• No results found

STOWA/Unie Stekkerdoos Water

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "STOWA/Unie Stekkerdoos Water"

Copied!
111
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

ERRATUM

D m em fout bij het inbindai van dit rapport is bijlage 4 Inhaidsopgave

~geveniiiltaoddd

Unie

van Waterschappat, begionsnd

M

bladdjde 30 en eindigend

met zijn eigen

autonome - n op

bladzijde

39, op em

vetkeenie plaat8 in he4 rapport

gemonteerd.

(2)

j ' Toepesalngsondenoek w m g q p m s binnen de

H

n

N

Unie U

van Waterschappen

(3)

Stichting T o e g e p i s t O n d e r z o e k W i t e r b e h e w

Unie U

van W a t e r s c h a p p e n

Toepassingsonderzoek voor de uitwisseling van gegevens binnen de sector water

ISBN 90.74476.25.2 Publikaties en het publikatieoverzicht

van de Stowa kunt u uitsluitend bestellen bij:

Hageman Verpakkers BV Postbus 281

2700 AC Zoetemieer tel. 079-381 1188 faX 079-361 3927

O.V.V. ISBN- of bestelnummer en een duidelijk afleveradres.

(4)

TEN GELEIDE

Na het beschikbaar komen van de Gegevensstandaard Unie van Waterschappen (febmari 1995) waren diverse partijen van plan om op

basii

van deze &gevenss~dadÜitwisselings- formaten

te

ontwikkelen.

Om

dubbelwe& en ondoelmatigheden te voorkomen hebben

Sï'üWA,

UNe van Waterschappen, Overlegorgaan voor v a s t g o e d r Ï a t i e

(RAVI),

Rijksinstituut voor I n t e d Zoetwaterbeheer en afval water behandel in^ IRRA) en de

mvincies

Noord- en Zuid- Holknd samen met de Noord- en zuid-Holland&~aterschaps&nden een onderzoek uit- gevoerd om te komen tot een universeel bmikbaar uitwisselingsformaat voor de uitwisseling van gegevens b i e n de sector

WA'lw.

Het voorliggende rapport toont aan dat de stekkerdoos gewhikt is voor uitwisseling van eik type (één-dimensionaal) meetbestand

dat

gedurende het onderzoek te traceren was. Voor de beschtijving van attributen en domeinen Can geheel worden aangesloten bij de benaderings- wijze van

DONAR

(Data Opslag NAtte Rijkswaterstaat), een opslagsysteem dat vrijwel alle

natte

gegevens van de Rijkswatasbat bevat.

De resultaten uit dit nrppon zullen onder andere worden gebrnikt in het S~WA-project om

te

komen tot een koppeling van oppervlaktewatemodellen, grondwatermodellen en GIS-legger- applicaties. Tevens

kan

het gebruik van de stekkerdoos

WATER

uitwisseling (van gegevens) tussen Waterschappen, Provincies en Rijkswaterstaat bevorderen. Veder speelt de stekkerdoos WATER een belangrijke rol in het beleidsplan informatievooniening Unie van Waterschappen voor de periode 1996-1999.

De werkzaamheden zijn uitgevoerd door een ad-hoc commissie bestaande uit: drs J.P.

Cammeraat (voorzitter). drs. H. van Alkernade. dhr. J.C.M. de Beer, drs. J.W. van den Brink, dhr. D. Oberweis. dhr. J.H. van Oogen. ing. H.P.J.M. ter Veen en ir. L.R. Wentholt.

Utrecht, november 1995

De

directeur van

de

STOWA

drs. J.F. Noorthoorn van der

Kmijff

(5)

INHOUDSOPGAVE

Inleiding

Waarom een STOWANnie-stekkerdoos Water?

De stekkerdoos beschreven

Wat is STOWANnie-stekkerdoos Waler?

Wat moeten gebruikers

zelf

ontwikkelen?

Het vervolg Wie doet wat?

Wanneer is de

stekkerdm klaar?

NEN

1878 nader beschouwd Afsprakenstelsel

inleiding

Algemene afspraken

Uitwisseling van schematisaties Uitwisseling van waardereeksen

1 Samenstellers rapport

2 Voorbeelden uitwisselimgsbestanden 2.1 Objectgegevens (stuw).

2.2 Vak van een schematisatie uit een

l-D

oppervlaktewaterrekenmodel 2.3 Kwantiteimks: gemiddelde waterstanden.

2.4 Tijdreeks uit een

1D-oppervlaktewaterrekenmodel.

2.5 Berekende gegevens op &n specifiek tijdstip van een 1D-oppervlaktewatermodel.

2.6 Chemische waterkwaliteitsmetingen in tijdreeksvorm.

2.7 Biologische inventarisatieresultaten.

2.8 Verontreinigingen in biota.

2.9 Lengtebepaling mosselen (samengestelde waarneming).

2.10 Bodemhoogtemeting

3 Praktijkrichtlijn

NEN 3610lNEN 1878

4 Inhoudsopgave Gegevensstandaard Unie van Waterschappen

(6)

1 INLEIDING

Na het beschikbaar komen van de Gegevensstandaard Unie van Waterschappen zijn diverse partijen

aan

de slag gegaan

om

op basis van deze Gegevensstandaard uitwisselingformaten te ontwikkelen.

Zo

heeft de STOWA een haalbaarhcidsstudie uitgevoerd naar de mogelijkheid om verschillende rekenmodellen onderling met GIS-systemen koppelbaar

te

maken, met behulp van

een

uitwisselingsformaat gebaseerd op de Gegevensstandaard van de Unie (SUF- OW-project). Ook de provincies Noord- en Zuid-Holland en de Noord- en Zuidhollandse Waterschapsbonden zijn een onderzoek gestart naar het ontwikkelen van een uitwisselingsformaat, gebaseerd op de Gegevensstandaard van de Unie. Verder

had

ook de.

Unie voornemens om als vervolg op

de.

Gegevensstandaard een uitwisselingsfomaat te ontwikkelen. Teneinde dubbel werk en ondoelmatigheden te voorkomen is vanuit de versch'fflende projecten onderlinge samenwerking g m h t Vervolgens zijn ook andere pattijen benaderd om in de samenwerking te participeren.

Dit heeft ertoe geleid dat STOWA, Unie van Waterschappen, RAVI,

R i a ,

de provincies Noord- en Zuid-Holland

en

de N d - en Zuidhollandse Waterschapsbonden gezamenlijk een ondenoek hebben uitgevoerd naar de mogelijkheid om een universeel bruikbaar uitwisselingsformaat voor de sector water te ontwikkelen. Voor de STOWA maakt dit ondenoek deel uit van het 'SUF-OW-project'. Voor de Unie vormt dit ondenoek een vervolgstap

op

het project Gegevensstandaardisatie.

Dit rapport vonnt de neerslag van

een

ondenoek naar de mogelijkheden van een universeel bruikbaar uitwisselingsformaat voor de sector water. Geconcludeerd is dat een dergelijk universeel uitwisselingsfomaat mogelijk is. Het rapport vonnt de basis voor de feitelijke bouw van de stekkerdoos.

De

hoofdstukken 2 Vm 4 hebben een algemeen karakter. Daarin komt het wat, waarom en wanneer van de stekkerdoos

aan

de orde. In de hoofdstukken 5

en

6 en de bijlagen komt de techniek

aan

de orde. Hoofdstuk

5

bevat een 'beschrijving van de basis van de stekkerdoos'.

te weten

NEN 1878.

Hoofdstuk

6

geeft

een

eerste aanzet voor een afsprakensteIsel dat voor het gebmik van de stekkerdoos nodig is. Deels zijn dit afspraken die van belang zijn voor bestandsbeheerdem. Deels gaat

het od< om

afspraken over de wijze waarop bestanden worden getransporteerd via de stekkerdoos.

Dit

wordt de gebruiker volledig uit handen genomen doordat de daarvoor benodigde software (de stekkerdoos) gezamenlijk wordt gebouwd. De gebruiker moet weten op welke wijze bestanden moeten worden aangeboden aan de stekkerdoos, maar

kan

de stekkerdoos zelf als black box beschouwen. Bijlage

2

toont een

aantal

voorbeelden van door de stekkerdoos ingepakte bestanden (de binnenkant van de black box).

(7)

Waterschappen worden geconfronteerd met een veelheid aan verschillende uitwisselingsrelaties die

al dan

niet hun basis vinden in wet- en regelgeving of convenanten.

