• No results found

Eerst geloven, zei theoloog

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Eerst geloven, zei theoloog"

Copied!
1
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

K E R K 10

K E R K + L E V E N - 2 0 A U G U S T U S 2 0 0 8

G

EWOON hoogleraar gods- dienstdidactiek luidt de volle titel van Roebbens opdracht aan de Duitse universiteit. Intussen is de professor ook ‘gewoon’ vader van drie. Bij hen toetst hij gere- geld theorie aan praktijk. In het spanningsveld van religie en maatschappij zoekt hij naar goe- de vormen van geloofsopvoeding of ‘religieuze educatie’.

„Dat is allereerst opvoeding in de brede betekenis”, aldus de pro- fessor. „En educatie betekent let- terlijk: uitgeleide doen. Mensen bijstaan dus in het vinden van hun levensbestemming. Scholen moe- ten jonge mensen daarom aller- eerst leren kritisch zijn en zich weerbaar opstellen in een materi- alistische samenleving. Ze moe- ten jongeren met andere woorden helpen om hun ‘spirituele spier- kracht’ te ontwikkelen. Ik vrees echter dat het onderwijs de ande- re richting uitgaat. Scholen wor- den leerfabrieken. Ze zijn erop ge- richt jongeren te laten inpassen in het raderwerk van de economie.”

Langzamer

Daarom moet het onderwijs vol- gens Bert Roebben ‘verlangza- men’. „Het zou een goed idee zijn terug te grijpen naar klassieke teksten om de rijkdom van oude tradities te herontdekken. We kunnen ook meer stilstaan bij de levenswijsheid van andere tradi- ties dankzij de multiculturele con- text in de meeste scholen. Een be- zoek aan een klooster is tegen- woordig voor de meeste leerlin- gen al een kennismaking met een

geheel ongekende religieuze we- reld. Ten slotte kunnen we ook van solidariteit leren. Vele scholen la- ten hun leerlingen nu al een soci- ale stage doen. Samen de handen aan de ploeg slaan en bovendien merken dat het deugd doet.”

Ook in het belang van mensen met een beperking pleit Roebben voor onthaasting. Een deel van zijn leerstoel aan de universiteit van Dortmund wil hij overigens speciaal aan deze doelgroep wij- den. „Hoewel heel wat mensen in het veld ermee bezig zijn, is er nauwelijks onderzoek naar religi- euze opvoeding en vorming van mensen met een beperking. Theo- retisch inzicht hierover is bijna onbestaande. Alsof niet iedere mens recht heeft op spiritualiteit en op een ruimte waarin het ge- loof kan gedeeld en geoefend wor- den.”

Plek van geloof

Is religieuze educatie allereerst opvoeding in de ruime betekenis, ze wil vanzelfsprekend ook speci- fiek christelijk zijn. Dat aspect toont zich in het lezen van de ‘te- kenen des tijds’ in het licht van het evangelie, in het tonen van plek- ken waar het geloof beleefd wordt en in het getuigenis van de opvoe- der. Die laatste verwijst ook naar christelijke intellectuelen die met religieuze toewijding zich wagen aan de grote vragen van de sa- menleving.

„Ik zie een grote nood aan per- sonen en instanties die humani- teit, weerbaarheid en spirituali- teit bevorderen in onze cultuur vandaag”, aldus Bert Roebben. Hij

moet vaststellen dat de Kerk zeer veel kansen laat liggen om wat dit betreft van waarde te zijn. Het klinkt zwaar en misschien wat al- gemeen, maar in grote mate niet- temin terecht: „De Kerk lijkt me vooral bezig met zichzelf, met haar onderhoudspastoraat en met de zielzorg van de kleine rest.

Intussen vergroot de nood aan professionele voorgangers, hoor ik vrijwilligers kreunen onder het vele werk en zie ik vrijgestelden in de parochies en bisdommen wan- hopig vragen om een langeter- mijnvisie. De kerkleiding rea- geert met angst en kleingelovig- heid in plaats van te investeren in mensen en middelen om een kri- tisch, eigentijds geloof te voeden.”

Sterk vangnet

Door zijn werkervaring in Vlaanderen, Nederland en Duits- land is Bert Roebben goed ge- plaatst om de toestand van de Kerk in die drie landen te vergelij- ken. „Nederland scoort het hoogst in secularisatie en ontwrichting van de Kerk”, klinkt het. „Een ka- tholiek netwerk is er bijna onbe- staande. Parochies zijn eilandjes, aan jongerenpastoraal wordt bij- na niet gedaan. Het bisdom Breda is het enige met een eigen jeugd- dienst. Al het andere jeugdwerk gebeurt op heel lokale basis. En dan heb je nog de Werkgroep Ka- tholieke Jongeren onder impuls van de bisschop van Roermond, mgr. De Jong, die resoluut kiest voor de kleine rest van overtuigde katholieken.”

Vlaanderen scoort in de optiek van de theoloog iets beter. „Wat onderwijs en jeugdwerk betreft hebben wij nog een stevig christe- lijk geïnspireerd vangnet. Maar de druk erop is groot. In Duitsland hebben mensen beduidend min- der moeite om zich tot de katho- lieke Kerk te bekennen. Maar ook hier slaat de secularisatie almaar verder toe. Mijn studenten komen wel vaak nog uit een katholiek nest of zijn een product van het katholieke jeugdwerk, maar ook zij hebben meestal weinig parate kennis van hun geloofstraditie.

Toen ik vroeg wie al eens een klooster vanbinnen had gezien, konden slechts twee van de twaalf zich aanmelden. Een derde was wel eens in Taizé geweest.”

