• No results found

Besluit inrichting financiële organisatie en administratie

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Besluit inrichting financiële organisatie en administratie"

Copied!
20
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

B&W Advies

050791

DM-nr. 2005/20494 Versie: 22-06-2015

Besluit op de inrichting van de

financiële organisatie en administratie

Verantwoordelijk Portefeuille Weth. Dr. T.J. Haan ………… …………

Mede verantw. ………… …………

Hoofdafd. Cs, Planning, Control &

Informatiebeleid M.J. Stoel

………… …………

Auteur E.M. Spetter

Tel.:

E-mail:

………… …………

Kenmerken

Fin. Pers. Jurid. Inkoop Aanb.

Inspraak extern

Geheim Mandaat Master plan

OR

Nee Nee Ja Nee Nee Nee Nee -

Behandelschema

BW 15-11-2005

(2)

Bijlage(n)

Korte omschrijving

Het besluit op de inrichting van de financiële organisatie en administratie is een nadere uitwerking van de verordening ex. artikel 212 van de Gemeentewet.

In de verordening 212 heeft de raad kaders gesteld ten aanzien van het financieel beleid en beheer en de hoofdlijnen voor de inrichting van de financiële organisatie. De nadere inrichting en uitvoering is een zaak van het college.

Te nemen besluit B&W

1. Het besluit vast te stellen.

(3)

mand. portefeuillehouder d.d. akkoord bespreken opmerkingen

Burgemeester ...

Gemeentesecretaris ...

Weth. Smid-Marsman ...

Weth. Van Gils ...

Weth. Haan ...

Weth. Roerig ...

Weth. Emmens ...

Weth. De Vries ……..

Toelichting B&W

(4)

Toelichting

Besluit inrichting financiële organisatie en administratie (hierna: het besluit)

Inleiding

Dit besluit is een nadere uitwerking van de verordening ex artikel 212 van de Gemeentewet.

(Verordening op de uitgangspunten van het financieel beleid, alsmede voor het financieel beheer en voor de inrichting van de financiële organisatie van de gemeente Zoetermeer, hierna:

de verordening).

De raad beperkt zich in het duale stelsel tot het scheppen van kaders en richtlijnen en heeft een controlerende taak; de inrichting en uitvoering is een zaak van het college.

De raad geeft het college door middel van de verordening uitgangspunten mee om de financiële organisatie en administratie in te richten. Hoe deze inrichting wordt vormgegeven en wat de taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden van de financiële functies zijn, wordt in dit besluit geregeld. Het college geeft het Centraal Management Team (hierna CMT) regels en instructies mee hoe de financiële organisatie en administratie moet worden ingericht voor een optimaal functionerend ambtelijk apparaat. Het besluit speelt zich dus af op het niveau van het college en het CMT. Het is nadrukkelijk geen document van de raad en hoeft daarom ook niet door de raad te worden vastgesteld. Het is de beslissing van uw college of dit financieel besluit ter informatie aan de raad wordt aangeboden.

Inhoud besluit

Het besluit is als volgt opgebouwd:

In hoofdstuk 1 worden definities gegeven van de belangrijkste begrippen uit het besluit.

Hoofdstuk 2 bevat een uiteenzetting van de besturingsfilosofie, hetgeen bepalend is voor de wijze waarop een organisatie wordt bestuurd en beheerst en dus voor de verdere inrichting van de financiële organisatie en administratie. De besturingsfilosofie bevat ook het kader van waaruit de financiële functionarissen hun rollen vervullen en welke verwachtingen en verplichtingen men heeft ten opzichte van elkaar in de uitoefening van taken en verantwoordelijkheden.

Hoofdstuk 3, 4 en 5 zijn een uitwerking van hoofdstuk 6 uit de verordening.

In dit hoofdstuk 6 staat vermeld dat het college verantwoordelijk is voor de (financiële) organisatie, voor een adequate opzet en werking van de (financiële) administratie, voor de beheersing en interne controle, voor een actuele en volledige registratie van bezittingen en tenslotte voor interne regelgeving op het gebied van inkoop en aanbesteding.

Hoofdstuk 3 geeft een uiteenzetting van de planning- & controlcyclus, die het college ter beschikking staat, ter uitvoering van de door de raad vastgestelde kaders. In dit hoofdstuk worden ook de ambtelijke planning & en controlinstrumenten weergegeven.

Hoofdstuk 4 beschrijft de indeling van de financiële organisatie, met toewijzing van bijbehorende financiële functies, rekening houdend met een adequate scheiding van taken,

verantwoordelijkheden en bevoegdheden. Tevens zijn in hoofdstuk 4 geactualiseerde

bepalingen over het budgethouderschap opgenomen. De oude Regeling Budgethouderschap gemeente Zoetermeer wordt door de vaststelling van het besluit ingetrokken. Om aansluiting te behouden met het mandaatbesluit 2004 wordt geadviseerd dit conform de bijgevoegde concept wijziging te realiseren. Concreet betekent dit dat de directeuren (hoofdbudgethouders)

functionarissen moeten aanwijzen die bevoegd zijn om verplichtingen aan te gaan.

Hoofdstuk 5 bevat bepalingen over de inwerkingtreding en de citeertitel.

(5)

Het college van de gemeente Zoetermeer;

gelet op:

 het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten;

 de Organisatieverordening gemeente Zoetermeer;

 hoofdstuk 6, artikelen 6.1 tot en met 6.4, van de Verordening op de uitgangspunten van het financieel beleid, alsmede voor het financieel beheer en voor de inrichting van de financiële organisatie van de gemeente Zoetermeer ex artikel 212 Gemeentewet;

 het Mandaatbesluit 2004van de gemeente Zoetermeer.

besluit:

I. vast te stellen het

BESLUIT OP DE INRICHTING VAN DE FINANCIELE ORGANISATIE EN ADMINISTRATIE VAN DE GEMEENTE ZOETERMEER

HOOFDSTUK 1 BEGRIPSOMSCHRIJVINGEN

Artikel 1.1 Begripsomschrijvingen

In dit besluit wordt verstaan onder:

a. Hoofdafdeling

Iedere organisatorische eenheid binnen de gemeentelijke organisatie, die onder leiding van een directeur, eigen hoofdtaken uitvoert. Naast de hoofdafdelingen worden als aparte

organisatieonderdelen onderscheiden: de Concernstaf en de Brandweer.

Wanneer in dit besluit melding wordt gemaakt van een hoofdafdeling, worden ook de Concernstaf en de Brandweer bedoeld.