Daarbij dreigt een wildgmei aan uitwisseling met ondermeer provincies, diverse onderdelen van Verkeer en Waterstaat m CBS. Het Rijk wil daarnaast diverse bestanden

k o p p e k

gaan maken (projet digitale waterweg) in een &twerkomgeving. Daartoe zullen

er

diverse bruggen (uitwisselinasformaten) tussen bestanden gebouwd moeten worden. Intern moeten waterschappen eigen (interne) uitwisselingsfonnaten bouwen om de leggergegevens in rekenmodellen in te lezen (biivoorbeeld Duflow, SOBEK), gegevens van het

ene

rekenmodel naar het andere rekenmodei te sluizen, of om uitkomst& Üit het rekenmodel te kunnen presenteren in GIS. Verder moeten

n:

intern bruggen worden gebouwd tussen

al

aanwezige informatiesystemen.

Om te voorkomen dat er

een

veelheid van zowel interne als externe uitwisselingsfonnaten

ontwikkeld moet worden is de STOWANnie-stekkerdoos Water ontwikkeld. Deze

stekkerdoos is

een

universeel uihvisselingsformaat waarmee alle bovenbedoelde vormen van

uitwisseling mogelijk worden. De reikwijdte van de stekkerdoos strekt zich uit over

oppervlaktewater, grondwater, meeveeksen. vergunning en handhavingsgegevens, bagger,

ZUi~eIilIg~teCh~SChc w&, modellering etc. Het gaat daarbij om wwel administratieve

als

geometrische gegevens. Kortom alle gegevenstypen die in de Gegevensstandaard Unie van

Waterschappen (GUW) voorkomen (versie 1996) zijn via de stekkerdoos uitwisselbaar. De

diverse

b e t r o k

organisaties kunnen na ingebruikname van

de

stekkerdoos volstaan met de

bouw

van een eigen

stekker

om w in te kunnen 'pluggen' op de siekkerdo~s~

(8)

3

DE

STEKKERDOOS BESCHREVEN 3.1

Wat is STOWANNe-stekl<erd00~ Water?

De

stekkerdoos

zal bestaan

uit de volgende onderdelen:

bestanden in-

- een werkende stekkerdoos, te weten generieke software die de uit te wisselen en uitpakken in h& afgespmken NEN 1878-formaat;

- een classificatiestelsel voor de sector water (de UniJSTOWA-Gegevensstandaard, versie

1996);

- doaimentie om eigen stekkers te kunnen bouwen weke passen op de stekkerdoos.

De stekkerdoos zal bestaan uit algemeen bmikbare software die de uit te wisselen gegevens inpakken tot uitwisselingsbestandm m desgewenst weer uitpakken. Voor de gebruiker is de stekkerdoos een 'black box' waarin allerlei automatiseringstechnische problemen worden opgelost. In die black box wordt gebmik gemaakt van het bestaande uitwisselingsformaat NEN 1878. De stekkerdoos zorgt ervoor dat de aangeleverde bestanden worden in- en uitgepakt van en naar

dat

complexe maar

zeer

flexibele uitwisselingsfomuuit

Tot

de

stekkerdoos behwri een classificatiestelsel. Daarin wordt aangegeven welke gegevens via de stekkerdoos kunnen worden uitgewisseld (de inhoud van de uitwisseling). Alle gegevens krijgen in de uitwisseling eeniode. Ook deze coderingen zijn vastgelegd in het classificatiestekl. Als kristallisatiepunt voor

het

benodigde ctassificatiestelsel is gekozen voor de Oegevensstandaard Unie van Waterschappen. Deze gegevensstandaard

zal

verder worden uitgebreid met die gegevens die middels de stekkerdoos uitwisselbaar moeten zijn. Door

de

STOWA zal

daartoe

een aanvulling geleverd worden benodigd voor

de

uitwisseling tussen rekenmodellen onderling en met GIS (SUF-OW). Ook andere partijen (mals provincies, Ministerie van Verkeer en Waterstaat (ondermeer RIZA en RMZ), Dienst landinrichting en beheer landbouwgronden (LBL) en Keuringsinstituut Water (KIWA)) worden uitgenodigd de voor hen noodzakelijke aanvullingen

te

leveren om tot een universeel uitwisselingsformaat voor de sector Water te komen. Tot slot zal bij de uitwerking van het classificatiestelsel rekening gehouden moeten worden met

de

uitkomsten van het AdvenhislAGA-project waarin een waterschapsbreed gegevensmodel voor de waterschappen wordt ontwikkeid.

De toepasbaarheid van de stekkerdoos is

onbeperkî

uitbreidbaar zolang uitbreidingen worden ingepast in het classificatiestelsel. Partijen kunnen in aanvulling op

de

stekkerdoos onderling afspraken maken over het toevoegen van extra gegevens aan het classificatiestelsel die alleen voor hen van belang zijn.

De stekkerdoos is flexibel

naar

de toekomst toe. Als er nieuwe gegevens in de stekkerdoos

moeten worden opgenomen hoeven in principe niet

de

stekkers (uitwisselingsprognunmatu~~)

te worden aangepast. Deze kunnen naar verwachting zo worden ontwikkeld dat zij generiek

zijn. Alleen de (conversie)tabellen waarvan de uitwisselingsprogrammahiur gebruik maakt

zullen vervangen moeten worden. Dit heeft als consequentie dat de stekkerdoos tegen lage

kosten

onddoudbaar

is.

(9)

Om de stekkerdoos ook bruikbaar te maken in uitwisseling met organisaties buiten het terrein van het water(bijvwrtree1d nutsbedrijven, gemeenten) is gekozen voor een generiek opzet.

De

stekkerdoos bestaat uit in- en uitpak-software en een stuurtabel waarin het te gebmiken classificatiestefsel is opgenomen. Naast een stuurtabel voor de sector water. ontleend

aan

de Gegevensstandaard Unie van Waterschappen. kunnen ook andere stuurtabellen aan de in- en uitpaksoftware gehangen worden.

Zo

is het bijvoorbeeld mogelijk

een

s~urtabe.1 te bouwen welke het Terreinmodel vastgoed aankan.

Het

Terreinmodel vastgoed is een algemeen sectomnathankelijk classificatiestelsel. Ook kunnen stuurlabellen gebaseerd op GFO's

aan

de stekkerdoos worden gekoppeld. Hetzelfde geldt waarschijnlijk voor stuurtabellen ten behoeve van de GBKN en

de

digitale Kadastrale k;iiui. Dit laatste is echter niet onderzocht.

Om uitwisseling tussen 'water' en andere sectoren mogelijk te maken kunnen 'verloopstekkers'

aan

de stekkerdoos worden toegevoegd. Dit is standaard software (conversietabellen) waarmee het ene classiíicatiestelsel wordt omgezet in een ander classificatiestelsel. Bovengenocmde uitbreidingen (toevoegen andere stuurtabellen voor andere classificatiestelsels dan de

GUW

en verloopstekkers) worden in het komende traject (nog) niet ontwikkeld.

(10)

3.2

Wat moeten g e b n i i zelf ontwikkelen?

Zdf bouwen

c k m k k k

De stekkerdoos bestaat uit generieke software die de gebruiker zoveel mogelijk zorgen uit handen neemt. Daarmee is niet

al

het werk gedaan. Om de stekkerdoos te kunnen gebniien moet een organisatie beschikken over een eigen 'stekker'. De polen van deze stekker moeten, net ais

bij

appxaatstckkers, voldoen aan tevoren omschreven eisen. Dat wil zeggen dat ze de watenchapsgegevens moeten aanleveren volgens het in de Gegevensstandaard Unie van Waterschappen vastgestelde classificaticsteLsel. De eigen stekker

bestaat

derhalve uit door het waterschap zelf te bouwen software die de eigen gegevens vertaalt (converteert) naar het gemeenschappelijke classificatiestelsel (GUW. versie

1996).

Het hart van dergeiijle software bestaat uit een conversietabel. Hoe meer de interne bestandssmicbiur wordt geënt op de gegevensstandaard, hoe eenvoudiger de eigen stekker (of conversieprogrammatuur) wordt.

over wat w - o

Zendende en ontvangende partijen zullen afspraken moeten (blijven) maken over &

gegevens in een specifieke uitwisselingsrelatie in het uitwisseiingsbestand worden geladen. De zender

zal

deze gegevens met behulp van zijn eigen stekker moeten kunnen selecteren en laden in het uitwisselingsbestand.

De STOWA

zal

de ontwikkeiing van stekkers benodigd voor een aantal rekenmodellen

stimuleren. Ook

zal

de STOWA bezien of stekkers benodigd voor presentatie van rekenmodel-

gegevens in GIS-applicaties gemeenschappelijk gebouwd hnnen worden.

(11)

4 HET VERVOLG

4.1 Wiedoet wat?

STOWA, Unie,

REA, RAVI,

de Noord- en Zuidhollandse Waterschapsbonden en de provincies Noord- en Zuid-Holland hebben gezamenlijk de haalbaarbeidsstudie uitgevoerd.

