• No results found

Zorgen over nieuwe financiering kinderopvangtoeslag

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Zorgen over nieuwe financiering kinderopvangtoeslag"

Copied!
7
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

1 Geachte leden van de Tweede Kamer,

Op de agenda van het Algemeen Overleg van 5 februari over kinderopvang staan een aantal brieven van het kabinet over visie, kwaliteit en veiligheid, harmonisatie, toezicht en handhaving, financiering en regeldruk.

Graag geven wij u onze visie op de actuele stand van zaken in onze sector, en wat volgens de aanbieders de kinderopvangagenda voor de komende jaren zou moeten zijn. Namelijk kiezen voor het belang van het kind, ondersteund met perspectief op samenhang en kwaliteit in de voorzieningen voor álle jonge kinderen, en met de noodzakelijke voorwaarde van financiële stabiliteit voor ouders. Daarnaast is ruimte voor ondernemerschap essentieel.

Dit is nodig om de rol van kinderopvang in de ontwikkeling van kinderen en ondersteuning van ouders structureel te versterken. Kinderopvang geeft kinderen veel waardevols mee en is een essentieel onderdeel van de sociale, taalkundige en culturele ontplooiing van kinderen. Het betekent ook minder sociaal-maatschappelijke uitval en betere maatschappelijke posities in het leven.

Deze maatschappelijke functie is de laatste jaren door de bezuinigingen ondergraven. Zo’n 100.000 kinderen zijn uit de opvang, en juist de groep kinderen die het meest profijt heeft bij goede opvang. Een derde van de 100.000 banen in de sector is verloren. Ouders zijn minder gaan werken.

Ontslagen, reorganisaties en een record aantal faillissementen bepalen het beeld. Ondernemers hebben nauwelijks capaciteit ingeleverd maar wel sterk op hun vermogen ingeteerd. De gemiddelde kinderopvangonderneming maakt verlies. Er is daardoor nauwelijks ruimte voor noodzakelijke investeringen.

Om die ambities van sector en politiek voor onze kinderen waar te maken zijn keuzes én investeringen nodig. Kinderopvangondernemers zetten sterk in op structurele aandacht voor kwaliteit en innovatie. De sector werkt aan een duidelijk perspectief voor de toekomst, en zet grote stappen om de ambities op het gebied van kwaliteit te realiseren. Over de financiën en de regeldruk hebben ondernemers echter grote zorgen. De oproep is nu aan het kabinet om de komende tijd ambitieuze stappen te zetten

Aan de woordvoerders kinderopvang van de fracties van de Tweede Kamer

Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018

2500 EA Den Haag

Datum 30 januari 2015

Betreft Algemeen Overleg Kinderopvang 5 februari 2015

adres

Zwarte Woud 2 3524 SJ Utrecht

telefoon 030 753 99 00 e-mail

staal@kinderopvang.nl web

www.kinderopvang.nl

(2)

2

Nieuwe financiering: onvoldoende aandacht voor ondernemersrisico's Wij hebben kennis genomen van de globale plannen van het kabinet om tot een nieuw financieringsstelsel te komen. In de gedachtegang van het kabinet missen wij de concrete vraagstelling welk probleem met een nieuw stelsel wordt opgelost. Wij denken namelijk dat de doelstellingen van

vereenvoudiging en minder fraudegevoeligheid ook binnen het huidige stelsel te realiseren zijn. Bijvoorbeeld door uit te gaan van een vastgesteld inkomen in plaats van het geschatte inkomen voor het lopende jaar. Het kabinet benoemt deze optie ook in zijn brief. Een andere optie is uit te gaan van minder inkomensklassen. Volgens gegevens van de Belastingdienst is ook maar een zeer kleine percentage van ouders verantwoordelijk voor bijna het gehele teruggevorderde bedrag.

Voor kinderopvangorganisaties is de impact van de plannen voor de financiering groot. Ondernemers zien vooralsnog hogere administratieve lasten, een hoger debiteurenrisico en hogere kosten rondom administratie van gelden en informatie-uitwisseling met de overheid. Ook is het de vraag wat het gedragseffect van ouders is bij een stelselwijziging. Het kabinet heeft in de brief bijna exclusief aandacht voor het belang van vereenvoudiging voor ouders en uitvoeringsorganisatie, maar nog te weinig aandacht voor de risico’s voor ondernemers. Het gaat om een fors aantal risico’s die, gegeven de huidige financiële situatie van de sector, een grote (negatieve) impact op de continuïteit van ondernemingen hebben. De bijlage bij deze brief geeft een overzicht daarvan. Enige leden zullen u daarover nog in detail apart

informeren.

