• No results found

Hardlopen met Usain Bolt aan je zijde

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Hardlopen met Usain Bolt aan je zijde"

Copied!
40
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Louiza Janssen

Studentnummer: 10259406

Opleiding: Bachelor Communicatiewetenschap Docent: Lotte Salome

Afstudeerproject Persuasieve Communicatie (Motivatie voor Sport en Bewegen door Nieuwe Media)

Datum: 10-06-2014 Aantal woorden: 7597

Hardlopen met Usain Bolt aan je zijde

Onderzoek naar het effect van sportapplicaties met een celebrity endorser op goalsetting en

motivatie om te sporten

(2)

2

Samenvatting

Over het algemeen heeft celebrity endorsement positieve effecten op de aandacht voor de reclameboodschap en leidt het tot een verhoogde aankoopintentie van de consumenten. De reclamestrategie om een bekend persoon een merk of product aan te laten prijzen, wordt dan ook veel gebruikt in de media. Door de ontwikkeling van nieuwe media zijn er steeds meer mogelijkheden. Wat gebeurt er met de positieve effecten van celebrity endorsement in

bijvoorbeeld een mobiele applicatie? In deze studie is onderzocht of de aanwezigheid van een bekend persoon in combinatie met een persuasieve bodschap leidt tot een hogere mate van goalsetting en sportmotivatie dan een applicatie met een onbekend persoon en een

informatieve boodschap. Door middel van een online experiment onder 189 proefpersonen zijn de effecten van verschillende soorten sportapplicaties getest. Uit de resultaten blijkt dat het geen verschil uit maakt of er een bekend of onbekend persoon wordt gebruikt in de sportapp. Het leidt niet tot een hoge mate van goalsetting of sportmotivatie wanneer er een bekend persoon wordt gebruikt. Daarnaast worden goalsetting en sportmotivatie niet verhoogd door het aanhoren van een persuasieve boodschap in een sportapp.

(3)

3

Inhoudsopgave

Inleiding ... 4

Theoretisch kader ... 6

Methode ... 12

Resultaten ... 18

Discussie ... 19

Literatuurlijst ... 24

Bijlage 1: condities experiment ... 28

Bijlage 2: vragenlijst Qualtrics ... 35

(4)

4

Inleiding

Dit jaar zal de vierde editie van de Sport App Awards uitgereikt worden door Sportnext, een verkiezing waarbij de meest innovatieve sport apps van Nederland en België aangewezen worden. Het doel van deze verkiezing is om de Nederlandse sportmarkt te stimuleren en te zorgen dat er meer wordt nagedacht over het gebruik van media in sportmarketing. Inmiddels zijn er veel apps op de markt. Een sportapplicatie kan de functie hebben om ondersteuning te bieden tijdens het hardlopen. Een populaire sportapp die dit doet is RunKeeper. RunKeeper wordt sinds 2008 door meer dan 26 miljoen mensen wereldwijd gebruikt om fit te blijven (NRC, 2013). De applicatie meet alles wat voor een sporter van belang is: afstand, tijd, hartslag, routes en de calorieën die worden verbrand.

Elke sportapp heeft verschillende functionaliteiten en iedere gebruiker heeft zijn of haar 1 eigen voorkeuren. Zo kan de ene hardloper de voorkeur hebben om actief

aangemoedigd te worden tijdens het sporten, terwijl de ander aan feitelijke informatie al genoeg heeft. In dit onderzoek wordt onderscheid gemaakt tussen twee type boodschappen die gegeven worden in de sportapp, namelijk een persuasieve boodschap en een informatieve boodschap. In een persuasieve sportapp wordt de hardloper positief aangemoedigd tijdens zijn prestatie, in een informatieve app wordt er slechts basis informatie gegeven over de prestatie.

Dit onderscheid werd gemaakt omdat deze tweedeling in de media vaak terug te zien is:

reclames kunnen consumenten overtuigen of informeren met een boodschap. Een manier om een reclame meer persuasief te maken, wordt er in de media gebruik gemaakt van een celebrity endorser.

Celebrity endorsement is een persuasief middel om mensen te overtuigen van een boodschap (Petty & Cacioppo, 1986). In 1989 werd in de Verenigde Staten in 1 op de 6 reclames gebruik gemaakt van beroemdheden, de reclamestrategie sloeg toen snel aan. In 2000 was dit toegenomen tot één op de vijf reclames (Erdogan, Baker & Tagg, 2001). Er zijn geen cijfers bekend over het gebruik van beroemdheden in Nederlandse reclames, maar “de stoet bekende Nederlanders in reclame is overweldigend” (Adformatie, 2005). Celebrity endorsement in traditionele media, zoals televisie, leidt onder andere tot aandacht voor de boodschap en een verhoogde aankoopintentie van de consument (Agrawal & Kamakura, 1995). Echter, consumenten focussen zich sneller op een beroemdheid dan op het

geadverteerde merk. Het merk wordt dus minder snel onthouden (Rossiter & Percy, 1987). De

1 Daar waar ‘zijn’ staat kan ook ‘haar’ gelezen worden.

(5)

5 vraag is of het genoemde positieve effect van celebrity endorsement ook voor nieuwe media geldt.

Het beoefenen van sport gebeurt niet zonder reden, mensen hebben een persoonlijk doel bij het sporten (Strategier & Mechant, 2013). Het stellen van doelen wordt ook wel goalsetting genoemd. Het is een mentale training waarbij de sporter een doel stelt.

Oorspronkelijk komt goalsetting uit het bedrijfsleven waar het stellen van doelen een

positieve invloed heeft op de motivatie en de prestaties die worden geleverd (Stretcher et al., 1995). Uit onderzoek is gebleken dat deze effecten ook binnen de context van sport te vinden zijn. Sportapplicaties kunnen mensen motiveren om meer te bewegen (Locke & Latham, 1985). Het gebruik van digitale, persuasieve technieken staat ook wel bekend als captology.

Hierbij worden technologieën toegepast als instrument om gedragsverandering te motiveren.

In dit onderzoek staat centraal of mobiele fitness applicaties leiden tot motivatie om te sporten en welk soort fitness applicatie het meest effectief is. Door middel van een online experiment wordt de volgende hoofdvraag beantwoord:

In welke mate heeft het type app, waarin onderscheid wordt gemaakt tussen type boodschap en type endorser, invloed op goalsetting en motivatie om te sporten?

Dit onderzoek is commercieel relevant voor mobiele app ontwikkelaars. Met behulp van de resultaten uit dit onderzoek kunnen zij apps verder ontwikkelen, produceren en op de markt brengen. Dit kan leiden tot een toename van het aantal applicatiegebruikers, wat commercieel aantrekkelijk is. Als een sportapplicatie met een endorser daadwerkelijk leidt tot meer

motivatie, zal dit een maatschappelijke functie vervullen, namelijk het voorkomen van gezondheidsproblemen door een gezondere leefstijl. Uit eerder onderzoek blijkt dat smartphone applicaties van invloed kunnen zijn op het veranderen van gedrag en attitudes (Banias & Malita, 2012) en dat de persuasieve mogelijkheden van mobiele applicaties gezondheidsgedrag kunnen aansporen (Gasser et al., 2006). Het is daarom interessant om te onderzoeken of deze nieuwe technologie (smartphone applicaties) ingezet kan worden bij (preventieve) gezondheidscampagnes. Regelmatig sporten vermindert de kans op

gezondheidsproblemen zoals overgewicht en depressies (Warburton, Nicol & Bredin, 2006).

In dit onderzoek worden vier verschillende variabelen betrokken, namelijk het type endorser, het type boodschap, de goalsetting van de gebruiker en de motivatie om te sporten.

Er is nog geen onderzoek gedaan naar deze variabelen in combinatie met sportapplicaties. Het onderzoek zal aanvullend zijn op bestaande literatuur. De effecten van celebrity endorsement

(6)

6 zijn veelal gericht op het veranderen van consumentengedrag, zoals aankoopintentie. Het is interessant om te kijken of de motivatie om iets aan te schaffen, ook geldt voor de motivatie om te gaan bewegen.

Theoretisch kader

Mobiele sport applicaties

Door de recente technologische ontwikkelingen maken mensen meer gebruik van Web 2.0- technologieën in hun dagelijkse activiteiten, deze kunnen ondersteunend en coördinerend zijn voor sportgedrag (Banias & Malita, 2011). Het gebruik van sportapps is in de afgelopen jaren alleen maar toegenomen. Sportapps zijn gezondheid- en fitnessgerelateerde toepassingen die op smartphones en tablets gedownload kunnen worden (Leijdekkers & Gay, 2012). De apps ontwikkelen zich in een razend tempo. Via de apps kan er verbinding worden gelegd met andere sporters en bestaat er de mogelijkheid om de resultaten van de training te delen op social media (Strategier & Mechant, 2013). Daarnaast kunnen de nieuwste apps de afstand en snelheid van de activiteiten vast stellen via de ingebouwde GPS-mogelijkheden van een smartphone. Op elk moment kunnen gebruikers tijdens het sporten de route en statistieken van de workout raadplegen. De gegevens van de prestaties kunnen vervolgens geüpload worden naar online platforms die verbonden zijn met de app. De gebruiker kan in een sportapp zijn vooruitgang bekijken en zijn persoonlijke doelen bijhouden (Strategier & Mechant, 2013).

