• No results found

Zondagslezing

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Zondagslezing"

Copied!
1
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

kerk & leven

lezingen & Commentaar

14

28 december 2016

Lezingen door de week | Maandag 2 januari 2017: Eerste Brief van Johannes 2, 22-28 en Johannes 1, 19-28 • Dinsdag 3 ja- nuari 2017: Eerste Brief van Johannes 2, 29 – 3, 6 en Johannes 1, 29-34 • Woensdag 4 januari 2017: Eerste Brief van Johannes 3, 7-10 en Johannes 1, 35-42 • Donderdag 5 januari 2017: Eerste Brief van Johannes 3, 11-21 en Johannes 1, 43-51 • Vrijdag 6 janu-

ari 2017: Eerste Brief van Johannes 5, 5-13 en Marcus 1, 6b-11 • Za- terdag 7 januari 2017: Eerste Brief van Johannes 5, 14-21 en Jo- hannes 2, 1-12 • Zondag 8 januari 2017 (Openbaring des Heren) Jesaja 60, 1-6 – Brief aan de Efesiërs 3, 2-3a.5-6 – Matteüs 2, 1-12.

eucharistie op radio | 1 januari 2017, 10 uur, VRT Radio 1:

vanuit de Sint-Servaasparochie in Grimbergen.

eucharistie op tv | 1 januari 2017, 10.30 uur, KRO via NPO 2 (Nederland 2): vanuit de Sint-Maartensparochie in Maartens- dijk in de provincie Utrecht.

commentaar bij de zondagslezingen a-jaar

— Luc Devisscher —

Tot in het hart

Evangelie • Kerst op zondag? Dan is ook nieuwjaarsdag op zondag, op de zogeheten oc- taaf van Kerstmis. De lezingen ruimen plaats voor het feest van de Moeder Gods. Uit het evangelie van Lucas horen we het verhaal over een kraambezoek van herders en over de naamgeving van een kind. Het gaat over het pasgeboren kind van Maria en Jozef.

Het kraambezoek. Niet koningen, maar herders zijn de eersten die op de babyborrel ko- men. De voorkeur van Lucas gaat uit naar eenvoudige mensen. Herders beoefenen boven- dien het aanvankelijke beroep uit van de latere koning David. Hun gezelschap toogt naar Bethlehem omdat een engel van de Heer hen geopenbaard heeft dat juist in die stad van David hun redder geboren is, „de Messias”. Het teken waaraan ze Hem zullen herkennen, is een voerbak die dienst doet als wieg (zie Lucas 2, 1-14).

De herders vinden het kind zoals voorzegd. Ze kunnen hun vreugde niet op en vertel- len honderduit aan ieder die het wil horen over de engel en wat hen over dit kind werd ge- zegd. Blijkbaar hebben er zich rond de voerbak ook andere mensen verzameld: gasten dan uit het naburige verblijf, waar geen plaats was voor de zwangere vrouw en haar man? Hoe dan ook, rond de voerbak zijn de herders de eerste verkondigers van de goede boodschap over de Messias. Iedereen staat perplex. Maria zwijgt stilletjes en overdenkt wat de engel Gabriël eerder tot haar gezegd had: „God, de Heer zal uw zoon de troon van zijn vader Da- vid geven en aan zijn koningschap zal geen einde komen” (zie Lucas 1, 32-33).

Terwijl ze door de velden terugkeren naar hun kudde, zingen de herders uit volle borst de glorie van God. Ze prijzen Hem lof om alles wat ze hebben gehoord en gezien. Ze kwa- men niet bedrogen uit. Hun gang naar Bethlehem was niet tevergeefs. Ze zijn verweid.

De naamgeving. Op de achtste dag na de geboorte wordt het kind besneden en krijgt het zijn roepnaam. Hoewel vrouwen van dit ritueel werden buitengesloten, krijgt het kind toch de naam die aan Maria door de engel Gabriël ingefluisterd was: ‘Jezus’ (zie Lucas 1, 26- 31). In zijn roman Het evangelie volgens Jezus Christus beschrijft José Saramago het tafereel als volgt: „Op de achtste dag na de bevalling bracht Jozef zijn eerstgeborene naar de synagoge voor de besnijdenis, en daar sneed de priester met een stenen mes de voorhuid van het hui- lende kind weg. Jozef zei dat zijn zoon Jezus zou heten en zo werd hij bijgeschreven in de kadasters van God na dat al te zijn gedaan in de registers van de keizer. Jezus, hoewel hij nog niet kan weten dat dat zijn naam is, is voorlopig niet meer dan een klein natuurwe- zentje, zoals het lammetje van een ooi.”

Welke toekomst wacht dat kind? Stilaan zullen zijn ouders ontdekken wat God voor- heeft met hun spruit. De gezegende vrucht uit de schoot van Maria zal opgroeien tot een geliefde Zoon, in wie God vreugde vindt. Als opvolger van koning David zal Hij de herder zijn die op zoek gaat naar verloren schapen. Hoewel ze haar kind moet afgeven, schikt Ma- ria zich naar wat God wil op aarde als in de hemel. Vreugde en verdriet liggen daarbij in het verschiet. Stilletjes zullen de gekoesterde woorden van de engel en de herders in het hart van de moeder een goddelijke glans krijgen. Gezegend is die vrouw. Heilige Maria, Moeder Gods.