Het

komt er nu op aan de stekkerdoos ook gezamenlijk te gaan bouwen.

De dsartoe

benodigde financiële middelen zullen door de verschillende belanghebbenden bij elkaar moeten worden gebracht. STOWA en Unie hebben het voortouw genomen om de benodigde middelen bij elkaar te brengen.

Naar

verwachting zal het bij elkaar bnngen van de benodigde middelen niet op problemen stuiten.

De STOWA zal de ontwikkeling van stekkers benodigd voor een aantal rekenmodellen stimuleren. Ook zal de STOWA bezien of 8tekkers benodigd voor pmentatie in GIS-systemen gemeenschappelijk gebouwd kumen worden.

De

Unie zal in medio 1996 een nieuwe versie van de Gegevensstandaard uitbrengen waarin alle voor de s t e W o o s benodigde gegevens

een

plaats hebben gekmgen.

De eebmikers van de stekkerdoos zullen zelf hun eigen stekkers moeten ontwikkelen.

(~&l)or~anisaties die de stekkerdm geschikt willen &n voor

andere

classificatiesteisels als de GUW. zullen zelf de daartoe benodigde stuurtabellen moeten ontwikkelen. Het ontwikkelen

van

verloopstekkers is vooralsnog Riet

aan

de orde.

4.2 Wanneer is de stekkerdoos W

De bouw van de stekkerdoos zal vermoedelijk in december

1995

starten. De bouw zal naar verwachting

een

half jaar in beslag nemen.

De

stekkerdoos zal zeer uitgebreid getest moeten worden; dit zal de nodige tijd vergen. Tegelijkerijd zullen, en in samenhang

met

de bouw van de stekkerdoos. de nodige essentisle stekkers worden gebouwd; gedacht wordt

aan

stekkers voor een aantal modellen, voor GIS-leggerapplicaties en voor diverse gegevensbestanden.

Naar verwachting zal de stekkerdoos,

en

in samenhang daarmee een aantal stekkers. eind 1996 beschikbaar zijn. Op dat moment is ook het uitgebreide classificatiestelsel van de Unie beschikbaar

(GUW

versie

1996).

Met het uitkomen van het uitgebreide classificatiestelsel (i aanvulling

op

de reeds beschikbare Gegevensstandaard Unie van Waterschappen) is het generieke deel van de stekkerdoos gereed.

Daarna kunnen gebtuikers eigen

stekkers

bouwen.

(12)

5 NEN 1878 NADER BESCHOUWD

Een universele stekkerdoos stelt hoge eisen aan de structuur van het onderliggende uitwisselingsformaat.

NEN

1878 voldoet

aan

die eisen. Het gaat dan

om

de volgende zaken.

De inhoud van alle mogelijk voorkomende deelbestanden hoeft niet tevoren te worden gedefinieerd. De gegevensstandaard van de Unie is zo omvangrijk en biedt zoveel vrijheid in het leggen van relaties tussen gegevens, dat het onmogelijk is 'klassieke' uitwisselingsbestanden met een vaste recordindeling te definiëren. Er is derhalve een opzet nodig die zeer veel vrijheid kent in de vraag welke gegevens worden uitgewisseld met welke onderlinge relaties. NEN 1878 biedt die vrijheid waarbij een coderingsstelsel wordt gebruikt om duidelijk te maken om welk type objecten het gaat (zie hierna). Het codenngsstelsel (classificatie) zelf wordt niet uitgewisseld maar bekend verondersteld bij de ontvanger.

De standaard is ontwikkeld door de RAVI en wordt reeds enkele jaren toegepast op het uitwisselen van 'kaartbestanden'; er is derhalve reeds ervaring opgedaan bij het gebruik hetgeen misverstanden bij de implementatie kan voorkomen.

Het gaat om een interbestuurlijk geaccepteerde standaard.

De geometrie kan samen met de administratieve gegevens worden uitgewisseld. Voor geometrie behoeven derhalve géén afzonderlijke voorzieningen te worden getroffen.

In NEN

1878 is geen geometrisch model opgenomen met mogelijkheden met betrekking tot topologische relaties. Als het nodig is om dit soort relaties op te nemen zullen daarover afspraken gemaakt moeten worden tussen de zendende en ontvangende partijen. Overigens zijn er op dit moment in Europees verband initiatieven om te komen tot een 'geometrisch subschema'. Met behulp van dit schema wordt het mogelijk om alle topologische relaties eenduidig te beschrijven. De RAVI is hierbij betrokken en zal

te

zijner tijd dit schema en de mogelijkheden onder de aandacht brengen.

Kenmerken NEN

1878

Kenmerkend voor

NEN

1878 is dat de inhoud van het uitwisselingsbestand door middel van coderingen wordt aangegeven.

NEN

1878 kent een methodiek waarbij niet de

m

van het

uitwisselingsbestand wordt gedefinieerd maar alleen de structuur. Door middel van een consequent gebruik van codes op vaste plaatsen binnen deze structuur wordt bereikt dat duidelijk is hoe het bestand moet worden verwerkt zonder dat de inhoud vastligt.

De inhoud van het bestand wordt door de ontvangende partij

.n&

afgeleid door de plaats waarop een bepaald attribuut of domeinwaarde is opgenomen zoals bij het STUF-WOZ het geval is.

De

structuur is zodanig dat uit de inhoud van een veld kan worden afgeleid wat de inhoud is van het volgende veld. Er ontstaat een reeks waarbij steeds wordt aangegeven: 'wat ben ik voor objecutype gegeven' (door middel van algemene codering) en 'welke waarde heb ik in dit geval' (domeinwaarde). Dat gaat als volgt. Voorop komt een codering die aangeeft welke soort object of entiteit wordt geleverd (bijvoorbeeld een stuw). Vervolgens volgt

een

code die aangeeft welk attribuut wordt geleverd (bijvoorbeeld identificatienummer of doorstroombreedte). Tot slot volgt een codering die aangeeft welke waarde het betreffende attribuut aanneemt (bijvoorbeeld concrete identificatienummer of feitelijke doorsttoombreedte).

Daarna volgt voor alle van het betreffende objecUentiteit te leveren attributen een reeks opgebouwd uit type attribuut (bijvoorbeeld naam) en concrete domeinwaarde (bijvoorbeeld feitelijke naam) etc.

Op deze wijze kan elke willekeurige entiteit

en

elk willekeurig attribuut geleverd worden. Wel is noodzakelijk dat er een uniek algemeen coderingsstelsel is, omdat de ontvanger uit deze coderingen afleest 'om wat voor object gaat het' om vervolgens de concrete domeinwaarde te kunnen interpreteren. De gekozen Gegevensstandaard Unie van Waterschappen biedt het benodigde coderingsstelsel voor de stekkerdoos water.

(13)

Recordtypen

NEN 1878 kent een aantal standaard recordtypen:

O1 Voorlooprecord;

02 Metagegevens over de hij geometrie gebrnikte referentiestelsels;

03 Gegevens over objecten en hun kenmerken;

04 De geometrie van het in 03 opgenomen object;

05 Plaats, representatie en tekst van objecten uit 03 bij afbeelding op een kaart;

06 De tekst zoals in het 05-record aangekondigd;

07 NAW-gegevens;

99 Sluitrecord.

Een NEN 1878-bestand is flexibel opgebouwd. Het start met een voorlooprecord (01). De overige bestanden volgen naar behoefte. Ieder record start met het aangeven om welk recordtype het gaat. Daarnaast worden binnen het record vaste coderingen gebrnikt om de inhoud van het record nader te specificeren.

(14)

6.1 Inleiding

Met de rapportage is aangetoond dat de realisatie van

een

universele stekkerdoos mogelijk is.

Dat

vraapt echter wel om enkele ahraken welke in dit hoofdstuk zijn beschreven. In bijlage 2 djn tien korbeelden uitgewerkt voor voorkomende uitwisselingsbestanden.

Bij het uitwerken van de voorbeelden is ervan uitgegaan dat de volgende drie &pen gegevens worden uitgewisseld, te weten:

-

objectgegevens (administratieve deel);

-

objectgegevens (geometrie);

-

waardereeksen.