Ondernemers maken zich dan ook zorgen over de plannen. Voor

Brancheorganisatie Kinderopvang geldt dat veranderingen in de financiering niet mogen leiden tot meer lasten voor kinderopvangorganisaties. Wij pleiten voor zorgvuldig besluitvorming hierover. De aangekondigde keuze voor een uitvoeringsorganisatie vóór een definitieve keuze voor of tegen invoering, lijkt daar op vooruit te lopen. Wij achten het noodzakelijk dat continuïteit van het aanbod en van ondernemingen ook een toetscriterium voor het kabinet is bij de keuze om de wijziging in de financiering al dan niet door te voeren.

Kwaliteit: op hoofdlijnen instemming, vragen bij uitwerking en planning

Brancheorganisatie Kinderopvang is het op hoofdlijnen eens met de inzet op de herijking van de kwaliteitseisen en Het Nieuwe Toezicht. Steun is er de volledige gelijkschakeling van de kwaliteitseisen voor kinderopvang en peuterspeelzaalwerk en de – naar verwachting – definitieve afschaffing van de formatieve inzet van vrijwilligers binnen het peuterspeelzaalwerk. Ook zien wij erkenning voor de sector voor de inzet op permanente educatie.

We hebben echter ook kanttekeningen. De beschreven uitgangspunten voor Het Nieuwe Toezicht zijn erg globaal, de planning is erg ambitieus.

Bovendien missen we de samenhang met de ontwikkelde kwaliteitsvisie van BKK in relatie tot het verdere kwaliteitstraject en de andere ontwikkelingen rond kwaliteit in de sector. We hebben daarnaast al meerdere malen gepleit voor gedifferentieerde wet- en regelgeving waar het gaat over het in acht nemen van de verschillende behoeften van kinderen in verschillende

(3)

3

leeftijdscategorieën, en het inspelen hierop in wet- en regelgeving. We kunnen het een succes noemen dat dit nu zijn beslag gaat krijgen.

Wij pleiten ook al langere tijd voor een beroepskracht-kindratio op locatieniveau om goede pedagogische kwaliteit te bieden, met daarbij een bepaalde mate van flexibiliteit die nodig is om hier goed invulling aan te geven. De minister wil nu een beroepskracht-kindratio op locatieniveau verkennen, wij zien dit graag sneller geregeld.

Harmonisatie peuterspeelzalen en kinderopvang: impasse kabinet- gemeenten duurt voort

De discussie tussen kabinet en gemeenten over harmonisatie lijkt in een impasse te verkeren. Kabinet en gemeenten zijn de afgelopen tijd niet nader tot elkaar gekomen. De brief van het kabinet schetst de verschillen in de standpunten, zonder te kiezen en zonder stappen vooruit te zetten.

Ondertussen gaan de ontwikkelingen in het land gewoon verder. Het aantal locaties dat van peuterspeelzaal is omgezet naar dagopvang is weer hoger dan enkele maanden geleden. De minister verwacht dat deze trend nog verder zal doorzetten. In andere gemeenten waar het peuterspeelzaalwerk door gemeentelijke bezuinigingen helemaal wegvalt, nemen kinderopvang- organisaties hun maatschappelijke verantwoordelijkheid en zorgen alsnog voor een voorziening voor deze kinderen.

Brancheorganisatie Kinderopvang heeft eerder samen met andere partijen gepleit voor één samenhangend stelsel van voorzieningen voor kinderen van nul tot 12 jaar. Een eerste stap daarin kan gezet worden met een voorziening voor alle kinderen tussen nul en vier jaar. Wij roepen het kabinet nogmaals op om hier krachtige stappen te zetten om de ontwikkelingen in de

maatschappij te ondersteunen. Juist in het belang van alle kinderen.

