• No results found

Iets over Heiligen in het algemeen. en een Heiligenkalender in het bijzonder als proeve

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Iets over Heiligen in het algemeen. en een Heiligenkalender in het bijzonder als proeve"

Copied!
55
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

1

Iets over Heiligen in het algemeen

en een Heiligenkalender in het bijzonder als proeve

voor het Minderbroedersklooster te Gravendam in Archeon

A.D. 1350

(2)

Inhoud

blz. 2

Iets over Heiligen in het algemeen

blz. 3

Inleiding blz. 3

Idool blz. 4

Heiligen in het Christendom: wie zijn dat? blz. 4

Heiligen: houdt afstand blz. 4

Heiligen en bestaanszekerheid blz. 5

Vruchtbaarheid blz. 5

Kinderfeest blz. 6

Heiligen: helpers bij ziekte blz. 7

Heiligen: ziekte en spoedhulp 1-1-2 blz. 7

Heiligen: bescherming van land blz. 7

van streek blz. 7 van stad blz. 8 van parochiekerk blz. 8

gilden blz. 8

reizigers blz. 8

van weersinvloeden blz. 9

Martelaren: navolgers door dik en dun blz. 9

Van liefdemaal naar bedevaart blz. 10

Relieken blz. 10

Het bewaren van Relieken blz. 11

Bedevaartsplaatsen blz. 12

Processie blz. 12

Heiligen en economie blz. 13

Heiligen en vrije dagen blz. 14

Plaatsbepaling van een Heiligenkalender blz. 14

Het Minderbroedersklooster in Gravendam Archeon blz. 14

Heiligen, kloosterorde en kloosterkerk blz. 15

Typische Heiligenfeesten voor Gravendam blz. 15

Reliek en afbeeldingen in de Broederkeuken in Gravendam blz. 15

Het Concilie van Trente en Reliekenverering blz. 17

Processies vanuit het Minderbroedersklooster blz. 17

En een Heiligenkalender van circa A.D. 1350 in het bijzonder

Een Heiligenkalender voor Gravendam van ca. A.D. 1350 blz. 18

Het Kerkelijk Jaar blz. 18

Hiërarchie in de Gemeenschap van Heiligen blz. 19

Fase I: Onderzoek naar een Heiligenkalender van ca. A.D. 1350 blz. 20 Fase II: Onderzoek met behulp 3 heiligenkalenders in kolommen blz. 22 t/m 36 Fase III: Een Heiligenkalender voor Gravendam van rond A.D. 1350 blz. 37 t/m 49

Samenvatting: blz. 50

Litteratuur blz. 51

Bijlage: Lijst van Feestdagen in de verordening van Bisschop Jan van Arkel in 1349 blz. 52

(3)

3

Heiligen in het algemeen Inleiding:

In 1994, het openingsjaar van Archeon, bestond er in Gravendam een Heiligen- annex activiteiten- kalender. Sindsdien worden nog wel de Paas- en Pinksterprocessie gehouden, het Boogschutter- feest gevierd en een uitvaart gehouden. Inmiddels is dit uitgebreid met Mariaprocessies, Kinderoptochten op Alre kinder dach (28 december: Feest van de Onschuldige/Onnozele Kinderen) en op Dertiendach (Feest van de Driekoningen).

Ongeveer 5 jaar geleden ontstond de behoefte aan een meer uitgebreide Heiligenkalender van omstreeks 1350 n. Chr. Dan zouden er wellicht ook gildefeesten georganiseerd kunnen worden op de dag van hun PatroonHeilige. Begonnen is met het gildefeest op 24 oktober van de Heiligen Crispinus en Crispinianus, de patroons van de schoenmakers.

Vier jaar geleden is een Heiligenkalender binnengekomen in Gravendam die gebaseerd is op het Calendarium dioc. Traiectum (Kalender bisdom Utrecht) BMH SJ i162 Ca.1480. Het origineel is een incunabel . Ten aanzien van vooral de hoofdletters, is het moeilijk leesbaar. Tijdens het kopiëren/ overschrijven voor gebruik in Archeon zijn er nogal wat verschrijvingen en hiaten ingekomen.

De lege plekken in de kalender zijn toen aangevuld met Heiligen uit het Getijdenboek van Katharina van Kleef.

Reden voor mij om uit interesse dieper in deze materie te duiken en er de nodige litteratuur op na te slaan. Onder andere in de bovengenoemde wiegendruk in de Bibliotheek van het Museum Catharijneconvent , evenals in het Martyrologium van het klooster Emaus te Stein (aan de overzijde van de Hollandse IJssel bij Haastrecht), waar Erasmus enige tijd verbleven heeft. Dit handschrift bevindt zich in het Streekarchief te Gouda.

Dit handschrift kreeg ik onder ogen als afsluiting van de cursus van Rustica tot Hybride die daar gegeven werd door de paleograaf Jan-Willem Klein .

Mijn doel was om niet alleen een Heiligenkalender A.D. 1350 op te sporen, maar ook anderen in Arche- on (Broeders, collega’s archeotolken en andere be- langstellenden) materiaal voor een verhaal aan te leveren over het onderwerp. En over de voorwer- pen die zich in de Broederkeuken van het klooster bevinden. Voor verdieping van het onder werp voor jezelf, verwijs ik naar de 2 literatuurlijsten.

Tijdens mijn speurtocht ben ik toevallig gestuit op een Lijst van Feestdagen waarop nering en ambacht stil lagen in het bisdom Utrecht, ingaande per 16 mei 1346, afgekondigd door de Utrechtse bisschop Jan van Arkel. Deze lijst is na de Heiligenkalender als bijlage opgenomen.

Ik neem u mee op mijn speurtocht. Langs de bronnen die ik heb gebruikt naar “mijn” voorbeeld van een Heiligenkalender van rond 1350 te komen. En, daaraan voorafgaand, langs de ontwikkeling van de Heiligenverering in het algemeen en de functie van Heiligen in ons bestaan in het bijzonder. Dan beginnen we met onszelf.

Klooster Emaus te Stein door Pieter Dirckz. Crabeth AD 1520

Calendarium BMH SJ i162, Incuna- bel; December met op xviij d ( 6 dec.) Nicolaes biscop, Bibliotheek Rijksmuseum Catharijneconvent, Utrecht.

(4)

Idool:

Voordat we het over het onderwerp gaan hebben is het wellicht goed te beseffen dat heel veel mensen idolen hebben. Zij proberen ze na te doen in haarstijl, kleding, muziek en andere vormen.

Willen in zijn of haar omgeving verkeren; willen een handtekening, een shirt of een ander voorwerp; zijn lid van de fanclub etc.. Bij veel vraag naar een aandenken van een idool, verschijnen er ook neppers op de markt. Dat mag de pret niet drukken.

Dit alles geeft een gevoel van verbondenheid, bescherming, zekerheid, hoop, troost en energie. Hoewel je idool niet letterlijk bij je is, heb je hem of haar om je heen: wanneer je gaat solliciteren of examen gaat doen, dan neem je een foto van je idool mee (als je die altijd al niet bij je hebt). Je bewijst hem/haar na zijn/ haar dood nog eer (Elvis Presley, Prinses Diana). Als publiekstrekker zijn ze goed voor de economie van stad en land.

Blijkbaar hebben wij mensen in ons diepste wezen daar altijd en overal

grote behoefte aan. Ook in de Middeleeuwen. Door velen gekenschetst als een onzekere tijd, waarin honger, dorst, armoede, ziekte en dood voortdurend op de loer lagen. Voorbeelden (Heiligen) uit hun samenleving gaven hen verbondenheid, zekerheid, hoop, troost, energie en vruchtbaarheid.

Heiligen in het Christendom: wie zijn dat?

Allereerst een aantal mensen, dat in de omgeving van Jezus Christus vertoefd heeft zoals zijn moeder Maria, de Apostelen (uitgezonderd Judas die hem verraden heeft) en Maria Magdalena.

Vervolgens zij die, tijdens de christenvervolgingen in het Romeinse Rijk, omwille van hun Christelijk geloof ter dood zijn gebracht. Zij worden martelaren genoemd (zie verder onder martyrologium).

Nadat het de Christenen in het Romeinse Rijk is toegestaan hun geloof te belijden (Edict van Milaan 313n.Chr.), komen er tot aan de reformatie nauwelijks nog martelaren bij.

In die periode worden heilig genoemd die mensen die Christus zo goed mogelijk proberen na te volgen. Ze worden door hun omgeving als Heiligen beschouwd en vereerd. Zij worden aanvankelijk door de plaatselijke bisschop op de Heiligenkalender gezet. Vanaf de 12e eeuw gaat de bisschop van Rome (de Paus) met behulp van zijn staf (de Curie) de procedure van de heiligverklaring en van de plaatsing op de Heiligenkalender voor de gehele Rooms-katholieke Kerk naar zich toe trekken.

Er vindt dan een verdere integratie plaats van de Heiligenkalender van het Bisdom Rome met die van de andere bisdommen. De Romeinse kalender ontstaat met daarnaast voor elk van de Bisdommen de ruimte om belangrijke Heiligen uit hun bisdom te blijven vieren. In de 13e, 16e en 21e eeuw is er de stofkam doorheen gehaald, vanwege het groeiende aantal Heiligen.