Met uitzondering van het aspect bedrijfsvoering, wordt het Grondbedrijf eveneens als aparte organisatorische eenheid aangemerkt.

b. Afdeling

Iedere organisatorische eenheid binnen een hoofdafdeling, die eigen deeltaken uitvoert. Deze taken dragen bij aan de doelrealisatie van de hoofdafdeling als geheel.

c. Secretaris

De ambtenaar, bedoeld in artikel 100 en volgende van de Gemeentewet. De secretaris is tevens algemeen directeur.

d. Besturingsfilosofie

Een visie op de manier waarop de ambtelijke organisatie wordt geleid en bestuurd door het concernmanagementteam.

e. Bedrijfsvoeringsysteem

Het zo efficiënt en effectief mogelijk inrichten, aansturen en beheersen van de interne organisatie, door middel van:

(6)

- een gestructureerde planning en control, uitmondend in en een goede informatievoorziening als basis voor zowel de bedrijfsvoering als de politieke besluitvorming;

- gemotiveerd en gekwalificeerd personeel;

- modern en adequate informatie- en automatiseringbeleid.

f. Budget

Onder budget wordt verstaan een taakstelling op basis van de productenraming, inclusief de projectbudgetten, tot uitdrukking komend in het bedrag verbonden aan een of meer

(sub)producten en/of kostenplaatsen van de begroting van de gemeente Zoetermeer, welke door het college wordt toegekend aan de hoofdbudgethouder. Tot het budget worden tevens gerekend de in de begroting in de omschrijving en toelichting opgenomen prestatie-eenheden, kostendekkingpercentages, overige kerncijfers en voorschriften.

g. Budgethouder

Een ambtenaar van de gemeente aan wie middelen zijn toegekend in de vorm van (investerings) budgetten aan wie het (onder)mandaat is toegekend bestedingen te verrichten ten laste van de aan hem toegekende budgetten. Aan een budgethouder kan ook het (onder)mandaat zijn toegekend inkomsten te genereren voor de gemeente.

h. Integraal manager

Iedere functionaris, die de rol vervult van integraal manager, is binnen de centrale strategische kaders en randvoorwaarden, verantwoordelijk voor alle beheersingsaspecten t.a.v. een efficiënte en effectieve voortbrenging van een product en / of dienst.

i. Service Level Agreement

Een dienstverleningsovereenkomst tussen twee organisatorische eenheden, waarin de

wederzijdse verplichtingen zijn vastgelegd, teneinde een minimaal aanvaardbaar serviceniveau te realiseren.

j. Administratieve organisatie

Het stelsel van organisatorische maatregelen gericht op het tot stand brengen en het in stand houden van de goede werking van het bestuurlijke en ambtelijke informatieverzorgingsproces ten behoeve van de verantwoordelijke leiding.

k. Administratie

De systematische verzameling, vastlegging, verwerking en verstrekking van gegevens, gericht op het verstrekken van informatie, ten behoeve van het besturen, het doen functioneren en het beheersen van (onderdelen van) de organisatie en ten behoeve van de verantwoordingen die daarover moeten worden afgelegd.

l. Financiële administratie

Een onderdeel van de administratie en omvat het systematisch maken en verwerken van aantekeningen betreffende de financiële gegevens van (onderdelen van) de organisatie, teneinde te komen tot een goed inzicht in:

- de financieel-economische positie;

- het financiële beheer;

- de uitvoering van de begroting;

- het afwikkelen van vorderingen en schulden;

- alsmede tot het afleggen van rekening en verantwoording daarover.

m. Treasury

Het beheren van financiële posities en geldstromen op een zodanige wijze dat de daaraan verbonden risico’s worden beperkt en de daarmee gepaard gaande kosten en opbrengsten worden geoptimaliseerd.

(7)

n. Treasury Handvest en Statuut

Een handvest waarin kaders zijn vastgelegd, waarbinnen de treasury-functie mag opereren en regels expliciet zijn gemaakt, die bij het uitvoeren van de treasury-functie in acht moeten worden genomen.

HOOFDSTUK 2 BESTURINGSFILOSOFIE

Artikel 2.1 Twee pijlers besturingsfilosofie

De besturingsfilosofie van de gemeente Zoetermeer steunt op twee pijlers:

- Integraal management - Vrijheid in gebondenheid

Artikel 2.1.1 Integraal management

1. De integraal manager is, zowel verantwoordelijk voor de doelrealisatie als voor het, binnen de afgesproken kaders, inzetten van de daarvoor benodigde middelen.

2. De integraal manager calculeert, op basis van zijn specifieke vakkennis, welke middelen nodig zijn voor de door zijn (hoofd)afdeling te leveren productie.

3. Indien de integraal manager voor zijn productie afstemming met andere producten nodig heeft, organiseert hij die afstemming en maakt daarover sluitende afspraken met andere integraal managers.

4. De integraal manager onderbouwt zijn ramingen ten behoeve van de lijnverantwoordelijke aan wie hij verantwoording moet afleggen, vergelijkt de door hem opgestelde onderbouwde voorcalculatie met het hem beschikbaar gestelde budget, analyseert verschillen en geeft aan met welke maatregelen hij aan de randvoorwaarden kan voldoen.

5. De integraal manager organiseert de maatregelen, die nodig zijn om de gewenste output te leveren. Het betreft maatregelen, onder andere op het vlak van personeelsbeheer, inkoop en aanbesteding, administratieve organisatie, interne controle, risicoanalyse/beheersing en bestuurlijke afstemming.

6. Gedurende het jaar verschaft de integraal manager informatie over de voortgang in zowel doelrealisatie als middeleninzet.

7. Na afloop van het jaar legt de integraal manager verantwoording af over doelrealisatie en middeleninzet; hij analyseert per aspect de afwijkingen ten opzichte van de gegeven

opdracht, geeft de bijbehorende verklaringen en geeft aan, naar de toekomst kijkend, wat het leereffect is.

Artikel 2.1.2 Vrijheid in gebondenheid

1. Binnen de vrijheid, die de integraal manager heeft om naar eigen deskundig inzicht de doelrealisatie en de middeleninzet te organiseren, heeft hij de verplichting tot het verschaffen van informatie: vooraf, tussentijds en achteraf.

2. De informatievoorziening vindt plaats binnen de door concern vastgestelde kaders en richtlijnen, teneinde uniformiteit te waarborgen, maar ook om risico’s in de bedrijfsvoering te beheersen.

3. De kaders en richtlijnen voor een uniforme informatievoorziening komen tot uitdrukking in vaste formats, tijdsplanningen en procedures, waarvan de naleving wordt bewaakt door de concerncontroller.

(8)

HOOFDSTUK 3 FINANCIEEL BEHEER

Artikel 3.1 Planning & controlinstrumentarium College

1. Het instrumentarium, waar het college de beschikking over heeft ter uitvoering en de beheersing van de door de raad vastgestelde programma’s, bestaat minimaal uit de volgende documenten:

- Productenraming;

- Productenrealisatie.