Motivatie

Motivatie is één van de fundamentele determinanten van het menselijk gedrag. Het is daarnaast een variabele die er voor zorgt dat mensen zich blijven inzetten om doelen te bereiken (Deci & Ryan, 1985). Een theorie om de totstandkoming van motivatie in sport te begrijpen, is de zelfdeterminatietheorie. Volgens deze theorie zijn er drie basisbehoeften die menselijk gedrag motiveren over verschillende domeinen. Deze drie behoeften zijn

competentie, autonomie en relaties met anderen. Competentie en autonomie vormen de basis van twee typen motivatie: intrinsieke motivatie en extrinsieke motivatie (Deci & Ryan, 1985).

Intrinsieke motivatie heeft betrekking op het motief dat een individu heeft op basis van zijn eigen kwaliteiten. Het is een complex begrip dat vele interpretaties en verschillende onderliggende processen kent. Elementen van intrinsieke motivatie zijn onder andere taak betrokkenheid, het verlangen om avontuur en vernieuwing te ervaren, het streven naar

(7)

7 uitmuntendheid in het werk en de poging om iets te willen verbeteren (Lee, McInerney, Liem

& Ortiga, 2010). Daarnaast wordt de intrinsieke motivatie gestimuleerd door het stellen van doelen, het is daarom aannemelijk dat goalsetting zorgt voor een verhoogde sportmotivatie (Albaina, Visser, Mast & Vastenburg, 2009). Mensen beoefenen sport uit vrije wil en met plezier. De sporter ervaart een positief affect en verhoogde niveaus van zelfwaardering.

Hierbij wordt aandacht besteed aan persoonlijke verbetering (Ryan & Deci, 2000).

Uit de sociale psychologie is bekend dat anderen de bron kunnen zijn van motivatie, bijvoorbeeld door concurrentie, samenwerking of vergelijking. Dit wordt extrinsieke motivatie genoemd (Albaina et al., 2009). Individuen raken gemotiveerd door externe beloningen. De extrinsieke motivatie neemt toe door de waarde die gehecht wordt aan beloningen, sancties, lof en feedback (Ryan & Deci, 2000). Trainers, ouders en andere betrokken personen kunnen door aanmoediging en positieve feedback bijdragen aan een vergroot zelfvertrouwen van de sporter (Black & Weiss, 1992). Zo wordt er verwacht dat aanmoediging tijdens het sporten uiteindelijk ook kan zorgen voor een verhoogde mate van sportmotivatie.

Goalsetting

Lee, Locke en Latham (1989) definiëren een doel als datgene wat iemand wil bereiken en iets dat waardevolle en toekomst gebaseerde kenmerken bevat. Doelen helpen gedrag te

begeleiden, of ze nou op school, kantoor of in het speelveld worden opgesteld. Sommige situaties bevorderen de vaststelling van bepaalde doelen meer dan de ander. Wanneer doelen op de korte en lange termijn gecombineerd worden, wordt het grootste effect behaald. Het stellen van doelen is een betrouwbare motiverende techniek en het verbetert sportprestaties (Durik & Harackiewicz, 2003). Stretcher et al. (1995) suggereren echter dat het stellen van doelen niet automatisch leidt tot het motiveren om doelen te bereiken. Toch geven topsporters aan dat het stellen van doelen leidt tot directe en motiverende inspanning (Durik &

Harackiewicz, 2003).

Om te motiveren moeten doelen verschillende elementen bevatten: duidelijkheid, uitdaging, inzet, feedback en taak-complexiteit. Mensen raken meer gemotiveerd door te vertellen dat iemand “80% meer zijn best moet doen” dan slechts “doe je best”. Wanneer het doel te makkelijk is, is er geen motiverende kracht. Harde doelen zijn daarom meer

motiverend, het is dan meer een prestatie om iets te bereiken waar je je voor moet inzetten (Locke, Shaw, Saari & Latham, 1981). Dit resultaat sluit aan bij de goalsetting theorie (Strecher et al., 1995). Deze theorie beschrijft hoe individuen reageren op verschillende

(8)

8 soorten doelen en hoe je doelen moet stellen om gedrag te motiveren. Er wordt voorspelt dat onder bepaalde voorwaarden het vaststellen van specifiek moeilijk haalbare doelen leidt tot hogere prestaties in vergelijking met makkelijk haalbare doelen. Er is een positief lineair verband tussen de moeilijkheidsgraad van het doel en het niveau van de prestaties (Stretcher et al., 1995). Het stellen van specifiek moeilijk haalbare doelen onder bepaalde condities leidt tot hogere performance, meer dan doelen zonder een bepaalde waarde. Als een persoon geïnteresseerd is in het veranderen van zijn gedrag, werkt het stellen van doelen niet als het in conflict is met andere doelen van de persoon. Doelen zorgen ervoor dat sporters houvast hebben, gemotiveerd blijven en zich toewijden aan hun sport (Locke & Latham, 1985). In de literatuur worden daarnaast drie motiverende mechanismen beschreven die optreden bij het stellen van doelen (Locke & Latham, 2002). Namelijk inspanning, doorzettingsvermogen en concentratie. Doelen zorgen ervoor dat sporters houvast hebben, gemotiveerd blijven en zich toewijden aan hun sport.

Type boodschap

Een communicatieboodschap kan informatief of persuasief zijn. Afhankelijk van het

communicatiedoel wordt de keuze van het type boodschap bepaald. Zo wordt er bij politieke speeches vaak onderscheid gemaakt tussen een informatieve en een persuasieve boodschap.

Het zijn strategieën die de houding van het publiek proberen te veranderen (Speechreadings, n.d.). Ook in ‘Communicatiekundig ontwerpen’ (Schellens, Klaassen, Vries, 2006) worden deze twee vormen als aspecten van communicatie uiting genoemd.

Onder een informatieve boodschap wordt een boodschap verstaan waarbij objectieve informatie wordt gegeven. De ontvanger wordt op de hoogte gebracht van feiten, zonder subjectieve kenmerken. Een persuasieve boodschap is een boodschap die erop gericht is het gedrag van personen te vormen, te bekrachtigen of te veranderen (Miller, 1983). Het is een overtuigende boodschap met een verzoek om actie.

Petty en Cacioppo (1986) concludeerden dat persuasieve berichten tot

gedragsverandering leiden, hierbij verwijzen zij naar een model dat informatieverwerking verklaart: het Elaboration Likelihood Model (ELM). Dit model beschrijft hoe argumenten verwerkt en geëvalueerd worden. Het model wordt gebruikt om de processen die aan de basis staan van succesvolle, persuasieve communicatie te begrijpen. In het ELM wordt uitgegaan van twee verwerkingsroutes als het gaat om een persuasieve communicatieboodschap: de centrale route en de perifere route. Bij verwerking via de centrale route is er sprake van een hoge mate van betrokkenheid van de ontvanger bij de boodschap. De boodschap bevat hierbij

(9)

9 informatie die voor de ontvanger van hoge relevantie is en hierdoor de ontvanger motiveert om de boodschap aandachtig te verwerken. De perifere route wordt doorlopen als er sprake is van een lage mate van betrokkenheid bij de boodschap. De informatie wordt dan oppervlakkig verwerkt en er wordt meer aandacht besteed aan de uiterlijke kenmerken van de boodschap (Petty & Cacioppo, 1986).

Zoals eerder is vermeld in dit onderzoek, raken mensen meer gemotiveerd wanneer aan iemand wordt verteld “80% meer zijn best te moeten doen” dan slechts “doe je best”

(Locke et al., 1981). Dit betekent dus dat een overtuigende, enthousiaste boodschap mensen meer zal motiveren om bepaald gedrag uit te voeren. Een persuasieve boodschap tijdens het sporten kan mensen dus enthousiasmeren om lichaamsbeweging uit te voeren en kan het stellen van doelen vergroten (Locke et al., 1981). Daarnaast is het van belang dat

sportapplicaties beschikken over een beloning en feedback geven aan de gebruiker. Pas dan kan er een effect plaats vinden. Wanneer hier sprake van is, wordt de motivatie gestimuleerd (Shiraishi et al., 2009). Door het geven van feedback tijdens het sporten, krijgen sporters het gevoel dat zij doelen behalen en zij gewenst gedrag uitvoeren. De sporter moet prikkels krijgen wanneer hij vooruitgang boekt in de richting van het doel, bijvoorbeeld door het geven van aanmoedigende boodschappen (Locke & Latham, 1985). Na afloop moet er feedback worden verstrekt wanneer het doel bereikt is, bijvoorbeeld door het tonen welke afstand de sporter heeft afgelegd (Consolvo, Klasnja, McDonald & Landay, 2009). Hierdoor zullen sporters de toepassing sneller gebruiken voor een lange tijd (Shiraishi et al., 2009). Er kan dus verwacht worden dat een persuasieve boodschap leidt tot meer goalsetting, wat vervolgens leidt tot het gewenste gedrag: sportmotivatie. Naar aanleiding van deze bevindingen kan de volgende hypothese worden geformuleerd:

H1: Een persuasieve boodschap in een sportapplicatie heeft een positiever effect op goalsetting dan een informatieve boodschap. Dit versterkt vervolgens de motivatie om te sporten.

