Instructies voor het gebruik van multifocale glazen van Rodenstock Voor opticiens
Inhoudsopgave
1 Beoogd gebruik ... 1
1.1 Doel en doelgroep………..1
1.2 Het ontwerp van multifocale glazen……….1
1.3 Meer informatie ..………3
2 Gebruiksbeperkingen en voorzienbaar misbruik ... 4
3 Correct gebruik ... 4
4 Risico's en bijwerkingen van multifocale glazen ... 5
Instructies voor het gebruik van multifocale glazen van Rodenstock Voor opticiens
Wanneer de aanpasser (hierna de "opticien") medische producten verkoopt, moet deze de eindgebruiker (hierna de "brildrager") verplicht informeren, en bij voorkeur schriftelijk, over de gebruiksbeperkingen.
Overtuig uw klant met uw vakbekwaamheid tijdens zijn of haar persoonlijk adviesgesprek en wijs op de eventuele gebruiksbeperkingen. U kunt op elk moment belangrijke informatie over Rodenstock brillenglazen vinden op https://www.rodenstock.de/de/de/instructions-for-use.html
1 Beoogd gebruik
1.1 Doel en doelgroepMultifocale glazen zijn brillenglazen die worden gebruikt om klantspecifieke ametropie te corrigeren, zoals hypermetropie (verziendheid), myopie (bijziendheid) en/of astigmatisme, evenals positionele afwijkingen van de ogen, in combinatie met leeftijdsspecifieke presbyopie.
Bovendien kunnen er oplossingen voor speciale problemen (bijv. aniseikonie) worden aangeboden.
Multifocale glazen bieden een scherp zicht op alle afstanden, van veraf tot dichtbij.
1.2 Het ontwerp van multifocale glazen
Multifocale glazen kunnen worden onderverdeeld in vier categorieën:
Kijkgebied voor de verte
Gebied van het glas voor scherp zicht op grote afstand (max. ∞).
Kijkgebied voor tussenafstand
Gebied van het glas voor scherp zicht op middellange afstanden, bijvoorbeeld bij het werken op een computer.
Oriëntatiegebied
Het gebied van het glas dat bedoeld is voor oriëntatie.
Kijkgebied voor nabij
Gebied van het glas voor scherp zicht op nabije afstanden (doorgaans 40 cm).
Afbeelding 1: Schematische opbouw van een multifocaal glas
1
2
3
4
1
4
3 2 3
Afbeelding 2: Horizontale afbuiging van het zicht bij het kijken door een multifocaal glas op het niveau van het kijkgebied voor de tussenafstand
Afbeelding 3: Verticale afbuiging van het zicht bij kijken door een multifocaal glas
2 3
3
1
2
4
1.3 Meer informatie
• De kijklijn van multifocale glazen beschrijft het pad van het convergerende oog van het verte kijkgebied via het kijkgebied voor tussenafstand naar het kijkgebied voor nabij. De kijkpunten in de verte, tussenafstand en nabij worden aangepast aan het convergentiegedrag en de afstand tot het voorwerp waarnaar wordt gekeken (inzet).
• De afstand tussen het kijkgebied voor de verte en nabij wordt 'progressielengte' genoemd en wordt gemeten als de afstand tussen het referentiepunt voor veraf en het referentiepunt nabij. Hoe korter de progressielengte, hoe smaller het middellange zichtgebied.
• Hoe langer de progressielengte, hoe meer de drager zijn of haar blik moet neerlaten om door het nabije kijkgebied van de glazen te kunnen kijken. Omgekeerd geldt hetzelfde voor de hoornvlies-vertex afstand: hoe kleiner deze afstand, hoe hoger de noodzakelijke verticale zichtafbuigingvoor nabij zicht.
• De sterkte van de additie (voor nabij) hangt onder andere af van de leeftijd van de brildrager.
• De additie beïnvloedt ook de grootte van het kijkgedied voor de tussenafstand. Bij dezelfde progressielengte hebben multifocale glazen een smaller kijkgebied voor de tussenafstand naarmate de leestoeslag (additie) hoger wordt.