Regeldruk: teleurstelling over uitstel plan van aanpak

Het is ronduit teleurstellend dat het kabinet het aangekondigde plan van aanpak regeldruk naar dit jaar heeft doorgeschoven. Ondernemers geven al lange tijd aan dat ze aanlopen tegen de hoge kosten van wet- en regelgeving (zo’n 260 miljoen euro in 2014).1 Afzonderlijke regels zijn hinderlijk, maar vooral ook de stapeling van regels. Een grote ergernis is ook de rigiditeit van het toezicht en de handhaving. Dit knelt des te meer in een periode van krimp, reorganisaties, fusies en faillissementen. Uit onze recente meting naar gemeentelijke leges blijkt dat het aantal gemeenten met leges in 2015 opnieuw is toegenomen en dat de leges in veel gemeenten verder zijn

verhoogd.2 De leges bedreigen inmiddels de continuïteit in de sector. Diverse kinderopvangorganisaties proberen te zorgen voor continuïteit van kinder- opvang voor ouders door delen van failliete kinderopvangorganisaties over te nemen. Juist de bijkomstige legeskosten vormen daarbij een bedreiging.

Ondernemers in de sector hebben herhaaldelijk voorstellen gedaan om knellende regelgeving snel aan te pakken. We roepen het kabinet dan ook op om korte termijn alsnog met een aanpak van regeldruk en leges te komen.

1 Panteia, Regeldruk in de kinderopvang 2014, Zoetermeer, november 2014, onderzoek in opdracht van het ministerie van SZW.

2 Brancheorganisatie Kinderopvang, Overzicht gemeentelijke leges kinderopvang, januari 2015.

(4)

4

Veiligheid: instemming met personenregister en meldplicht

Op het gebied van veiligheid steunt de Brancheorganisatie Kinderopvang de beleidslijn van het kabinet.

Het systeem van continue screening draagt bij aan de veiligheid in de kinderopvang. Het voorgestelde personenregister kinderopvang brengt niet alleen de mogelijkheid iedere werkende in de kinderopvang onder de screening te brengen mee, maar zal ook bijdragen aan vermindering van administratieve lasten voor de sector.

Ook de meldplicht vertrouwensinspecteurs draagt bij aan verdere veiligheid in de kinderopvang. De meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling voor de sector kinderopvang heeft reeds in juli 2013 de meldplicht integraal opgenomen. Een open aanspreekcultuur binnen kinderopvang blijft van groot belang. Elkaar aan kunnen en durven spreken op gedrag, draagt bij aan een professionele houding van medewerkers in de kinderopvang.

Met vriendelijke groet,

Drs. J.A. (Lex) Staal Directeur

(5)

5 Bijlage

Analyse risico’s en onduidelijkheden nieuwe financieringssystematiek kinderopvang

Inleiding

Het kabinet heeft in de brief ‘Keuzes voor een nieuw belastingstelsel’ van 16 september 2014 aangegeven de mogelijkheden te onderzoeken voor een nieuw financieringsstelsel voor kinderopvang. Minister Asscher heeft bij brief van 17 november 2014 te kennen gegeven dat het kabinet hierover in het voorjaar een beslissing zal nemen.

Brancheorganisatie Kinderopvang ziet nog een aantal belangrijke onduidelijkheden en ziet een groot aantal risico’s bij een systeem van directe financiering. Ondernemers maken zich zorgen en pleiten voor een stabiele en voor alle partijen houdbare financiering van de kinderopvang.

In deze notitie wordt ingegaan op onduidelijkheden in de plannen en risico’s, die een belangrijke basis vormen voor de zorgen van ondernemers.

Onduidelijkheden

Een aantal belangrijke zaken zijn nog onduidelijk en behoeven helderheid. Het gaat hierbij om de volgende essentiële vragen:

- Hoe gaat het nieuwe systeem er uit zien? Hoe gaan de onderlinge financiële stromen en informatiestromen van ondernemers, ouders en overheid lopen? Hier zijn verschillende scenario’s denkbaar.

- Welke overheidsorganisatie voert de regeling uit?

- Wat gebeurt er met allerlei bepalingen uit de huidige Wet kinderopvang die het recht op kinderopvangtoeslag begrenzen (denk aan 70%/140% en de 230 uur).

Blijft hier de verantwoordelijkheid bij de ouders liggen of krijgen ondernemers hier een controlerende taak?

- Hoe wordt de toegang van (voorheen gemeentelijke) doelgroepen als mensen in een re-integratietraject en inburgeraars geregeld? En hoe loopt het met de gemeente- lijke bijdrage in de kosten?

- Hoe wordt omgegaan met tussentijdse wijzigingen (zowel in uren als in

leefsituatie), zowel procedureel (aanvraag- en wijzigingsprocedure) als in financieel opzicht (debiteurenrisico voor ondernemer).

