.nte
B e s t u u r s d i e n s t
jron\ngen
Directie RO/EZ BST/BA/Veldstra/Stol
Toezegging n.a.v. herziene grexen: tijdelijke bestemming op^i^tuur op OndenA/erp braakliggende ten-einen
Bezoekadres Waagstraat 1
De leden van de raad van de gemeente Groningen te
GRONINGEN
Telefoon 050 3 6 7 7 6 6 4 Bijlage(n) Datum 2 2 J A N 2 0 1 3 Uwbriefvan
Geachte heer, mevrouw,
Onskenmerk BD 13.3462097
Uw kenmerk
Postadres Postbus 20001 9700 PB Groningen
Wij zijn met het openbaar vervoer bereil^baar, buslijnen
1, 2, 3, 5, 6, 1 1 , 13, 16
Informatie over vertrektijden krijgt u via 0900-92 92
In uw antwoord graag datum en kenmerk vermelden.
E-mailadres bestuursdienst@bsd.
groningen.nl
Website www.groningen.nl
Tijdens de vergadering van de raadscommissie Ruimte en Wonen van 9 janueiri jl. is de herziening van diverse gemeentelijke grondexploitaties besproken. Toegezegd is uw raad nader te informeren over de suggestie om grond tijdelijk de bestemming natuur te geven en welke juridische consequenties hieraan verbonden zijn.
Flora- en faunawet.
De regeling Tijdelijke Natuur is in het kader van de Flora- en faunawet in 2010 ingevoerd om de barrierewerking die de wet veroorzaakt door een (te) strikte bescherming wat te verzachten. Via een aanvraagprocedure kan er een ontheffing aangevraagd worden voor het op termijn verwijderen/verstoren van beschermde soorten die in de tijdelijkheid verschenen zijn. Er zijn daarbij echter twee problemen:
• Tevoren moet aangegeven worden welke natuurdoelen gerealiseerd worden en op welke wijze dat gebeurt. Daarbij wordt wel enige kwaliteit verwacht.
Het inzaaien van een weiland is niet voldoende en het resultaat moet contro- leerbare, en dus reproduceerbare ecologische kwaliteit hebben. Meestal betekent dat een investering vooraf in inrichting en zeker vervolgens ook beheerskosten.
• Daamaast vraagt het ook om een behoorlijke maat; het Meerstadgebied zou voor een dergelijke aanvraag geschikt zijn. De bouw- en slooplocaties binnen de bestaande stad zijn hiervoor te klein. De procedure is ook qua complexiteit gelijk aan een ontheffing Flora- en faunawet. Daarom zijn wij tot de conclusie gekomen, dat een tijdelijke invulling met (stads)landbouw op bedrijfsterreinen een geschiktere optie is. Daarbij kan als voorwaarde gesteld worden, dat er in het teeltplan rekening met de natuur wordt gehouden. In het kader van het programma bij het voedselbeleid wordt op dit moment geinventariseerd welke locaties hiervoor in aanmerking kunnen komen.
SE.4.C
a n t e