• Multifocale glazen voldoen aan de criteria voor verkeersgeschiktheid zoals voorgeschreven door EN ISO 14889 en 8980-3:2013. Dit betekent dat ze geschikt zijn voor gebruik op de weg, rijden in het verkeer en het bedienen van machines.
• Het ontwerptype Road wordt vanwege zijn ontwerp aanbevolen voor automobilisten met presbyopie.
• Multifocale glazen zijn geoptimaliseerd voor een variabele of een vaste montuurinclinatie. De montuurinclinatie is onder meer afhankelijk van de basiscurve, het montuur, de reductie van de middendikte en individuele parameters:
Mogelijke waardebereiken voor multifocale glazen met individuele parameters die kunnen worden besteld
Hoornvlies-vertex afstand (HVA) 5 - 30 mm Pupilafstand (PD): 20 - 40 mm
Pantoscopische tilt (inclinatie) (PT): -5° - 20°
Montuurdoorbuiging (MDB): -5° - 15°
Multifocale glazen met bestelbare PD
Mogelijke waardebereiken voor pupilafstand (PD): 20 - 40 mm
Voor producten waarbij de afzonderlijke parameters niet kunnen worden besteld, wordt aanbevolen het montuur aan te passen met een pantoscopische tilt (inclinatie) van ca. 8°, een montuurdoorbuiging van ca. 5° en een hoornvliesafstand van ca. 13 mm (WL/PL/Netline 15 mm). Deze producten zijn
gebaseerd op een standaard pupilafstand van 32 mm.
Conventionele multifocale glazen of Freeform multifocale glazen van de oude generatie worden berekend voor een montuurinclinatie en een "centrale" centrering.
• De tevredenheidsgarantie voor multifocale glazen is alleen geldig voor het beschreven beoogde gebruik en bij correct gebruik.
2 Gebruiksbeperkingen en voorzienbaar misbruik
• Multifocale glazen worden over het algemeen niet aanbevolen voor mensen met een voldoende groot
accommodatievermogen > 2,50 D. Vanaf de leeftijd van rond de 45 jaar is het accommodatievermogen meestal minder dan 2,50 D.
• In tegenstelling tot enkelvoudige glazen zijn de oriëntatiegebieden van multifocale glazen niet geschikt voor scherp zicht.
• Multifocale glazen zijn niet geschikt voor dichtbij kijken in combinatie met opgeslagen ogen (richt bovenzijde glas).
• Voor speciale toepassingen, zoals permanent werken aan een computerscherm, zijn beeldschermglazen voor nabij zicht geschikter.
• De eerder genoemde punten voor gebruiksbeperkingen en voorzienbaar misbruik zijn slechts voorbeelden en pretenderen niet volledig te zijn. Er wordt verwezen naar de inhoud van het hoofdstuk "Beoogd gebruik" en
"Correct gebruik".
3 Correct gebruik
• Voor de keuze van het juiste type multifocaal glas en de juiste centrering is het essentieel dat het montuur anatomisch wordt aangepast aan het gezicht van de drager. De individuele parameters van de draagsituatie (pupilafstand, hoornvlies-vertex afstand, montuurdoorbuiging en pantoscopische tilt “inclinatie”) moeten worden gemeten en het juiste multifocaal glas moet worden geselecteerd.
Afbeelding 4: Individuele parameters van de draagsituatie
• Bij het selecteren van het meest geschikte type multifocale glas kan ook rekening worden gehouden met andere criteria, zoals visuele vereisten, progressielengtes of nabije afstanden. Om ervoor te zorgen dat de volledige optische prestatie van het brillenglas behouden blijft, mag de draagsituatie niet achteraf door de opticien of brildrager worden gewijzigd.
• Multifocale glazen moeten zodanig ten opzichte van de ogen worden gecentreerd dat het centreerkruis samenvalt met het midden van de pupil in de gebruikelijke hoofd- en lichaamshouding. Het referentiepunt nabij moet zich binnen het montuur bevinden.
• Bij het bepalen van de centrering moeten de minimale slijphoogtes (positie van het referentiepunt nabij + 2 mm) en minimale afstanden tot de bovenrand van het montuur (positie van het referentiepunt + 8 mm) in acht worden genomen. Zie voor meer informatie de Rodenstock productcatalogus en "Rodenstock Tips &
Technologie".