2. Productenraming en Productenrealisatie worden door het college vastgesteld.

3. Productenraming en Productenrealisatie zijn verplichte documenten conform het Besluit Begroting en Verantwoording, omdat de hierin opgenomen informatie:

- voor het college van belang is bij de uitvoering en beheersing van de programma’s;

- als naslagwerk dient voor de raad;

- een rol speelt bij het toezicht door de toezichthouder;

- relevant is voor het inzicht in de informatie voor derden.

Artikel 3.2 Ambtelijk planning- en controlinstrumentarium

1. De algemeen directeur is als hoofd van de ambtelijke organisatie verantwoordelijk voor het opzetten en laten werken van een adequaat bedrijfsvoeringsysteem, opdat doelen en prestaties, die zijn geformuleerd in de productenraming, worden gerealiseerd.

2. De algemeen directeur heeft hiertoe de volgende instrumenten tot zijn beschikking:

- Hoofdafdelingplannen en onderliggende afdelingplannen;

- Managementrapportages van de Hoofdafdelingen, inclusief bijlage met de financiële stand van zaken op productniveau;

- Jaarrapportages.

3. Het college wordt aanvullend geïnformeerd over de bedrijfsvoering van de hoofdafdelingen doordat de in lid 2 genoemde instrumenten ter kennisgeving aan het college worden aangeboden.

4. De in lid 2 genoemde instrumenten worden conform de concernplanning en –richtlijnen opgesteld.

Artikel 3.2.1 Productenraming

1. De productenraming is het begrotingsdocument voor het college en wordt opgesteld binnen de in de programmabegroting opgenomen kaders en autorisaties.

2. De productenraming wordt door het college vastgesteld.

3. In de productenraming worden de programma’s uitgewerkt in producten, met bijbehorende raming van baten en lasten, alsmede het verdelingsprincipe waarmee de producten over programma’s zijn verdeeld.

4. In de productenraming wordt ook informatie opgenomen over aantallen producten en financiële en niet-financiële kengetallen, die het college nodig heeft voor haar

taakuitoefening.

Artikel 3.2.2 Hoofdafdelingplan

(9)

1. Binnen de kaders van de door het college vastgestelde productenraming maakt elke directeur, voor aanvang van het begrotingsjaar, een hoofdafdelingplan voor zijn hoofdafdeling.

2. Het hoofdafdelingplan is het contract tussen de hoofdafdelingdirecteur en de algemeen directeur.

3. Met de Hoofdafdelingplannen en onderliggende afdelingplannen, die het college ter kennisgeving worden opgeboden, wordt het college geïnformeerd over de bedrijfsvoering van de hoofdafdelingen.

Artikel 3.2.3 Managementrapportage (marap) en concept Tussenbericht

1. De managementrapportage is een tussentijdse rapportage van de hoofdafdelingdirecteur aan de algemeen directeur.

2. De managementrapportage geeft informatie over de realisatie van het hoofdafdelingplan en de (verwachte) significante afwijkingen hierin.

3. De managementrapportage wordt twee maal per jaar opgesteld.

4. Een samenvatting van de managementrapportages, inclusief bijlage op productniveau gaat, in de vorm van een concept tussenbericht, voorzien van een advies van de

concerncontroller, naar het college.

5. Het college stelt het concept tussenbericht vast, waarna het tussenbericht aangevuld met op programmaniveau geaggregeerde informatie, ter vaststelling naar de raad gaat.

Artikel 3.2.4 Jaarrapportage (jarap)

1. De jaarrapportage is de jaarverantwoording van de hoofdafdelingdirecteur aan de algemeen directeur.

2. De jaarrapportages van de hoofdafdelingen vormen de basis voor de opstelling van de jaarrekening, als onderdeel van de jaarstukken, waarmee het college verantwoording aflegt aan de raad.

3. Aanbieding door het college van de jaarstukken over het gevoerde beheer aan de raad, impliceert de decharge van de ambtelijke organisatie met betrekking tot het gevoerde beheer en de administratie. Zulks behoudens later (in rechte gebleken) onregelmatigheden.

4. Het gestelde in het vierde lid is niet van toepassing voor die Hoofdafdeling of ambtenaar, waaraan het college voor aanbieding van de rekening en het verslag aan de raad schriftelijk heeft medegedeeld niet akkoord te gaan met (onderdelen van) de rekening en het verslag.

Artikel 3.2.5 Productenrealisatie

1. De productenrealisatie is de jaarverantwoording van de algemeen directeur aan het college.

2. Het college stelt de productenrealisatie vast.

3. De productenrealisatie bevat de gerealiseerde baten en lasten per product, alsmede informatie over gerealiseerde aantallen producten en financiële en niet-financiële kengetallen.

HOOFDSTUK 4 FINANCIËLE ORGANISATIE EN ADMINISTRATIE

Artikel 4.1 Financiële organisatie

1. Het college draagt de zorg voor:

a. een eenduidige indeling van de financiële organisatie, met toewijzing van bijbehorende financiële functies, rekening houdend met een adequate scheiding van taken, functies, bevoegdheden en verantwoordelijkheden, zodat aan de eisen van interne controle wordt

(10)

voldaan en de betrouwbaarheid van de verstrekte informatie aan beleids- en beheersorganen is gewaarborgd;

b. een eenduidige inrichting van het budgethouderschap, voor het aangaan van verplichtingen ten laste van de toegekende budgetten;

c. de regels voor de opdrachtverlening en de verrekening van leveringen tussen de Hoofdafdelingen van de gemeente;

d. het maken van afspraken met de hoofdafdelingen over de te leveren prestaties, de daarvoor beschikbare middelen en de wijze en frequentie van rapportage over de voortgang van de activiteiten en uitputting van middelen, zoals omschreven in hoofdstuk 3.

Artikel 4.2 Functies en taken financiële organisatie

1. Voor het financieel beheer worden onderscheiden de functies: concerncontroller,

comptabele, hoofdafdelingcontroller, projectcontroller, betalingsfiatteur, kassier, decentrale kassier en budgethouder. Een functionaris kan meerdere functies toegewezen krijgen, indien dit niet strijdig is met de uitgangspunten van controletechnische functiescheiding.

2. De functie van concerncontroller is onverenigbaar met die van comptabele, betalingsfiatteur, kassier en decentrale kassier alsmede met enig andere de functiescheiding wezenlijk

aantastende functie.

3. De functie van hoofdafdelingcontroller is onverenigbaar met die van kassier en decentrale kassier alsmede met enig andere de functiescheiding wezenlijk aantastende functie.

