• No results found

Willem K. Coumans, Heerlen een stad · dbnl

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Willem K. Coumans, Heerlen een stad · dbnl"

Copied!
34
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Willem K. Coumans

bron

Willem K. Coumans, Heerlen een stad. Winant, Heerlen 1961

Zie voor verantwoording: http://www.dbnl.org/tekst/coum002heer01_01/colofon.php

© 2013 dbnl / erven Willem K. Coumans

(2)

Beginnen te geloven,

dat er een leven op aarde mogelijk is, daags leven maar met liefde als een hartslag en met een geluk niet alleen voor de man, de vrouw en het kind,

maar in het zich verliezen in het andere, elke ander, -

met mensen als kinderen, vrienden, feestgangers, Mensen.

Hans Andreus

Willem K. Coumans, Heerlen een stad

(3)

Heerlen een stad

waar mensen elkaar verdringen op straten die zich mijn voetstappen herinneren mensen die mijn gezicht herkennen als neus mond en ogen

en lippen

die het verlossende woord moesten spreken kerken kennen er mijn knieën

muren mijn vergeefs protest ik brandde er mijn haat ik warmde er mijn hart ik ken zijn historie nauwkeurige cijfers in brandvrije kluizen

- maar naar Arles moest ik reizen om de thermen te zien...

Heerlen een stad vergrootglas van leven

waar de mens het verleden om het heden vergat en niet stilstond

adem bleef halen

ook als de leeftocht niet ruim genoeg was

Willem K. Coumans, Heerlen een stad

(4)

Heerlen een stad samenloop van mensen - omstandigheden -

wachtend op het beslissende woord dat in het teken mens zal staan Heerlen een stad

adem van mensen die het spoor vervolgen

tot daar waar de vraag het antwoord is:

mens is mens is leven

is Heerlen een stad

Willem K. Coumans, Heerlen een stad

(5)

Christus op de koude steen

Kleine gekroonde koning Jezus Christus De mens die U hoonde

Heeft zichzelf gezien Gebonden aan de handen

Getekend met de kruisigende woorden De kleine schande van het onbewoonde Dagelijks gesproken in de taal.

Uw lijdensweg is een klein verhaal Wij hebben het meermalen gehoord.

Maar ongehoord zijn de woorden Haarscherpe flitsen van het spiegelbeeld Ecce homo zie de mens

Vel over been

Geklonken aan de koude steen Van wat voorheen nog levend was En menselijk gesproken.

Willem K. Coumans, Heerlen een stad

(6)

Thermen

Restcenter Aarde over aarde

Onder het water ritselt de zon

Groene hagedissen schichtig verscholen in aders Vogels en vissen in het dal versteend

Valken in het woud der apennijnen

Ontsprongen fonteinen winterwateren primavera Ik leg mijn hand op de warme buikhuid der aarde Hoor hoe het groeit

Hoor het ritselen der zon Tegen de rokzoom der aarde

De opening slaat vernietigt het verkolende Kamers openen zich verholen

Ramen worden geopend op het zuiden

Luchtstromen dalen in de donkerte van de afgrond Een hand wenkt ons toe hoor hoe het sterven Lichter dan de duisternis de aarde omvat houdt Hoor dan de stilte het spel der eeuwen besloten In de greep van aardes kilte

Willem K. Coumans, Heerlen een stad

(7)

Hoor hoe het water schatert in het dal

In de gezichten de lachende der naakte golven De lichaamsbogen druipend van het springende water Wiegend in de afgaande heuvels groen van wier En tierende roepende de lichamelijke stilte Eenvoudig als de dood

Gelaten als doden gerangschikt zijn in de vitrine der aarde Zerken verstilde lijven verkruimeld tot aarde van aarde werd Sarcophagen geborgen in de omarming van dit land

Aarde over aarde

Het bronzen geweer ingebed in de bedding der zee Lipstickliefde van vergane liefde

Gelogen dodelijke kus gestold

Of strelende het lijf in de koelte van water Aarde over aarde

Restcenter duldzaam zwijgen

Deze dag verraadt het water dat in het terrarium blonk Wrijvend het porfier tot souvenir van ogen

In een verte van aardes kille liefde

Van stervend water in de grondlagen der aarde

Willem K. Coumans, Heerlen een stad

(8)

Arles

Wat Vincent van Gogh bezielde toen hij hier liep

heb ik niet waargenomen.

Wel zag ik zijn oor liggen in een blauwe kamer en heb ik de hamer gezien een grote opgebaarde zon die snachts op zijn hoofd sloeg zodat zijn bed er rood van werd.

In het antieke theater speelden de duiven.

Later heb ik mijn handen gewassen en een stier gehoord in de arena.