Montuurdoorbuiging (MDB)
Pupilafstand (PD)
Hoornvlies afstand
(HVA) Pantoscopische tilt (PT)
• Multifocale glazen worden beschouwd als multifocale glazen met twee referentiepunten in de zin van EN ISO 21987:2017. Deze referentiepunten zijn het verre en nabije referentiepunt. De producten worden vóór levering aan de opticien gecontroleerd op tolerantie op de referentiepunten volgens ISO 8980-2. Als de gemeten waarden van het glas op de referentiepunten overeenkomen met de referentiewaarden op het brillenglaszakje, in overeenstemming met de tolerantie, corrigeert het multifocale glas volledig in de draagsituatie.
• Losse en herhaalde bestellingen van multifocale glazen zijn in principe mogelijk. Bij het bestellen van een afzonderlijk glas wordt ten zeerste aanbevolen om de waarden van het andere glas te achterhalen en deze mee te nemen in de bestelling, zodat hier bij de berekening rekening mee kan worden gehouden. Het
combineren van verschillende typen glazen, bijvoorbeeld een multifocaal glas en een enkelvoudig glas, is een op maat gemaakt product. Houd er rekening mee dat kenmerken zoals basiscurven, diktereductieprisma's, kleuren en antireflectiecoatings niet op elkaar zijn afgestemd.
• Speciale sportbrillenglazen worden aanbevolen voor meer gebogen brilmonturen met een hogere vlak-vorm hoek.
• Bij een hoge inclinatie van het glas in de draagsituatie (bij glazen met een hoge montuurdoorbuiging en/of een hoge pantoscopische tilt (inclinatie) kunnen de centreergegevens afwijken van de gemeten waarden in het montuurvlak voor pupilafstand en hoogte en in het vlak van het glas. De centreergegevens voor het vlak van het glas die op het brillenglastasje zijn afgedrukt, moeten worden gebruikt voor het slijpen.
• Voor meer informatie over multifocale glazen, zoals de juiste keuze van het gewenste product afhankelijk van het behoefteprofiel van de een brildrager, raadpleegt u het actuele consultatieprogramma.
4 Risico's en bijwerkingen van multifocale glazen
• Het kan even duren voordat de brildrager aan de nieuwe glazen gewend is, omdat multifocale glazen met verschillende kijkgebieden anders worden geproduceerd dan enkelvoudige glazen. Dit kan leiden tot schommeleffecten en lichte vervormingen in de perifere kijkgebieden van het glas, gecombineerd met een verandering in ruimtelijke perceptie.
• Het diktereducerende prisma van multifocale glazen kan ertoe leiden dat objecten in de ruimte in een andere positie worden waargenomen.
• Als de positie van het verte ontwerppunt (indien expliciet vermeld) boven het centreerkruis ligt om een bijzonder breed middellang zichtgebied te verkrijgen, moet worden opgemerkt dat de progressie in het glas (die dus al verder naar boven toe begint) kan resulteren in een "onscherp" in het centreerkruis van maximaal +0,25 D.
• In plaats van de ogen te bewegen, vereist een multifocale bril dat het hoofd wordt bewogen.
• Bij het oplopen van een trap is het belangrijk om op te merken dat de brildrager door het verre zichtgebied van de multifocale bril moet kijken, terwijl het nabije zichtgebied moet worden gebruikt wanneer de brildrager langs de trap omlaag kijkt. Dit biedt echter geen optimale correctie voor de afstand tot de trap.
• De beschreven initiële symptomen zijn natuurlijk en worden na verloop van tijd (ongeveer twee tot drie weken) niet of nauwelijks meer opgemerkt. Idealiter moeten een multifocale bril vanaf het begin dagelijks van 's ochtends tot 's avonds worden gedragen.
Lees voor meer informatie ook de "Instructies voor het gebruik van brillenglazen van Rodenstock, algemeen".
Contact
Rodenstock GmbH Elsenheimerstraße 33 80687 München (Duitsland) www.rodenstock.com