4. De functie van comptabele is onverenigbaar met die van betalingsfiatteur, kassier en decentrale kassier alsmede met enig andere de functiescheiding wezenlijk aantastende functie.

5. De functies van kassier en decentrale kassier zijn onverenigbaar met het budgethouderschap.

6. Bij afwezigheid van één van de financiële beheersfuncties wordt de taak waargenomen door een waarnemer.

7. Bij afwezigheid van de hoofdafdelingcontroller, regelt de directeur van de hoofdafdeling de vervanging. De directeur stemt dit af met de concerncontroller. Bij verschil van inzicht beslist de algemeen directeur.

Artikel 4.2.1 Concerncontroller

1. De concerncontroller ondersteunt de algemeen directeur en het concernmanagementteam bij de inrichting en de toetsing van de werking van het bedrijfsvoeringsysteem.

2. De concerncontroller is belast met het scheppen van voorwaarden ten behoeve van een betrouwbare financiële en niet-financiële informatievoorziening, voor zover betrekking hebbend op de planning- & controlcyclus, aan het concernmanagementteam en het college.

3. De concerncontroller zorgt jaarlijks tijdig voor een concernplanning en –richtlijnen voor de planning- en controlinstrumenten en legt deze aan het college ter vaststelling voor. Hierin is ook het traject van de door de accountant uit te brengen managementletters en de

boardletter begrepen.

4. De concerncontroller is verantwoordelijk voor tijdige samenstelling van de bestuurlijke en ambtelijke planning- en controlinstrumenten, overeenkomstig de in- en externe regels en legt deze conform de vastgestelde planning aan het college voor. Eventuele afwijkingen op de planning meldt de concerncontroller tijdig aan de algemeen directeur en het college.

5. De concerncontroller overlegt de jaarstukken (jaarverslag en jaarrekening) conform de vastgestelde planning aan de door de raad aangewezen accountant.

6. De concerncontroller is verantwoordelijk voor de opzet en de werking van de administratieve organisatie en de interne controle voor de gemeente als geheel.

7. De concerncontroller verzorgt de centrale regie en coördinatie van het risicomanagement binnen de gemeente.

(11)

8. De concerncontroller oefent de centrale treasury functie uit binnen de kaders en randvoorwaarden die zijn vastgesteld door de raad en zijn vastgelegd in het Treasury Handvest en Statuut. Hij heeft hiertoe een treasury-medewerker aangewezen, die

verantwoordelijk is voor het beheren van financiële posities en geldstromen op een zodanig wijze dat de daaraan verbonden risico’s worden beperkt en de daarmee gepaard gaande kosten en opbrengsten worden geoptimaliseerd.

9. De concerncontroller geeft functioneel leiding aan de hoofdafdelingcontrollers en de

comptabele, voor zover het de administratieve organisatie, het planning- en controlsysteem en de informatievoorziening betreft. Specifiek aandachtsgebied hierbij is de bewaking van eenheid van administratie, het bevorderen van de doelmatigheid van het beheer van vermogenswaarden en de afstemming van de informatieverzorging.

10. De concerncontroller kan van de hoofdafdelingcontrollers inlichtingen en verklaringen verlangen die hij voor de uitvoering van zijn taak nodig denkt te hebben.

11. De concerncontroller zorgt ervoor dat de comptabele beschikt over een actuele parafenlijst met de naam van de medewerker (en vervangers) die bevoegd is tot het doen van treasury- transacties en eventuele aanvullende of beperkende voorwaarden.

12. De concerncontroller heeft een eigen functionele verantwoordelijkheid voor de rechtmatigheids- en doelmatigheidsaspecten richting het college.

13. De concerncontroller adviseert het concernmanagementteam en het college over de financiële rechtmatigheid, de doelmatigheid en de doeltreffendheid van het middelenbeleid, de bedrijfsvoering en de beleidsuitvoering. In dit kader doet hij voorstellen aan het

concernmanagementteam en het college over het (doen) uitvoeren van periodieke doorlichtingsonderzoeken.

14. Indien de concerncontroller bij de uitoefening van de hiervoor genoemde werkzaamheden een ten opzichte van het concernmanagementteam afwijkend standpunt inneemt, doet hij hiervan, na overleg met de algemeen directeur, mededeling aan het college.

15. Bij afwezigheid van de concerncontroller, regelt hij in overleg met de algemeen directeur zijn vervanging.

Artikel 4.2.2 Hoofdafdelingcontroller

1. De hoofdafdelingcontroller ondersteunt de directeur en de afdelingshoofden van de hoofdafdeling bij de inrichting en de werking van het bedrijfsvoeringsysteem.

2. De hoofdafdelingcontroller is belast met het scheppen van voorwaarden ten behoeve van een betrouwbare financiële en niet-financiële informatievoorziening aan de afdelingshoofden en de directeur van de hoofdafdeling.

3. De hoofdafdelingscontroller zorgt jaarlijks tijdig met inachtneming van de vastgestelde (concern)planning en –richtlijnen voor oplevering van de planning- en controlinstrumenten binnen de hoofdafdeling.

4. De hoofdafdelingscontroller is verantwoordelijk voor tijdige samenstelling van de concept planning- en control instrumenten binnen de hoofdafdeling overeenkomstig de in- en externe regels en legt deze conform de vastgestelde concernplanning aan de directeur voor.

Eventuele afwijkingen op de planning meldt de hoofdafdelingcontroller tijdig aan de directeur en de concerncontroller.

5. De hoofdafdelingscontroller is verantwoordelijk voor de opzet en de werking van de

administratieve organisatie en de interne controle binnen het taakveld van de hoofdafdeling.

6. De hoofdafdelingcontroller is verantwoordelijk voor het doen functioneren van een budgetsysteem binnen de hoofdafdeling.

7. De hoofdafdelingscontroller toetst periodieke de stand van de budgetten en beoordeelt analyses van de budgethouders.

8. Naast de verantwoordelijkheid van de budgethouder heeft de hoofdafdelingscontroller een eigen verantwoordelijkheid om (dreigende) uitgavenoverschrijdingen van minimaal € 100.000 en / of 10% van het productbudget, op de (gewijzigde) productenraming en investerings- en financierings-besluiten direct (dus buiten de reguliere rapportages om) aan de directeur te

(12)

melden. (Dreigende) kostenoverschrijdingen van meer dan € 250.000 van het budget, worden door de directeur direct aan de concerncontroller gemeld.

9. De hoofdafdelingcontroller coördineert het risicobeheer binnen de hoofdafdeling en adviseert en ondersteunt de integraal managers en budgethouders bij het managen van risico’s.

