzage liggen.
11. Indien niet binnen twee (2) maanden na de nederlegging en bekendmaking als bedoeld in lid 10 verzet is gedaan bij de Rechtbank, of de intrekking hiervan– of de beslissing hierop onherroepelijk is, wordt het overschot overgedragen aan de gerechtigde(n).
12. De vereffening eindigt op het tijdstip waarop aan de vereffenaars geen
bekende baten meer aanwezig zijn. Zij doen hiervan opgaaf bij het register als bedoeld in artikel 16 lid 7.
13. Na afloop van de vereffening blijven de boeken, bescheiden en andere gegevensdragers van de ontbonden vereniging gedurende de wettelijke bewaartermijn berusten onder de jongste vereffenaar, tenzij door de
algemene vergadering bij het besluit tot ontbinding een andere bewaarder is aangewezen.
Artikel 18 Slotartikel
In alle gevallen waarin de statuten, een of meer reglementen of de wet niet voorzien, beslist het algemeen bestuur.
