K.P.C. de Leeuw, Kleding in Nederland 1813-1920 · dbnl
Hele tekst
GERELATEERDE DOCUMENTEN
‘Gaan we van Vaalbank weg?’ riepen de beide meisjes, die ook aan de tafel zaten, tegelijk. Ze waren ouder dan Paul, en moesten kousen breien voor het gezin. Dat was geen
Daar na hebben de Hollandtsche Graaven, de Vryheydt, door haare bezegelde Privilegien of Voor-Rechten, niet alleen bekrachtigt, maar ook van tijdt tot tijdt vermeerdert: doch doen
Ziet hier de dry koleuren by onzen leeuw geplant waer onder wy triompheren doór g'heel het Belgeland en wy nemen ons behaegen om altoos den oranje schyn daer mede te verjaegen
Men hoort het bulderend geluid, En alles stroomt naar 't strand, En woelt en worstelt door malkaar, En traan op traan, bij 't vreugdgebaar,!. Rolt neer op
van Weezelenburg, Lierzang aan mijne stad- en landgenooten, bij de gelukkige herstelling van Nederland, in slagtmaand 1813.!.
Het moet zyn dat veel Vlamingen deze aenmerkingen met my gedaen hebben want uit alle steden, uit alle gemeenten hoort men heden den roep om onze schoone moedertael weder te
Ik verheug mij uitermate aan dit werk; want mij dunkt, dat op de punt van iederen goedendag, dien wij vaardig krijgen, reeds een Franschman steekt. En verwonder u niet,
voegde hij er bij, in vuur gerakend, ‘als ik dacht, dat na het vertrek van Lodewijk de handen niet toereikend zouden zijn voor het werk, dat gij geen knecht zoudt kunnen krijgen,