Willem K. Coumans, Heerlen een stad

(9)

Familie

Dit is steeds míjn leven en mijn adem hetzelfde geruis en mijn stem altijd de ontroering van mijzelf

over het verborgen wonder dat soms achter glas te zien is En al reik je mij je hand steeds ben jij het andere leven aan mij verwant

een eendere ontroering om wat wij samen zijn:

Een liefde achter glas bewaard gebleven en voortdurend het leven dat van mij en jou is Steeds óns leven

een kleine familie van woorden van jou en mij

Willem K. Coumans, Heerlen een stad

(10)

Dagelijks

Er gaat geen dag voorbij

of de kleine koningen van de stad moeizame voeten

rappe benen verheugde stemmen slaan een hoek om Oudere dichters menen een enkele bladzijde van het levensboek Maar ik weet wel beter er gaat geen dag voorbij of de angst ontwaakt het is een sterfdag ons huis een sterfhuis mijn woorden spijkerhard en doodzeker de feiten Er gaat geen dag voorbij

of de kleine koningen van de stad moeizame voeten

rappe benen verheugde stemmen slaan een hoek om en overleven de dood

Willem K. Coumans, Heerlen een stad

(11)

Geschreven ongeschreven

Over het afgelopen jaar had ik willen spreken als over lichtgetande wolken die met andere wolken samenkomen en weer wijken uitdruppelen de gedaante aannemen van spinnen en het langzame begin van haren in een meisjesschoot uitschieten en verwelken het hoofd laten hangen in de schoot gelijk de bezette stad ach ach denkend terugkeert tot zichzelf en berustend het grote boek van het leven dicht- slaat en de pen niet meer opneemt maar achteruitlopend in de mist verdwijnt

Ja zo had ik willen schrijven...

Willem K. Coumans, Heerlen een stad

(12)

De stad van mijn ogen

ik ken mijn ogen ze bekijken de stad ze zien het verband

maar zij horen niet en verstaan niet om het antwoord dat dan zou volgen zij zijn niet bereid te denken ja ik ken mijn ogen

en zie ze dagelijks bezig

als daar het gezicht naar staat en de ogen van mijn lichaam zien uit naar de liefde waarom het hart vraagt en als het verstaan wordt ziet men een glimlach op het gezicht der ogen dan spreken zij en hebben het licht lief van de ogen der anderen

Willem K. Coumans, Heerlen een stad

(13)

zo zie ik de stad

in een zomer van doodskou alaska gespreid over de wegen die daar toegangswegen zijn naar een gebied van sneeuwzwijgen en hagelgepraat

knetterend onder de voeten het licht is stijf bevroren televisievlokjes hameren ik sneeuw onder

maar wie hoort mij

wie verneemt mij in deze verte

ik adem achter glas mijn adem tot kristal dat springt aan stukken

tinkelend tegen de kachel van mijn lijfskou smeltend straks onder de zon die dan aanbreekt midwinterwende

ik ken mijn ogen

maar zij verstaan niet het antwoord dat nu moet volgen

omdat het bloed toch altijd gaan moet waar het niet kan gaan of kruipen omdat ik mens ben en dat ervaar in de open vriesstad van mijn ogen

Willem K. Coumans, Heerlen een stad

(14)

Mijnwerker

Het schoksgewijze vallen in de afgrond.

Aan de navelstreng verbonden Met de buik der aarde.

Eenmaal weergekeerd in de ontfermende schoot Schuwt hij de dood niet.

Bloedwarm loopt hij in de crypte Op zoek naar de verborgen zon.

Zijn handen tasten naar de wanden.

Rusteloos zwervend in de zwarte baarmoeder Bevrijdt hij zich

Keer op keer

Van de banden des bloeds.

Willem K. Coumans, Heerlen een stad

(15)

Mijnpijp

Niet de stilte van de lippen Niet de vinger tegen de wolken Dit is de mond het teken

Waardoor de adem van de aarde blaast En schrijft hoe het ontstond en voortduurt De gang der tijd de loop der volken Van al wat in het teken stond De mond der aarde tegen de hemel.

Dagen en nachten Koude en warmte Een man een vrouw Zoals in het begin

Zoals het menselijk bestaan Altijd voortduurt

En stolt en sterft Tot steen en teken

In de kraters van het ongeduld.

Willem K. Coumans, Heerlen een stad

(16)

Geboortestad

Wat heeft de blauwe vogel bewogen te vliegen boven je smal gebied dat met de dood in de ogen zelfs niet meer zeggen kan ik ben je kleine duifje niet.

Regen verwaait

en wind steekt pluimen hoog in de lucht.

Verlaten ligt het groene water van de vijver.

Sterven de laatste vissen nu?

Wolken beven

maar hamerhanden blijven geheven in woedende armen staan

in de momentopname van mijn adem.

Willem K. Coumans, Heerlen een stad

(17)

Kroop de sperwer

vloog het kind al bij de geboorte ik ben de tovenaar

kijk mijn toverstok verandert alle dingen in sprookjes van moeder de gans je hoeft ze niet eens te geloven.

Zozeer heb ik je lief zozeer is mijn haat meer dan oude woorden en minder dan tijd de zekere ooievaar

die eens vloog boven de blauwe huizen van mjn geboortestad.

Willem K. Coumans, Heerlen een stad

(18)

De mens een mens

Over deze doden niets dan goeds Zij rusten in de zachte aarde Bewaren hun stemmen in mijn lied En zijn van vrijheid en verzet Een teken

Want zonder hen bestaat de mens Eenvoudig niet.