De nadmk bij het ontwikkelen van voorbeelden is gelegd bij schematisaties en de waarde- reeksen omdat dit een nieuw type toepassing voor

NEN

1878 is. Voor schematisaties is voorbeeld

2

opgenomen. Voor vele te onderscheiden waardereeksen zijn 7 voorbeelden uitgewerkt (beginnend bij voorbeeld

3). Deze

voorbeelden worden in de volgende paragrafen toegelicht

Bij alle voorbeelden gaat het er om te laten zien hoe bestaande bestanden ernit

gaan

zien

nadat ze

door de stekkerdoos zijn ingepakt in het

NEN

1878-formaat. Voor de geJnuiir is dit straks een black box waaraan-hij

&in

aandacht hoeft te besteden. Wel een gebmiker aan voorbeelden een indruk ontlenen van de mogelijkheden van de stekkerdoos.

e

m voohe&jJ

In voorbeeld

1

is de uitwisseling van een 'stuw' als voorbeeld voor een 'object' uitgewerkt.

De gekozen principes en oplossingen zijn toepasbaar voor alle type 'objecten'. Het begrip object moet hier ruim worden opgevat; ook vergnnningen vallen bijvoorbeeld onder dit begrip.

Voor het geometrische deel van de objectgegevens zijn geen voorbeelden uitgewerkt. Hiervwr is aangenomen dat de stekkerdoos geen problemen oplevert omdat het gekozen uiiwisselingsvoeiaiig (NEN 1878)juist vanuit deze hoek is ontwikkeld.

6.2 Algemene afspraken

Van de 24 posities die in de gegevensstandaard zijn gereserveerd voor een identificatie.

worden de eerste drie posities gebruikt voor de entiteitscode van de entiteit waar de betreffende identificatie deel van uitmaakt (voorbeeld: entiteitscode stuw is

'KWK');

elke identificatie van

een

stuw begint derhalve met de letters

KWK

en vervolgens 21 posities vrij te gebmiken. Dit is

een

andere werkwijze ais bedoeld in de gegevensstandaard van de Unie waarin de eerste 4 posities van de totaal 24 posities zijn gereserveerd voor de waterschapscode.

Voor deze oplossing is gekozen om de uniciteit van mogelijk in een uitwisselingsbestand voorkomende identificaties te waarborgen. Het beheer van een uniek stelsel van identificaties

kan

door een watewhap zo worden uitgevoerd op het niveau van 'entiteiîtypen' en hoeft niet centraai geregeld en bewaakt te worden voor alle door het waicrschap vastgelegde objecten.

Uiteraard zijn ook andere oplossingen mogelijk zolang

maar

wordt gewaarborgd dat twee objecten (bijvoorbeeld een vergunning en een stuw) niet per ongeluk hetzelfde identificatienummer kunnen krijgen.

In het voorlooprecord wordt de code van de vetzendende organisatie gebrnikt; voor waterschappen is dat de waterschapscode uit de Gegevensstandaard Unie van Waterschappen.

(15)

Het uitwisselen van rela*

Verschillende entiteiten kunnen aan elkaar worden gerelateerd door het gebmik van koppelgegevens (sleutelvelden uit de Gegevensstadaad). Dit zijn identificerende gegevens.

In de Gegevensstandaard Unie van Waterschappen wordt per entiteit een aantal attributen (of gegevenselementen) beschreven, waaronder bovenbedoelde koppelgegevens of sleutelvelden.

De lijst van per entiteit opgenomen attributen is vrij uitbreidbaar met andere sleutelvelden of koppelgegevens.

Zo

kan binnen bijvoorbeeld de entiteit 'Stuw' een relatie worden gelegd met de entiteit 'Waterloop' ook al is deze relatie niet in de Gegevensstandaard verwoord. De gebrnikte koppelgegevens moeten echter wel ergens in het classificatiestelsel voorkomen om voor de ontvanger interpreteerbaar te zijn.

Als uitgangspunt wordt gehanteerd dat alle relaties uitgewisseld kunnen worden welke rechtstreeks zijn gelegd in de Gegevensstandaard, of welke gelegd kunnen worden met op enige plek in de Gegevensstandaard voorkomende koppelgegevens. Aanvullende relaties, welke niet te leggen zijn met in de Gegevensstandaard voorlomende koppelgegevens, kunnen wel worden uitgewisseld, maar in dat geval zuilen bilaterale afspraken gemaakt moeten worden over de te hanteren classificatie.

Per uit te wisselen entiteit wordt een nieuw(e serie) w r d ( s ) aangemaakt. Een record

heer? een

vaste lengte van 64 posities. Door de 00101 code kunnen meerdere records aan elkaar worden gekoppeld in gevallen dat er meer

dan

64 posities noodzakelijk zijn om de benodigde attributen te beschrijven. Binnen het record is de stmctuur geuniformeerd. Voor administratieve gegevens wordt het 03-record gebrnikt. Voor de variabele gegevens uit de meetreeks wordt het 04-record gebrnikt.

Numerieke velden

Numerieke velden (dat wil zeggen die attributen uit de Gegevensstandaard Unie van Waterschappen van het type numeriek) zijn in

NEN

1878 rechts aangesloten.

Binnen NEN 1878 mag geen floating point worden gebruikt; er

zal

altijd worden uitgewisseld in eenheden van dusdanig niveau dat geen waarden achter de komma nodig zijn; de gegevensstandaard van de Unie staaf wel cijfers achter de komma toe (bijvoorbeeld lengte in meters kunnen tot op de centimeter nauwkeurig worden opgegeven).

De standaard-oplossing binnen NEN 1878 is het

zo

klein mogelijk kiezen van de eenheid. Dit is voor geometrische gegevens, zoals coördinaten en afstanden, voldoende. Voor (meet)waarden kan niet met zekerheid worden gesteld dat deze oplossing alle voorkomende situaties dekt. Voor meetreeksen wordt daarom de factor, waarmee alle waarden van een reeks vermenigvuldigd worden om er gehele getallen van

te

maken. apart vermeld. Bijkomend voordeel is dat de oorspmnkelijke eenheid bewaard blijft.

Door de vermenigvuldiging met de factor

kan

het voorkomen dat het aantal significante cijfers van de (meet)waarden verandert. Vooral voor chemische meetgegevens is dat ongewenst. De waarde 0.0120 heeft bijvoorbeeld drie significante cijfers. Na vermenigvuldiging met 1000.000

-

een grote factor kan nodig zijn voor andere waarden in de reeks

-

zou men ten onrechte kunnen menen dat er vijf significante cijfers zijn. Daarom kan het aantal significante cijfers, maximaal negen, expliciet worden opgegeven bij iedere afzonderlijke waarde, als onderdeel van de kwaliieitsaspecten.

Wadwordt-m-

Vooralsnog worden in de stekkerdoos geen wadwordt-mutaties aangeleverd. Wadwordt mutaties zijn mutaties waarin eerst de oude waarde van een bepaald gegeven wordt geleverd en vervolgens de vervangende nieuwe waarde. Dit biedt de ontvanger controlemogelijkheden.

Wadwordt-mutaties leiden echter tot technisch zeer gecompliceerde bestanden en software. De

(16)

stekkerdoos maakt daarom vooralsnog uitsluitend de levering van 'wordt-mutaties' mogelijk.

in

een later stadium kan worden bezien of ook levering van 'wdwordt-mutaties' mogelijk is.

6.3 Uitwissehg van schematisatiegegevens

De

uitwisseling van gegevens tussen 1D-oppervlaktewater- en grondwaterrekenmodellen en GIS (een belangrijk aspect in het STOWA SUF-OW project) omvat schematisatiegegevens en reeksen van berekende waarden. Een schematisatie van een

1D-oppervlaktewaterrekenmodel

bestaat uit een model van een waterloopstelsel in de vorm van een netwerk van vakken van waterlopen verbonden door knooppunten samen met andere gegevens zoals kunstwerken en dwarsprofielen. Een schematisaÏic vormt de basis waarop d e berekeningen van een 1D-

opuervlaktewatemkenmodel

worden uitgevoerd. In het STOWA SUF-OW project wordt een s&iaarddefinitie opgesteld voor schematisaties van diverse 1~-oppeklaktewater- en grondwatmekenmodellen welke aan de gegevensstandaard van de Unie wordt toegevoegd.

De

objecten die een schematisarie vonnen, lijken veel op de ove&omstige objecten in de G W zoals waterloop, vak en kunstwerk. Beide soorten gegevens zijn objectgegevens die zowel administratieve gegevens als geometrische gegevens omvatten.

In voorbeeld 2 is de uitwisseling van een vak, als voorbeeld voor een schematisatiwbject, uitgewerkt. in de temiinolgie van de SUF-OW classificatie wordt dit een 1D-vak genoemd,

ter

onderscheiding van afvoervak~aanvoervak in de GUW versie '95. Voor het opstellen van het voohedd is gebruik gemaakt van een voorlopige classifiactie van het SUF-OW project.

Deze zal

worden geïntegreerd in de G W versie

'96.

In het voorbeeld zijn geen geometrische kenmerken uitgewerkt.

6.4 Uitwisseling van waardereeksen

Meetreeksen vormen

p ..