Celebrity endorsement

Jaarlijks wordt in bijna 20 procent van alle reclames die op televisie verschijnen gebruik gemaakt van een beroemdheid, ook wel bekend onder de term ‘celebrity endorsement’

(Agrawal & Kamakura, 1995). Celebrities zijn mensen die genieten van publieke erkenning door een groot deel van een bepaalde groep mensen (Schlecht, 2003). Het fenomeen celebrity endorsement wordt in de literatuur gedefinieerd als ‘elk persoon die een publieke erkenning

(10)

10 heeft en deze gebruikt om een consumentengoed of service aan te prijzen door er mee te verschijnen in een reclame’ (McCracken, 1989). De aandacht voor een reclameboodschap van de consument wordt getrokken door filmsterren, sporters, modellen, tv-sterren en politici.

Celebrity endorsement gaat er vanuit dat bepaalde kenmerken van beroemdheden worden overgedragen aan het merk. Zo kunnen bekende mensen bepaalde positieve gevoelens

opwekken bij consumenten. Dit proces wordt meaning transfer genoemd (McCracken, 1989).

Zo wordt verwacht dat een beroemdheid in een applicatie een positieve houding tegenover sporten opwekt bij de gebruiker.

Volgens McCracken (1989) moet er een symbolische ‘match’ bestaan tussen de bekende persoon en het merk of product, alleen dan kan celebrity endorsement effectief werken. Een beroemdheid die past bij het merk zal een krachtiger effect hebben. Deze verklaring wordt in theorie ook wel de match-up hypothese genoemd. Door een match-up tussen beroemdheid en merk of product, zal de consument een betere evaluatie ontwikkelen (Ohanian, 1991). In dit onderzoek over sportapplicaties wordt er rekening gehouden met deze match. De bekende persoon die gekozen wordt voor het experiment, moet passen bij de sportapp.

Onderzoek naar de persuasieve effecten van celebrity endorsement laat zien dat celebrity endorsement de aandacht voor een advertentie verhoogt (Buttle, Raymond &

Danziger, 2000). De aantrekkelijkheid van beroemdheden zorgt voor overtuigingskracht wanneer consumenten zich gevoelig tonen voor sociale acceptatie en de mening van anderen (DeBono & Harnisch, 1988). Daarnaast kunnen bekende personen gezien worden als

betrouwbare bronnen wanneer zij de expertise hebben in een bepaald gebied, bijvoorbeeld een atleet die sportschoenen aanprijst (Ratneshwar & Chiaken, 1991). Verder worden bekende personen positief gewaardeerd, wat kan leiden tot overtuiging, doordat er naar een soort relatie tussen consument en beroemdheid wordt gezocht (Belch & Blech, 2007).

Het inzetten van een bekend persoon in televisiereclames kan stimuleren tot het kopen van het geadverteerde product, hetgeen het doel is van reclames voor consumenten (Wang, Cheng, & Chu, 2013). Daarom wordt in dit onderzoek verwacht dat het inzetten van een bekend persoon in de app er toe bijdraagt dat de motivatie tot sporten toeneemt. Vanwege de persuasieve effecten van celebrity endorsement, zoals hiervoor beschreven, mag verwacht worden dat dit ook een positief effect teweegbrengt op motivatie om te sporten.

Naast de effecten van celebrity endorsement wordt in de literatuur verwezen naar de inspirerende invloed van rolmodellen. Een rolmodel laat zien hoe een bepaalde gedraging kan worden uitgevoerd (Lockwood, Jordan & Kunda, 2002). Rolmodellen zorgen ervoor dat

(11)

11 motivatie wordt gestimuleerd, ze laten strategieën zien voor het bereiken van succes. Het bereiken van een persoonlijk doel gebeurt effectiever wanneer het doel wordt opgesteld in combinatie met een rolmodel of expert, zoals een personal trainer (Consolvo et al., 2009). In dat geval kan er verwacht worden dat in dit onderzoek een expert op het gebied van hardlopen bijdraagt aan de mate van goalsetting. Een expert is in dit geval de ‘goal source’ en werkt met het individu aan zijn doelen (Consolvo et al., 2009). Ook kan de inspirerende invloed van rolmodellen afhangen van de doelen waar mensen naar streven. Mensen luisteren alleen naar rolmodellen die congruent zijn met hun eigen regels en nuttig zijn voor het bereiken van hun doelen (Lockwood, Jordan & Kunda, 2002). Op basis van deze informatie kan de volgende hypothese gesteld worden:

H2: Een bekend persoon in een sportapplicatie heeft een positiever effect op goalsetting dan een onbekend persoon. Dit versterkt vervolgens de motivatie om te sporten.

Daarnaast is het interessant om te kijken naar de interactie tussen het type boodschap en endorser. Uit bovenstaande informatie is gebleken dat een persuasieve boodschap een effect heeft op goalsetting en motivatie. Er is weinig literatuur bekend over het effect van

informatieve, neutrale boodschappen. In dit onderzoek wordt er van uitgegaan dat slechts persuasieve berichten leiden tot een hoge mate van goalsetting en sportmotivatie. Ook het gebruik van een bekend persoon, expert of rolmodel leidt tot goalsetting en motivatie om te sporten. Er wordt verwacht dat de combinatie van deze twee kenmerken in een sportapplicatie het sterkst effect hebben op goalsetting en sportmotivatie. De volgende twee hypothesen worden geformuleerd:

H3: Een persuasieve boodschap van een bekend persoon leidt tot een hogere mate van sportmotivatie dan een informatieve boodschap van een onbekend persoon.

H4: Een persuasieve boodschap van een bekend persoon leidt tot een hogere mate van goalsetting dan een informatieve boodschap van een onbekend persoon.

In het onderstaande conceptueel model zijn de hypotheses weergeven.

(12)

12 Figuur 1.: conceptueel model

Methode

Design

In dit experiment werd gebruik gemaakt van een 2x2 tussen-proefpersonen factorieel design (informatieve app vs. persuasieve app x bekend persoon vs. onbekend persoon). Iedere proefpersoon kreeg een scenario voorgelegd met screenshots van de app en een bijbehorend geluidsfragment. Er waren in totaal vier verschillende condities.

Steekproef

Om het effect van celebrity endorsment op en goalsetting en sportmotivatie in een sportapp te onderzoeken, is er een online experiment uitgevoerd, gevolgd door een vragenlijst. Er is voor deze onderzoeksmethode gekozen omdat er gezocht werd naar een causale relatie tussen het type app en de motivatie om te sporten. De proefpersonen zijn door middel van een

gelegenheidssteekproef verzameld. De onderzoekers hebben respondenten verkregen door zelf vrienden en familie te benaderen. Er hebben in totaal 262 proefpersonen meegedaan aan het onderzoek. Hiervan hebben 189 proefpersonen (N=189) het experiment volledig

uitgevoerd. Het onderzoek betrof 47 procent mannen en 53 procent vrouwen, met een leeftijd van 12 tot en met 65 jaar (M = 27,05, SD = 10,54). De proefpersonen zijn benaderd via verschillende media (zoals Facebook en e-mail) om deel te nemen aan het onderzoek. De 189 proefpersonen werden random ingedeeld in één van de vier condities (informatieve app met Type boodschap:

Persuasief Informatief

Endorser:

Bekend persoon Onbekend persoon

Goalsetting

Motivatie om te sporten H1+

H2+

H3+ & H4+

(13)

13 bekend persoon, persuasieve app met bekend persoon, informatieve app met onbekend

persoon en persuasieve app met onbekend persoon).

Stimulusmateriaal

Het experiment betrof een scenario met screenshots van een sportapp en bijbehorend geluidsfragment. Het scenario bootste een verhaal na van iemand die gaat hardlopen en daarbij gebruik gaat maken van de sportapp ‘Run Now’, een niet bestaande hardloop applicatie. De screenshots van de app gaven informatie over de eigen inspanning van deze persoon. Deze screenshots komen van de bestaande app ‘Runkeeper’ en zijn bewerkt voor de stimulus. Het eerste screenshot betrof de voorpagina van de app. Op het tweede screenshot stond de persoon die de app vertegenwoordigt (onbekende of bekende endorser) met daarbij de tijd van het hardlopen, de afstand die is afgelegd en de calorieën die zijn verbrand. Op het derde screenshot was de afgelegde route van de hardloper te zien en het laatste screenshot betrof het uiteindelijke resultaat van de hardloopsessie. Het geluidsfragment bootste na hoe de endorser een boodschap geeft aan de persoon die met de app aan het hardlopen is (zie Bijlage 1).

Type boodschap

Het type boodschap was onderverdeeld in een persuasieve en een informatieve boodschap.

Een persuasieve boodschap werd gemeten aan de hand van geluidsfragmenten in de sportapp waarin de endorser de gebruiker overtuigt, aanmoedigt en motiveert. Deze waren: “Kom op, je kan het, nog 2 kilimoter!”, “Het gaat goed zo!” en “Nog even doorzetten!”. Voor de

informatieve app werd dezelfde stimulus gebruikt, maar dan met andere soorten

geluidsfragmenten. De endorser gaf de gebruiker informatie over zijn inspanning. De endorser riep: “Je bent nu op de helft van je work-out”, “Je hebt 200 calorieën verbrand”, en “Je rent nu met een snelheid van zes kilometer per uur.