10. Een hoofdafdelingcontroller heeft een eigen verantwoordelijkheid voor de rechtmatigheids- en doelmatigheidsaspecten binnen de hoofdafdeling. Indien er sprake is van een afwijkend standpunt met de directeur van zijn hoofdafdeling, doet de hoofdafdelingcontroller hiervan mededeling bij het desbetreffende stuk en meldt dit tevens aan de concerncontroller.

11. Indien de hoofdafdelingcontroller een meer doelmatig of doeltreffend beheer mogelijk acht, treedt hij hierover in overleg met de directeur van zijn hoofdafdeling. Zo nodig treedt hij zelfstandig in overleg met de concerncontroller.

12. De hoofdafdelingscontroller verstrekt de concerncontroller alle gevraagde inlichtingen en verklaringen die hij voor de uitvoering van zijn taak denkt nodig te hebben.

13. Indien de hoofdafdelingcontroller bij de uitoefening van de hierboven genoemde

werkzaamheden een ten opzichte van de directeur van de hoofdafdeling afwijkend standpunt inneemt, doet hij hiervan mededeling aan de concerncontroller.

14. De hoofdafdelingcontroller zorgt ervoor dat tijdig de treasury-informatie (prognoses) aan de concerncontroller wordt geleverd.

15. De hoofdafdelingcontroller zorgt ervoor dat de budgethouders, de comptabele en de

concerncontroller voor elk boekjaar tijdig beschikken over een actueel rekeningschema van de hoofdafdelingsposten. Bij de inrichting van dit schema worden, naast concernrichtlijnen, rekening gehouden met de in- en externe informatiebehoefte en voorts de doelmatigheid, de doeltreffendheid en de rechtmatigheid van de financiële administratie en eventuele eisen vanuit in- en/of externe controle.

16. De hoofdafdelingcontroller zorgt ervoor dat de comptabele, naast een actueel rekeningschema, tijdig beschikt over:

a. mutaties voor de actualiteit van de stamtabellen in het financieel hoofdsysteem;

b. actuele parafenlijsten met namen van de budgethouders (en vervangers), bijbehorende begrotingsposten en eventuele aanvullende of beperkende voorwaarden;

c. actuele parafenlijsten met namen van betalingsfiatteurs (en vervangers) voor betaalopdrachten uit andere systemen dan het financieel hoofdsysteem;

d. actuele parafenlijsten met namen van opdrachtgevers voor het “overhalen” van gegevens uit aan het financieel hoofdsysteem gekoppelde systemen.

17. De hoofdafdelingcontroller heeft een toezichthoudende rol voor de juistheid, volledigheid, tijdigheid en rechtmatigheid van de binnen de hoofdafdeling gevoerde (sub)administraties en de doorboeking naar en aansluitingen hiervan op de (centrale) financiële hoofdadministratie.

Dit geldt ook voor eventueel decentraal kasbeheer en invordering.

18. De hoofdafdelingcontroller zorgt ervoor dat binnen één maand na afloop van elk

kalenderkwartaal en bij de jaarafsluiting de boekingen op de hoofdafdelingsposten in de financiële hoofdadministratie worden gecontroleerd op juistheid, volledigheid, tijdigheid en rechtmatigheid. Hij zorgt ervoor dat eventuele hieruit voortvloeiende correcties zo spoedig mogelijk via de betreffende budgethouder aan de comptabele (rekeningsboekingen) of de concerncontroller (begrotingsboekingen) worden verwerkt.

Artikel 4.2.3 Controller Grondbedrijf

1. De controller Grondbedrijf heeft taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden die gelijk zijn aan de taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden van een hoofdafdelingcontroller, zoals genoemd in artikel 4.2.2, met uitzondering van lid 1.

Artikel 4.2.3 Projectcontroller

1. Onder verantwoordelijkheid van de hoofdafdelingcontroller worden projectcontrollers aangewezen.

(13)

2. Een projectcontroller ondersteunt projectmanagers en –leiders en is, in dit kader, verantwoordelijk voor het bewaken van de budgetten en de voortgang van projecten, alsmede voor het signaleren van mogelijke afwijkingen ten opzichte van de projectplanning en –begroting.

3. Indien de projectcontroller bij de uitoefening van de hierboven genoemde werkzaamheden een, ten opzichte van de hoofdafdelingcontroller en projectleider, afwijkend standpunt inneemt, doet hij hiervan mededeling aan de concerncontroller.

Artikel 4.2.4 Comptabele

1. De comptabele is verantwoordelijk voor de organisatie, de inrichting en het beheer van de financiële hoofdadministratie, de geldmiddelen, het betalingsverkeer en het opstellen van de jaarrekening van de gemeente.

2. De comptabele zorgt voor een zodanige administratieve organisatie dat wordt voldaan aan de in- en externe informatiebehoefte, kwaliteitseisen en eisen van doelmatig beheer en dat alle maatregelen worden genomen voor een goede werking van de interne en externe controle, gericht op de juistheid, volledigheid, tijdigheid en rechtmatigheid van de financiële hoofdadministratie en de getrouwheid van de jaarrekening.

3. De comptabele draagt de zorg voor het toetsen van de juistheid en volledigheid van de overlegde cijfers aan de gevoerde administratie ten behoeve van de door de

hoofdafdelingcontrollers op te stellen management- en jaarrapportages.

4. De comptabele heeft een functionele relatie met de concerncontroller. In dit kader wordt tussen beide functionarissen een Service Level Agreement afgesloten, waarin vastligt welke prestaties jaarlijks verricht moeten worden.

5. De financiële hoofdadministratie wordt gevoerd overeenkomstig de geldende interne en externe regels.

6. De comptabele richt zich voor het voeren van de financiële hoofdadministratie en de hierop gebaseerde jaarrekening naar eventuele functionele richtlijnen of aanwijzingen van de concerncontroller.

7. De comptabele is verantwoordelijk voor het softwarematige beheer van het

automatiseringssysteem van de financiële hoofdadministratie. Hij zorgt ervoor dat bij de autorisatie van gebruikers rekening wordt gehouden met de uitgangspunten van

controletechnische functiescheiding.

8. Voor wat betreft het rekeningschema van de financiële hoofdadministratie richt de comptabele zich op de door de hoofdafdelingcontrollers aangeleverde schema’s.

9. De comptabele is verantwoordelijk voor het juist, volledig en tijdig vastleggen en verwerken van de aangeleverde boekstukken. Hij zorgt ervoor dat de boekstukken worden

gecontroleerd op juistheid en rechtmatigheid, waaronder factuureisen en fiattering.

10. De comptabele is verantwoordelijk voor een deugdelijke archivering van boekstukken en neemt hierbij de formele bewaartermijnen in acht.