Er bestaat gedurende al die eeuwen een onderhuids spanningsveld tussen de mense- lijke behoeften aan bestaanszekerheid en de concretisering hiervan via de Heiligen- verering enerzijds en de opvatting van de Rooms-Katholieke Kerk dat er één God is in drie personen: Vader, Zoon en Heilige Geest anderzijds.

Heiligen: houdt afstand

Nogal wat mensen, die na de tijd van de martelaren als Heiligen vereerd worden, zijn tijdens hun leven verteerd door hun doorleefde omgang met het goddelijke.

Franciscus van Assisi is daar een sprekend voorbeeld van. Hij sterft, uitgeteerd, op 45 jarige leeftijd, in A.D. 1226.

Lionel Messi in FC.

Barcelona shirt

Franciscus, Stav- kyrka, Hedared, Zweden.

(5)

5

Voor ons, gewone stervelingen, is het ook moeilijk om met het goddelijke en met Heiligen om te gaan. Het is moeilijk om een afhankelijke en afwachtende houding aan te nemen, zoals Franciscus en andere Heiligen hebben gedaan. Graag zou je willen dat God of een Heilige precies doet wat je zegt.

Dat het een maatje van je is waarmee je kunt dealen; die je iets kan voorschrijven; of die je de schuld kan geven; of op wie je boos kan worden. De afstand tot de Heilige is daarmee verdwenen en men bevindt zich op de weg naar afgoderij en toverij.

Dit proces in de volle Middeleeuwen vind je uitvoerig beschreven in Herfsttij der Middeleeuwen van Johan Huizinga. Een proces dat uitmondt in o.a. de Beeldenstorm tijdens de Reformatie.

Het Concilie van Trente (1545 - 1563) heeft deze kwestie weer aangescherpt in de leer en haar uitvoering: Heiligen mogen niet aanbeden worden, maar wel vereerd, als zijnde mogelijke bemiddelaars bij God.

Heiligen en bestaanszekerheid

Ik beschrijf eerst een aantal specifieke functies van Heiligen in de Middeleeuwen rond het thema bestaanszekerheid. Vervolgens een aantal gebruiken die daarmee samenhangen. Ik volg daarbij zoveel mogelijk de indeling van het Kerkelijk Jaar (zie blz. 18)

Vruchtbaarheid:

Kerstmis op 25 december heeft een directe relatie met voortbrengen en daarmee dus eigenlijk met vruchtbaarheid. Een sprekend voorbeeld hiervan is een schildering in de kerk van Mora in Zweden.

Het Kerstverhaal doet agrarisch aan: voederbak, os, ezel, schapen, herders. Later komt de weten- schap (Driekoningen) een bezoek brengen en wordt het Kind bekend gemaakt aan de hele wereld.

Op het schilderij in Mora is echter al duidelijk te zien dat Jezus er voor ons allemaal is. Hij komt ons helpen in onze bestaans- onzekerheid.

De relatie met vruchtbaarheid is door de boodschap van vrede, die met Kerstmis wordt uitgedragen door de engelen, op de achtergrond geraakt.

Een andere voorbeeld waar Maria, als Moeder van God, verbonden is met vruchtbaarheid is het beeld van de Zwarte Madonna van Montserrat. De legende wil dat het door een herdersjongen is gevonden, maar het beeld schijnt van Byzantijnse oorsprong

te zijn. Men gaat daar op de eerste plaats naar toe om vruchtbaarheid af te smeken in je huwelijk. Er lijkt een verwantschap tussen zwarte Madonna’s en

zwarte Germaanse en Keltische vruchtbaarheidsgodinnen.

Zwart is de kleur van de aarde.

Die relatie is er ook met de Egyptische godin Isis (als vrucht- baarheidsgodin in Nubië zwart gekleurd) die afgebeeld is met het kind Horus op haar schoot.

Overigens zingen de Minderbroeders uit het Llibre Vermell de Montserrat (laat 14e eeuw) die dansliederen die horen bij dit bedevaartsoord.

Zwarte Madonna van Montserrat (A.D. ca 1200)

Isis voedt Horus

Geboorte van Jezus, Församling Kyrka,Mora, Zweden. 17e eeuw?

(6)

Kinderfeest

28 december: 1e eeuw Feest van de Onschuldige kinderen.

Gedenkdag voor de jongetjes tot 2 jaar uit de omgeving van Bethlehem die op last van Koning Herodes zijn vermoord. Het feest is in de volle Middeleeuwen belangrijk geworden. In de kathedraal van Siëna (Italië) is dit drama groots in grijs-wit op zwarte steen in de vloer uitgebeeld.

Vanaf de 12e eeuw kent men in Parijs het Kerkhof des Innocents. Lodewijk IV (ca. 1450) schenkt uit piëteit een compleet Onschuldig Kind in een grote kristallen schrijn aan het kerkhof. Het is in die tijd niet ongewoon om relieken permanent te tonen.

Op 28 december wordt het jongste kind tot “baas”

gekozen. In het klooster tot abt, op de koorschool tot koorleider en op school tot bisschop (zoals in Moosburg, Duitsland). Het sluit aan bij bisschopsfeesten van 11 november (Sint Maarten), 6 december (Sint Nicolaas). Het zijn “kinder- en bedelfeesten” waarop kinderen zingend langs de huizen gaan om een lekkernij of geld te krijgen.

Ook het feest van Driekoningen hoort bij deze traditie.

De Minderbroeders houden op 28 december een

“bedeloptocht”met een kindbisschop en op 6 januari een optocht met Driekoning(inn)en.

Kinderfeesten wortelen in de traditie van Romeinse bedel-, verkleed- en vruchtbaarheidsfeesten.

Heiligen: helpers bij ziekte

St. Appolonia (2e eeuw) 9 februari kiespijn St. Laurentius (ca .230?) 10 augustus brandwonden St. Dymphna (7e eeuw?) 13 mei geestesziekte Mensen kunnen in geval van ziekte en troost een beroep doen op een scala van Heiligen. Hier komen slechts enkelen aan bod. Men zoekt onder andere hulp bij die Heilige die een relatie heeft met de aan- doening. Een voorbeeld is de Heilige Appolonia wiens tanden werden uitgetrokken. Een ander voorbeeld is dat van de H. Laurentius die levend geroosterd is. De adellijke vader van de Heilige Dymphna was volgens overlevering waarschijnlijk niet goed bij zijn hoofd. Hij liet zijn dochter Dymphna , die inmiddels kluizenares was geworden in de buurt van Geel (België) onthoofden. Ook haar geestelijk leidsman, Sint Gerebernus. Vandaar dat ze de Beschermheilige van krankzinnigen en epileptici is. Om de vijf jaar wordt er een Dymphnaprocessie gehouden in Geel, België (2010, 2015 etc.).

Heiligen: ziekte en spoedhulp: 1-1-2.

Het fenomeen van zogenoemde 14 Heiligen als noodhelpers ontstaat in de 14e eeuw rond de steden Bamberg en Regensburg in Duitsland ten tijde van een pestepidemie. Dit fenomeen heeft zich van daar tot in onze gewesten verbreid. De namen van de Heiligen verschillen van streek tot streek. In onze gewesten maken o.a. Gregorius de Grote, Catharina, Gertrudis van Nijvel en Hubertus van Luik er deel van uit.

Heiligen: Bescherming van land, streek, stad, parochie, gilden, reizigers en het weer

Sint Appolonia, N.H. Kerk te Franeker.

Alre Kinder optocht Gravendam, Archeon, 28 december 2011. A.Dagbl. Foto: Martin Sharrott

(7)

7 Heiligen: Patroon-/beschermheilige van landen Engeland Sint Joris 23 april Frankrijk H. Jeanne d’Arc 30 mei Gotland Het Lam Gods alle dagen Schotland Sint Andreas 30 november Nederland Sint Willibrord 7 november

Gotland: Het Lam Gods

Het eiland Gotland is vanouds een handels eiland. De bevolking schijnt zich zonder slag of stoot tot het Christendom te hebben bekeerd. Wellicht speelden financiële belangen hierin een rol. In handelssteden hadden buitenlandse handelaren vaak een eigen kerk. In Visby vind je bijvoorbeeld in een restaurant de restanten van een Russisch-orthodoxe kerk. Verder vind je er nog al wat ruïnes van kerken zoals die van een Minderbroederskerk en een Dominicaner kerk.

Nederland: St. Willibrordus 7e en 8e eeuw 7 november Monnik en Bisschop

Willibrordus is in onze streken bekend omdat hij hier, vanuit Engeland, het christelijk geloof heeft gebracht en in Utrecht een kerk, klooster en kloosterschool heeft gesticht. Omdat hij hier ten lande aan het begin van het Christendom heeft gestaan, is zijn verering na de Reformatie bij de Katholieken toegenomen. Hij is voor de Hollandse Katholieken het boegbeeld geworden in de onzekere tijden na de Reformatie.

Heiligen: bescherming van streek

Niet alleen individuen, maar ook bevolkingsgroepen stellen zich onder patronage van een Heilige.