Om na te gaan of de proefpersonen de boodschap in de applicatie informatief of persuasief hadden ervaren, werd er aan het eind een manipulatiecheck uitgevoerd. De

proefpersonen werden gevraagd op een schaal van 1 tot 7 aan te geven in hoeverre zij de tekst informatief-overtuigend en onpersoonlijk-persoonlijk vonden. In de conditie met een

persuasieve boodschap vonden 80 procent van de proefpersonen de boodschap overtuigend.

In de informatieve conditie vonden 41 procent van de proefpersonen de boodschap

informatief. Verder vonden 49 procent van de proefpersonen de boodschap onpersoonlijk bij

(14)

14 een informatieve boodschap. Bij een persuasieve boodschap vonden 60 procent van de

proefpersonen de boodschap persoonlijk.

Type endorser

Het type endorser was onderverdeeld in een bekend persoon en een onbekend persoon. De bekende persoon in dit onderzoek was Usain Bolt, de Olympisch kampioen sprinten. Hij stond centraal in de sportapp, omdat verwacht werd dat deze persoon het beste aansloot bij deze app. Dit resultaat bleek uit de pretest van het experiment. De onbekende persoon in de app was een getinte man die voor geen van allen als bekend zou worden gezien ( fictieve renmaat

“Brian”). Er was gekozen voor een getinte man, zodat tijdens het experiment huidskleur geen rol kon spelen. Deze factor werd hiermee uitgesloten.

Het scenario was voor elke conditie hetzelfde, al verschilden de condities dus in type endorser en type boodschap. De ene conditie bevatte een bekend persoon, Usain Bolt, en de andere conditie een onbekend persoon, Brian (een fictieve renmaat). Verder bevatte de ene conditie een persuasieve boodschap (geluidsfragment en tekst) en de andere conditie een informatieve boodschap (geluidsfragment en tekst).

Ter controle van de endorser manipulatie was er een manipulatiecheck uitgevoerd.

Hiermee werd onderzocht of de proefpersonen een bekend persoon herkenden en een

onbekend persoon daadwerkelijk als een onbekend persoon ervaarden. De manipulatiecheck was gedaan door aan het eind van het experiment te vragen “Was de persoon in de app een bekend of onbekend persoon?”. Waar een bekend persoon aanwezig, herkenden 83 procent van de proefpersonen daadwerkelijk de celebrity endorser. Bij de conditie met de fictieve renmaat Brian beantwoordden 80 procent van de proefpersonen met een onbekend persoon.

Hoewel een aantal proefpersonen de manipulatievraag niet juist beantwoord hadden, werd er gekozen deze proefpersonen niet te verwijderen. Het kon zijn dat de proefpersoon niet gelijk Usain Bolt herkende als een bekende sporter. Uit de pretest bleek dat Usain Bolt door de meeste respondenten verkozen werd als meest representatieve bekende sporter.

Verder werd gecontroleerd of de proefpersoon aandachtig de stimulus bestudeerd had.

Door middel van de vraag “Hoeveel screenshots heb je gezien?” kon dit beantwoord worden.

In het experiment waren 4 screenshots te zien, 57 procent van de proefpersonen gaf het juiste antwoord.

Pretest

Voordat het daadwerkelijke experiment uitgevoerd ging worden, werd er een pretest

(15)

15 afgenomen. Het doel van deze pretest was om te kijken of de stimulus het gewenste effect bereikte. Er werd door middel van verschillende vragen getest of de bekende en onbekende personen in de app ook daadwerkelijk gepercipieerd werden als een bekend of onbekend persoon. De respondenten (N=14) werden gevraagd: ‘Geef aan op een schaal van 1 tot 5 in hoeverre deze persoon een bekend persoon is’. Ook werd getest welke bekende en onbekende persoon het beste paste in de loopapp: ‘Geef aan op een schaal van 1 tot 5 in hoeverre je deze persoon vindt passen in een loopapp’. Naar aanleiding van deze resultaten werd gekozen om voor de experimentele conditie met een bekend persoon Usain Bolt te kiezen en voor de conditie met een onbekend persoon een donker getinte hardloper.

Verder is een pretest gedaan met zowel het stimulus als de daarbij behorende vragenlijst. De pretest was dus bijna gelijk aan het echte online experiment. Drie

respondenten (N=3) hebben deze pretest gedaan en konden daarbij opmerkingen noteren. Aan de hand van deze resultaten hadden de onderzoekers het scenario verder uitgebreid zodat proefpersonen zich beter konden inleven. De vraag voor de stellingen werd aangepast zodat ook niet-sporters de vragen konden beantwoorden. De vraag ‘waarom beoefen je sport?’ werd veranderd in ‘om welke reden zou je sport beoefenen?’.

Procedure

De proefpersonen hebben vrijwillig meegedaan aan het experiment en gaven toestemming tot privacy voorwaarden om de antwoorden mee te nemen in de analyses. In de oproep tot deelname aan het experiment stond een introductie tot het onderzoek en een link naar het online experiment. Wanneer de proefpersonen toegang hadden tot het online experiment konden zij een inleidend verhaal lezen over wie de onderzoekers zijn, hoe lang het experiment zou duren en dat de antwoorden van de proefpersonen anoniem zullen blijven.

De eerste vragen van het onderzoek betroffen vragen over het sportgedrag van de proefpersoon. Er werd gevraagd hoeveel deze persoon sport per week en of deze persoon aan hardlopen doet. Op de pagina daarna werd aangegeven dat de proefpersoon een stimulus te zien zou krijgen en het verzoek om dat goed te bestuderen. Hierna werd de proefpersoon blootgesteld aan de stimulus, waarna de vragenlijsten volgden die de afhankelijke variabelen hebben gemeten. Allereerst werden de vragen met betrekking motivatie gesteld,

daaropvolgend de vragen met betrekking tot goalsetting. Hierna volgde de manipulatiecheck en als laatste vulden de proefpersonen hun demografische kenmerken in, (leeftijd en

geslacht). Tot slot werden de proefpersonen hartelijk bedankt voor hun deelname.

(16)

16 Metingen

Motivatie om te sporten

De afhankelijke variabele 'motivatie om te sporten’ werd gemeten aan de hand van een

vragenlijst gebaseerd op de Situational Motivation Scale (Guay, Vallerand, Blanchand, 2000).

Dit is een schaal die zowel intrinsieke en extrinsieke motivatie meet. De motivatie werd gemeten door de vraag "Om wat voor redenen zou jij gaan sporten?" met daarbij

antwoordstellingen waarop de proefpersoon moest aangeven in hoeverre hij of zij het wel of niet eens was met de reden om te gaan sporten. Er werd een onderscheid gemaakt tussen intrinsieke en extrinsieke motivatie. Een aantal stellingen behorend bij intrinsieke motivatie waren: “Omdat ik het een interessante activiteit vind”, “Ik vind sporten fijn”, “Sporten is leuk”, en “Omdat ik mij goed voel als ik sport”. Voorbeelden van stellingen hoe extrinsieke motivatie werd gemeten waren: “Omdat het van me verwacht wordt”, “Omdat sporten iets is wat ik moet doen”, “Omdat ik geen keuze heb” en “Omdat ik het gevoel heb dat ik het moet doen”. Om te zorgen dat er betrouwbare schaalvariabelen gemaakt konden worden, zijn er vier extra stellingen aan toegevoegd. “Het geeft mij voldoening” en “Omdat trainen mijn prestaties verbeterd” voor intrinsieke motivatie. “Omdat het zorgt dat ik gewaardeerd word door de mensen die ik ken” en “Voor de sociale voordelen die je hebt als je een sporter bent”

voor extrinsieke motivatie (zie Bijlage 2).

Uit de principale componenten factoranalyse bleek dat er drie verschillende componenten waren met een factorlading hoger dan 1. In deze studie is gekozen om de

variabele ‘sportmotivatie’ als één variabele te behouden, in plaats van opgedeeld in intrinsieke en extrinsieke motivatie. Hierdoor kon de sterkte van sportmotivatie makkelijker gemeten worden. De totaal verklaarde variantie van het eerste component was 54,9 procent. De schaal met 16 items had een Cronbach’s alpha van 0,85(M = 4,8, SD = 0,83) bij verwijdering van het item ‘Omdat ik het gevoel heb dat ik geen keuze heb’. De schaal lijkt dus sportmotivatie te meten. Hoe hoger de score op de schaal, hoe hoger de sportmotivatie.

