• No results found

Dijkversterking Waddenzeedijk Texel

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Dijkversterking Waddenzeedijk Texel"

Copied!
8
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Dijkversterking Waddenzeedijk Texel

Aanvullend advies over reikwijdte en detailniveau van het milieueffectrapport

23 februari 2012 / rapportnummer 2313–61

(2)

(3)

-1-

A ANVULLEND RICHTLIJNADVIES

Het Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier heeft het voornemen de Waddenzeedijk op Texel te versterken. Om het voornemen te kunnen realiseren moet een dijkversterkingplan worden opgesteld. Ter ondersteuning van de besluitvorming wordt een m.e.r.(milieu effect rapportage)-procedure gevolgd.

De Commissie voor de m.e.r.1 heeft hiervoor een richtlijnadvies uitgebracht op 8 oktober 20092. Sindsdien zijn er nieuwe inzichten naar boven gekomen en zijn procedurele uitgangs- punten gewijzigd. Hierdoor waren aanpassingen van de oorspronkelijke startnotitie noodza- kelijk. Deze zijn beschreven in de “Oplegnotitie Startnotie” d.d. 21 september 2011. De Op- legnotitie is, evenals de eerdere startnotitie, gestructureerd van opzet en voorzien van duide- lijk beeldmateriaal. Bij de voorgestelde varianten wordt uitgegaan van een integrale benade- ring van de veiligheidsproblematiek per dijksectie en wordt geanticipeerd op toekomstige rekenregels. Voor enkele dijksecties worden ook buitendijkse varianten in beeld gebracht.

Mede in verband met dit laatste adviseert de Commissie om bij het opstellen van het MER de variantontwikkeling vooraf te laten gaan door een inhoudelijke visie op typen maatregelen, c.q. alternatieven (buitendijks, consoliderend of binnendijks) voor de hele dijk en/of dijksec- ties daarbinnen. Kansen en (on)mogelijkheden van alternatieven vanuit de aanwezige belan- gen (zoals landbouw en natuur) kunnen daarin een plaats krijgen evenals de logica van be- paalde alternatieven vanuit de aard en omvang van het veiligheidsprobleem en vanuit de landschappelijke karakteristieken.

In aanvulling op haar eerdere advies vraagt de Commissie extra aandacht voor:

· Een gedetailleerde beschouwing van de veiligheidsproblematiek en de doorvertaling daarvan naar de ontwerprandvoorwaarden. Ga daarbij in op de laatste ontwikkelingen met betrekking tot de hydraulische randvoorwaarden en geef de robuustheid aan van de in het MER beschreven alternatieven voor eventuele gevolgen van nieuwe wijzigingen in de hydraulische randvoorwaarden voor de ontwikkeling en keuze van de alternatieven;

· De veranderende inzichten ten aanzien van piping, de consequenties hiervan voor (de robuustheid van) maatregelen, en de wijze waarop hiermee zal worden omgegaan al dan niet met een onderscheid in dijksecties;

· De keuze voor de te verbeteren dijksecties en de motivering daarvan. Ga daarbij tevens in op de overwegingen om tussenliggende secties thans niet te versterken;

· Een voldoende gedetailleerde uitwerking van alle in de oplegnotitie geselecteerde vari- anten, zodanig dat de effecten van de dijkversterking met voldoende zekerheid hieruit kunnen worden afgeleid. Besteed daarbij bijzondere aandacht aan de in de startnotitie genoemde criteria van het beoordelingskader ‘waterbouwkundige aspecten’ en denk daarbij aan het toepassen van constructieve elementen in het dijklichaam, zoals

1 Voor de samenstelling van de werkgroep van de Commissie m.e.r., haar werkwijze en verdere projectgegevens, zie bijlage 1 bij dit advies. Projectgegevens en bijbehorende stukken, voor zover digitaal beschikbaar, zijn ook te vinden via commissiemer.nl onder ‘Advisering’ of door in het zoekvak het projectnummer in te geven.

2 Rapport 2313-28 Dijkversterking Waddenzeedijk Texel

(4)

-2-

geotextiel, niet zo zeer in termen van complexiteit als wel aan functiegevoeligheid (be- heer en onderhoud) op korte en lange termijn;

· Geef een gedetailleerde uitwerking van de zandige oplossing bij de Prins Hendrikpolder en betrek daarbij ook varianten waarbij de bestaande dijk geïntegreerd wordt in de zan- dige oplossing. Betrek naast zandige oplossingen ook andere buitendijkse maatregelen, zoals het stimuleren van kweldervorming in het voorland, bij de uitwerking van alterna- tieven en ga in op de ontwikkelingsmogelijkheden voor natuur die buitendijkse oplos- singen in de toekomst kunnen bieden.