, waarvoor de bmikbaaiheid van

NEN

1878 apart getoetst is en waarvoor

aparte

voorbeelden zijn uitgewerkt.

Het

gaat echter Net alleen om de uitwisseling van meetreeksen, maar ook om de uitwisseling van reeksen van waarden die met behulp van 1D-oppervlaktewater- en grondwaterrekenmodellen zijn berekend

Om een efficiënte uitwisseling van reeksen op basis van

NEN

1878 mogelijk te kunnen maken, is

een

entiteit Waardereeks geMnieerd. die zowel Meetreeksen als

berekende

reeksen omvat. Deze entiteit wordt geïntegreerd in de Gegevensstandaard Unie van Wateischappen ( G W , versie

'96).

In onderstaande tekst is een voorlopige beschrijving opgenomen.

De

entiteit Waardereeks bevat een

aantal

unieke aîtdbuten, naast bestaande attributen die

ontleend

zijn

aan

entiteiten in de GUW (met name Meting, Meetnorm en Meetresultaat). Een Waardereeks bevat een reeks waarden die betrekking kan hebben op een of meerdere parameters. in een Waardereeks kan een factor variëren.

Deze

factom zijn de tijd (een iijdreeks), de factor locatie (een gridreeks), de hoogte c.q. diepte (een hoogtehptediprofiel) of biotaxon íbioloaische inventarisatiefeeks). De andere factoren ziin dan vast.

De

vaste factoren worden beschreven in record-type

03

van

NEN

1878 net a& de attributen van de entiteit Waardereeks.

De

eigenlijke serie van waarden en de factor die varieert worden in recordtype 04 vastgelegd.

De

waardereeks

kan

enkelvoudig danwel meervoudig zijn.

De

volgende attributen kunnen afhankeliik van

de

waarde van het attribuut (wRSAANTA) een of meerdere waarden hebben.

De

attribÜten die

na het

attribuut (WRSAANTA) voorkomen dan hebben deze attributen altijd het aantal waarden dat in het attribuut (WRSAANTA) staat.

(17)

De

entiteit Waardereeks is als volgt gedefinieerd (zie tabel l).

Tabel 1: entiteit Waardereeks Entiteit

(WW) Waardereeks

AnnbutMi

(WRSIDENT) Identificatie waardereeks

W= TYPE)

Type waardereeks

Van de volgende attributen zijn er steeds drie verplicht. waarbij de ontbrekende varieai en waarvan de waarde steeds opgenomen wordt in recordtype 04 in combinatie met de gemeteruberekende waarde:

le (WRSLOcAT)

X Y

en evenaieel

Z

van de locatie W H O O G T ) Z van de meting op een locatie X.

Y

3e (MBWDENT) Identificatie biotaxon 4e c o m b i i i e van:

(MEïDATB) Datum begin meting (MEn>ATE) Datum

einde

meting

(WRSBHINS) WSIDENT) (MLCDENT) ( W E N T ) ( m D E N T ) (SCTIDENT) (MSMCOMF'A) (MEPEENH) -0EDA) WXIDENT) (MNRKLASS) (MNRORGAA)

-STR)

( W R S F A r n )

(MEITLIDB) Tijdstip begin meting (UEITLTDE) Tijdstip einde meting Het

aantal

kolommen van

een

waardereeks Waardebepalingsmethode

Identificatie van de waardebepalingsinsiantie (gegevens in record* 07)

Bemonstenngsmethode

Identificatie van de

bemonsteraarlmetingnemer

(gegevens in recordtype

07)

Identificatie van opdrachtgevende instantie (gegevens in

&type 07)

Identifícatie van

behemde

insiantie (gegevens in mrdhlpe 07)

Identificatie parameter(= caie van

de

parameter) Identificatie meetlomtie

Identificatie meetpunt

Identificatierekenpunt (nog

op

te stellen door STOWA) Identificatie sectie (nog op te stellen

door

STOWA) Soort mmpattiment

Eenhid

Identificatie hoedanigheid Identif~atie biotaxon Identificatie klasse Identificatie orgaan

Identificatie invent~satiesooit Gebruikt meetinstmment

Vermenigvuldigingsfactor om te komen tot integen

(18)

Em waardereeks kan tijdmeksen, gridreeksen, hoogtcldiepteprofielen en biologische inven- tafisatien?cksen bevatten. Dit wordt in

WRSTYPE

aangegeven met resp. 01.02.03 en

04.

Metagegevens kunnen mee uitgewisseld worden.

Vooralsnog is in de definitie van Waardereeks geen voorziening aangebracht om nadere specificerende omstandigheden van reeksen aan te geven (anders dan in beschrijvende zin in de m r d s 01 en 02). zoals de windkracht die bij een

reeks

optrad.

In recordtyp 02 van de norm NEN 1878 is

m

mogelijkheid toegevoegd om waterspiegel ah hoogtemferentievl&code op te geven (code 02).

Ai6mh&M

Daarnaast moetai

de

volgende afspraken worden gemaakt:

Als er in de entiteit

een

attribuut voorkomt voor bijvoorbmld 'gegevensbeheerder' (in het temeinmodel code gmc0l)

dan

kan daar

de

identificatie worden opgenomen, die venvijst naar

de

gegevens in de records van

het

type

07

(via

het

daarin voorkomende K-veld).

De lijst met altriburn is niet uitputtend. Afhankelijk van de uitwisseling kunnen extra

amibuten

uit

het

G W worden toegevoegd.

Bij de uitwisseling is geen onderscheid tussen equidistante

en

niet-equidistante tijdreeksen gehanteerd. Beide soorten worden als een niet-equídístante tijdreeks uitgewisseld.

Een reeks wordt als een serie van getallen beschreven die afhankelijk is van het soort

reeks.

Velden die kunnen voorkomen zijn N (identificatie

van

bijvooheeld

een

meetpunt of soort biotaxon), X (x-çoOrdin& locatie), Y ( y m t lacatie), Z (hoogte van

de

locatie), D (datum en tijd), E (feitelijke waarde) en

Q

(kwaliteitsaanduiding). H a veld D bevat een volledige specificatie van datum (JJJJMMDD) en tijdstip

( U W S S S S )

in honderdsten seconden waarop de meting c.q. berekening heeft plaatsgevonden. Het veld E bevaî

de

waarde zelf en het veld

Q dat

optioneel na het E-veld volgt, bevat een aanduiding van

de

kwaliteit van de waarde.

In het datumveld is het aangeven van het tijdstip niet verplicht. Indien het tijdstip niet ingevuld wordt, dan dienen op de betreffende posities spaties te worden ingevuld. De datum in het datumveld hoeft slechts waar relevant volledig ingevuld te worden. Indien

bepaalde

onderdelen Gaar. maand, dag) niet ingevuld worden, dan dienen op de betreffende posities spaties ingevuld te worden.

Uitwisseling van coördinaten vindt plaais in het RD-stelsel (dit houdt in dat coördinaten

gerepisbed in lokale stelsels naar RD-coürdinate-n worden omgezet).

(19)

vens over Kwaliteit

Als kwaliteitsgegevens ook uitgewisseld gaan worden zullen afspraken gemaakt moeten worden om

een

eenduidige interpretatie te gaaioderen.

h. stekkerdoos kan voomitlopend op deze afspraken uitwisseling van kwaliteitsaanduidingen mogelijk maken met bijvoorbeeld een afsprakenstelsel als hierna beschreven (zie tabel 2).

Tabel 2: Kwaliteit Q(uaüteit):

-

kleiner dan een bepaalde ondergrens (c.), groter dan een bepaalde bovengrens

p).

of gelijk

aan een

bepaalde grens (=): op

de

Ie positie code: <,>, = ;

-

gemeten, geschat of geïnterpoleerd: op de 2e positie, code: 1.2.3;

-

gexalideerd: ja of nee; op de 3e positie; code 1 of

2;

-

spreiding: klasse 1 Um 20; op 4e Um 5epositie 01 Um 20;

-

geldende cijfers: op 6e positie 1 Um 9;

-

positie 7 Um 9 niet gebmikt (gevuld met nullen).

Toelichtine on voorbeeld 3

Voorbeeld 3 bevat de uitwisseling van een gemiddelde waterstand op een bepaalde locatie. Dit is een tijdreeks, waarbij de locatie vaststaat en de tijd variabel is. Voor elke waterstand wordt de datum weergegeven. Het tijdstip is niet weergegeven omdat dit niet relevant is.

Zxl.i&tine OU voorbeeld 4 en 5

Voorbeeld 4 en 5 zijn voorbeelden van een uitwisseling van een reeks van waarden berekend met een 1 D-oppervlaktewaterrekenmodel. Het voorbeeld betreft een schematisatie, waarop

3

rekenpunten zijn aangebracht. Voor elk rekenpunt is een

reeks

waarden van de waterhoogte door het model berekend.