Lezingen • In het boek Numeri wil God door de aanroeping van zijn naam de Israëlieten zegenen. Mozes mandateert daartoe Aäron en diens zonen. Niet iedereen kan zo maar in de naam van God zegenen. In de zegen spreekt het moederhart van God tot zijn volk en wordt hen bescherming, genade en vrede toegewenst. Bij de presentatie van de Nieuwe Bijbelvertaling in 2004 sprak de rabbijn Abraham Malinsky in de Antwerpse kathedraal diezelfde zegen uit. Het was een indrukwekkend gebaar waarbij hij zijn handen vormde naar de eerste letter van God als de Almachtige, Shaddai. Gods zegen is voor iedereen en van alle tijden.

Dit is de tijd van de vrijheid. Gods eigen Zoon is naar ons toe gekomen om ons vrij te maken, schrijft Paulus aan de Galaten. Waarvan? Van elke slavenwet. Waarvoor? Om kin- deren van God te worden, zusters en broeders in de Geest van de Zoon. De Zoon raakt ons in het hart als Hij God tot „Abba, Vader” uitroept. We zijn dus niet langer slaven, maar dochter of zoon. Wettige erfgenamen van God. Hiervan is de tijd opnieuw vol, 365 dagen.

Een gezegend nieuw jaar.

• De commentaren op de Schriftlezingen zijn op Twitter te volgen via @DevisscherLuc

• Reacties welkom via luc.devisscher@ccv.be

EERSTE LEZING

numeri 6, 22-27

De Heer sprak tot Mozes: „Zeg aan Aäron en zijn zonen: ‘Als gij de Israëlieten zegent, doe het dan met deze woorden:

„Moge de Heer u zegenen en u behoeden! Moge de Heer de glans van zijn gelaat over u spreiden en u genadig zijn! Mo- ge de Heer zijn gelaat naar u keren en u vrede schenken!”’

„Als zij zo mijn naam over de Israëlieten uitspreken, zal Ik hen zegenen.”

TWEEDE LEZING

brief aan de galaten 4, 4-7

Broeders en zusters,

Toen de volheid van de tijd gekomen was, zond God zijn ei- gen Zoon, geboren uit een vrouw, geboren onder de wet, om ons, slaven van de wet, vrij te maken, zodat wij de rang kre- gen van zonen. En omdat ge zonen zijt, heeft God de Geest van zijn Zoon, die „Abba, Vader!” roept, in ons hart gezon- den. Ge zijt dus niet langer slaaf maar zoon en als zoon ook erfgenaam en wel door toedoen van God.

EVANGELIE

lucas 2, 16-21

In die tijd haastten de herders zich naar Betlehem en von- den Maria en Jozef en het pasgeboren kind, dat in de krib- be lag. Toen ze dit gezien hadden maakten ze bekend wat hun over dit kind gezegd was. Allen die het hoorden ston- den verwonderd over hetgeen de herders hun verhaalden.

Maria bewaarde al deze woorden in haar hart en overwoog ze bij zichzelf. De herders keerden terug, terwijl zij God ver- heerlijkten en loofden om alles wat zij gehoord en gezien hadden; het was juist zoals hun gezegd was.

Toen de acht dagen voorbij waren en men het kind moest besnijden ontving het de naam Jezus, zoals het door de en- gel was genoemd voordat het in de moederschoot werd ont- vangen.

Schriftlezingen

© Katholieke Bijbelstichting Breda, www.bijbel.net

1 ja n ua r i 2017 – f e est va n d e m o e d e r go ds

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Mede door zijn politieke enga- gement werd Verdi hét gezicht van de Italiaanse opera.. Som- mige melodieën, zoals het sla- venkoor uit Nabucco, behoren tot het

Heeft God ooit tot een engel gezegd: „Gij zijt mijn Zoon; Ik heb U heden verwekt?” Of: „Ik zal een vader voor Hem zijn en Hij zal mijn zoon zijn?” Wanneer Hij evenwel

komt nog wekelijks langs, maar hij dringt nooit wat op”, zegt Ingburg De Bever.. Een fijne verstandhouding tus- sen samenwerkende generaties en hun partners blijkt

Het is geen toeval dat in deze donkerste dagen voor Kerstmis, telkens opnieuw de warmste week wordt gehouden: teken van solidariteit ten top: iets kunnen betekenen voor anderen:

Terwijl Hij met hen at beval Hij hun Jeruzalem niet te verlaten, maar de belofte van de Vader af te wachten die, zo zei Hij, gij van Mij vernomen hebt: "Johannes doopte met

Van het kind dat uit Maria geboren gaat worden, zegt Gabriël dat de Heer hem de troon van zijn vader David zal geven en dat aan zijn koningschap geen grens zal zijn.. De profeet

Arie: ‘Ik had altijd de norm, richting ma, maar ook richting jullie: we gaan nooit boos slapen, want je weet niet of je nog wakker wordt. Ruzie moet

De vorige uitzending lazen we als laatste vers uit de eerste brief van Johan- nes, 1Joh.5:12 waar de apostel aan zijn lezers schreef: Wie dus de Zoon van God heeft, heeft het