11. De comptabele is bevoegd om voor het decentraal voeren van een afzonderlijke financiële (sub)administratie, voorzover deze in de financiële hoofdadministratie / jaarrekening geconsolideerd moet worden, decentraal kasbeheer of invordering, toestemming en functionele richtlijnen of aanwijzingen te geven.

12. De comptabele heeft een toezichthoudende rol op de centrale betalingsfiatteur, de kassier en decentrale kassiers.

13. De comptabele zorgt ervoor dat aan de hoofdafdelingcontrollers minimaal eens per kwartaal een overzicht uit de financiële hoofdadministratie wordt verstrekt met de stand van de uitputting van de hoofdafdelingbudgetten en de nog buiten-rekening staande posten.

14. De comptabele zorgt ervoor dat tijdig de nodige treasury-informatie aan de concerncontroller wordt verstrekt.

15. De comptabele overlegt de jaarrekening van de gemeente conform de vastgestelde planning aan de concerncontroller.

(14)

16. De comptabele is verantwoordelijk voor het beheer van alle (post)bankrekeningen van de gemeente.

17. De comptabele is verantwoordelijk voor uitvoering van het debiteuren- en crediteurenbeleid.

De comptabele is samen met de betalingsfiatteur verantwoordelijk voor de tijdige uitvoering van girale betalings- en incasso-opdrachten.

18. Indien de comptabele bij de uitoefening van zijn werkzaamheden onregelmatigheden constateert, doet hij hiervan mededeling aan de concerncontroller.

Artikel 4.2.5 Betalingsfiatteur

1. De betalingsfiatteur is samen met de comptabele verantwoordelijk voor de tijdige uitvoering van girale betalings- en incasso-opdrachten.

2. Alvorens hij de 1e (elektronische) handtekening zet, controleert hij bij betalingsopdrachten:

- of de betaalopdracht gefiatteerd is door twee verschillende (geautoriseerde) functionarissen;

- of het (post)bankrekeningnummer en het bedrag overeenkomen met betaalopdracht.

Artikel 4.2.6 Kassier

1. De kassier is verantwoordelijk voor het beheer van de centrale kas van de gemeente. Het beheer omvat de bewaring van de chartale geldmiddelen en bankgaranties als

waardepapier, het doen van contante ontvangsten en het uitvoeren van contante betalingsopdrachten.

2. De kassier legt elke kasmutatie direct vast in een door de comptabele goedgekeurd kasregistersysteem en zorgt voor een deugdelijke archivering van de daarop betrekking hebbende stukken, waarbij de formele bewaartermijnen in acht worden genomen.

3. De kassier voert zijn taken uit onder toezicht van de comptabele.

4. Indien de kassier onregelmatigheden constateert meldt hij dit onmiddellijk aan de comptabele. In geval van vermoeden van diefstal doet de kassier binnen 24 uur na constatering van het feit bovendien aangifte bij de politie.

5. De kassier houdt kantoor in het stadhuis en de centrale kas is geopend gedurende de vastgestelde openingsuren van de balies van Publiekszaken.

6. De kassier zorgt ervoor dat de interne (beveiligings)procedures en instructies voor het betalingsverkeer (waaronder de veiligheidsinstructie geldverkeer en die voor het (sleutel)beheer van de safe en kluis) worden nageleefd.

7. De kassier is verplicht de hem in de uitoefening van zijn functie beheerde geldmiddelen afgescheiden te bewaren van zijn privé-middelen en van andere door hem beheerde middelen.

8. De kassier bewaart de geldmiddelen buiten de openingsuren in een afgesloten gecertificeerde kluis.

9. De kassier zorgt voor een zodanig kasbeheer dat onnodig renteverlies wordt voorkomen.

10. De kassier zorgt ervoor dat het kassaldo niet boven het voor zijn onderdeel van toepassing zijnde verzekerde bedrag bij de verzekeraar uitstijgt.

11. De kassier wisselt, haalt en stort overtollige gelden af bij een door de comptabele

aangewezen bankinstelling. Indien voor het transport van de waarden gebruik van een door de comptabele aangewezen transporteur niet haalbaar is, moet de kassier vergezeld worden door een collega.

12. De kassier doet alleen contante betalingen indien:

- hij daarvoor een schriftelijke opdracht heeft, die voorzien is van de handtekeningen van zowel de betalingsfiatteur als de comptabele of waarnemers of ingeval van

betaalopdrachten van Sociale Zaken de handtekeningen van twee verschillende geautoriseerde personen;

(15)

- de persoon aan wie wordt betaald in overeenstemming is met de op de betaalopdracht vermelde gegevens. De kassier noteert het nummer van het identiteitsbewijs op de betalingsopdracht;

- de persoon aan wie wordt betaald een deugdelijke kwijting verleent; bij voorkeur op de betalingsopdracht.

13. De kassier verleent alle medewerking voor interne en externe controledoeleinden.

Artikel 4.2.7 Decentrale kassier

1. De decentrale kassier is verantwoordelijk voor het beheer van contante geldmiddelen op andere plekken dan de centrale kas van de gemeente. Het beheer omvat de bewaring van de chartale geldmiddelen, het doen van met name aangewezen contante ontvangsten en/of en het uitvoeren van met name aangewezen contante betalingen.

2. De decentrale kassier voert zijn taken uit onder toezicht van de betreffende hoofdafdelingcontroller en de comptabele.

3. Indien de decentrale kassier onregelmatigheden constateert meldt hij dit onmiddellijk aan zijn afdelingshoofd, de betreffende hoofdafdelingcontroller en de comptabele. In geval van

vermoeden van diefstal doet de kassier binnen 24 uur na constatering van het feit bovendien aangifte bij de politie.

4. De decentrale kassier mag alleen met toestemming van de hoofdafdelingdirecteur andere kassen onder diens beheer hebben.

5. De decentrale kassier is verplicht de hem in de uitoefening van zijn functie beheerde geldmiddelen afgescheiden te bewaren van zijn privé-middelen en van andere door hem beheerde middelen.

6. Voor contante ontvangsten verleent de decentrale kassier deugdelijke kwijting en bij contante betalingen zorgt hij ervoor dat hij deugdelijke kwijting ontvangt.

7. De decentrale kassier verleent alle medewerking voor interne en externe controledoeleinden.

8. De decentrale kassier zorgt ervoor dat de in het aanwijzingsbesluit vermelde regels en overige van toepassing zijnde interne (beveiligings)procedures en instructies voor het betalingsverkeer (waaronder de veiligheidsinstructie geldverkeer) worden nageleefd.