De

voorbeelden betreffen enkelvoudige reeksen. In de praktijk zal vaak een uitwisseling van meervoudige reeksen plaatsvinden (bijvoorbeeld waterhoogte, debieten en snelheid). In de voorbeelden zijn alleen de essentiële, voor deze specifieke uitwisseling benodigde attributen van Waarder& gebrnikt.

Voorbeeld 4 betreft de uitwisseling van een tijdreeks berekend met een rekenmodel. In dit geval bevat het voorbeeld een waardereeks met de berekende waterhoogten op 3 tijdstippen voor één rekenpunt. In tabel 3 zijn gegevens over het betreffende rekenpunt opgenomen en in tabel 4 zijn gegevens van de berekende waarden op 3 tijdstippen opgenomen.

Voorbeeld 5 betreft de uitwisseling van een momentopname, gebaseerd op gegevens die ook in voorbeeld 4 zijn gebrnikt (zie fabel S). Een momentopname bevat de berekende waarden van een of meerdere parameters (in dit geval waterhoogte) op één bepaald tijdstip van alle denpunten in een schematisatie.

(20)

Tabel

3:

Gegevens

van

het rekenpunt

h

Rekenuunt

l

X-coördinaat

I

Y-coördinaat

I

Datum

I

Tijdstip

Tabel 4: Tijdreeksgegevens op rekenpunt rpt001 rptOOO1

Tabel 5: Waterstanden op tijdstip: 17451800 op 3 rekenpunten Rekenvunt

D n a a t

I

Waterstand (m)

1

3

rekenpunt (RD- coördinaat)

13250410

rekenpunt (RD- rekenpunt (RD- coördinaat) coördinaat)

rptOOO1 13250410 465 12375 .000000E+00

rptOOO2 13250500 465 11375 -.100000E+00

13250500 -.200000E+00

De

voorbeelden 6 thn 9 zijn voorbeelden van diverse typen meetreeksen betreffende stoffen

en

biota. Achtereenvolgens komen

aan

de orde chemische waterkwaiiteitsmetingen (voorbeeld 6).

biologische inventarisatieresultaten (voorbeeld 7), verontreinigingen in biota (voorbeeld 8) en lengtebepaiing van mosselen (voorbeeld 9).

rekenpunt (RD-

coördinaat) 4651 2375

Voorbeeld 10 bevat een uitwisselingsbestand betreffende bodemhoogiemetingen.

U.iih"mdd)

19950506

- -

(uummsss)

17450000

(21)

BIJLAGE 1 SAMENSTELLERS RAPPORT

de

heer

drs.

H. Alkernade, Rijksinstituut voor Integraai Zoetwaterbeheer en AfvalwamMmdeling;

de heer J.C.M. de Beer, Hoogheemraadschap van West-Brabant;

de heer drs. J.W. van den Brink, Waterloopkundig Laboratorium

CSO,

de heer D.

Oberweis,

EDS:

de

heer J.H.

van

Oogen, Stichting Overlegorgaan Ravi voor Vastgoedinfomiatie;

de

heer ing. H.P.J.M. ter Veen, Waterschap Westfnesland;

de heer

ir.

L.R Wentholt, Stichting Toegepast Ondenoek Waterbeheer,

de heer

drs.

J.P. Cammeraat, Unie van Waterschappen.

(22)

BULAGE 2

VOORBEELDEN UIlWISSEL1NGSBESTAM)EN

&&weven voorbeelden Objectgegevens (stuw).

Vak van een schematisatie uit een I-D oppervlaktewatemkemodel Kwantiteitreeks: gemiddelde waterstanden.

Tijdreeks uit een 1D-oppervlaktewatemkemodel.

Berekende gegevens op één specifiek tijdstip van een 1D-oppervlaktewatemkenmodel.

Chemische waterkwaliteitsmetingen in tijdreeksvorm.

Biologische inventansatieresultaten.

Verontreinigingen in biota.

Lengtebepaling mosseien (samengestelde waarneming).

Bodemhoogtemeting

Legenda gebruikte coderingen

M

Classificatiecode van het object conform de Gegevensstandaard Unie van Waterschappen.

E Er volgt een waarde. van de in het vorige veld benoemde attribuut.

V Dit veld hoort bij het vorige veld in dit record.

K

Koppelgegeven: identificatie van een entiteit waarmee

een

relatie bestaat (sleutelgegeven);

bij meervoudige sleutels wordt de eerste sleutel voorafgegaan door de code 'K', de volgende sleutels door de code '7'. (Nog nagegaan moet worden in welke gevallen het gebruik van meervoudige sleutels relevant is).

vet:

onderstreeot:

De gegevens uit het volgende record horen bij de gegevens van het object in dit record.

Dit is het laatste record dat gegevens bevat betreffende het

aan

de orde zijnde object.

coderingsstelsel behorend bij

NEN

1878

classificatie conform Gegevensstandaard Unie van Waterschappen

GUW = Gegevensstandaard Unie van Waterschappen.

(23)

Voorbselb l: Objectgegevens (stuw)

Toelichtinq

Voorbeeld van een bestand waarmee enkele gegevens betreffende een stuw wor- den uitgewisseld.

Inhoud Betekenis Morlooprecord

recordtype 01 (voorlooprecord) identificatie geleverde bestand

gedeeltelijke herziening van gegevens laatste herziening maart 1994

n.v.t.

1 bestand (1 diskette) huidige deelbestandsnummer o1

01

herziening s t w e n WFrl o 1

omschrijving bestand

Stuw, Aärei ituw en wetezloop raarin gelegcin recordtype 03

record bevat gegevens over een object van het (entiteit) type stuw

van de stuw volgt nu het identificatienurmner feitelijke identificatie stuw voorafgegaan door de entiteitaanduiding FWK

koppelgegeven 'Identificatie adres', namelijk '01234456': verwijst naar een ander record waar het feitelijke adres behorende bij deze indentificatie wordt weergegeven

vervolg identificatie adres

van de stuw volgt nu de afsluitwijze

er volgt nog een record met gegevens betref- fende in dit record bedoelde stuw

recordtype 03 (vervolg)

afsluitwijze is: verticale schuif (tabel GUW) afstandaanduiding (beginpunt = plaats) stuw 3400 meter vanaf beginpunt van waterloop

(naar rechts uitgevuld) soort stuw

stuw met schuif (tabel GUW)

identificatie waterloop waarin stuw gelegen is (verwijst naar record waarin gegevens over de betreffende waterloop zijn opgenomen) er volgen geen verdere gegevens betreffende deze stuw

WKSTSOORT E02

KOWL32889

(24)

recordtype 03

record bevat gegevens over een object van het (entiteitltype adres

van het adres volgt nu het identificatienum- mer

feitelijke identificatie adres (via identi- ficatie link met record stuw): '1234456'

vervolg identificatie nu volgt de straatnaam feitelijke straatnaam

recordtype 03 (vervolg) vervolg straatnaam vervolg straatnaam nu volgt het huisnummer feitelijk huisnummer

nu volgt huisnummertoevoeging feitelijke huisnummsrtoevoeging

O 3

Veestraatw Veg

=ADHUISN

E123 WADHUIST Eoneven

O 0

recordtype 03 (vervolg) nu volgt de plaatsnaam feitelijke plaatsnaam einde adres

nu volgen gegevens van het entiteittype wa- terloop uit GUW

GUW-aanduiding identificatie waterloop (waar- in stuw gelegen)

feitelijke identificatie

nu volgt de naam van de waterloop feitelijke naam waterloop

recordtype 03 (vervolg)

nu volgt de locatie van de oorsprong af- standsaanduiding

feitelijke locatie (als X,Y-coördinaat) (laatste drie cijfers van X- en Y-coördinaat zijn deoimalen)

(25)

Voorbaeld

ar

vak vsir acin mahematisatie uit een 1D-o~,pervlaktewata~~ekenmodol

Toelicht*

Voorbeeld van een bestand waarmee administratieve gegevens van een schemati- satie-vak (in Stowa-SUF-OW terminologie een 1D-vak) worden uitgewisseld.

recordtype 01 (voorlooprecord) identificatie code van het bestand nieuwe gegevens

n.v.t.

datum aanmaak n.v. t.