Een gezamenlijke vlag, godsdienst en Heilige bevordert de eenheid. Aansprekend voorbeeld van een streekheilige die eenheid bracht is de Heilige Cuthbert(us)in het gebied rond Durham.

St. Cuthbertus 7e eeuw 20 maart Monnik en Bisschop St. Cuthbertus (634 -687) was monnik en is later bisschop in Durham in Northumberland, Engeland geworden. Zijn lichaam dat, heel wonderlijk, niet verging trekt tussen de 8e eeuw en de reformatie duizenden bedevaartgangers van heinde en verre naar de Kathedraal en het daarnaast gelegen klooster. Door wonderen brengt hij, van de 8e tot de 16e eeuw, stabiliteit in het gebied tussen de rivieren Tweed en Tees. Een gebied dat begeerd wordt door de Schotten en waar de bisschop van Durham de vertegenwoordiger van de Koning is.

Uiteindelijk zijn het Hendrik VIII en Cromwell die de verering van Cuthbertus met harde hand hebben teniet gedaan.

Heiligen: bescherming van stad

Amsterdam Sint Nicolaas 6 december

Delft Hippolytus van Rome 13 augustus (sinds 1396, daarvoor St. Bartholomeus)

Dordrecht Onze Lieve Vrouwe ???

Gouda Johannes de Doper 24 juni

Leiden Petrus 29 juni

Rotterdam Laurentius van Rome 10 augustus Heiligen: bescherming van parochiekerk

Gotland, Öja kyrka, Sint Joris verslaat de draak.

Grafzerk van St. Cuthbertus, Durham Cathedral.

(8)

In het altaar van een kerk zit een aparte ruimte die de relieken (zie blz. 8) bevatten van minimaal één martelaar m/v en meerdere andere Heiligen. Er kan dan een relatie zijn tussen de naam van de kerk en één van de relieken in de altaarsteen.

Aanvankelijk kennen de parochiekerken de namen van twee Heiligen:

- Die van de Titelheilige: naam door de stichter van de kerk gegeven. In Frankrijk werd meestal voor Petrus gekozen.

- Die van de Patroonheilige: naam door de geloofsgemeenschap aan de kerk gegeven.

In de meeste situaties is de naam van de Patroonheilige blijven bestaan.

Een aantal namen van Heiligen zijn rechtstreeks verbonden met de plaats:

Sint Pieter is onlosmakelijk verbonden met Rome Sint Bonifacius met Dokkum

Sint Jeroen met Noordwijk Sint Servatius met Maastricht

Sint Petrus (Pieter) met Leiden (sleutelstad) Heiligen: bescherming van gilden

Hiernaast zie je een foto van een vaandel van de Ned. Metaalbewerkersbond St. Eloy, afdeling Alphen aan den Rijn. Treffend is hier te zien dat de geschiedenis van deze Patroonheilige van het gilde van de smeden doorloopt tot de katholieke metaalbewerkers in de 21e eeuw.

Recent heb ik wat litteratuur gelezen over de ontwikkeling van het gildewezen in de Hollandse steden Dordrecht en Gouda. Afgaande op de beroepen die we in Gravendam hebben zou gedacht kunnen worden aan de volgende Heiligen voor de gilden.

Kooplieden/Kramers Sint Nicolaes (6 dec.) Zeelieden Sint Ollevaer (Sint Olav) (29 juli) Sint Nicolaes (6 dec) Schoenmakers Crispijn ende Crispiniaen (25 okt)

Wevers Sint Severijn (23 okt)

Smeden Sinte Loy (Sint Eloy) (1 dec koud, zondag na 24 juni warm) Handboogschutters Sint Sebastiaan (20 jan)

Bakkers Sint Odembertus (Sint Autbertus) (13 dec)

Barbier/Chirurgijn SS Cosmas et Damianus (26 sep) Schaapherders Sint Vincentius Madelgarius (14 juli)

Veeboeren en herders Sint Antonius Abt (17 jan) Heiligen: bescherming van reizigers

Christoffel/Christophorus 3e eeuw 24 juli Monnik - Reus - Hondenkopachtige Ook Heiligen zijn aan mode onderhevig. We hebben het hiervoor al gehad over de verering van de Onschuldige Kinderen die vanaf de 12e eeuw een grote vlucht nam. In de volle Middeleeuwen was Sint Christoffel “in”. In menige reformatorische kerk daterend uit de Middeleeuwen, komt een schildering van Christoffel van achter de kalk te voorschijn: stok in de hand, Kindje Jezus op de schouder, wadend door de rivier. Daarom is hij de beschermheilige van de reizigers. Begin 12e eeuw

Kisten met resten van Ramon Berrenguer en zijn vrouw Al- modis, stichters van de Kathe- draal van Barcelona AD 1058

Vaandel Ned. Metaalbewerkersbond Sint Eloy, Bonifaciuskerk, nov. 2011. Foto: Gerard Teunissen

(9)

9

begint de verering van hem in het Donaugebied. In oude geschriften heeft hij een hondenkop. Daarmee lijkt hij verwant met Anubis uit het Egyptische godenrijk. Anubis heeft een hondenkop en droeg Horus, de zoon van de zon, over de

Nijl.

Volgens deskundigen bestaat zijn geschiedenis uit drie legenden:

monnik, reus en hondenkopachtige. Het oppergezag van de Rooms-katholieke Kerk heeft daarom nog niet zo lang geleden besloten om hem (en ook nog andere Heiligen) van de lijst van Heiligen te halen, vanwege de vage legenden die aan hem ten grondslag liggen. Ondanks dat er nog vele mensen zijn die een medaille van hem in/

op hun vervoermiddel hebben. Maar gelukkig voor hen en …. voor de bisschop en parochianen in Roermond mag hij nog wel vereerd worden: hun kerk is gewijd aan….. St. Christoffel. En laat nou een grote ontdekkingsreiziger toevallig Christophorus (Christusdrager) heten.

Heiligen: bescherming van weersinvloeden

St. Donatus van Münstereifel (Rome 2e eeuw?) 30 juni martelaar onweer Hij is gemarteld en ter dood gebracht in Rome. In de 17e eeuw heeft men zijn relieken uit de catacomben gehaald en naar Münstereifel gebracht. De naam van de H. Donatus lijkt verwant met de Germaanse God Donar, de God van de donder.

Op een wipmolen tussen Hoogmade en Woubrugge, niet zover van Gravendam af, staat de tekst: H.

Donatus, bescherm ons. Dat heeft een molenaar en zijn gezin op het vlakke land wel nodig.

Martelaren: navolgers door dik en dun

Hier volgt een legende over 2 martelaren en over de ontwikkeling van hun verering

20 januari: Sint Sebastianus, rond 3e/4e eeuw Officier in het leger van Keizer Diocletianus 26 maart: Sint Castulus, rond 3e/4e eeuw Kamerheer van keizer Diocletianus

In den beginne is het Christendom vooral een godsdienst voor de eenvoudige mensen. Op het mo- ment dat de rijken (politici, ambtenaren, hoge militairen) tot het Christendom overgaan, vormen ze een bedreiging voor de keizer. Christenen worden vervolgd, vooral omdat ze weigeren een offer te brengen aan de keizer van het Romeinse Rijk. Wanneer ze hun geloof niet afzweren, worden ze gemarteld en uiteindelijk ter dood gebracht.

Dit is onder meer gebeurd met de Heilige Sebastianus en met de Heilige Castulus. Castulus is gemarteld en levend begraven in Rome. Sebstianus is met pijlen doorboord en voor dood achtergelaten.

Hij wordt verpleegd door Sint Irene, weduwe van de overleden Castulus. Sebastianus verwijt de keizer zijn wandaden. Hij wordt dood gegeseld en op de belt of in de cloaca van Rome gegooid.

Sint Lucina Anicia van Rome zorgt er voor dat zijn lichaam wordt begraven naast dat van Paus Fabianus in de catacomben van de Via Appia. Daarom delen ze samen dezelfde feestdag

Beide martelaren hebben een plaats in Archeon.

Sint Sebastiaan als Patroon van de Boogschutters. Sint Castulus als Patroonheilige van de Kerk in Moosburg. De Minderbroeders zingen kinderliedjes uit het Moosburger Graduale. Die zijn geschreven voor de kinderen op de kloosterschool. Om te zingen tijdens de mis

Anubis

Sint Christoffel

Sankt Sebastianus, Kastulusmünster, Moosburg a/d Isar, ca.

1510

Sankt Kastulus, Kastu- lusmünster, Moosburg a/d Isar, ca. 1510

(10)

en tijdens het verlaten van de kerk. Ze leren daardoor de Latijnse taal en de Bijbelverhalen in het Latijn.

Van Liefdemaal naar Bedevaart

Na de dood van een martelaar werd er regelmatig een liefdemaal (eucharistie) op zijn/haar graf gehouden, een gebruik dat verwant is aan de dodencultus van de “heidenen”. Het liefdemaal op het graf ontwikkelde zich in het zoeken naar de kracht van de Heilige, als navolger van Christus, in het menselijk bestaan. Mensen probeerden op de plekken, waar de Heilige was begraven en/of had verbleven, aarde, lampenolie en/of stenenschraapsel te bemachtigen. Later werd bij sommige martelaren een kerk over hun graf gebouwd. Het altaar in de kerk had via een kolom contact met het graf.