Goalsetting

Zoals in de theorie is beschreven, moeten doelen verschillende elementen bevatten:

duidelijkheid, uitdaging, inzet, feedback en taak complexiteit (Locke et al., 1981). De

metingen voor goalsetting zijn gebaseerd op deze elementen. Door middel van de vraag “Als ik doelen stel voor het sporten…” werd op een 7-punts Likertschaal lopend van helemaal mee oneens tot helemaal mee eens verschillende stellingen getoetst. Deze waren: “Moeten die duidelijk zijn”, “Moeten die uitdagend zijn”, “Zet ik mij daarvoor in”, “Wil ik feedback

(17)

17 krijgen als ik een doel heb bereikt” en “Raak ik gemotiveerd om mij in te zetten indien het doel duidelijk en uitdagend is”. Bij het meten van goalsetting was het voornaamste doel te achterhalen of mensen gemotiveerd raken van het stellen van doelen. De stellingen die dit toetsten waren onder andere: “Ik stel doelen voor het sporten”’, “Ik raak gemotiveerd door het stellen van doelen”, “Als mijn doel te makkelijk is ben ik minder gemotiveerd om het doel te bereiken”, “Ik kan mijn doel bereiken als iemand mij daarin begeleid” (zie Bijlage 2).

Uit de principale componenten factoranalyse bleek de schaal voor goalsetting eendimensionaal te zijn met een verklaarde variantie van 43,89 procent. Deze schaal van 12 items had een Cronbach’s alpha van 0,82 (M = 4,69, SD = 0,88).

Analyse

Om het effect van het type sportapplicatie op motivatie om te sporten te meten, zijn er meervoudige regressieanalyses uitgevoerd. Hiervoor is gekozen omdat de onafhankelijke variabelen op ordinaal niveau gemeten zijn en de afhankelijke variabele op interval-ratio niveau. Daarnaast werd er verwacht dat goalsetting een mediërende variabele zal zijn in de relatie tussen het type app en de motivatie om te sporten. Er werden voor de hypotheses 1 en 2 regressieanalyses uitgevoerd. Voor de mediatie werden er meerdere relaties berekend: de relatie tussen de onafhankelijke variabelen op de afhankelijke variabele, de relatie tussen de onafhankelijke variabelen op de mediërende variabele en de relatie tussen de mediërende variabele en de afhankelijke variabele. Daarnaast was er gekeken naar analyses onder controle van zowel onafhankelijke variabelen als mediërende variabele. Hypotheses 3 en 4 werden beantwoord aan de hand van een tweewegs-variantieanalyse. Hierbij werden de experimentele condities (groepen) afzonderlijk en gezamenlijk getoetst op de twee afhankelijke variabelen.

Voorafgaand aan de regressieanalyse zijn er spreidingsdiagrammen uitgevoerd om te na te gaan of het verband tussen de onafhankelijke variabelen ‘type boodschap’ en ‘type endorser’ en de afhankelijke variabele ‘sportmotivatie’ geen duidelijk krom verband lieten zien. Dit houdt in dat de verdeling normaal verdeeld moet zijn en er geen duidelijke uitschieters zitten in de data. De data voldeed hier aan en dus konden de regressieanalyses uitgevoerd worden.

(18)

18

Resultaten

Effecten van type boodschap

Allereerst is er een meervoudige regressieanalyse uitgevoerd om het hoofdeffect van ‘type boodschap’ op ‘goalsetting’ te meten. De analyse laat zien dat het model niet significant is, F (1,147) = 0,68, p = 0,410. Er is geen verband tussen het type boodschap op de goalsetting van een persoon (M = 4,69, SD = 0,88), b* = 0,12, t = 0,83, p = 0,410, 95% CI [-0,17, 0,41].

De regressieanalyse om het hoofdeffect van ‘type boodschap’ op ‘motivatie’ te meten, laat zien dat ook dit model niet significant is, F (1,147) = 0,13, p = 0,717. Er blijkt geen verband te zijn tussen het type boodschap en de motivatie om te sporten (M = 4,84, SD = 0,83), b* = 0,05, t = 0,36, p = 0,717, 95% CI [-0,21, 0,32].

Het regressiemodel waarbij het type boodschap gecontroleerd wordt voor de invloed van goalsetting is significant, F (2,146) = 13,37, p < 0.001. Het model verklaart voor slechts 15,5 procent de varia(n)tie in sportmotivatie (R² = 0,155). Type boodschap heeft echter geen significant effect op sportmotivatie bij controle voor goalsetting, b* = 0,01, t = 0,04, p = 0,966, 95% CI [-0,25, 0,26]. Daarnaast is het effect van goalsetting op sportmotivatie onder controle van type boodschap significant, b*= 0,37, t = 5,16, p < 0,001, 95% CI [0,23, 0,51].

Dit betekent dat wanneer goalsetting toeneemt, de motivatie om te sporten ook toeneemt, onder constant houding van het type boodschap.

De Sobel’s Z- test geeft aan hoeveel van de invloed van het type boodschap op sportmotivatie verdwijnt als gevolg van goalsetting. Sobel’s Z = -1,32, p = 0,187. Er is geen significant resultaat, dit betekent dat goalsetting geen mediërend effect heeft op

sportmotivatie. Hypothese 1 kan niet worden aangenomen, een persuasieve boodschap leidt niet tot meer goalsetting of motivatie om te sporten.

Effecten van type endorser

De regressieanalyse van ‘type endorser’ op ‘goalsetting’ laat geen significant model zien, F (1,147) = 0,08, p = 0,720. Er is dus geen hoofdeffect van het type endorser op goalsetting (M

= 4,59, SD = 0,88), b* = 0,04, t = 0,29, p = 0,772, 95% CI [-0,25, 0,33].

Uit de regressieanalyses van de variabelen ‘type endorser’ en ‘motivatie’ blijkt ook dat het model niet significant is, F (1,147) = 1,27, p = 0,262. Het type endorser heeft geen effect op motivatie om te sporten (M = 4,64, SD = 0,81), b* = 0,15, t =1,14, p = 0,262, 95%

CI[-0,12, 0,42].

De regressieanalyse waarbij de onafhankelijke variabele ‘type endorser’ gecontroleerd

(19)

19 wordt voor de invloed van goalsetting, is significant, F (2,146) = 14,08, p < 0,001. Het model verklaart voor 16,2 procent de varia(n)tie in sportmotivatie (R2 = 0,162). Type endorser heeft echter geen significant effect op sportmotivatie wanneer er gecontroleerd wordt voor

goalsetting, b* = 0,14, t = 1,20, p = 0,275, 95%CI [-0,11, 0,37]. Daarnaast is het effect van goalsetting op sportmotivatie bij controle op type endorser significant, b* = 0,37, t = 5,17, p <

0,001, 95% CI [0,23, 0,51]. Dit houdt in dat wanneer goalsetting toeneemt, de motivatie om te sporten ook toeneemt, onder constant houding van het type endorser.

Hierna is de Sobel’s Z test uitgedraaid om te kijken of er sprake is van een interactie- Effect. Uit de waarde van Sobel’s Z bleek dat goalsetting niet medieert in de relatie tussen het type endorser en de motivatie om te sporten, Sobel’s Z = 0,27, p = 0,785. Hypothese 2 kan dus niet bevestigd worden, het type endorser heeft geen invloed op goalsetting of motivatie om te sporten.

Effecten type endorser x type boodschap

Voor hypothese 3 en 4 is een tweewegs-variantieanalyse uitgevoerd met de variabelen ‘type endorser’ en ‘type boodschap’ op de motivatie om te sporten. Wat betreft hypothese 3 is er geen significant effect gevonden voor type endorser, F (1,145) = 1,28, p = 0,260, en type boodschap, F (1,145)= 1,09, p = 0,742. De proefpersonen in de conditie met Usain Bolt en een persuasieve boodschap scoorden gemiddeld 4,97 (SD = 0,85) op motivatie om te sporten.

De proefpersonen in de conditie met een informatieve boodschap van fictieve renmaat Brian scoorden gemiddeld 4,77 op motivatie om te sporten (SD = 0,93).

Voor hypothese 4 werden geen significante resultaten gevonden voor het type endorser, F (1,145)= 0,62, p = 0,434, en type boodschap, F (1,145)= 0,13, p = 0,725.

Proefpersonen in de conditie met Usain Bolt en een persuasieve boodschap scoorden

gemiddeld 5,90 op goalsetting (SD = 0,77). De proefpersonen die blootgesteld werden aan een sportapp met de fictieve renmaat Brian en een informatieve boodschap scoorden gemiddeld 4,74 op goalsetting (SD = 0,92).

Discussie

Het doel van deze studie was te achterhalen of het gebruik van een celebrity endorser in combinatie met een persuasieve boodschap in een sportapplicatie invloed heeft op goalsetting

(20)

20 en de motivatie om te sporten. Het inzetten van een bekend persoon in een sportapplicatie werd gecombineerd met het type boodschap dat werd gegeven door de endorser.

Zoals uit de literatuur bleek, liet het onderzoek van Shirashi et al. (2009) zien dat het krijgen van een beloning of feedback in een applicatie stimulerend is voor de motivatie van de gebruiker. Hierdoor krijgen sporters het gevoel dat zij het te behalen doel binnen bereik is en dus gewenst gedrag uitvoeren. In dit onderzoek werden er geen effecten gevonden voor de relaties tussen het type boodschap, goalsetting en sportmotivatie. Er was daarnaast geen sprake van een mediërend effect van de variabele ‘goalsetting’. Daarom wordt hypothese 1 verworpen. Dit komt niet overeen met de resultaten van het onderzoek van Shirashi et al.