- Hoe ver gaat de financiële aansprakelijkheid van ondernemers? Worden de risico’s die ouders nu veroorzaken overgenomen of blijven die bij de ouders liggen?

- Wat financiert de overheid nu precies direct aan de ondernemer?

Tot een maximum uurprijs voor bv. dagopvang, BSO en gastouderopvang zoals nu? Inclusief de inkomenstabellen, of wordt daar ook vereenvoudiging in toegepast? Wat gebeurt er met het deel van de prijs dat uitgaat boven de

maximum uurprijs? Dient de ondernemer dat nog steeds bij de ouder in rekening te brengen?

- Het plan lijkt vooral geënt op de situatie voor organisaties de dagopvang en BSO aanbieden. Hoe zitten gastouderbureaus en hun gastouders hierin?

Risico’s

We zien een belangrijk aantal zwaarwegende risico’s:

- Toename regeldruk

o Administratieve lastenverzwaring

Consequentie van de operatie lijkt ons onvermijdelijk dat een omvangrijk

(6)

6

deel van de administratieve lasten van de ouders verschuiven naar de ondernemer. Ondernemers zullen over meer zaken verantwoording moeten afleggen aan de toeslag-uitkerende instantie dan nu. Daarbij komt ook een forse intensivering van de gegevensuitwisseling tussen overheid en

ondernemer.

o Controlerende taak

Onduidelijk is of dat ondernemers ook een controlerende taak krijgen voor gegevens van ouders en het houden van ouders aan regelgeving rondom de toeslag (bijv. de 230 uur/70% BSO/140% KDV-regelingen). Welke partij wordt vervolgens geacht het geld terug te betalen, als er geen financiële relatie meer is tussen uitvoerder en ouder?

o Extra financieringsstroom

Kinderopvangorganisaties hebben voornamelijk te maken met één financieringsstroom: de betalingen vanuit de ouder. Organisaties die een partnerschapsovereenkomst met én zonder hoofdelijke aansprakelijkheid hebben gesloten, hebben een tweede financieringsstroom voor een deel van hun ouders. Met deze plannen ontstaan voor elke ouder twee

financieringsstromen, hetgeen de administratieve lasten sterk verhoogd.

o Relatie met ouders

Als de ondernemers het deel van de huidige prijs dat uitgaat boven de maximum uurprijs niet in de standaard vergoeding van de overheid krijgen maar bij de ouders moeten halen, blijft er nog steeds sprake van een informatie- en financiële stroom tussen ouders en houders.

- Financiële risico’s

o Voorfinanciering door ondernemers vanwege doorlooptijd aanvraag Wanneer kinderopvangtoeslag in het nieuwe stelsel wordt aangevraagd, wordt dit niet automatisch toegekend. In de periode waarin de toekenning in behandeling is, starten de ouders met de opvang. De financiering naar ondernemers start daarbij later dan de opvang voor ouders gestart is.

Hierdoor lopen ondernemers een groot risico: zij moeten de opvang

voorfinancieren. Dit zet de liquiditeitspositie van ondernemers onder druk.

Ondernemers maken zich hier zorgen over, omdat de financiële positie van kinderopvangorganisaties al langere tijd sterk onder druk staat.

o Gedragseffect ouders

Wanneer ouders minder betrokken zijn bij de financiering van de opvang zijn zij mogelijk minder gemotiveerd om de juiste gegevens aan te leveren.

Veranderingen in inkomen en de leefsituatie zullen minder snel worden doorgegeven. Betekent dit dat deze risico’s naar ondernemers verschuiven?

o Debiteurenrisico

Als er wijzigingen optreden of toeslag (tijdelijk) wordt stopgezet vanwege onderzoek naar de rechtmatigheid van de aanvraag, ontstaan er

debiteurenrisico’s voor ondernemers. Daarnaast kan de overheid ook teveel betaalde toeslag terugvorderen. Wiens juridische verantwoordelijk- heid is dit? Wordt er teruggevorderd bij ondernemers of bij ouders?

o Implementatiekosten

De invoering van een nieuw systeem zal forse aanpassingen vergen in de administratieve organisatie van ondernemingen. Ook zullen nieuwe systemen moeten worden geïntroduceerd of bestaande systemen worden uitgebreid. Wie gaat deze kosten betalen? Worden deze vergoed in de financiering via de overheid?

o Stijging jaarlijkse vaste kosten

Bij directe financiering kan de overheid een aanzienlijk zwaardere

(7)

7

verantwoording eisen. Denk aan de verzwaring bij uitzondering éénrekeningnummerprincipe (POBR1). Dat zou een jaarlijkse lasten- verzwaring betekenen voor bijv. accountantskosten, inzet van extra administratief medewerkers en kosten voor onderhoud aan ICT- toepassingen.