Deze omstandigheden bieden ook kansen, vindt de theoloog.

„Hierin de eigenheid van de religi- euze ervaring en taal verkennen met jongvolwassenen, is een spannende en hoopvolle onderne- ming. Daaruit ontstaat nieuwe theologie.”

Intussen sluit Bert Roebben zich ook graag aan bij de visie op ge- loofsoverdracht van het Vlaams Secretariaat van het Katholiek Onderwijs (VSKO), ontwikkeld door onder meer Piet Raes. Wan- neer een school erom vraagt, zoekt deze theoloog samen met alle belangstellenden binnen die school naar een gemeenschappe- lijk draagvlak. De meeste katho- lieke scholen dragen de naam van een heilige. Vaak bezit het verhaal dat daarachter schuilgaat nog wel wervende kracht. Dan ontstaan opnieuw mogelijkheden om de school een duidelijker katholiek profiel aan te meten.

Wat is religieuze educatie?

In zijn boek Godsdienstpedagogiek van de hoop (Leuven, Acco, 2007) beschrijft Bert Roebben het proces van religieuze educatie in drie stappen. Eerste stap is de zogenaamde ‘elementarisering’.

„Bij de leerstof die je wilt doorgeven, ga je kernachtig te werk. Bij het uitleggen van een psalm bijvoorbeeld, stel je meteen scherp op de grondboodschap. Dat kan zijn: vertrouwen, roepen op God, om- gaan met lijden. Hoe jonger of beperkter de leerlingen zijn, hoe pre- ciezer je moet zijn, opdat de boodschap zou overkomen.”

Vervolgens moet de nieuwe kennis ‘ontstollen’. Leerlingen moe- ten beleven (her-kennen) wat ze geleerd hebben. „Ik ben een vurig pleitbezorger van ervaringsleren, zeker wanneer de leerlingen tot een specifieke doelgroep behoren, zoals jongeren met een moeilij- ke thuis of met een beperking. Voor een blinde betekent ‘vertrou- wen’ immers iets heel anders als voor iemand die een vaderfiguur moet missen of een jongere bij wie alles voor de wind gaat.” Ook hier pleit Roebben voor verlangzaming: de ‘trage vragen’ waarmee jongeren worstelen mogen niet worden afgedaan met een snelle didactische truc.

Na de beleving volgt het ‘structurerende inzicht’. Hierbij wordt verwoord wat leerlingen uit de twee voorgaande stappen leerden.

Kennis wordt aan ervaring gekoppeld en leidt tot dieper inzicht en toe-eigening.

In afgeleide vorm kan deze methode ook van nut zijn in de jon- gerenpastoraal, vindt Roebben. In het gezin is ze minder van toe- passing. „Daar komt het er vooral op aan niet te ingewikkeld te doen. Uiteindelijk gaat het om de liefde. De kunst is de kinderen spontaan binnen te voeren in de cultuur van het geloof. Leef het voor en geef hen het gevoel dat ze erbij horen. Laat ruimte bestaan voor de verwoording van hun twijfels en wees niet te terughoudend om je eigen levenskeuze te verantwoorden. Opgroeiende kinderen hebben het nodig om hun ideeën te schuren aan die van hun ou- ders. Ze hebben recht op volwassenen die uitleg geven en weer- werk bieden.”

‘Theologiseren met jongeren is boeiend en hoopvol.’ © Hugo Maris

Eerst geloven, zei theoloog

Hoe het geloof ter sprake brengen op school, in de catechese, thuis? Theoloog Bert Roebben heeft er zo zijn eigen idee over. Na vijf jaar Leuven en twaalf jaar Tilburg is de Vlaming nu professor aan de theologische faculteit in Dortmund, Duitsland. Bij zijn aanstelling legde hij zijn visie op ‘religieuze educatie’ bloot. „Studenten theologie moeten zich het geloof meer toe-eigenen om het geloofwaardig over te brengen aan leerlingen”, klinkt het. Geen geringe opdracht, zo blijkt, want deze

studenten zijn vaak vervreemd van Kerk en traditie.

L i e v e Wo u t e r s

Kerk- en maatschappijkritische

analyse van geloofsopvoeding

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

De vorming van twee nieuwe landen in het Koninkrijk (Curaçao en Sint Maarten) die elk moeten voorzien in inspecties op het justitiële vlak, alsmede de ten opzichte

In de situatie, dat de betrokken giro-order binnen een en dezelfde giro-instelling kan worden afgewikkeld zal daarvan al sprake zijn op het moment waarop de

Noot voor de pers, niet voor publicatie: neem voor meer informatie contact op met de Commissie Iedereen doet Mee van Zorgbelang Groningen, Platform Hattinga Verschure en zaVie:

Het beeld van de pater die preekt tegen het commu- nisme of Vlaamse jongens opjut om naar het Oostfront te trekken, gaat niet op voor de meeste religieuzen.. De groep

nog in 1571, driejaar voor zijn dood, geeft Hardenberg tegenover Bullinger blijk van zijn verwachtingen van Zurich voor de voort- gang van de reformatie.".. Congenialiteit met

Deze studie verandert de huidige aanbeveling acute hoest niet 7 : pneumonie uitsluiten bij patiënten met een (lage) luchtweginfectie, die zich presenteren met acute hoest, op basis

Uit het WODC-onderzoek blijkt dat in de wet dan wel enige flexibiliteit wordt geboden ten aanzien van de leeftijdsgrens van twaalf jaar om gehoord te worden, maar dat

B-faculteiten gaat. Ons stuit een dergelijke technocratische samenleving op enorme schaal tegen de borst. Maar in de wereld van heden, en vooral in haar