Artikel 4.3 Budgethouderschap

1. Het budgetbeheer omvat de machtiging om, binnen het betreffende budget en binnen de daarvoor gegeven kaders, overeenkomsten aan te gaan tot levering van goederen, aanneming van werk en/of verlening van diensten (hierna te noemen verplichtingen), alsmede het afleggen van verantwoording daarover.

2. Het college geeft bij elk budget aan welke hoofdafdeling verantwoordelijk is voor het beheer ervan.

3. Het college of de hoofdbudgethouder kan aan het budgetbeheer (beperkende) voorwaarden stellen.

4. De comptabele vervaardigt jaarlijks een overzicht van de begrotingsposten en de daarbij aangewezen budgethouders. Mede ter verkrijging van een handtekeningen en parafenlijst, wordt dit overzicht door de desbetreffende personen getekend en geparafeerd.

Artikel 4.3.1 Hoofdbudgethouder

1. Het college wijst de gemeentesecretaris / algemeen directeur, de directeuren van de te onderscheiden hoofdafdelingen en het hoofd Grondbedrijf aan als hoofdbudgethouder, die binnen de hem gegeven machtiging verantwoordelijk is voor het aangaan van verplichtingen aan en/of door de gemeente Zoetermeer.

2. Budgethouders zijn verantwoordelijk voor het signaleren en rapporteren van risico’s ten aanzien van hun budget.

(16)

3. De hoofdbudgethouder kan andere functionarissen aanwijzen als budgethouders, belast met het feitelijke beheer van met name aangewezen budgetten. Hierbij wordt tevens in de

vervanging voorzien.

4. De hoofdbudgethouder zorgt ervoor dat voor zijn hoofdafdeling een parafenlijst met namen van de aangewezen budgethouders (en vervangers), bijbehorende begrotingsposten en eventuele aanvullende of beperkende voorwaarden wordt vervaardigd en actueel wordt gehouden. Dit overzicht wordt door de desbetreffende budgethouders en vervangers geparafeerd waarmee tevens wordt verklaard dat akkoord wordt gegaan met hetgeen in artikel 4.3.2. is opgenomen. De hoofdbudgethouder dateert en ondertekent de lijst voor akkoord.

Artikel 4.3.2 Budgethouderschap gemeente Zoetermeer

1. Waar in dit artikel melding wordt gemaakt van budgethouder wordt ook de

hoofdbudgethouder bedoeld, voor zover hij voor bepaalde (onderdelen) van budgetten geen budgethouder heeft aangewezen.

2. De functie van budgethouder is onverenigbaar met de functie van betalingsfiatteur, de functie van (decentrale) kassier en de registrerende functie.

3. De budgethouder is verantwoordelijk voor het beheer van de hem of haar toegewezen budgetten. Hierbij zorgt hij ervoor dat de uitvoering ervan rechtmatig, doelmatig en

doeltreffend verloopt. Ook houdt de budgethouder zich aan de geldende begrotingsregels, waarin onder andere is geregeld op welke wijze met mee- en tegenvallers moet worden omgegaan.

4. De budgethouder kan bij de inrichting van het jaarlijkse rekeningschema van zijn of haar begrotingsposten zijn of haar informatiebehoefte kenbaar maken bij de

hoofdafdelingcontroller. Voor het budgetbeheer ontvangt de budgethouder tijdig van de hoofdafdelingcontroller een actueel rekeningschema.

5. De budgethouder zorgt ervoor dat van de geautoriseerde budgetten de lasten niet worden overschreden en de baten ten minste worden gerealiseerd.

6. Bij het aangaan van verplichtingen volgt de budgethouder de geldende interne en externe (inkoop)regels. Bij de interne regels zijn hierbij in het bijzonder van belang: de spelregels inkoop- en aanbestedingsbeleid, interne leveringsregels, algemene inkoopvoorwaarden Zoetermeer en het beleid inhuur derden.

7. De budgethouder mag slechts verplichtingen aangegaan, indien hij heeft vastgesteld dat er een toereikend budget beschikbaar is en dit past binnen de daarvoor gegeven kaders.

8. Indien de budgethouder genoodzaakt is verplichtingen aan te gaan voor onvermijdelijke niet- begrote lasten (bijv. wettelijke verplicht), die tot overschrijding van het budget leiden, is vooraf toestemming van de directeur nodig.

9. De budgethouder zorgt ervoor dat de op zijn of haar budget betrekking hebbende

verplichtingen zodanig worden vastgesteld dat de actuele stand van de reeds aangegane verplichtingen ten opzichte van het totale toegekende budget en de relatie met de voortgang van het project zichtbaar zijn.

10. De budgethouder zorgt ervoor dat de op de zijn of haar budgetten betrekking hebbende feitelijke baten en lasten juist, volledig en tijdig worden aangeboden bij de comptabele of bij een door de comptabele geautoriseerde afzonderlijke financiële (sub)administratie ter

registratie en / of betaling of invordering. Hij zorgt er hierbij voor dat de boekstukken voorzien zijn van de nodige boekingsgegevens en fiattering.

11. Bij een inkoopfactuur zorgt de budgethouder ervoor dat de op de factuur betrekking hebbende opdracht- en ontvangst bon - voor zover mogelijk - bij de inkoopfactuur wordt gevoegd.

12. De budgethouder is verantwoordelijk voor het uitvoeren van minimaal de volgende controlehandelingen:

 levering en eenheidsprijzen conform bestelafspraken

 kwaliteit en kwantiteit juist

(17)

 berekening, btw en totaaltelling juist

Deze controle / verantwoordelijkheid van de budgethouder komt mede in de fiattering van de factuur door de budgethouder tot uitdrukking.

Indien het gefactureerde niet in overeenstemming is met de opdracht, neemt de budgethouder contact op met de leverancier. De budgethouder stelt de factuur eerst betaalbaar als het geleverde in orde is, dan wel indien van de leverancier een credit- of verbeterde factuur is ontvangen.

13. De budgethouder is verplicht om (dreigende) kostenoverschrijdingen van minimaal € 100.000 en / of 10% van het productbudget, op de (gewijzigde) productenraming en

investerings- en financierings-besluiten direct (dus buiten de reguliere rapportages om) aan de directeur te melden.

14. (Spoed)betalingsopdrachten groter dan € 25.000, waarvoor geen of niet toereikend budget aanwezig is of vooruitlopend op door het college en / of raad nog te autoriseren

begrotingswijziging, is fiattering van de betreffende portefeuillehouder nodig.

15. De budgethouder toetst periodiek de stand van de boekingen in relatie tot de budgetten op juistheid, volledigheid en tijdigheid. Hij zorgt ervoor dat eventuele hieruit voortvloeiende correcties zo spoedig mogelijk worden verwerkt.