Relieken

Een andere manier is om stukjes van een stoffelijk overschot, zoals bot, haar, kleding e.d. te plaatsen in de altaarsteen (zie ook blz.6.). Met dat doel gaf de Paus aan o.a. Willibrordus en Bonifacius relieken mee om in nieuw te stichten kerken te gebruiken en zich tijdens hun missie verzekerd te weten van de kracht van het Heilige. Die kracht zal uiteindelijk ook over gaan op hen die bekeerd zijn tot het Christendom. Met dit laatste doel kregen beide een Pallium mee dat gelegen had op het graf van Sint Petrus.

Een Pallium is een overblijfsel van een koormantel en lijkt een beetje op een stropdas. De Paus geeft het aan een priester met grote (bestuurlijke) verant- woordelijkheid in den vreemde om zo de onderlinge verbondenheid met elkaar te benadrukken.

Relieken schijnen in het Noorden rond het jaar 1000 n. Chr. dun gezaaid te zijn. Enkele kruispartikels en datgene dat door de Paus aan de eerste missionarissen was meegegeven uitgezonderd. Men was gewoon om tijdens de viering van Goede Vrijdag het kruis te tonen

aan de gelovigen en eventueel andere relieken die men had.

Vanaf de 8e eeuw na Chr. gaat men de overblijfselen van de martelaren uit de catacomben halen en naar een bestemde locatie brengen. Hiervan de volgende twee voorbeelden. In A.D. 770 brengen twee Benedictijner monniken het gebeente van de H.

Castulus naar Moosburg. Vanaf die tijd is de H. Castulus onlos- makelijk verbonden met Moosburg. Ondanks dat Graaf Wilhelm V

von Beieren in 1598, met instemming van de Paus, besloot de koorheren en koordienst naar de 25 km verder gelegen St. Martins

Kerk in Landshut te verplaatsen. In 1604 volgde het grootste gedeelte van de relieken van de H. Castulus. Landshut is evenwel geen Castulusstad geworden. De schrijn staat in de Sint Martins Kerk in een nis, waar vroeger een zijaltaar stond.

Nog eerder, in 677, brengen benedictijner monniken het gebeente van de H.

Benedictus van Monte Cassino naar de Abdij van Fleury (nu Benoît sur Loire) in Frankrijk. Daar rusten ze in een crypte. Hun motivatie voor deze overbrenging was de dreiging van de Langobarden en de verwaarlozing van het graf van hun ordestichter.

Van de 10e tot de 12e eeuw gaat men over tot verheffing van de Heiligen (opgraven). Sommige data waarop dit gebeurd is vindt men terug in de

Pallium

Reliekschrijn St. Kastulus, St. Martins Kirche, Landshut.

Kloosterkerk in Benoît sur Loire. In de linker zijbeuk bevindt zich de toegang naar de crypte waar zich het gebeente van St. Benedictus bevindt.

(11)

11 Heiligenkalender met termen als: verheven, translatio.

Door de kruistochten komen vanaf de 11e eeuw vele relieken uit het Heilige Land onze kant op.

Het bewaren van Relieken Zichtbaar

De toning van de Heiligenrelieken op Goede Vrijdag wordt verplaatst naar toning op de herden- kingsdag van de Kerkwijding, of van het feest van de dies natalis of depositio van de stadsheilige. Dit alles kan gepaard gaan met kerkelijke feestelijkheden (zoals Heiligdomsvaart met aflaat) en wereld- lijke feestelijkheden (kermis en jaarmarkt). Sommige relieken blijven in hun prachtig versierde schrijn . Andere relieken krijgen een permanente toning op of onder de altaartafel en soms in de crypte onder het altaar.

Eerst een voorbeeld van Heiligen in een crypte rechtstandig onder het altaar, achter glas.

Het stoffelijk overschot van Sint Ambrosius (zelf

geen martelaar en in oranje gewaad) ligt geflan-

keerd door de martelaren Gervasius en Protagius

(één van de twee niet zichtbaar op de foto) in

een crypte rechtstandig onder het altaar. In de

Sant’ Ambrogio in Milaan.

Nu een voorbeeld van een stoffelijk overschot onder

de altaartafel, weliswaar achter glas, is dat van de

H. Fosca, maagd en martelares in Romeins

Afrika. Haar stoffelijke resten zijn vandaar , waarschijnlijk in 1011, naar Torcello (een eiland bij Venetië) overgebracht en bijgezet onder het altaar van een aan haar gewijde octogone kerk in Venetiaans-Byzantijnse stijl.

In de Dominicaner kerk in Siena vind je het hoofd van de H. Catharina van Siëna in een huisje achter traliewerk en één van haar vingers onder een kleine stolp.

Niet zichtbaar.

Een reliek kan zich ook bevinden in en tombe, in een van goud of zilver nage- maakt lichaamsdeel, in een reliekschrijn, of onder een stolp.

Een reliekschrijn heeft vaak de vorm van

een huis(je), beslagen met zilver of goud en bezet met edelstenen. Zo’n schrijn wordt op het feest van de Heilige door de stad gedragen. Dat kan ieder jaar gebeuren. Maar in sommige steden om de zeven jaar of tien jaar. Denk hierbij aan de Heiligdomsvaart in Maastricht die om de zeven jaar wordt gehouden. In 2011 trok dit 175.000 pelgrims en bezoekers.

In de volle Middeleeuwen zijn er heel wat relieken op “de markt” verschenen. Je hoort mensen nu wel eens zeggen dat alle splinters van het Heilig Kruishout samen een compleet bos vormen.

Tijdens onze vakanties in Frankrijk zijn mijn vrouw en ik tenminste in 3 verschillende kerken het hoofd van Johannes de Doper tegen gekomen.

Rond de bedevaartsplaatsen gebeuren talrijke wonderen. Die bevestigen de kracht van de betref- fende Heilige, die dicht bij God staat. Daarmee vermeerdert hun aantrekkingskracht voor de gewone stervelingen.

Sint Ambrosius, geflankeerd door de HH. Martela- ren Gervasius en Protagius, Sint Ambrogio, Milaan Sint Ambrosius geflankeerd door St. Gervasius en St. Protagius. Milaan, Sant’ Ambrogio.

Kerk van St. Fosca, Torcello, Venetië.

Hoofd van Catharina van Siëna, Dominicanerkerk, Siena

(12)

Een pelgrimsinsigne van een bedevaartsplaats vormt in de Middeleeuwen een bewijs dat men er geweest is. Daarnaast kennen we de pelgrim, die door een rechtbank tot pelgrimage is veroordeeld en soms getuigen meekrijgt om het te verifiëren.

Afbeeldingen van een Heilige, zoals een (kruis) beeld of schilderij, in een kerk of thuis, is voor een gelovige een manier om contact te zoeken met het goddelijke via gebed en meditatie, zonder daarvoor op bedevaart te hoeven gaan.

Bedevaartsplaatsen

Ook de plaatsen waar Jezus is geweest zijn nog steeds belangrijk voor mensen. In A.D. 333 bestaat er al een reisgids om vanuit Bordeaux naar het Heilige Land te gaan. Men nam als relikwie bijvoorbeeld doeken mee, gedrenkt in het water van de Jordaan.

Bekende bedevaartsplaatsen van rond 1350 AD, die door enkele bewoners van de Lage Landen bezocht worden, zijn de plaatsen in het Heilige Land die in het Nieuwe Testament genoemd worden, zoals Jeruzalem, Nazareth, Bethlehem.

Daarnaast in Italië: Rome (H.H. Petrus en Paulus) en Assisi (St. Franciscus en H. Clara).

In Duitsland: Keulen (graf van de H. Drie Koningen)en Wilsnack (Heilig Bloed).

In Frankrijk: Vézélay (gebeente van Maria Magdalena) en de Mont Saint Michel (Aartsengel Michaël).

In Spanje: Montserrat (Zwarte Madonna)en Compostella (Apostel Jacobus Maior). Dit alles is slechts een kleine greep uit de veelheid aan Bedevaartsplaatsen.

Bekende bedevaartsplaatsen van rond 1350 AD in Nederland zijn ondermeer: Vrouwenpolder, Aardenburg, ’s-Gravenzande, Amersfoort en

’s-Hertogenbosch (allen inzake de Heilige Maagd Maria). Voorts:

Amsterdam, Stiphout, Meerssen en Dordrecht (H. Hostie die niet verteerd wordt door vuur). Verder: Solwerd, Schrasard, Nieuwervaart (bij Breda) en Bergen (N.H.) Hostie wordt teruggevonden.

Tenslotte binnen deze niet volledige opsomming: Alkmaar, Boxtel, Boxmeer en Middelburg(B) (waar de H. Hostie spontaan is gaan bloeden).

Maastricht: Sint Servatius. Dokkum: Sint Bonifacius.

Processie.

In de moderne tijd zijn we bekend met een processie in de vorm van een

stille tocht. Een processie drukt saamhorigheid en eenheid uit. Al lopend sta je stil bij bijvoorbeeld een droeve gebeurtenis. Nog een voorbeeld uit de moderne tijd: al fietsend, samen met anderen, probeer je troost en heil te brengen voor de mensen die kanker hebben. Of al lopend zing je tot

God en alle Heiligen om ons voor rampen te behoeden.