(2009). Deze studie testte goalsetting en motivatie door middel van een gameapplicatie, genaamd ‘EcoIsland’, waarin spelers leerden milieubewust te leven. De beloning of feedback die hier gegeven werd, was een extra hulpmiddel om het spel nog beter te kunnen spelen.

Deze vorm van beloning of feedback is niet te vergelijken met een sportapplicatie, immers de sporter krijgt niet een werkelijke beloning wanneer het doel behaald wordt. Daarnaast duurde het onderzoek van Shirashi et al. (2009) twee weken en werd het onderzoek in een natuurlijke setting uitgevoerd. Dit kan ook een verklaring zijn waarom dit onderzoek over

sportapplicaties geen significante resultaten laat zien. Door het gebruik van een online

experiment raken proefpersonen minder sterk betrokken dan bij een veldexperiment, zoals bij Shirashi et al. (2009). De effectiviteit van een sportapplicatie wordt hierdoor niet in een natuurlijke context bepaald. Een vervolgonderzoek met een veldexperiment is daarom aan te bevelen.

Verder werd in de theorie het ELM aangekaart. Dit model, dat informatieverwerking verklaart, laat zien dat perusasieve berichten tot gedragsverandering leiden (Petty &

Cacioppo, 1986). In dit onderzoek over sportapps is geen gedragsverandering onderzocht, omdat er geen sprake was van twee metingen. Er wordt slechts sportmotivatie op één moment gemeten, de motivatie ook door andere factoren tot stand kan komen, zoals persoonlijkheid en omgeving. Hierdoor werd niet exact getest of motivatie toenam na blootstelling aan de

stimulus. Dit is een beperking aan het onderzoek, het is niet mogelijk om aan te tonen of motivatie om te sporten dus daadwerkelijk verhoogd wordt door het aanhoren van een persuasieve boodschap in een sportapp.

Er is dus geen verschil in goalsetting of sportmotivatie wanneer een bericht als “Kom op, je kan het, nog 2 kilometer” wordt gegeven in plaats van objectieve informatie als “Je rent nu met een snelheid van zes kilometer per uur”. Hoewel de regressieanalyse van hypothese 1 niet significant was, laat de richting van de regressiecoëfficiënt wel een gewenst effect zien.

(21)

21 Zowel goalsetting als motivatie om te sporten namen toe bij een sportapplicatie met een persuasieve boodschap. Het niet-significante resultaat kan te wijten zijn aan een tekort aan data om het effect van type boodschap als significant te bestempelen.

Voor hypothese 2 werd het effect van het type endorser op goalsetting en

sportmotivatie gemeten. Er werd verwacht dat een bekend persoon in een sportapplicatie een positiever effect op goalsetting heeft dan een onbekend persoon. Zoals in de theorie is aangekaart, moet er sprake zijn van een match tussen de bekende persoon en het merk of product (McCracken, 1989). Pas dan kan celebrity endorsement effectief werken. Hoewel in dit onderzoek - middels een pretest - is getoetst welke sporter het beste paste in de

experimentele conditie met een bekend persoon, blijkt toch dat celebrity endorsement niet effectief is geweest. Er werden geen significante resultaten gevonden en dus wordt hypothese 2 verworpen. Uit de manipulatiecheck bleek dat niet alle proefpersonen (17 procent) Usain Bolt hadden herkend als bekend persoon. Er was dus geen volledige ‘match-up’. De respondenten waren, door het niet bewustzijn van blootstelling aan een celebrity endorser, niet optimaal beïnvloedt. Feitelijk was dit dus een zwakke manipulatie en dit moet voorkomen worden in vervolgonderzoek. De resultaten zijn op die manier meer toe te schrijven aan de onafhankelijke variabele dan aan de manipulatie.

Lockwood, Jordan en Kunda (2002) concluderen echter wel dat rolmodellen ervoor zorgen dat motivatie wordt gestimuleerd. Betreffend onderzoek is gebaseerd op printmedia en niet op mobiele applicaties. Hierdoor kan bekritiseerd worden of de resultaten voor

printmedia gelijk te stellen zijn aan sportapplicaties. Genoemd onderzoek betrof een voormeting met de vraag of iemand doelen stelt, waarna er teksten gelezen werden over rolmodellen. Hierna volgde een vragenlijst waarbij proefpersonen moesten beoordelen hoe succesvol het rolmodel was. Daarna werd gemeten hoe gemotiveerd zij waren voor de toekomst en of ze doelen gingen stellen naar aanleiding van het verhaal van het rolmodel.

Ook hier kan het gebruik van een meting op één moment bekritiseerd worden. In het onderzoek van Lockwood, Jordan en Kunda (2002) werden namelijk positieve effecten gevonden van rolmodellen. Dit komt omdat de bestaande attitude bij proefpersonen werd gemeten door een voormeting. Voor vervolgonderzoek zullen de metingen op twee tijdstippen moeten plaatsvinden om te kijken of een stimulus voor een verhoogde mate van goalsetting en sportmotivatie zorgt.

Hoewel hypothese 2 niet aangenomen wordt, sluit de richting van de

regressiecoëfficiënt uit de regressieanalyse aan op de verwachting: zowel goalsetting als sportmotivatie namen langzaam toe als er een bekend persoon werd ingezet in de

(22)

22 sportapplicatie. Het regressiemodel was dan niet significant, maar mogelijkerwijs dat met een groter sample dit resultaat wel significant wordt.

Voor hypotheses 3 en 4 werd de combinatie van een persuasieve boodschap met een bekend persoon onderzocht. De verwachting was dat deze combinatie een sterker effect zou hebben op goalsetting en sportmotivatie dan een informatieve boodschap met een onbekend persoon. Deze verwachting is gebaseerd op het combineren van literatuur uit verschillende onderzoeken. Er was geen literatuur bekend over een interactie-effect van een persuasieve boodschap van een bekend persoon op goalsetting of motivatie om te sporten. Er werden dan ook geen significante resultaten gevonden voor beide hypotheses en dus worden hypotheses 3 en 4 verworpen. Een persuasieve boodschap in combinatie met een bekend persoon zorgt niet voor een hogere mate van goalsetting en sportmotivatie dan een informatieve boodschap van een onbekend persoon. Wellicht is er een te snelle conclusie getrokken uit de bestaande literatuur. Het waren geen vergelijkbare studies door de verschillende methoden, de resultaten kunnen hierdoor niet zomaar worden samengetrokken.

Tot slot kan de hoofdvraag van dit onderzoek beantwoord worden. In welke mate heeft het type app, waarin onderscheid wordt gemaakt tussen type boodschap en type endorser, invloed op goalsetting en motivatie om te sporten? Op basis van de hypotheses uit dit onderzoek kan worden gezegd dat het type boodschap en het type endorser geen invloed hebben op de goalsetting en sportmotivatie van personen. Het inzetten van een celebrity endorser in een sportapplicatie die een persuasieve boodschap overbrengt op de gebruiker, voegt niets toe om motivatie te laten toenemen. Dit kan te wijten zijn aan het feit dat celebrity endorsement werkt op de cognitieve en affectieve componenten van attitudes, in plaats van op de daadwerkelijke gedragscomponenten (Rossiter & Percy, 1987). Voor vervolgonderzoek is het dus interessant om te kijken hoe er in de media kan worden ingespeeld op die cognitieve en affectieve componenten van attitudes in de hersenen. Het kan zijn dat motivatie om te sporten heel anders gestimuleerd moet worden dan in dit onderzoek is onderzocht. Er zal dus een longitudinaal veldexperiment uitgevoerd kunnen worden waarin sporters de

sportapplicatie gebruiken, zodat goalsetting en motivatie om te sporten over een langere tijd getest kunnen worden. Daarnaast is het interessant om te kijken naar verschillende

componenten van motivatie: resulteert het effect van bovenstaande sportapplicaties wellicht verschillend op de intrinsieke motivatie en extrinsieke motivatie om te sporten?

Gezien de schaarste van onderzoek naar de invloed van het soort sportapplicatie op goalsetting en sportmotivatie, onderschrijft het resultaat het belang van onderzoek naar deze tak van persuasieve mogelijkheden om gezond gedrag aan te sporen en te bevorderen. Hoewel

(23)

23 het gebruik van celebrity endorsement in reclameadvertenties op tv goed lijkt te werken, geldt dat niet voor sportapplicaties (Buttle, Raymond & Danziger, 2000). Het gebruik van een bekend persoon zorgt er dus niet voor dat mensen sneller doelen stellen en meer gemotiveerd raken om te sporten. Het onderzoek heeft meerdere beperkingen en de resultaten zijn niet significant. Dat is jammer, maar dat neemt niet weg dat hardlopen met Usain Bolt aan je zijde voor plezier kan zorgen!

(24)

24

Literatuurlijst

Albaina, I., Visser, T., Mast van der, C., & Vastenburg, M. (2009) Flowie: A persuasive virtual coach to motivate elderly individuals to walk. In Pervasive Computing Technologies for Heathcare International Conference, 1-7.

Agrawal, J., & Kamakura, W. (1995). The Economic Worth of Celebrity Endorsers: An Event Study Analysis, Journal of Marketing, 59(3), 56-62.