Betrek uitkomsten van bovenstaande bij de hoofdpunten voor het MER zoals door de Com- missie in haar richtlijnadvies aangegeven en onderbouw de afwegingen tussen veiligheid, ruimtelijke keuzes, gevolgen voor natuur, landschap, leefomgeving en gebruiksfuncties (zo- als landbouw) bij de uiteindelijke variantkeuze3.

3 Zie hiervoor tevens de op de “Oplegnotitie Startnotitie” ingediende zienswijzen.

(5)

BIJLAGE 1: Projectgegevens reikwijdte en detailniveau MER

Initiatiefnemer: Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier Bevoegd gezag: Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier Besluit: Goedkeuring van het dijkversterkingsplan

Categorie Besluit m.e.r.: C12.2

Activiteit: versterken van de Waddenzeedijk Procedurele gegevens:

aankondiging start procedure in de Texelse Courant en in het Noord-Hollands Dagblad editie Den Helder van 14 augustus 2009

ter inzage legging startnotitie: 14 augustus tot en met 25 september 2009 adviesaanvraag bij de Commissie m.e.r.: 12 augustus 2009

richtlijnenadvies uitgebracht: 8 oktober 2009

oplegnotitie startnotitie ontvangen: 29 november 2011

aankondiging start procedure: het Helders Weekblad van 6 oktober 2011 ter inzage legging oplegnotitie startnotitie: 4 oktober t/m 16 november 2011 aanvullend advies uitgebracht: 23 februari 2012

Samenstelling van de werkgroep:

Per project stelt de Commissie een werkgroep samen bestaande uit enkele deskundigen, een voorzitter en een werkgroepsecretaris. De werkgroepsamenstelling bij dit project is als volgt:

ir. A.J. Bliek

ing. G.J.H. Elbertsen (secretaris) ir. J.H.J. van der Gun

dr.ir. Z. Jager

mw. drs. J.G.M. van Rhijn(voorzitter) ir. R.F. de Vries

Werkwijze Commissie bij advies reikwijdte en detailniveau:

In dit advies geeft de Commissie aan welke onderwerpen naar haar mening behandeld dienen te worden in het MER en met welke diepgang. De Commissie neemt hierbij de startnotitie en de oplegnotitie als uitgangspunt.

Zie voor meer informatie over de werkwijze van de Commissie www.commissiemer.nl op de pagina Commissie m.e.r.

(6)

Betrokken documenten:

De Commissie heeft de volgende documenten betrokken bij haar advisering:

· Startnotitie

· Oplegnotitie Startnotitie aanvulling op de startnotitie, 29 september 2011

De Commissie heeft kennis genomen van zienswijzen en adviezen, die zij van het bevoegd gezag heeft ontvangen. Zij heeft deze, voor zover relevant voor m.e.r., in haar advies ver- werkt.

(7)
(8)

Aanvullend advies over reikwijdte en detailniveau van het milieueffectrapport Dijkversterking Waddenzeedijk Texel

ISBN: 978-90-421-3448-5

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

benut met ICT de mogelijkheden voor een nieuwe werkwijze, waarbij gegevens die de overheid van bedrijven nodig heeft klaargezet kunnen worden door bedrijven en opgehaald kunnen

Gelet op de aanwezigheidspercentages voor bezoekers van woningen ligt het zwaartepunt niet gelijk aan dat voor de stedelijke voorzieningen in de omgeving (met name

• Belangrijke punten uit de zienswijze van de Eilandraad en het contractdossier (Jaap Boes).. • Referentieontwerp, zettingsopgave en variant Eilandraad

[r]

1) Ingevolge artikel 5 van de Wvg kan de gemeenteraad gronden aanwijzen waarop van toe- passing zijn de artikelen 10 tot en met 24 en 26 en 27 van de Wvg. 2) De commissie

De vaste voorzitter van deze commissie, de heer Vriend, heeft zich wegens ziekte moeten afmelden voor deze hoorzitting.. De commissie hoort nu met

De beoordeling van de vraag of mevrouw De Waard-Melman planschade heeft geleden ingevolge artikel 49 WRO (oud) dient te worden beoordeeld aan de hand van zowel het plan

Op grond van artikel 21, eerste lid WRO kan de raad verklaren dat voor een bepaald gebied een bestemmingsplan wordt voorbereid, het zogenaamde voorbereidingsbesluit.. Dit is in het