• No results found

Opgave 7

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Opgave 7"

Copied!
1
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Eindexamen vwo economie 2013-II

- havovwo.nl

- www.havovwo.nl - www.examen-cd.nl

Vraag Antwoord Scores

Opgave 7

23 maximumscore 2

Uit het antwoord moet blijken dat er sprake is van een zakelijke zekerheidsstelling door middel van een onderpand.

24 maximumscore 2

Dit blijkt uit het feit dat het verschil tussen de nominale en de reële rente kleiner wordt / de lijnen voor nominale rente en reële rente naar elkaar toe lopen.

Opmerking

Uitsluitend 2 of 0 scorepunten toekennen

25 maximumscore 2

Voorbeelden van een juist antwoord zijn:

− Een antwoord waaruit blijkt dat bij een lage inflatie beleggers een lage rentevergoeding vragen, zodat banken het benodigde vermogen goedkoop kunnen aantrekken.

− Een antwoord waaruit blijkt dat bij een lage inflatie de (reële) waarde van uitgeleend geld beperkt daalt, zodat de banken ook een lage rentevergoeding kunnen vragen.

26 maximumscore 2

Een voorbeeld van een juist antwoord is:

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

− Een verklaring waaruit blijkt dat de Braziliaanse producenten een lagere prijs krijgen doordat het EU-aanbod de wereldmarktprijs drukt. − Een verklaring waaruit blijkt dat

• Een antwoord waaruit blijkt dat de werkloosheid in Nederland in 2000 relatief laag was / moeilijk nog lager kon zodat het stimuleringsbeleid in Nederland al snel tot krapte op de

− Een antwoord waaruit blijkt dat in een situatie van hoge inflatie de opeenvolging van loonsverhogingen en prijsverhogingen zal leiden tot een situatie van blijvend hoge

• Een antwoord waaruit blijkt dat het bestaan van aftrekposten de grondslag waarop deze hogere tarieven worden geheven versmalt, hetgeen bovendien in relatief sterke mate

tegen een amendement van de heer Maenen, dat beoogde een structu- rele verhoging van deze wedde per 1 juli a.s. De argumentatie van de minister vindt men op deze

Een antwoord waaruit blijkt dat met indirecte belastingen (rechtstreeks) de prijzen beïnvloed worden en daarmee de richting / omvang van

Uit de verklaring moet blijken dat de twee decielen huishoudens met het hoogste secundaire inkomen samen 100% − 58,5% = 41,5% van het secundaire inkomen

Een antwoord waaruit blijkt dat beroepsgroepen die naar verhouding schaars zijn op de arbeidsmarkt een hoger loon en daardoor een hoger inkomen ontvangen (dan. beroepsgroepen die