Banias, P., & Malita, L. (2012). Can we use sport, web 2.0 and social & informal learning to develop & enhance social competences?, Procedia Social and Behavioral Sciences, 15(2011), 628–632.

Belch, E., & Belch, A. (2007), Advertising and Promotion: An Integrated

Marketing Communications Perspective, New York: The McGraw Hill Companies, Inc.

Black, S., & Weiss, M. (1992). The Relationship Among Perceived Coaching Behaviors, Perceptions of Ability, and Motivation in Competitive Age-Group Swimmers. Journal of Sport & Exercise Psychology, 14(3), 309-325.

BN’ers in reclame. (2004, 8 januari). Adformatie, p 44.

Buttle, H., Rayone, J., & Danzinger, S. (2000). Do Famous Faces Capture Attention?, Advances in Consumer Research, 27(2000), 245

Consolvo, S., Klasnja, P., McDonald, D., & Landay, J.(2009). Goal-setting considerations for persuasive technologies that encourage physical activity. In Proceedings of the 4th

international Conference on Persuasive Technology, 8.

DeBono, K., & Harnish, R. (1988). Source Expertise, Source Attractiveness, and the Processing of Information: A Functional Approach, Journal of Personality and Social Psychology, 55(4), 541,546.

(25)

25 Deci, E., & Ryan, R. (1985). The general causality orientations scale: Self-determination in personality. Journal of research in personality, 19(2), 109-134.

Durik, A., & Harackiewicz, J. (2003). Achievement goals and intrinsic motivation:

Coherence, concordance, and achievement orientation, Journal of Experimental Social Psychology, 39(4), 378-385.

Erdogan, B., Baker, M. & Tagg, S. (2001). Selecting celebrity endorsers: The practioner’s perspective, Journal of Advertising Research, 41(3), 39-48.

Fogg, B. (2003). Persuasive technology: using computers to change what we think and do.

Boston: Morgan Kaufmann Publishers.

Gasser, R., Brodbeck, D., Degen, M., Luthiger, J., Wyss, R., & Recihlin, S. (2006).

Persuasiveness of a Mobile Lifestyle Coaching Application Using Social Facilitation, Berlijn:

Springer Berlin Heidelberg, 2006.

Guay, F., Vallerand, R., & Blanchard, C. (2000). On the Assesment of Situational Intrinsic and Extrinsic Motivation: The Situational Motivation Scale (SIMS), Motivation and Emotion, 24(3), 175-213.

Lee, T., Locke, E., & Latham, G. (1989). Goal setting theory and job performance. Hillsdale:

Lawrence Erlbaum Associaties.

Lee, J., McInerney, D., Liem, G., & Ortiga, Y. (2010). The relationship between future goals and achievement goal orientations: An intrinsic-extrinsic motivation perspective,

Contemporary Educational Psychology, 35(4), 264-279.

Leijdekkers, P., & Gay, V. (2012). User Adoption of Mobile Apps for Chronic Disease Management: A Case Study Based on MyFitnessCompanion. In Impact Analysis of Solutions for Chronic Disease Prevention and Management, Springer Verlag Berlin Heidelberg, 42-49.

Locke E., & Latham. G. (1985). The application of goal setting to sports, Journal of Sport Psychology, 7(3), 205-222.

(26)

26 Locke, E., & Latham, G. (2002). Building a practically useful theory of goal setting and task motivation: A 35-year odyssey, American Psychologist, 57(9), 705-717.

Locke, E., Shaw, K., Saari, L., & Latham, G. (1981). Goal setting and taskperformance, Psychological Bulletin, 90(1), 125-152.

Lockwood, P., Jordan C., & Kunda, Z. (2002). Motivation by Positive or Negative Role Models: Regulatory Focus Determines Who Will Best Inspire Us, Journal of Personality and Social Psychology, 83(4), 854-864.

McCracken, G. (1989). Who is the Celebrity Endorser? Cultural Foundations of the Endorsement Process, Journal of Consumer research, 16(3), 310-32.

Miller, G. (1983) On Various Ways of Skinning Symbolic Cats: Recent Research On

Persuasive Message Strategies, Journal of Language and Social Psychology, 2(2), 123-140.

NRC. (2013). Fit voor het kerstdiner. Verkregen op 28 maart 2014 via

http://www.nrc.nl/handelsblad/van/2013/december/10/fit-voor-het-kerstdiner-1324716

Ohanian, R. (1991). The impact of celebrity spokesperson’s perceived image on consumers’

intention to purchase, Journal of Advertising Research, 31(1), 46-54.

Petty, R., & Cacioppo, J. (1986). The elaboration likelihood model of persuasion. New York:

Academic Press.

Ratneshwar, S., & Chaiken, S. (1991). Comprehension's role in persuasion: The case of its moderating effect on the persuasive impact of source cues, Journal of Consumer Research, 18(1), 52-62.

Rossiter, J., & Percy, L. (1987). Advertising and Promotion Management. Londen: McGraw- Hili, Inc.

(27)

27 Ryan, R., & Deci, E. (2000). Intrinsic and Extrinsic Motivations: Classic Definitions and New Directions, Contemporary Educational Psychology, 25(1), 54-67.

Schellens, P., Klaassen, R., & de Vries, S. (2006). Communicatiekundig ontwerpen:

methoden, perspectieven en toepassingen. Assen: Koninklijke Van Gorcum BV.

Schlecht, C. (2003). Celebrities’ Impact on Branding. Verkregen op 28 maart 2014 via http://www.globalbrands.org/research/working/Celebrity_Branding.pdf

Shiraishi, M., Washio, Y., Takayama, C., Lehdonvirta, V., Kimura, H., & Nakajima, T.

(2009). Using individual, social and economic persuasion techniques to reduce CO 2 emissions in a family setting. In Proceedings of the 4th International Conference on Persuasive Technology, 13.

Spreechreadings, n.d. Verkregen op 8 mei 2014, via http://www.uvm.edu/~asnider/speechreadings/speech3.pdf

Stragier, J., & Mechant, P. (2013). Mobile fitness apps for promoting physical activity on Twitter: the #RunKeeper case. Etmaal van de Communicatiewetenschap.

Strecher, V., Seijts, G., Kok, G., Latham, G., Glasgow, R., DeVellis, B., Meertens, R., &

Bulger, D. (1995). Goal setting as a Strategy for Health Behavior Change, Health Education Quarterly, 22(2), 190-200.

Wang, J., Cheng Y., Chu, Y. (2013). Effect of Celebrity Endorsements on Consumer Purchase Intentions: Advertising Effect and AdvertisingAppeal as Mediators, Human Factors and Ergonomics in Manufacturing & Service Industries, 23(5), 357–367.

Warburton, D., Nicol, C., & Bredin, S. (2006). Health benefits of physical activity: the evidence, Canedian Medical Assosiation, 174(6), 801-809

(28)

28 Bijlage 1: condities experiment

Conditie 1: persuasieve boodschap vs onbekend persoon

Het is zondag ochtend, je bent al een aantal uren wakker en kijkt uit het raam. Je merkt op dat het mooi weer is buiten en krijgt zin om buitenlucht op te snuiven. Je herinnert je ineens dat een paar weken terug een vriend van je vertelde dat hij de app "Run Now" gedownload heeft. Hij vond het een fijne app en raadde aan het ook eens te gebruiken. De ultieme kans om dat nu eens te gaan doen! Je downloadt de app, trekt je sport outfit aan, pakt je koptelefoon en smartphone en stapt naar buiten. Je start de Run Now app en begint te hardlopen. Dit is het beginscherm.

Je geniet van de frisse buitenlucht en merkt dat het hardlopen goed gaat. Je vraagt je af hoe lang je al bezig bent en kijkt naar je smartphone. Je ziet het volgende scherm

.

Dat gaat lekker! Tijdens het hardlopen word je aangemoedigd door Brian, je fictieve renmaatje. Deze persoon roept dingen als: “Kom op, je kan het, nog 2 kilometer!”, “Het gaat goed zo!” en “Nog even doorzetten!”. Door je koptelefoon hoor je deze teksten. In het volgende geluidsfragment hoort u een nabootsing van wat er in de app te horen is: [geluidsfragment]

Halverwege de hardloopsessie kijk je weer op de hardloop app om te zien waar je hebt gelopen. Je ziet dan het volgende scherm.

(29)

29 Dat is al aardig ver van je startpunt, tijd om op de hoek van de Wittenburgergracht om te draaien en terug naar huis te gaan.

Eenmaal thuis aangekomen neem je een glas water en bekijkt nogmaals hoe lang je gerend hebt, hoeveel kilometer je gelopen hebt en hoeveel calorieën je daarmee hebt verbrand.

Conditie 2: persuasieve boodschap vs bekend persoon

Het is zondag ochtend, je bent al een aantal uren wakker en kijkt uit het raam. Je merkt op dat het mooi weer is buiten en krijgt zin om buitenlucht op te snuiven. Je herinnert je ineens dat een paar weken terug een vriend van je vertelde dat hij de app "Run Now" gedownload heeft. Hij vond het een fijne app en raadde aan het ook eens te gebruiken. De ultieme kans om dat nu eens te gaan doen! Je downloadt de app, trekt je sport outfit aan, pakt je koptelefoon en smartphone en stapt naar buiten. Je

start de Run Now app en begint te hardlopen. Dit is het beginscherm

Je geniet van de frisse buitenlucht en merkt dat het hardlopen goed gaat. Je vraagt je af hoe lang je al bezig bent en kijkt naar je smartphone.