Dat saamhorigheidskarakter, God bidden (smeken) en danken heeft vanuit het vroege Christendom een kerkelijk liturgisch karakter. In de loop der tijd wordt er een profaan feest aan gekoppeld. In 2006 heb- ben mijn vrouw en ik meegelopen in een Processie in Bamberg Duits- land. Hier wordt op/rond 13 juli het zogenaamde Heinrichfest gehou- den. Keizer Hendrik II (overl. 1024) en zijn vrouw Keizerin Cunigunde (Gwendolyn, overl. 1033) waren zeer vrome Christenen. Ze hadden geen kinderen. Beiden zijn heilig verklaard. Hun feestdagen waren op respectievelijk 13 juli en 3 maart. De Eucharistieviering (Mis) begon op een plein met de dienst van het woord. Daarna gingen we in processie naar het Domplein. Vele

Onze Lieve Vrouw van Den Bosch

Bamberg, Processie Heinrichfest, 2006

(13)

13

maatschappelijke organisaties waren met vlaggen vertegen- woordigd. De professoren van de Universiteit liepen mee en an- dere (kerkelijke) hoogwaardigheidsbekleders en uiteraard een stoet van gelovigen. Hierna begonnen de wereldlijke feestelijkheden.

Er zijn verschillende vormen van processies.

- statie - processies. De gelovigen van verschillende parochies

verzamelen zich bij hun eigen kerk in de stad om in optocht naar de Kerk (statie) te lopen waar de viering wordt gehouden (Rome vanaf A.D. 313 )

- synodale processies: verschillende parochies komen van heinde en verre naar de stad waar een een synode (concilie) gehouden wordt (vroege Christen- dom). Hen wordt gevraagd een waskaars aan te dragen.

Overigens een gebruik dat ik meer ben tegengekomen, o.a. bij een gildeoptocht in Gouda.

- bidprocessies om Gods goedheid te vragen (bijvoorbeeld de Kruisprocessies) en/of Maria’s voorspraak te vragen (Mariaprocessie)

- processie op het feest van de kerkwijding met toning van relieken (heiligdomskermisse) vanaf 14e eeuw

- heiligdomsvaart met jubeljaren met eventueel een aflaat (pardoen) van alle zonden

- palmprocessie (Palmzondag, de zondag vóór Pasen) met daarin het naspelen van de intocht van Jezus in Jeruzalem

Rond A.D. 1350 ontwikkelen deze kerkelijke processies zich tot burgerlijke optochten door de stad met beelden, praalwagens en allegorische groepen, waarbij het Liturgisch karakter langzamerhand naar de achtergrond verdween.

Zoals de foto’s laten zien is de kerkelijke processie met geestelijke en wereldlijke vertegenwoordigers nog niet overal uit het straatbeeld verdwenen.

Heiligen en economie

Wanneer een Heilige door verering al geen voorspoed

bracht voor de stad, dan toch zeker wel de gestage stroom bedevaartgangers die naar de stad trekken om de Dies Natalis van de Heilige te vieren en om een ommegang mee te maken voor hun eigen zielenheil. Dit feest kon/kan gekoppeld zijn aan een jaarmarkt en kermis. Onder Dies Natalis wordt verstaan de dag dat de Heilige het aardse leven verwisselt voor het hemelse eeuwige leven.

Met een voorbeeld naar de economische betekenis van een bedevaartsplaats, grijp ik terug op de geschiedenis van de eerder genoemde St. Cuthbertus in de streek rond Durham (zie ook blz. 5). Bij de schrijn van St. Cuthbertus werden geen vrouwen toegelaten . Hij had in Durham concurrentie gekregen van een in 1170 in heiligheid gestorven kluizenaar genaamd St. Godric. Een “unisex”

Heilige. Dus voor mannen en vrouwen.

De verraderlijke en laffe moord op de biddende Thomas Becket, Aartsbisschop van Canterbury (feestdag 29 december) in 1170, deed daarnaast veel bedevaartgangers (de stad ligt ook niet ver van de kortste oversteek over het Kanaal) naar Canterbury afreizen. Velen namen niet meer de moeite de tocht naar Durham aan te vangen.

Bamberg, Processie Heinrichfest, 2006

Bamberg, Processie Heinrichfest, Processiekruis zichtbaar, 2006

Bamberg, Processie Heinrichfest, kerkelijke vertegenwoordigers, 2006

(14)

Het antwoord in Durham was het oppimpen van de wonderen van St. Cuthbertus en het bouwen van een speciale kapel waar vrouwen toegang hadden. Om, weliswaar op gepaste afstand (middels een in zwart marmer gevormde lijn in de vloer) zijn schrijn te bezoeken. Verder door een relikwie van St.

Godric (zijn baard) op de schrijn van St. Cuthbert te plaatsen. Deze innovatie heeft de stroom bedevaartgangers naar Durham, en daarmee de plaatselijke economie, een nieuwe impuls gegeven.

Heiligen en vrije dagen

Om orde te brengen in de vele Heiligenfeesten die er in het Bisdom Utrecht werden gevierd met de daarbij behorende vrije dagen, vaardigde Bisschop Jan van Arkel op 13 mei 1346 een verordening uit dat nering en ambacht op 56 Heiligendagen stilliggen (zie hiervoor de bijlage I). Inclusief de zondagen kom je dan op ca. 105 dagen per jaar dat er geen handel en nering plaats vond.

Plechtig gevierde feestdagen zijn in liturgische kalenders vaak met rode inkt geschreven. De meeste met rode inkt geschreven liturgische feesten uit de kalender, stemmen overeen met het voorschrift van Jan van Arkel (zie ook blz. 24.

Plaatsbepaling van een Heiligenkalender

Dat is voor deskundigen af te leiden, aan de hand van de specifieke Heilige voor een betreffend bisdom, voor een kloosterorde, voor een stad/streek of combinaties daarvan. Van dit laatste is een voorbeeld de Heilige Hyppolitus (13 augustus). Zijn verering is specifiek voor een bepaalde periode in Delft (de Oude Kerk aldaar, die eerder aan Bartolomeus was gewijd) en verder in de huidige provincie Noord-Holland (denk aan Hyppolitushoef). Voorts is uit de manier van schrijven van bepaalde woorden op te maken uit welke streek in Nederland het handschrift afkomstig is.

De Heilige Hyppolitus komt niet voor op de “lijst van Jan van Arkel”. Maar toch was zijn feestdag 13 augustus een vrije dag in Delft en in de streek in Noord-Holland waar hij vereerd werd.

Als voorbeeld van een studie naar specifieke Heiligen van een bepaalde kloosterorde, noem ik het onderzoek naar de ontwikkeling van martyrologia in het algemeen en die van de bisdommen Utrecht en Luik in het bijzonder van E.A. Overgaauw.

Het Minderbroedersklooster in Gravendam Archeon

St. Franciscus van Assisi

Een sprekend voorbeeld van een navolger van Christus is Sint Franciscus van Assisi. Hij leefde van A.D. 1181 tot A.D. 1226. Hij probeerde in doen en laten het leven van Jezus na te volgen zoals in de Evangeliën en Apostelbrieven is beschreven. Hij ging met mensen om die door de samenleving waren uitgekotst. Hij gaf hen als schepselen van God nieuw leven, nieuwe energie. Aan het eind van zijn leven ontving Franciscus de kruiswonden van Christus. Hij is de stichter van de Orde van de Minderbroeders.

Het klooster in Archeon is een Minderbroeder- klooster dat in Dordrecht heeft gestaan van A.D. 1300 tot A.D. 1375. Voor die tijd stond er een klein klooster. Daarna een groot klooster .

Franciscusbeeld, meegenomen door een Hol- landse pelgrim naar de Stavkyr- ka in Hedared Zweden ca. 1450

Stavkyrka Hedared bij Gothenburg, Zwe- den. Links kerk, rechts klokkenstoel. Be- zoek aan de kerk leverde een aflaat op.

(15)

15 Heilige, kloosterorde en kloosterkerk

Het Minderbroederklooster in Archeon kent in haar oorspronkelijke archeologische site in Dordrecht het kloostergebouw met pandhof, kerk, kerkhof, en een huisbrouwerij. De stadskloosterkerk en de brouwerij ontbreken in Archeon. De kloosterkerk was een eenvoudige doch ruime kerk waar heel veel stedelingen naar de preken van de Broeders konden luisteren. Evenals in de Parochiekerk, vind je in de altaartafel van een kloosterkerk één of meer relieken van één martelaar en/of andere Heiligen.

Iedere kloosterorde propageert Heiligen die voor de orde belangrijk zijn. Voor de Minderbroeders zijn dit, naast de H. Maagd Maria, vanzelfsprekend Sint Franciscus van Assisi , de H. Clara, St. Elisa- beth van Thüringen en St. Antonius van Padua. Voor de Dominicanen zijn dat de H. Dominicus, Tho- mas van Aquino, Albertus Magnus en de H. Catharina van Siëna. Catharina leefde als een Dominica- nes in Siëna (Italië) en daarom worden haar resten onderhouden en haar verering gepropageerd door de leden van de Dominicaner Orde.