- Implementatierisico’s o Invoeringskosten

De invoeringskosten kunnen voor organisaties met een slechte financiële positie onoverkomelijk zijn. Denk aan kosten voor aanpassingen van administratieve en financiële systemen en inzet van extra personeel.

o Continuïteit van het aanbod

Financiële risico’s kunnen de continuïteit van met name kleine onder- nemingen in de invoeringsfase bedreigen. Daarnaast is het de vraag of veel kleine en middelgrote organisaties de verzwaring van de informatiestroom wel in de organisatie kunnen borgen.

- Strategische risico’s

o Prijs- en productdifferentiatie

De kinderopvangsector werkt aan meer flexibiliteit in het aanbod. Dit heeft als gevolg dat er meer product- en prijsdifferentiatie is. Een gewijzigde financieringsstructuur kan deze flexibiliteit beperken.

- Gastouderopvang

o Voor gastouderopvang geldt een specifiek bedrijfsvoeringsmodel dat afwijkt van dagopvang en buitenschoolse opvang. Hiervoor zijn maatwerk-

oplossingen nodig.

o Hoe verhouden de plannen zich tot de kassiersfunctie?

o Wat betekent dit voor de verhouding tussen gastouderbureau en gastouder?

o Hoe verhouden de plannen zich tot de Regeling dienstverlening aan huis?

- Uitvoeringsrisico’s

o Achteraf aanvragen kinderopvangtoeslag

Het komt regelmatig voor dat ouders kinderopvang starten met het afnemen van kinderopvang en kinderopvangtoeslag (evt. binnen drie maanden na start) met terugwerkende kracht aanvragen. Ouders betalen dan wel tussentijds de maandelijkse factuur. Kinderopvangorganisaties kunnen dit ‘gat’ niet opvangen.

o Snelheid verwerking aanvraag kinderopvangtoeslag

Hoe snel zal de aanvraag van kinderopvangtoeslag worden verwerkt en kinderopvangtoeslag worden aangevraagd? De Algemene Wet Inkomens- afhankelijke Regelingen biedt nu ook mogelijkheid om toeslag tijdelijk stop te zetten in afwachting van onderzoek naar rechtmatigheid aanvraag toeslag. Kinderopvangorganisaties kunnen dit ‘gat’ niet opvangen.

o Wijzigen van uren of leefsituatie van ouders

Het komt voor dat ouders in de loop van het jaar meer of minder uren afnemen dan aanvankelijk bij de aanvraag kinderopvangtoeslag is aangegeven. Dit vereist mogelijk opnieuw doorlopen van de procedure gelijk aan de aanvraag kinderopvangtoeslag, hetgeen veel tijd en kosten met zich meebrengt.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Ouders spelen een grote rol in de sportbeleving van hun kind: voor, tijdens en na de wedstrijd en thuis.. Een ouder is een rolmodel voor het kind, toeschouwer, supporter

zorgvuldigheid die mij, na overleg met het kabinet en specifiek met de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en de Staatssecretaris van Financiën, heeft doen besluiten om

SARIKE Ook al ben ik moeder van een gehandicapt kind, ik snap niet waarom iemand onder curatele of bewind zou moeten stemmen LEONY FOKKENS De nazorg/reva- lidatie voor mensen met

Vanwege de ervaren grote afstand van (een deel van) de doelgroep tot de arbeidsmarkt, hebben de pilot- gemeenten aangegeven dat betaald werk weliswaar einddoel is, maar dat dit

Uit de ervaringen van de pilots blijkt dat een deel van de gezinsmigranten - in tegenstelling tot veel vrouwe- lijke nareizigers – al een goed beeld heeft van werken in Nederland

Ten behoeve van een snelle dienstverlening en vermindering van bureaucratie is het nodig dat het huidige digitale loket wordt uitgebreid, zodat burgers en bedrijfsleven rechtstreeks

Hierbij wil ik een dringend beroep op u doen om de problematiek van kinderen en volwassenen met autisme voldoende aandacht te geven en tijdige ondersteuning te garanderen.. Het

- ik word hier gezien - ik ben opgelucht - ik voel me gesteund - ik voel me veilig. - ik mag