(30)

30 Dat gaat lekker! Tijdens het hardlopen word je aangemoedigd door Usain Bolt, de Olympisch

kampioen sprinten. Usain Bolt roept dingen als: “Kom op, je kan het, nog 2 kilometer!”, “Het gaat goed zo!” en “Nog even doorzetten!”. Door je koptelefoon hoor je deze teksten. In het volgende geluidsfragment hoort u een nabootsing van wat er in de app te horen is: [geluidsfragment]

Halverwege de hardloopsessie kijk je weer op de hardloop app om te zien waar je hebt gelopen. Je ziet dan het volgende scherm.

Dat is al aardig ver van je startpunt, tijd om op de hoek van de Wittenburgergracht om te draaien en terug naar huis te gaan.

Eenmaal thuis aangekomen neem je een glas water en bekijkt nogmaals hoe lang je gerend hebt, hoeveel kilometer je gelopen hebt en hoeveel calorieën je daarmee hebt verbrand.

Je bent tevreden over je prestatie. Je bent blij dat je besloten hebt te gaan hardlopen.

Conditie 3: informatieve boodschap vs een onbekend persoon

(31)

31 Het is zondag ochtend, je bent al een aantal uren wakker en kijkt uit het raam. Je merkt op dat het mooi weer is buiten en krijgt zin om buitenlucht op te snuiven. Je herinnert je ineens dat een paar weken terug een vriend van je vertelde dat hij de app "Run Now" gedownload heeft. Hij vond het een fijne app en raadde aan het ook eens te gebruiken. De ultieme kans om dat nu eens te gaan doen! Je downloadt de app, trekt je sport outfit aan, pakt je koptelefoon en smartphone en stapt naar buiten. Je start de Run Now app en begint te hardlopen. Dit is het beginscherm.

Je geniet van de frisse buitenlucht en merkt dat het hardlopen goed gaat. Je vraagt je af hoe lang je al bezig bent en kijkt naar je smartphone.

Je krijgt van je fictieve renmaatje Brian, tijdens het hardlopen informatie over je eigen ispanning.

Brian zegt met op neutrale toon dingen als: “Je bent nu op de helft van je work-out”, “Je hebt 200 calorieën verbrand”, en “Je rent nu met een snelheid van zes kilometer per uur”. Door je koptelefoon hoor je deze teksten. In het volgende geluidsfragment hoort u een nabootsing van wat er in de app te horen is: [geluidsfragment]

Halverwege de hardloopsessie kijk je weer op de hardloop app om te zien waar je hebt gelopen. Je ziet dan het volgende scherm.

(32)

32 Dat is al aardig ver van je startpunt, tijd om op de hoek van de Wittenburgergracht om te draaien en terug naar huis te gaan.

Eenmaal thuis aangekomen neem je een glas water en bekijkt nogmaals hoe lang je gerend hebt, hoeveel kilometer je gelopen hebt en hoeveel calorieën je daarmee hebt verbrand.

Je bent tevreden over je prestatie. Je bent blij dat je besloten hebt te gaan hardlopen.

Conditie 4: informatieve boodschap vs een bekend persoon

Het is zondag ochtend, je bent al een aantal uren wakker en kijkt uit het raam. Je merkt op dat het mooi weer is buiten en krijgt zin om buitenlucht op te snuiven. Je herinnert je ineens dat een paar weken terug een vriend van je vertelde dat hij de app "Run Now" gedownload heeft. Hij vond het een fijne app en raadde aan het ook eens te gebruiken. De ultieme kans om dat nu eens te gaan doen! Je downloadt de app, trekt je sport outfit aan, pakt je koptelefoon en smartphone en stapt naar buiten. Je start de Run Now app en begint te hardlopen. Dit is het beginscherm

.

(33)

33 Je geniet van de frisse buitenlucht en merkt dat het hardlopen goed gaat. Je vraagt je af hoe lang je al bezig bent en kijkt naar je smartphone.

Dat gaat lekker! Je krijgt van Usain Bolt, de Olympisch kampioen sprinten, tijdens het hardlopen informatie over je eigen inspanning. Usain Bolt zegt op een neutrale toon dingen als: “Je bent nu op de helft van je work-out”, “Je hebt 200 calorieën verbrand”, en “Je rent nu met een snelheid van zes kilometer per uur”. Door je koptelefoon hoor je deze teksten. In het volgende geluidsfragment hoort u een nabootsing van wat er in de app te horen is: [geluidsfragment]

Halverwege de hardloopsessie kijk je weer op de hardloop app om te zien waar je hebt gelopen. Je ziet dan het volgende scherm.

Dat is al aardig ver van je startpunt, tijd om op de hoek van de Wittenburgergracht om te draaien en terug naar huis te gaan.

Eenmaal thuis aangekomen neem je een glas water en bekijkt nogmaals hoe lang je gerend hebt, hoeveel kilometer je gelopen hebt en hoeveel calorieën je daarmee hebt verbrand.

(34)

34 Je bent tevreden over je prestatie. Je bent blij dat je besloten hebt te gaan hardlopen.

(35)

35 Bijlage 2: vragenlijst Qualtrics

Onderzoek Sport en Motivatie

Dit onderzoek gaat over het gebruik van sport apps tijdens het hardlopen. Sport apps zijn applicaties op de smartphone die betrekking hebben op sport. Het onderzoek wordt uitgevoerd door studenten Communicatiewetenschap aan de Universiteit van Amsterdam in het kader van de Bachelor afstudeerscriptie. Deelname aan dit onderzoek duurt ongeveer 10-15 minuten, en gebeurt op

vrijwillige basis. Je krijgt allereerst een paar vragen. Daarna ga je een tekst lezen met bijgevoegd een paar plaatjes en geluidsfragment. Probeer deze tekst aandachtig te lezen en de plaatjes en het

geluidsfragment goed in je op te nemen, want achteraf worden hierover vragen gesteld. Alvast bedankt voor je deelname,Timo Laan, Louiza Janssen en Mattie van Steensel.

Informed consent onderzoek Sport en Motivatie

Ik verklaar hierbij op voor mij duidelijke wijze te zijn ingelicht over de aard en methode van het onderzoek over sport en motivatie.

Ik stem geheel vrijwillig in met deelname aan dit onderzoek. Ik behoud daarbij het recht deze instemming weer in te trekken zonder dat ik daarvoor een reden hoef op te geven. Ik besef dat ik op elk moment mag stoppen met het onderzoek. Als mijn onderzoeksresultaten gebruikt worden in wetenschappelijke publicaties, of op een andere manier openbaar worden gemaakt, dan zal dit volledig geanonimiseerd gebeuren. Mijn persoonsgegevens worden niet door derden ingezien zonder mijn uitdrukkelijke toestemming.

Als ik meer informatie over het onderzoek wil, nu of in de toekomst, dan kan ik me wenden tot Mattie van Steensel (0644285374; mattie.vansteensel@uva.nl). Voor eventuele klachten over dit onderzoek kan ik me wenden tot het lid van de Commissie Ethiek namens ASCoR, per adres: ASCoR

secretariaat, Commissie Ethiek, Universiteit van Amsterdam, Kloveniersburgwal 48, 1012 CX Amsterdam; 020-525 3680; ascor-secr-fmg@uva.nl.

 Ik ga akkoord met de voorwaarden voor het onderzoek. (1)

Hoe vaak sport je ongeveer per week?

 0 keer per week (1)

 1 keer per week (2)

 2 keer per week (3)

 3 keer per week (4)

 4 keer per week (5)

 5 of meer keer per week (6)

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

JAGUAR THE FRESH COMPANY ® 2021 | WWWW.JAGUARTHEFRESHCOMPANY.NL Dit gebouw van 44.000 vierkante meter is ontworpen door onze. logistiek partner Kivits-Goes en heeft

– En in Jezus Christus, zijn enige Zoon, onze Heer, – die ontvangen is van de heilige Geest, – geboren uit de maagd Maria, – die geleden heeft onder Pontius Pilatus,

Frame vanuit het perspectief van de ontvanger – Maak het belangrijk voor hem of haar en zet hem of haar liever niet in een slechterikenrol. Kies voor concrete taal

[r]

“Het was een zeer construc- tief gesprek, waar we met een dele- gatie van de stad en een honderdtal buurtbewoners ons over nieuwe plannen voor de wijk gebogen heb- ben.” Hoewel

Het is voor niemand een geheim dat een priester met de ideeën van Dom Hélder Câmara ook in onze Kerk vandaag nooit bisschop zou worden benoemd.”.. Andere

Alle andere niet-leerplichtige leerlingen in het kleuteronderwijs kunnen niet onwettig afwezig zijn, aangezien ze - wegens niet onderworpen aan de leerplicht - niet steeds op

heerlijk als Gij zijt alleen, Armste aller armen rijker dan de allerrijksten restloos gegeven. Liefdestroming eindeloos alleen