16. De budgethouder verstrekt tijdig de nodige verantwoordingsinformatie ten behoeve van de planning- en controlinstrumenten, waaronder de managementsrapportages en

jaarrapportage.

17. De budgethouder verstrekt zijn of haar afdelingshoofd, hoofdafdelingcontroller, directeur of de accountant alle gevraagde inlichtingen en verklaringen die zij voor de uitvoering van hun taak nodig hebben.

Artikel 4.4 Opdrachtverlening en de verrekening van interne leveringen

1. Ten behoeve van interne opdrachtverstrekking gelden, evenals voor de externe

opdrachtverstrekking, de algemene inkoop- en aanbestedingsregels. Hierbij dient rekening te worden gehouden met afzonderlijke besluiten omtrent centraal ingekochte goederen en diensten.

2. De verrekening van interne leveringen geschiedt door middel van interne facturering of door middel van interne verrekening

(18)

Hoofdstuk 5 SLOTBEPALINGEN

Artikel 5.1 Inwerkingtreding

1. De regeling budgethouderschap Gemeente Zoetermeer wordt per 1 januari 2006 ingetrokken.

2. Dit besluit treedt in werking per 1 januari 2006.

Artikel 5.2 Citeertitel

Dit besluit kan worden aangehaald onder de naam “Financieel Besluit”.

Vastgesteld in de vergadering van het college van burgemeester en wethouders van 15 november 2005

Burgemeester en wethouder van Zoetermeer,

De secretaris, de burgemeester,

(mr. C.M. de Graaf) (drs. J.B. Waaijer)

(19)

Wijziging van het Mandaatbesluit 2004

Het college van burgemeester en wethouders van Zoetermeer, de burgemeester van Zoetermeer en de secretaris/algemeen directeur van de gemeente Zoetermeer;

Gelet op de Gemeentewet en de Algemene wet bestuursrecht;

Met inachtneming van de Organisatieverordening en het Mandaatbesluit 2004;

Besluiten:

Vast te stellen de volgende:

Wijziging van het Mandaatbesluit 2004

Artikel 1

De tekst van het navolgende onderdeel:

Omschrijving bevoegdheid Mandaterend bestuursorgaan

Algeheel gemandateerde

Ondergemandateerde Ondermandaat door Directeur

Het besluiten tot het aangaan van overeenkomsten tot levering van goederen, aanneming van werk en/of verlening van diensten binnen de daarvoor toegekende kredieten en/of budgetten zoals bedoeld in de Regeling budgethouderschap gemeente Zoetermeer, en de

ondertekening hiervan.

Burgemeester B & W

Gemeentesecretaris/

Algemeen directeur

Gemeentesecretaris/

algemeen directeur, alle directeuren van de hoofdafdelingen en de directeur

brandweerzorg en rampenbestrijding

Niet toegestaan

Te wijzigen als volgt:

Omschrijving bevoegdheid Mandaterend bestuursorgaan

Algeheel gemandateerde

Ondergemandateerde Ondermandaat door Directeur

Het besluiten tot het aangaan van overeenkomsten tot levering van goederen, aanneming van werk en/of verlening van diensten binnen de daarvoor toegekende kredieten en/of budgetten zoals bedoeld in het Besluit op de inrichting van de financiële organisatie en administratie van de

gemeente Zoetermeer, en de ondertekening hiervan.

Burgemeester B & W

Gemeentesecretaris/

Algemeen directeur

Gemeentesecretaris/

algemeen directeur, alle directeuren van de hoofdafdelingen, het hoofd Grondbedrijf en de directeur

brandweerzorg en rampenbestrijding

Toegestaan

(20)

Artikel 2

1. De datum van ingang van dit besluit is 1 januari 2006.

2. Dit besluit treedt in werking op de dag na die van bekendmaking.

Vastgesteld in de vergadering van het college van burgemeester en wethouders van 15 november 2005.

Burgemeester en wethouders van Zoetermeer, De secretaris, de burgemeester,

(mr C.M. de Graaf) (drs. J.B. Waaijer)

Vastgesteld door de burgemeester op 15 november 2005, De burgemeester van Zoetermeer,

(drs. J.B. Waaijer)

Vastgesteld door de secretaris van Zoetermeer op 15 november 2005, De secretaris,

(mr. C.M. de Graaf)

Indien u zich niet kunt verenigen met dit besluit, bestaat voor u, op grond van artikel 7:1 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), de mogelijkheid om binnen zes weken na bekendmaking van dit besluit een gemotiveerd bezwaar in te dienen bij het college van burgemeester en wethouders van Zoetermeer (postbus 15, 2700 AA Zoetermeer). Het indienen van een

bezwaarschrift schorst de werking van dit besluit niet. Hiertoe kunt u op grond van het bepaalde in artikel 8:81 Awb een verzoek tot het treffen van een voorlopige voorziening indienen bij de voorzieningenrechter van de Rechtbank ’s-Gravenhage (sector bestuursrecht, postbus 20302, 2500 EH Den Haag). Volledigheidshalve wijzen wij u er op dat daarvoor vereist is dat u een bezwaarschrift tegen het besluit hebt ingediend en dat u een spoedeisend belang hebt bij het treffen van die voorziening."

Dit besluit is gepubliceerd in het Streekblad van 23 december 2005 en op de site van de

gemeente Zoetermeer en treedt in werking op 24 december 2005. De ingangsdatum is 1 januari 2006.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Als basis voor het theoretische kader is gezocht naar literatuur in de universiteitsbibliotheek. Na een grondige analyse van de beschikbare literatuur op het gebied

Tijdens de afweging van de effectiviteitscriteria kan de indruk gewekt zijn dat de inrichting van de AO niet erg van belang is voor de organisatie, maar er dient alleen

3.2.6 De onderneming legt de ondernemingsbesturing, de organisatie-inrichting, de risicobeheersing en de administratieve procedures en maatregelen systema-

Deze interim-controle was in belangrijke mate gericht op het vaststellen van de opzet, het bestaan en de werking van maatregelen van administratieve organisatie en de

Wij hebben deze werkzaamheden in de periode september 2015 – februari 2016 uitgevoerd als een uitbreiding van onze reguliere accountantscontrole en hebben van de bevindingen

- in staat is tot het stellen van een diagnose van de aard der zich voordoende problemen en van de oorzaken van een onbevredigende toestand op het onder­

Als op grond van het vorenstaande vaststaat dat de ontwikkeling van de administratieve organisatie op korte termijn in haar partiële en incidentele aanpassingen aan

Zoals verder uit het betoog van Van der Schroeff blijkt, steekt achter de vaagheid van het begrip „staf” meer, dan alleen maar een taalkundige on­ volkomenheid.