Voor de Benedictijnen zijn bekende ordesheiligen de H. Benedictus en zijn zus de H. Scholastica, voor de Cisterciënsers is dat de H. Maagd Maria en Sint Bernar- dus van Clairvaux, voor de Karthuizers de H. Bruno.

Typische Heiligenfeesten voor Minderbroedersklooster te Gravendam:

Naast de Heiligen die kenmerkend zijn voor een vrije dag in het Bisdom Utrecht (zie de verordening van Jan van Arkel) kunnen er in Gravendam, met haar Minderbroederklooster, feesten gevierd worden die typisch zijn voor de Orde van de Mindere Broeders (Ordo Fratres Minorum, afgekort O.F.M.). Dat zijn rond 1350: Sint Antonius van Padua (13 juni); Sint Clara (12 augustus); Sint Franciscus (4 oktober); Sint Elisabeth van Hongarije (19 november; ook wel: Elisabeth van Thüringen of Hessen genoemd). Deze feesten zijn door mij in bruin aangegeven op de Heiligenkalender.

Er zijn Heiligen die heden ten dage nog voortleven in de naam van instituties. Denk aan het Sint Franciscus Gasthuis in Rotterdam en Sint Elisabeth Ziekenhuizen in nogal wat plaatsen. Ook in de namen van steden kom je Heiligen tegen: San Francisco (St. Franciscus) en Santiago (Sant Iago = Sint Jacobus).

Reliek en afbeeldingen in de Broederkeuken in Gravendam Sinds 1994 is er in de kloosterkeuken een kruis zonder corpus.

Kennelijk gekozen als neutraal kruis voor alle gezindten. Dit kruis gebruiken de Broeders als Processiekruis. Daartoe bevindt zich er een cirkel (symbool van de eeuwigheid) van stro aan, waarin bloemen en gestoken kunnen worden.

Verder vind je er een Madonna. Een Madonna is Maria met het kindje Jezus . Het beeld is nagesneden door de beeldsnijder Joop van Es van een origineel beeld dat zich bevindt in het Rijksmuseum Catharijneconvent in Utrecht. Het origineel stamt uit ongeveer A.D.

1270 en heeft zich waarschijnlijk bevonden tegen een pilaar in de voorloper van de huidige Keulse Dom.

Tegenover de Madonna hangt het Kruis van San Damiano, een icoon gemaakt door Jan de Frankrijker, icoonschilder, bakker en vrijwillige Minderbroeder in Archeon. Het originele kruis hangt in de kerk van de H. Clara in Assisi. Clara was een geestverwant van

Madonna, Broeder- keuken, Archeon

Jan de Frankrijker plaatst het Kruis van San Damiano aan de muur in de Broederkeuken. Archeon 2011

(16)

Franciscus en heeft de vrouwelijke Orde van de Clarissen gesticht. Franciscus heeft bij dit kruis, dat hing in de kerk van San Damiano gebeden. Het kruis heeft tot hem gesproken en hem de opdracht gegeven tot het restaureren van de kerk. Franciscus vatte dit eerst letterlijk op door met stenen en specie aan de gang te gaan. Later

begreep hij dat hij middels zijn armoede beleving en het verzorgen van melaatsen de zoetheid van God kon ervaren. Via deze idealen heeft Franciscus de Rooms- Katholieke kerk van een nieuwe dynamiek voorzien, met name in de steden.

Al tijdens het leven van een Heilige ontstaan er legendes rond zijn persoon. In de moderne tijd doen wij daar nog steeds volop aan mee door verhalen zonder kwade opzet mooier te maken dan ze zijn.

De reliekschrijn in de keuken is een eenvoudig exemplaar dat past bij de geest van eenvoud van de Minderbroeders. In de reliekschrijn bevindt zich een bot. Het is volgens overlevering het vingerkootje van de Heilige Christoffel, over wie we het hiervoor al hebben gehad op blz. 6 en 7.

De legende vertelt dat de reus Christoffel mensen over de rivier bracht door ze op zijn schouder te nemen en ze wadend naar de andere kant te brengen. Op een dag meldde zich een klein ventje om overgezet te worden. Christoffel dacht dat het een peulenschil zou zijn. Maar het ventje werd steeds zwaarder en in het midden van de rivier dreigde hij ten onder te gaan. Door God aan te roepen heeft zijn geloof hem gered. Aan de andere kant gekomen bleek hij namelijk het kindje Jezus te hebben overgezet.

Sint Christoffel is, op basis van dit verhaal, de beschermheilige van de reizigers geworden.

Tenslotte hangt er aan de muur een gekopieerde bladzijde uit het Moos- burger Graduale in hoefnagelnotatie.

Zichtbaar zijn een gedeelte van een Kerstlied dat verhaalt over de Heilige Driekoningen (Reges de Sabba veniunt=koningen komen van Saba).

Verder twee Paasliederen, bedoeld voor de kinderen die op de kloosterschool zaten en die ze in en bij het verlaten van de kerk lopend en dansend konden zingen. De liedjes werden ook gebruikt om ze Latijn te leren. Rondtrekkende Minderbroeders namen plaatselijke devotie (Kerststal uit Assisi, de Calvariesituatie met Jezus aan het kruis en Maria en Johannes daarnaast alsmede liedjes en andere vormen van geloofsbeleving) mee op hun tocht om het elders weer te gebruiken tot stichting en lering van kinderen en gelovigen.

Machinale kopie van blz. uit de facsimile uitgave van het Moosburger Graduale uitgebracht door Prof. Dr. David Hiley.

(17)

17 Het Concilie van Trente en reliekenverering

Het Concilie van Trente (1545 - 1563) heeft regels opgesteld inzake relieken. Er moest een verklaring van echtheid zijn. Daardoor vielen er nogal wat relieken af. Relieken mogen ook niet meer in het openbaar getoond worden. Ik neem aan dat dit betrekking heeft op een processie buiten de kerk.

Want de foto’s in dit Heiligenverhaal verwijzen wel op toning in kerken. In de liturgie verdwijnt de reliekenverering naar de achtergrond

Processies vanuit het Minderbroedersklooster

6 januari: Driekoningenprocessie: uitbeelding van het Driekoningenverhaal uit de Bijbel met aanbieding van goud, wierook en mirre aan het Kindje Jezus in de levende kerststal. Daarna de bedeloptocht voor de kinderen langs de huizen van de stad.

Palmzondag: Palmprocessie: uitbeelding van het Bijbelverhaal over de intocht van Jezus in Jeruzalem met ezel, kleden en palmtakken. Daarna de Palmpasenoptocht met Palmpasenstokken die de kinderen ’s morgens hebben kunnen maken.

Pasen: Paasprocessie: bij gebrek aan een kerk brengen de Minderbroeders symbolen van het Paasfeest, vuur en nieuw wijwater, bij de Gravendammers thuis. Niet authentiek.

Processie Kruisdagen: de drie dagen vóór Hemelvaartsdag dient deze gehouden te worden om vruchtbaarheid af te smeken over de gewassen op het veld. De Minderbroeders houden deze Processie op Hemelvaartsdag.

Meimaand: Mariamaand: op zondagen een Mariaprocessie met het Madonnabeeld uit de kloosterkeuken. Wellicht ook een vorm van smeekprocessie aan het adres van Maria om voorspreekster te zijn bij haar Zoon Jezus om vruchtbaarheid op het land te verkrijgen. Maar ook om ons te troosten en steun te geven in moeilijke tijden.

Pinksteren: Pinksterprocessie: De Minderbroeders brengen bij gebrek aan een kerk één symbool van Pinksteren, vuur (symbool voor vurige tongen uit de bijbel en symbool voor enthousiasme en nieuw leven) bij de mensen thuis. Ook worden zij en hun huis gezegend met wijwater (zowel reiniging als groeien). Niet authentiek.

Maria Hemelvaart (15 augustus): Mariaprocessie

Onschuldige Kinderen (28 december): kindbisschopprocessie. Het gekozen kind wordt met zijn bedelende gevolg door Gravendam gedragen. Kinderen krijgen lekkernijen van de poorters.

Mariaprocessie Archeon 2005

(18)

Een Heiligenkalender van circa 1350 in het bijzonder

Wanneer we het hierover gaan hebben, is het belangrijk om te weten dat er een Kerkelijk Jaar bestaat. Onze jaarkalender bevat nogal wat feestdagen die afkomstig zijn uit het Kerkelijk Jaar.

Het Kerkelijk Jaar begint wat eerder dan onze jaarkalender.

Het Kerkelijk Jaar

Het Kerkelijk Jaar, loopt namelijk van de 1e zondag van de advent tot en met de zaterdag voor de 1e zondag van de advent in het volgende jaar. Het kent twee cycli van feesten.

In ons dagelijks bestaan zijn we vooral bekend met de 1e cyclus:

1e Cyclus: Het Eigen van de tijd (Temporale) met de Christusfeesten zoals

- Kerstmis: vaste datum (geen vaste dag: elk jaar een dag later gevierd; in een schrikkeljaar twee dagen later).

- Pasen: vaste dag (zondag): de 1e zondag na de 1e volle maan in de lente.

