Vraag nr. 105 van 26 juni 1997
van de heer PETER DESMET
Brandveiligheidsnormen serviceflats – Concord a n-tie – Bevoegdheid
Ingevolge het besluit van de Vlaamse regering van 15 maart 1989 houdende de specifieke veiligheids-aspecten waaraan de seviceflatgebouwen, de wo-ningcomplexen met dienstverlening en de rusthui-zen moeten voldoen om te worden erkend, d i e n e n de serviceflatgebouwen te voldoen aan de normen NBN S21-201, 202 en 203.
Bij het samenlezen van het koninklijk besluit van 22 december 1980 en het besluit van de V l a a m s e regering van 15 maart 1989 rijst de vraag of deze normen e n k e l gelden voor (serviceflat)gebouwen met een hoogte vanaf 10 meter (enkel voor type A -g e b o u w e n ) , dan wel of deze normen van toepas-sing zijn op a l l e ( s e r v i c e f l a t ) g e b o u w e n , o n g e a c h t hun hoogte ? Met andere woorden, zijn deze nor-men ook van toepassing op (serviceflat)gebouwen die lager zijn dan 10 meter ?
Indien deze laatste interpretatie wordt aangeno-m e n , is dit dan niet in strijd aangeno-met de Belgische nor-men ? Is dergelijke interpretatie dan niet onwette-l i j k , onder andere vermits in strijd met een hogere norm ?
Is de Vlaamse Gemeenschap bevoegd om dergelij-ke normen inzadergelij-ke veiligheid uit te vaardigen ? Behoort dergelijke materie inzake veiligheid niet tot de federale bevoegdheden (veiligheid, d u s bevoegdheid van de federale minister van Binnen-landse Zaken) ?
N.B. : Deze vraag werd eveneens gesteld aan de heer Luc Martens, Vlaams minister van Cul-tuur, Gezin en Welzijn.
Antwoord
Het antwoord op deze vraag behoort tot de bevoegdheid van de heer Luc Martens, V l a a m s minister van Cultuur, Gezin en Welzijn.