ENERGIEKAMER
Aan
RNB's en representatieve organisaties
Datum Uw kenmerk Ons kenmerk Bijlage(n)
102382/571.B831
Onderwerp
Stand van zaken onderzoek aansluitdichtheid
Postbus 16326 Wijnhaven 24 Muzenstraat 81 T: [070] 330 33 30 E-mail: info@nmanet.nl
2500 BH Den Haag 2511 GA Den Haag 2511 WB Den Haag F: [070] 330 33 70 Web: www.energiekamer.nl
Geachte <<..>>,
Hierbij bericht ik u over de stand van zaken van het onderzoek naar aansluitdichtheid als mogelijk Objectiveerbaar Regionaal Verschil (hierna: ORV). In deze brief geef ik onder meer aan welk vervolg de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit (hierna: de Raad) geeft aan het onderzoek van D-Cision B.V. (hierna: D-Cision).
Algemene standpunt van de Raad
Voor de volledigheid breng ik u allereerst het algemene standpunt van de Raad over het bestaan van ORV’s in herinnering. De Raad erkent factoren als ORV indien uit onderzoek onomstotelijk blijkt dat hiervan sprake zou zijn. Indien dat het geval is, houdt de Raad rekening met specifieke kosten van netbeheerders in zijn reguleringssysteem. De Raad heeft dit algemene standpunt toegepast op de resultaten van de studie van The Brattle Group (maart 2006). Naar aanleiding van deze studie heeft de Raad specifiek waterkruisingen en lokale heffingen aangemerkt als ORV’s. Dit geldt niet voor aansluitdichtheid.
Conclusies onderzoek Frontier Economics en Consentec
Over aansluitdichtheid heeft de Raad in 2006 opgemerkt dat er voldoende redenen voor een separaat aanvullend onderzoek zijn. Ook heeft de Raad toegezegd dat separate onderzoek te zullen verrichten. In de periode van begin 2007 tot en met maart 2009 hebben de bureaus Frontier Economics en Consentec (hierna: Frontier) onderzoek gedaan naar aansluitdichtheid als mogelijk ORV. Frontier Economics en Concentec concludeerden dat op basis van de beschikbare data niet is vast te stellen dat aansluitdichtheid als een ORV moet worden aangemerkt. Wel constateerden zij dat er een relatie bestaat tussen aansluitdichtheid en de netlengte per aansluiting: een lage (respectievelijk hoge) aansluitdichtheid leidt tot gemiddeld meer
2
(respectievelijk minder) netlengte per aansluiting. Een precieze kwantificering was echter niet mogelijk voor de onderzoekers. Deze onderzoeksbevindingen waren voor de Raad aanleiding om nog een onderzoek uit te laten voeren.
Conclusies onderzoek D-Cision
In mei 2009 heeft de Raad D-Cision de opdracht gegeven om te onderzoeken of, en zo ja welke, mogelijkheden voor de Energiekamer bestaan om extra data te verkrijgen over pijp en leiding gerelateerde kosten, op basis waarvan de Raad kan beoordelen of aansluitdichtheid een ORV is.
Inmiddels heeft D-Cision hun eindrapport afgerond. Dit rapport is gepubliceerd op de internetpagina van de Energiekamer (zie www.energiekamer.nl).
De onderzoekers van D-Cision concluderen dat er twee acceptabele benaderingen lijken te zijn om de pijp en leiding gerelateerde kapitaalkosten vast te stellen. De eerste benadering betreft de afleiding van deze kapitaalkosten uit de start-activawaarde uit 2000 en vervolgens de bijwerking hiervan naar 2006 met behulp van de jaarlijkse investeringen en afschrijvingen. De onderzoekers geven aan dat deze methode minder geschikt lijkt voor de gasnetten, omdat voor deze gasnetten geen start-activawaarde per activacategorie beschikbaar is. De tweede benadering betreft de vermenigvuldiging van de netwerklengte met eenheidskosten (gedifferentieerd naar
urbanisatiegraad) en op basis van een leeftijdsprofiel van de netten vertaald in een boekwaarde.
De onderzoekers concluderen ook dat de pijp en leiding gerelateerde operationele kosten niet eenvoudig te bepalen zijn. De technische netverliezen zouden kunnen worden geschat of berekend. Voor de overige operationele kosten kan naar de mening van D-Cision het beste gerekend worden met een vast percentage van de kapitaalkosten.
Conclusies van de Energiekamer
Op basis van het rapport van D-Cision ziet de Raad uitsluitend voor elektriciteit een mogelijkheid om extra inzicht te verkrijgen in de pijp en leiding gerelateerde kapitaalkosten, en wel via het opsplitsen van de (start-)activawaarde (de zgn. eerste benadering zoals hierboven beschreven).
De Raad sluit zich aan bij de conclusies van D-Cision dat deze methode niet werkbaar is voor gas.
De Raad is van mening dat de overige methodes die D-Cision benoemt om inzicht te krijgen in pijp en leiding gerelateerde kapitaal- én operationele kosten niet met redelijke inzet kunnen leiden tot objectief te bepalen uitkomsten. Dit heeft te maken met de complexiteit van de uitwerking van deze methodes, zoals ook D-Cision ten aanzien van de operationele kosten opmerkt, dan wel met de subjectiviteit van de te maken aannames. De Raad geeft daarom geen gevolg aan de overige, door D-Cision aangedragen methodes.