- Zondagen: vaste dag, geen vaste datum.

2e Cyclus: Het Eigen der Heiligen (Sanctorale): Heiligenkalender - Heiligen op vaste datum

Voorbeelden van feesten in de 2 cycli:

1e Cyclus: Het eigen van de Tijd: zij verwijzen naar belangrijke gebeurtenissen in Jezus’ leven die jaarlijks herdacht worden; de Kerstkring en de Paaskring:

Kerstkring:

Adventsperiode (op vier zondagen vóór Kerstmis): voorbereiding op de geboorte van Jezus Kerstmis 25 dec.: de geboorte van Jezus

Driekoningen 6 jan.: de verschijning van Jezus aan alle volkeren

Paaskring:

Vastentijd vanaf Aswoensdag tot Pasen : de 40 dagen die Jezus in de woestijn heeft doorgebracht (de zondagen tellen niet mee als vastendag).

Palmzondag: de intocht van Jezus in Jeruzalem Witte Donderdag: het laatste avondmaal

Goede Vrijdag: de kruisdood van Jezus Pasen: de verrijzenis van Jezus Hemelvaartsdag: de hemelvaart van Jezus

Pinksteren: de nederdaling van de H. Geest over de Apostelen

In de Middeleeuwen zijn hieraan nog toegevoegd:

Zondag na Pinksteren: het feest van de H.

Drievuldigheid Donderdag hierna: Sacramentsdag

Aangaande de Kerstkring is op te merken dat Kerstmis een vaste datum kent en per (schrikkel)jaar (twee dagen)/een dag verschuift. De aanvang van de Kerstkring (de 1e van de 4 zondagen van de 4 van de advent) varieert daarom van 27 november tot 3 december. Het aantal zondagen na Pinksteren en na Driekoningen vertonen een mate van flexibiliteit om dit de compenseren.

Aangaande de Paaskring: Pasen valt op de 1e zondag na de volle maan in de Lente. Dit heeft tot gevolg dat Pasen gevierd kan worden tussen 22 maart en 26 april. Het aantal zondagen na Driekoningen en na Pinksteren vertoont dan ook een mate van flexibiliteit om dit te compenseren.

Zondagen horen ook tot het tijdeigen en zijn een belangrijke feestdag. De zevende dag rustte God.

Figuur 1 Laatste Avondmaal, Församling Kyrka, Mora, Zweden, 17e eeuw?

(19)

19 2e Cyclus: Het Eigen der Heiligen

De feesten van de Heiligen kennen een vaste datum en een hiërarchie.

Belangrijke feesten zijn die van Maria, van Johannes de Doper, van de Apostelen, Allerheiligen en Allerzielen. Soms zit er logica in: 25 maart Maria Boodschap en 9 maanden later op 25 december Jezus Geboorte. Maria Onbevlekte Ontvangenis (verwekking) op 8 december en Maria Geboorte op 8 september. De ontvangenis van Johannes de Doper op 24 september en zijn geboorte op 24 juni.

Het kan zijn dat het feest van een Heilige valt op een zondag of op een ander feest van het Tijdeigen.

Daar zijn voorrangsregels voor opgesteld. Het feest kan bijvoorbeeld verplaatst worden naar een andere datum of alleen maar herdacht. Soms worden er meerdere Heiligen per dag herdacht en kan men kiezen wiens gedachtenis men er het meeste uitlicht. Per plaats, kloosterorde of bisdom kunnen de voorrangsregels verschillen.

Hiërarchie in de Gemeenschap van Heiligen

De rangorde die hier gepresenteerd wordt is die op basis van de Kleine Litanie van alle Heiligen. Die is ontstaan in A.D. 470 onder Bisschop Mamertus in Vienne (bij Lyon) in een periode van grote en aanhoudende rampspoed. Met een processiekruis liep men door de velden, terwijl men God en de Heiligen aanriep om de rampspoed te beëindigen en voor vruchtbaar weer te zorgen.

Deze Litanie is overgenomen door de Paus en voor de gehele kerk voorgeschreven voor de maandag, dinsdag en woensdag voor Hemelvaart. Dit zijn de zogenoemde Kruisdagen. De biddag voor het gewas in de reformatorische kerken is hier familie van.

Per categorie wordt een aantal Heiligen met name genoemd en vervolgens wordt de opsomming afgesloten met de verzamelnaam. In de loop der eeuwen zijn belangrijke Heiligen toegevoegd.

De ene God in drie personen: Vader, Zoon en Heilige Geest (De Heilige Drie-eenheid) Heilige Maria

Alle Heilige (Aarts)engelen

Heilige Johannes de Doper Heilige Joseph

Alle Heilige Patriarchen en Profeten Alle Heilige Apostelen en Evangelisten Alle Heilige Martelaren

Alle Heilige Bisschoppen en Belijders Alle Heilige Kerkleraren

Alle Heilige Monniken en Heremieten Alle Heilige Maagden en Weduwen Alle Heilige Priesters en Levieten Alle Heiligen van God

Cisioianus

Cisioianus is de naam van een vers van meestal 365 lettergrepen, verdeeld over 24 hexameters met als doel om de dagen te onthouden van de onveranderlijke feest- en Heiligendagen. De oudst bekende Cisioianus komt in handschriften uit de 14e eeuw voor. Eerst in het Latijn, later ook in andere talen. De naam wordt gevormd door Cisio (voor Circumsio) en Ianus (Januari), dus 1 januari.

Kruisdagenprocessie met Litanie van Alle Heiligen, Archeon ca. 1996

(20)

Fase I: Onderzoek naar Heiligenkalende ca. 1350

Nu volgt een korte beschrijving van hoe ik mijn onderzoek heb aangepakt en welke bronnen ik heb geraadpleegd.

Doel van het onderzoek:

▪ Heiligenkalender ca A.D. 1350 voor Gravendam (Archeon M.E.)

▪ Bevindingen delen met collega’s Archeon M.E.

▪ Bevindingen delen met andere belangstellenden

▪ Verhaal aan bezoekers Archeon kunnen vertellen.

Onderzoekscriteria:

▪ Heiligen van rond A.D. 1350

▪ Gevierd/herdacht /op kalender in het Bisdom Utrecht

▪ Bekend in Zuid-Holland

▪ Aandacht voor Heiligenfeesten van de Minderbroeders

Bronnenmateriaal (Zie voor volledige titel de litteratuurlijst) Primair:

▪ Martyrologium klooster Emaus Stein Ca. A.D. 1450

Een Martyrologium is een boek waarin per kalenderdag de martelaren opgeschreven staan die op die datum herdacht worden. Vaak met gegevens waar ze leefden en over waarom, waar, wanneer en hoe ze gemarteld werden. Er zijn ook Heiligen, die geen martelaar waren, toegevoegd. Het boek is in de Latijnse taal geschreven. Ik heb dit boek op het Streekarchief in Gouda helemaal gelezen. Het klooster Emaus bij Stein kent Franciscaanse (Minderbroeders) wortels. Het is gesticht door Broeders die aanvankelijk, in Gouda, de regel van de 3e orde van Sint Franciscus naleefden en later zijn overgegaan tot de strengere regel van Augustinus. In het Martyrologium is aandacht voor de Franciscaanse Heiligen. De kalender geeft de dagletter aan en het gulden getal. Boven elke dag staan 19 letters met daarboven een Romeins cijfer. Die wellicht corresponderen met de 19 jarige maancyclus.

Waarschijnlijk ook een systeem om de Paasdatum te berekenen.

▪ Martyrologes manuscrits

De heer E.A. Overgaauw heeft onderzoek gedaan naar martyrologia in de Bisdommen Utrecht en Luik. Hij beschrijft o.a. de ontstaansgeschiedenis en verspreiding van Martyrologia; hij concludeert op basis van diverse martyrologia, die in zijn boek zijn beschreven, dat je aan het martyrologium kunt zien in welke kloosterorde dit gebruikt wordt. Iedere kloosterorde heeft specifieke Heiligen. De martyrologia omvatten verschillende tijdperiodes. Ook het Martyrologium van klooster Emaus in Stein maakt onderdeel uit van zijn studie.

▪ De Chronologie van de Middeleeuwen en de moderne tijden 13e - 16e eeuw

Interessant boek van Prof. Eg. I. Strubbe en Dr. L. Voet. Hierin vindt men onder meer een Heiligenkalender op basis van Grotefend en anderen, zoals die in de Middeleeuwen in de bisdommen en aartsbisdommen, waaronder de Nederlandse gebieden behoorden, werd gebruikt. Dus ook in het bisdom Utrecht. De tabellen van Heiligen zijn per bisdom opgetekend; er is ook een gemeenschappelijke tabel wanneer de Heilige in alle bisdommen wordt vereerd. De Heiligen worden met hun Latijnse naam geschreven. Het geeft onderbouwde liturgische aanwijzingen. Het is ook een naslagwerk voor een ieder die iets van de tijdberekening wil weten en van de verschillende kalenders die in het verleden zijn gebruikt. Hieronder vind je 2 bladzijden uit De Chronologie van de ME en de moderne tijden. De kalender vermeldt de moderne datum, de dagletter, de Romeinse Kalender en het Gulden Getal. De plechtige vieringen zijn met een “sterretje” aangegeven.