1 bestand (1 diskette) huidige deelbestandnuanier 01

01

Schematisatie Sobek

01

omschrijving bestand

recordtype O2 (gebruikte r sels) gebruikt collrdinatenstelsel is het rijksdrie- hoeksstelsel

(nieuw) gebruikt classificatiestelsel is NEN- 3610/CXI!4

metrische eenheden is centimeters code hoekeenheid ie graad

ccrde soort symbolen

hoogte referentievlak is NAP optelconstante X

optelcons tante Y

vermenigvuldigingsfactor X, Y optelconstante Z

vermenigvuldigingsfactor Z

eferentiestel

recordtype 03

record bevat gegevens over een objedt van de entiteit 1D-Vak

van het 1D-vak volgt nu het identificatienurn- mer

feitelijke identificatie 1D-Vak

van het 1D-vak volgt nu identificatie van begin-knooppunt

feitelijke identificatie van begin-knooppunt van het 1D-vak volgt nu identificatie van eind-knooppunt

vervolg in volgende record

(26)

8 , ' -

' I ,

--

-- - -z= - -

(27)

n

Unie U

v a n Waterschappen

bhoudsopgave Gegevensstandaard Unie van Waterschappen

februari 1995

(28)

O Inleiding/Overzicht entiteiten 1 Gebied

2 Terrein

3 Oppervlaktewater 4 Waterkering 5 Kunstwerk 6 Xabel/leiding

7 Overig vastgoedelement 8 Lozings-lonttrekkings~t 9 Lozingsobject

l0 Meting

11 Rechtsverhouding 12 WVO

13 Subject

14 Klacht/melding voorval 15 Zuiveringstechnisch werk 16 Baggerspecie

I Tabellen

1 Hoofdgroepindeling SBI-code

2 Bedrijfscategorieën in volgorde van coëfficiëntentabel WVO 3 Parameters

4 Biotaxon 5 Organen 6 Klaseen

7 Kwaliteitswaarden 8 Eenheden

9 Hoedanigheden

10 Waterschapscodering

I1 Samenstelling ad hoc-werkgroepen

I11 Entiteiten-Relatie-Diagram waterkwaliteitsbeheer IV Entiteiten-Relatie-Diagram waterkwantiteitsbeheer V Entiteiten-Relatie-Diagram waterkeringenbeheer V1 r3egevensbeschrijving geometrie

V11 Aanvullingen waterkwantiteit V111 Begrippenlijst

IX Literatuurlijst

X Grafische presentatie waterschapsobjecten

(29)

G a ? w OAF GFE

GAN G m GFG

G r n

Gcw GAG GZN GKP

Afvoergebied

Afwateringseenheid Aanvoergebied Aanvoereenheid Peilgebied Dij kring

Compartiment (waterkering) Administratief gebied Zonering waterstaatkundig Kadastraal perceel

T -

TEñ Terrein 0

-

OWA Oppervlaktewater OWL Waterloop OWV Watervlakte

OVK vak

OAF Afvoervak OAN Aanvoervak O W Peilvak

OHV Onderhoudsvak OEV Oevervak

O m E'unctietoekenningsvak ORH Rechtsverhoudingsvak

o m

Knoopgunt

OPR Profiel oppervlaktewater OFN Functie

D

mt.rk.riqp

DWK Waterkering DST Situatietekening

DDP Dwarsprofiel waterkering DLP Lengteprofiel waterkering DOP Geotechnisch profiel

DOW Onderhouäsmaatregel waterkering

Uitgevoerd onderboud waterkering (historie) DPW Functie waterkering

K F ì m w m e a

KWX Kunstwerk KAP Aquaáuct

KBW Bekleding waterkering KBS Bellenscherm

KEN Bodemal KCP Coupure KOW m a n d Dijknol

KDP Di j kpaal/strandpaal

(30)

KDL Doorlaatwerk KDU hiiker

K a Oemaal KHE Hevel KKM Kademuur KW Keerwand

KPV Profielverdediging

m

Put

KSC Scherm KSL Sluis KST Stuw KSY Syphon KVD Vaste dam KVP Vispassage RVR Voorde KW vuilvang

Pompgemaal

V

VOV Overig vastgoedelement (V)

VU) Lozingsuitmonding

VOM ûnttrekkingsvoorziening VOP Opstal

VWD Weg

L

v - , -

t

LPN ~ozinga-/onttreWdngs-/afvoer-/aanvoerpun (L) LOZ Lozingspunt

LON ûnttrekkingspunt LAF Afvoerpunt

LAN Aanvoerpunt

c -

CLO Lozingsobject

CJG Lozingsobject jaargegevens CAS Afvalwaterstroom

m

MPS WEP MBX MWR MFB

Meetlocatie Meetpunt

MP2 Meetpunt rioolwaterniiveringsin~tallatie I6PH Meetpunt heffing

MFG Meetpunt grondwater Soort meting op meetpunt Parameter/stof

Eenheid parameter Biotaxon

Meetnorm

Frequentie bemonstering Richtlijn heffing

Meetbeschikking heffing

(31)

MET Meting

WIS Meetresultaat

KRF bfeetkunäige referentie MHP Hoogtepunt

R -

RVH ñechtsverhouding

RB0 Beheerswereenkomst

RM) Gebruiksovereenkomst RKO Keurontheffing

ROP Onderhoudsplicht RPB Peilbasluit RPA Peilafwij W n g

RVL Vergunning voor lozinp./onttrekking/afvoer/aanvoer RWA Wateraccoord

RWV WVO-vergunning

RAR Algemene rechtsverhouding WVO RZR Zakelijk recht

ROL Rol Subject in rechtsverhouding

w m

WAV Aanvraag WVO-vergunning WCA Samenhang aanvragen

WAA Advies aanvraag WVO-vergunning WPB Procedurestap beschikking

WPA Procedurestap aanvraag WVO-vergunning WBD Bedenking

WBR Beroep

Norm afvalwaterstroom WL0 Lozingsnorm

WVL Voorziening lozingsobject

WVR Voorschrift rechtsverhouding WVO WHA Handhavingsactie

sIlirbj.af

SUB Subject

SNP Natuurlijk persoon SNN Niet-natuurlijk SAD Adres

Q -

QKL Klacht/melding voorval

Z P

ZRW Rioolwaterzuiveringsinstallatie

ZBR Belasting rioolwaterzuiveringsinstallatia ZïR Instroompunt rioolwaterzuivering%installatie ZSO Slibontwatering rioolwaterzuiveringsinstallatie ZSP Slibpromiktie rioolwaterzuiveringsina~llatie ZSA Slibafzet rioolwaterzuiveringsinstallatie ZAT Afvalwatertransportwerk

ZAP Persleiding

ZAV Vrijvervalleiding ZOP overnamepunt

(32)

ZRE Rioleringselement ZRB BergbezMcbaasin ZRN Nooduitlaat

ZRE Riooleknägemaal

ZRO Riooloverstort

ZAR Afgiftepunt riooleinäg-l Z W Rioolbemalingsgebied ZST Rioolstelsel

ZPL Rioleringeplan B a m m m m a S

BAG Baggertraj eet

(33)

l$aIam

NB:

-

de gegevenselementen aangeduid met een * ) (astrisk) zijn

niaf.

uitge- werkt in de Gegevensstandaard U W , maar merendeels wel in bijlage VII;

-

de onderstreepte gegevens zijn 'sleutelgegevens'.

-ILD

Naam afvoergebied Soort afvoergebied

Oppervlakte afvoergebied Indicatie afvoergebied

Indicatie bemalen of vrij verval

Identificatie afvoergebied (bovenliggend) -

- I n

Totale oppervlakte afwateringseenheid Specifiek oppervlakte afwateringseenheid'

Specifiek afvoercoëf f iciënt afwateringseenheid' Specifiek aanvoercoëf f iciënt afwateringseenheid' Gemiddelde afvoercoëff iciënt afwateringseenheid' Gemiddelde aanvoercoëf f iciënt afwateringseenheid' Positieve-kwelintensiteit afwateringseenheid Negatieve-kwelintensiteit afwateringseenheid Identificatie afvoergebied

Identificatie vak (afvoervak) Identificatie vak (aanvoervak) -IxD

Naam aanvoergebied

Oppervlakte aanvoergebied

Identificatie aanvoergebied (bovenliggend) -

I n

Naam aanvoereenheid

Totale oppervlakte aanvoereenheid Specifieke oppervlakte aanvoereenheid'

Specifieke afvoercoëf f iciënt aanvoereenheid' Specifieke aanvoercoëf f iciënt aanvoereenheid' Gemiddelde af voercoëf f iciënt aanvoereenheid' Gemiddelde aanvoercoëf f iciënt aanvoereenheid' Positieve-kwelintensiteit aanvoereenheid Negatieve-kwelintensiteit aanvoereenheid Identificatie aanvoergebied

Identificatie vak (afvoervak) Identificatie vak (aanvoervak)

(34)

