Vraag nr. 201 van 14 juni 2002
van mevrouw RIET VAN CLEUVENBERGEN Begeleid wonen – Proefregio's
Tijdens de hoorzitting van 6 juli 2001 over de stu-die "Begeleid wonen: van appendix naar ruggen-graat van de thuislozenzorg ? Resultaten van de behoeftepeiling begeleid wonen in het algemeen w e l z i j n s w e r k " , werd gesteld dat deze nieuwe evolu-ties best uitgeprobeerd worden in proefregio's (Stuk 799 (2000-200 1) -Nr. 1).
In november 2001 had op het kabinet van de minis-ter een vergadering plaats met het Steunpunt A l g e-meen Welzijnswerk en de bevoegde administratie. De inventaris met betrekking tot de samenwer-kingsverbanden werd toegelicht en een aantal cri-teria voor de keuze van de proefregio's werden voor het eerst besproken.
In de begroting 2002 werden hiervoor middelen in-geschreven.
1. Zijn de proefregio's inmiddels geselecteerd ? Zo ja, welke ? Wat wordt hun concrete taak ? Zo neen, wat is de stand van zaken in de proce-dure ?
2. Welk bedrag heeft de minister nu gereserveerd voor de verdere uitbouw van het begeleid wonen ?
Antwoord
1. De proefregio's waarbinnen het begeleid wonen verder zal worden uitgebouwd en de hierbij be-trokken centra voor algemeen welzijnswerk (CAW's) zijn de volgende :
Regio's CAW's Antwerpen De Stroming Turnhout De Kempen Leuven Leuven Gent Artevelde Kortrijk Stimulans Brussel Archipel
De CAW's van de proefregio's dienen een geza-menlijk beleidsplan op te stellen inzake de
ver-ruiming van het begeleid wonen en de woonbe-g e l e i d i n woonbe-g. Dit beleidsplan moet bestaan uit een samenwerkingspakket met lokale huisvestings-actoren en lokale besturen en omvat de volgen-de operationele doelstellingen :
– het totstandbrengen van een lokaal samen-werkingsmodel waarbij welzijnsorganisaties, huisvestingsactoren – zoals socialehuisves-tingsmaatschappijen en sociale verhuurkan-toren – en lokale besturen hun beleidsplan-ning beter op mekaar afstemmen ;
– het voorkomen van thuisloosheid via ambu-lante woonbegeleiding van sociale huurders ; hierbij kan ook onderzocht worden of socia-lehuisvestingsmaatschappijen bereid zijn tot cofinanciering van de woonbegeleiding (het zogenaamde inkopen van begeleiding bij een CAW) ;
– het verbeteren van de toegankelijkheid tot sociale huisvesting voor cliënten die zelfstan-dig kunnen wonen ;
– het huren buiten het sociale verhuurstelsel en het samenwerken met sociale verhuur-kantoren teneinde in infrastructuur te voor-zien voor verruiming van het begeleid wonen.
In dit kader dienen de betrokken CAW's zelf de volgende operationele doelstellingen te realise-ren :
– de instroom naar het begeleid wonen priori-tair richten op de opvangcentra en andere werkingen met thuislozen, teneinde de dicht-slibbing ervan tegen te gaan ;
– de doorstroming in de opvangcentra bevor-d e r e n , bijvoorbeelbevor-d via verblijfsbevor-duurbeper- verblijfsduurbeper-king of het werken met individuele verblijfs-duur.
Van de huisvestingsactoren daarentegen wordt verwacht dat zij :
– preventieve acties ontwikkelen die de in-stroom naar het begeleid wonen moeten be-perken ;
– hun verantwoordelijkheid opnemen inzake het beperken van overlastproblemen ; – en de mogelijkheid bieden aan de centra
woningen te huren buiten het sociale ver-huurstelsel.
Ook ten opzichte van de lokale besturen zijn enkele verwachtingen geformuleerd, met name : – het voortzetten of heroriënteren van SIF-projecten in het kader van de uitbouw van het begeleid wonen ; (SIF : Sociaal Impuls -fonds – red.)
– actieve inzet van het OCMW naar preventie van uithuiszetting ;
– mogelijke inzet van woningen.
De CAW's uit de proefregio's hebben met be-trekking tot de uitbouw van het begeleid wonen volgende resultaatsverbintenis onderschreven : – er is een lokaal samenwerkingsverband
tus-sen de CAW ' s, de huisvestingsactoren en de lokale besturen, waarbij ook andere actoren kunnen worden betrokken ;
– er is tegen 30 september 2002 een gemeen-schappelijk beleidsplan per regio en een sa-menwerkingsovereenkomst met de huisves-tingsactoren/lokale besturen waarin ook dient te zijn opgenomen dat men de beleids-planning naar de toekomst op elkaar gaat af-stemmen met het oog op het lenigen van lo-kale woonnoden. Op die manier zal een hecht netwerk inzake residentiële opvang en begeleid wonen ontstaan. In de samenwer-kingsovereenkomst dient de betrokken huis-vestingsmaatschappij/lokaal bestuur te wor-den vermeld, evenals het aantal woningen dat ter beschikking wordt gesteld van het CAW ;
– er is tegen 31 december 2002 een verruiming van het aanbod begeleid wonen en ambulan-te woonbegeleiding ;
– één voltijdse equivalent begeleidt minimum twaalf cliënten ;
– er is registratie waaruit duidelijk het profiel blijkt van de doelgroep waarvoor het bege-leid wonen wordt uitgebouwd.
2. Voor de verdere uitbouw van het begeleid wonen heb ik een recurrent bedrag op jaarbasis gereserveerd van 1.035.278,40 euro, wat neer-komt op een uitbreiding van 24 voltijdse equiva-lenten (VTE), en dit als volgt verdeeld :
Regio's CAW's VTE
Antwerpen De Stroming 6 Turnhout De Kempen 4 Leuven Leuven 3 Gent Artevelde 4 Kortrijk Stimulans 4 Brussel Archipel 3 Totaal 24