Martyrologium van Klooster Emaus te Stein bij Gouda, kalenderbladzijde met de datum van 1 november

(21)

21

Twee bladzijden uit de "Chronologie"

Samengestelde kalender (internet) AD 1420 - 1450

Evenals de kalender in “de Chronologie van de Middeleeuwen” is deze kalender onder meer gebaseerd op Grotefend. Naast de Latijnse namen voor Heiligen komen, in een aparte kolom, ook de Middelnederlandse namen van de Heiligen voor. Verder zijn er veel liturgische aanwijzingen die niet verder worden onderbouwd.

Deze kalender vermeldt de moderne datum, dagletter, en plechtige vieringen in rood.

Samengesteld kalender (internet)

(22)

▪ Kalender Bisdom Utrecht BMH SJ i162 ca A.D. 1480

Kalender Utrecht BMH SJ i162 ca A.D. 1480, 2 blz., Rijksmuseum Catharijneconvent

Kalender met Heiligennamen, afwisselend in het Latijn, het Middelnederlands of een mengvorm gedrukt. Het origineel is een wiegendruk met versierde kapitalen. Tijdens het overnemen van de namen van de Heiligen zijn er nogal wat fouten ingeslopen. Op lege data op de kalender zijn Heiligen toegevoegd uit het Getijdenboek van Katharina van Kleef. De huidige kalender in Archeon wijkt van 8 t/m 13 september af van de overige kalenders.

Deze kalender vermeldt het Gulden getal en de dagletter. De plechtig te vieren feesten zijn in rood geschreven.

Secundair:

▪ Catalogus Liturgische Handschriften KB

Daarin zijn, binnen de omschrijving van de handschriften inzake onder meer datering, inhoud en plaats, ook bijzonderheden te vinden rond een aantal Heiligen met hun datum. Duidelijk wordt dat, afhankelijk van de plaats van herkomst van het handschrift, een aantal andere Heiligen worden vermeld.

▪ Moosburger Graduale

Facsimile uitgave. Het origineel is afgeschreven in 1357. Moosburg a/d Isar kende een kloosterschool. In het Graduale vindt men vele Gregoriaanse gezangen van het kerkelijk jaar. Verder Benedicamus liederen en Canciones die een loopritme kennen. Ze waren bedoeld voor de kinderen op de kloosterschool. Aan de hand hiervan leerden de kinderen Latijn en verlieten ze al zingen en dansend op geordende de wijze de kerk. De tekst is in het Latijn geschreven, de muzieknotatie is in het zogenaamde hoefnagelnotenschrift.

Er worden 59 Heiligen genoemd die, op drie na (Castulus 26 mrt, Felix 14 jan., en Gorgonius 9 sep.) op eenzelfde datum in het bisdom Utrecht gevierd werden.

▪ De Heiligen

Een degelijk encyclopedisch naslagwerk over Heiligen, hun datum op de Heiligenkalender en hun patronage (bescherming) van de hand van Stijn van der Linden.

▪ Missale Romanum 1955

Missaal aan mij geschonken door mijn grootouders bij gelegenheid van mijn plechtige communie. Het bevat de

“moderne” liturgie van bijna het gehele kerkelijk jaar. Met in het voorwoord o.a. een geschiedenis over het ontstaan van de Heiligenkalender.

▪ The Forms and Orders of Western Liturgy

Geschiedenis van de Westerse Liturgie van de 10e tot de 18e eeuw. De Minderbroeders in Gravendam hebben hieruit geput inzake de Middeleeuwse Liturgische volgorde van de Vespers en de Completen. Het boek geeft ook een prima uitleg over de indeling van het Kerkelijk Jaar.

(23)

23

Fase II: Heiligenkalender van het Bisdom Utrecht voor Gravendam rond 1350 in drie te vergelijken Heiligenkalenders in kolommen.

De secundaire bronnen uit fase I bevestigen het beeld dat naast de Algemene Heiligenkalender specifieke heiligen per plaats, klooster, stad en/of bisdom vereerd worden. Mijn bevindingen van de primaire bronnen heb ik vervolgens in drie kolommen naast elkaar geplaatst. Ze vertonen ten opzichte van elkaar veel overeenkomsten, maar hier en daar ook enige verschillen. Wellicht ligt hieraan de afkomst van de kalender (streek/plaats/kloosterorde) ten grondslag.

Kolom 1 De Heilgen zijn afkomstig uit het “Eigen der Heiligen Diocees Utrecht 13e – 16e eeuw vlgs

“De Chronolo-gie”Eg.I. Strubbe & L. Voet”. De Auteurs baseren zich op onderzoek van Grotefend , S. Fruin, Fz. (1890), B. Kruitwagen O.F.M. (1942) en ed. W.H.J. Weale O.c. Details van de kalender (afwijkingen van plaats, klooster, streek) hebben auteurs niet in hun overzicht opgenomen. Deze gegevens zijn voor een groot deel te vinden in het Glossarium van het betreffend werk. Het boek is voor mij het basale uitgangspunt met het Martyrologium van het Klooster Stein als spiegel. Beide bronnen gebruiken de Latijnse namen voor de Heiligen. Dat wijst op liturgisch gebruik. Achter de namen van de Heiligen heb ik hun functie/rang vermeld uit het eerder genoemde Martyrologes Manuscrits van E.A. Overgaauw. Soms heb ik functie/rang niet kunnen terugvinden.

Kolom 2 Deze kalender is afkomstig van het web ( http://www.chd.dk/cals/utrechtkal.html) en heeft de naam “De samengestelde kalender van het bisdom Utrecht c. 1420-1450. Deze kalender is ook gebaseerd op het werk van Grotefend. Maar met aanvullingen van later onderzoek. Er worden liturgische aanwijzingen gegeven welke Heilige gevierd mag worden op een bepaalde dag, maar de redenen daarvan worden niet omschreven. De namen van de heiligen worden in het Latijn en in het Middelnederlands gegeven. Het is voor mij onduidelijk hoe men aan “nieuw” materiaal is gekomen;

welke keuzes er zijn gemaakt en wat de publicatie beoogt.

Kolom 3 bevindt zich als wiegendruk in de bibliotheek van Rijksmuseum Catharijneconvent en heeft in het overzicht de naam “Calendarium diocesa Traiectum BMH SJ i162 Ca.1480”. Deze kalender wordt op dit moment in Gravendam gebruikt. Deze bevat nogal wat onjuist geïnterpreteerde letters en namen. Open plekken in de data van de kalender zijn aangevuld met Heiligen uit het Getijdenboek van Katharina van Kleef. Tijdens de transcriptie voor Archeon zijn er nogal wat verschrijvingen gemaakt. De reden hiervan ligt vooral in een aantal moeilijk leesbare kapitalen. In kolom 3 heb ik gepoogd dit te corrigeren. Gelet op het Middelnederlands heeft deze kalender wellicht meer relatie tot privé-devotie (Getijdenboeken) dan tot liturgisch gebruik.

Paasdatum.

Alle kalenders die ik heb gezien zijn kalenders met als standaard de paasdatum op 27 maart. Met behulp van de dagletter, het gulden getal kan de Paasdatum berekend worden over een lange periode. In het Martyrologium van Stein houden ze daarnaast boven elke dag vermoedelijk ook nog de 19 jarige maancyclus bij via 19 letters met daarin cijfers.

Paasdatum in 1350.

De Paasdatum valt in A.D. 1350 op 28 maart, dus een dag later, dan de onderhavige kalender aangeeft. Onder andere in A.D. 1345 viel de Paasdatum van de standaardkalender op 27 maart.

Om verwarring met bezoekers te voorkomen lijkt het me wenselijk om de moderne kalender aan te houden.

Liturgie.

De Heiligen kennen, zoals we gezien hebben, een hiërarchie en daarmee ook een indeling in belang- rijkheid tijdens de viering. Er bestaan ook voorrangsregels wanneer er feesten samenvallen. Ik heb

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

[r]

** Indien een uitvaart in de voormiddag, geen avondviering. *** Op wo, do en vr geen eucharistie maar een woord-

Sint-Mariaburg 3 e zondag van de pare maanden Onbevlekte Ontvangenis van Maria. Zilverenhoek

Maar zal ik toch maar zijn naam onthouden voor de dag dat mijn Billie zich niet lekker voelt.. Dieren en heiligen dus, een

Tijd van vloek en tijd van zegen, Tijd van troosten tijd van tranen, tijd van droogte tijd van regen tijd van mooi zijn tijd van schamen dag van oogsten tijd van nood, tijd

Want hoewel God van eeuwigheid af besloten heeft om Zijn uitverkorenen de zonden te vergeven om de voldoening van Zijn Zoon, toch vergeeft Hij hun allen en een

Wij moeten Hem verwachten, omdat Hij het bevolen heeft: (Psalm 27:14) "Wacht op de Heere, zijt sterk, en Hij zal uw hart versterken; ja wacht op de Heere." Al wat Hij

De mensen die de Vader mij geeft, zal ik niet wegsturen en niet verloren laten gaan.” Want God zegt: “Ie- dereen die in mijn Zoon gelooft, zal eeuwig leven hebben en op de laatste