(GDR

3

(GDRIDENT) mJmaAM

(GDROPPVL) (GDRVLCHN)

(GZNSWRT) (GZNAPSTB) (GZNAFSTE) (OWAIDENT) (DWKIDENT) (KWKIDENT) (KWKIDENT)

PE-IED

Identificatie -w Naam peilgebied Soort peilgebied

Oppervlakte peilgebied Streefpeil (zomer) Streefpeil (winter)

Identificatie rechtsverhouding (Peilbesluit) D I J R l r n

Identificatie d i i k r b Naam dij kring

Oppervlakte dijkring

Indicatie veiligheidsnorm dijkring COIIPAnTImm (WhTEnxzmm)

Identificatie comartinient iwaterkerinu) Naam compartiment (waterkering)

Soort compartiment (waterkering)

Oppervlakte compartiment (waterkering)

Minimale hoogte waterkeringen in compartiment

Identificatie compartiment (waterkering) (bovenliggend) .DwoIBTñATIBP mIID

IgBDtificatie w i s t r a t - Naam administratief gebied Soort administratief gebied

Oppervlakte administratief gebied Indicatie bestenuningsgebied

Identificatie subject (beheren& subject)

Identificatie administratief gebied (bovenliggend) Identificatie rechtsverhouding

- «a--Ia)

m t i f i c a t i e zonerinq' Soort zone

Afstandsaanduiding zone (beginpunt) Afstandsaanduiding zone (eindpunt) Identificatie oppervlaktewater Iäentificatie waterkering

Identificatie kunstwerk (dijkpaal) (beginpunt) Identificatie kunstwerk (dijkpaal) (eindpunt) -owcim.

Identificatie kadastraal ~erceel.

Totale oppervlakte kadastraal perceel

ûppervlakte kadastraal perceel binnen waterschap Identificatie adres

(35)

lmlxEPI

e terreiq Soort terrein

Hoogteligging terrein Breedte terrein'

Lengte terrein'

hfstandsaanüuiding terrein (beginpunt 1 Afstandsaanduiding terrein (eindpunt) Soort verharding terrein'

Oppervlakte terrein

Indicatie ligging terrein t.o.v. oppervlaktewater Indicatie ligging terrein t.o.v. waterkering Identificatie kunstwerk (dijkgaal) (baginpunt) Identificatie kunstwerk (dijkpaal) (eindgunt)

(36)

( OWA

( OWAIDENT (OWAINSTA)

(- 1

( OWAoRTiiN ( OWASRTKL )

(OWACATEG) (OWAOORSP) (OWAINOOR) (OWALENGT)

( OWADATVL ) ( OWAWATST ) ( OWAOPWL )

(OWAVOLUM)

Jdentificatie omervlaktewatey J

- s t a t u s l a k t e

Naam oppervlaktewater

Soort oppervlaktewater (waterlavantitatief) Soort oppervlaktewater (waterkwalitatief) Categorie oppervlaktewater

Locatie oorsprong afstandsaanduiding

Indicatie locatie oorsprong afstandsaanduiding Lengte oppervlaktewater in legger

Datum vaststelling legger oppervlaktewater Maatbepalend waterstand oppervlaktewater Oppervlakte oppervlaktewater

Volume oppervlaktewater Inlaatpeil water'

Aflaatpeil water'

Bergend vermogen oppervlaktewater (zomerpeil) Bergend vermogen oppervlaktewater (winterpeil) Stroomrichting afvoersituatie

Stroomrichting aanvoersituatie

m%

Jdentificatie vak

tie status aeaevens vibh Soort vak

Afstandsaanduiding vak (beginpunt) Afstandsaanduiding vak (eindpunt)

Indicatie status vak

Identificatie oppervlaktewater

Identificatie knooppunt (bovenstrooms) Identificatie knooppunt (benedenstrooms) Identificatie waterkering

Identificatie kunstwerk (dffkpaal) (beginpunt) Identificatie kunstwerk (dijkpaal) (eindpunt)

(Afvmrirak)

Bodembreedte van vak

Wandmwheidsfactor van vak

Indicatie berekeningsmethode wandruwheidsfactor Watergeil in vak (zomer)

Waterpeil in vak (winter) Waterdiepte in vak

Stroomsnelheid water in vak'

Taludhelling in vak (linkerzijde) Taludhelling in vak (rechterzijde)

(37)

( O m a 1 (OAFWAMP)

( OAFNATOM)

( ûAFHYDST )

(OAFDROOB) (OAFDROOE)

( OAFOMMAA)

( OAFOPMER)

( OAN )

( OANBODBR )

(OANWCHFC) (OANBrn) (OANZMRPL )

(OANWNTPL) (OANDIEPT) (OANSTRSN)

( OANTALUL )

(OANTALUR) (0-G)

(OANNATOP) (OANNATOM) (OANWDST)

( OANDROOB) (OANDROOE) (OANOMMAA) (OANOPMER)

(RVHIDENT) (GPGIDENT)

Verhang in vak Natte oppervlakte Natte omtrek

Hydraulische straal

Maand van begin periode vak drooggevallen Maand van einde periode vak drooggevallen Omschrijving maatgevende afvoer'

Opmerking omtrent vak' m.-VD.nnlr)

Bodembreedte van vak

Wandruwheidsfactor van vak

Indicatie berekeningsmethode wandruwheidsfactor Waterpeil in vak (zomer)

Waterpeil in vak (winter) Waterdiepte in vak

Stroomsnelheid water in vak'

Taludhelling in vak (linkerzijde) Taludhelling in vak (rechterzijde) Verhang in vak

Natte oppervlakte Natte omtrek

Hydraulische straal

Maand van begin periode vak drooggevallen Maand van einde periode vak drooggevallen Omschrijving maatgevende aanvoer'

Opmerking omtrent vak' (Peilvak)

Na te streven peil (zomerpeil) Na te streven peil (winterpeil) Afwijkend streefpeil (zomer) Afwijkend streefpeil (winter) Soort beheersing waterpeil' Munmer grondwaterpeilbuis'

Identificatie rechtsverhouding (Peilafwijking) Identificatie peilgebied

(Olianrhouämvak)

Omschrijving onderhoudsmaatregel' Soort onderhoudsmaatregel*

Toelaatbare doorstroomprof ielverkleining*

Indicatie onderdeel water'

Indicatie wij ze van uitvoering onderhoud' Frequentie onderhoud'

Dimensie frequentie onderhoud*

Datum laatste onderhoud'

Identificatie subject (onderhoudsuitvoerende) Identificatie rechtsverhouding (Onderhoudsplicht)

(o.--)

Soort inrichting oevervak Indicatie ligging oevervak

Identificatie subject (beheerder oevervak)

(38)

(OFT 1

( OFNIDENT)

( OKN )

(OKNIDWT)

( OKNSTATO )

(OKNSOORT) (OKNAFSTA) (OKNEIODHG) (OKNCUMAN) (OKNCUMAF) (OPR 1 (OPRIDENT)

( OPRSTATC )

(Rinctietoekenaingimakl Identificatie functie

(Recht8verhoudingavak)

Identificatie rechtsverhouding I(IOOOPPum

Identificatie knoovvunt

Jndicatie status aeaevens knoovaunt Soort knooppunt

Afstandsaanduiding knooppunt Bodemhoogte knooppunt

Cumulatieve aanvoerhoeveelheid knooppunt' cumulatieve afvoerhoeveelheid knooppunt' PROBIEL OPPERvLmTBRnTER

Identificatie vrofiel ovvervlaktewater Indicatie status aeaevens urofiel V o l m m e r vrofiel'

Indicatie richting profiel Set profielpunten'

prof ielpunt'

soort grond in profiel' Datum van opname profiel

Identificatie vak (Af-/aanvoervak) -TIE

Identificatie functie Soort functie

Naam functiegebied

Oppervlakte functiegebied

Indicatie maatgevendheid functie

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Actief 2.138.327.584 9 december 1903 Geen gegevens opgenomen

[r]

[r]

[r]

'%,%$% 'HYHUZHUNLQJYDQ]XLYHULQJVVOLELVLQ1HGHUODQGVLQGVHHQDDQWDOMDUHQLQJURWHOLMQJRHG

15 significante posities. Daarom worden deze gegevens beschouwd als characterstnngs. De originele lengîe zoals opgegeven in de stuurbestanden is opvraagbaar met de

en het conversieprogramma worden aangepast. De grenzen van NEN1878 worden onderkend. Voor speciale uitwisselingen moeten aanvullende afspraken worden gemaakt. Deze zouden in het

Het houden van een overlegronde met modelspecialisten en -gebruikers (waterschappen en REA) ter vaststelling van de defuiitieve lijst, eerst alleen voor oppervlaktewater. Een