Daarom o mensen van dit land Laat die woorden nooit verbleken En laat toekome zijn rijk

En wees getuige van mijn zingen En wees de mens een mens gelijk.

Willem K. Coumans, Heerlen een stad

(19)

Geboorte

Zachte adem heeft het kindje en een lichaampje van vlees een teer boompje

dat nog geen groen heeft waar zijn verstand zit weet niemand het huilt

het heeft een mondje de moeder voelt het zij huilt van geluk maar waar is de vader gebleven?

Willem K. Coumans, Heerlen een stad

(20)

In de morgen

Het amandelgrijs van de morgen.

In de kamer verschaalt de nacht en liggen wij niet meer samen.

Toch vangen kinderen te zingen aan, en luister ik naar mijn hart dat langzamer slaat dan het in de eeuwigheid van je omarming heeft gedaan.

Je stem is nog aan mijn oor, maar je benen waden reeds door de klamme regen van de opensplijtende dag.

Ik bevind mij in de leegte van de uren.

Mijn honger is met voedsel niet te smoren.

Mijn stem is tot over de oren verliefd.

Is zonder jouw stem de verlaten echo van de liefde die voorbijging:

een dode moeder.

Willem K. Coumans, Heerlen een stad

(21)

Ontbijt

De morgen ligt zo beschermend.

De moeder weet met haar handen geen raad.

Haar hoofd is nog moe van het nachtelijk Leven van haar meisjesbestaan -

En melk en brood voeden het verlangen niet.

Het kind heeft er nog geen weet van.

Schelp Die zich langzaam opent voor de op tafel Liggende zon,

Klein als het huis waarin zij woont.

Op de broodschaal ligt nog één snee brood.

Voor de vogels waarschijnlijk.

Alles kan nog gebeuren als het niet al gebeurd is.

Ook vandaag is het weer veranderlijk Weten de moeder en het kind.

Willem K. Coumans, Heerlen een stad

(22)

Warenhuis

Een blinde kooi van glas, Zoekend loopt hij rond,

Daar hij van het oude nooit genas,

Naar een nieuw gewaad ter dekking van de wond.

Wanneer ik met hem opstijg naar de balustrade, Denkend aan de dichter van de dood,

Vertwijfelt hij, als het afscheid aan de kade, Maar of hij wil of niet, hij moet omhoog.

Wij stappen uit, een dame dient mij van advies;

Ik trek iets uit iets aan,

Ben mij bewust van een verlies,

En krijg haar zegen na het betalen van de prijs

Willem K. Coumans, Heerlen een stad

(23)

Ik moet hier weer vandaan, De koker zoemt, een kleine reis Zonder mijn lotgenoot.

Ik ben ontkomen aan de dood, Hoe zeer me dat ook spijt Voor wat geen twijfel lijdt.

De mensen zijn zo menigvuldig als de dieren Gods, Gedoemd om hier het leven rond te lopen,

En van tijd tot tijd een jas te kopen, Ter verzachting van de pijn;

Een verschil van mijn en dijn, Nu de klippen straks de rots.

Willem K. Coumans, Heerlen een stad

(24)

Requiem van Rameau

Zeg ik Rameau

dan denk ik aan die avond dat wij samen vertrokken naar het andere leven luister -

dat leven is niet te leven het is muziek

een requiem

Willem K. Coumans, Heerlen een stad

(25)

Nachtmuziek

De gevoelige bekkens van vrouwen Slaan tegen staal

Roeren geweldig de trom Maar niemand sterft Niemand komt om

Hoor in de verte weerklinken Echoos van liefde

Willem K. Coumans, Heerlen een stad

(26)

Ik zeg het woord vrijheid

Ik zeg het woord vrijheid en er verzet zich iets in mij wat wist ik voordien niet misschien is een woord niet duidelijk genoeg

maar wat moet ik doen nu ik slechts weet wat vrijheid niet is:

de klap van de zweep het roepen in koor en denken in woorden allang vervuild

zoals het woord vrijheid zelf een tochtig huis is

waarin ik niet meer wonen kan om doodsbang van te worden

Willem K. Coumans, Heerlen een stad

(27)

Vrijheid is misschien wel liefhebben

maar dan liefhebben zonder woorden

zoals een dichter zei - stilte

al is het voor één ogenblik het peinzend moment waarop wij ons mens weten en eenzaam

al is het niet alleen

Kijk, ik weet wel wat jij bedoelt maar wat ons samenbindt moet ongesproken blijven omdat woorden niet in staat zijn te zeggen wat ik voel

als de zon zo helder schijnt en ik op straat lopend jou tegenkom

en je een hand geef en zeg:

de vrijheid is mij lief...

Willem K. Coumans, Heerlen een stad

(28)

De 4 jaargetijden

Herfst

ik heb lang gedacht aan de voorbije dagen ik bracht je naar de trein daarna

en hoorde hoe je zei:

daar gaan de eerste vogels al naar de warme landen wat gaat de tijd

Willem K. Coumans, Heerlen een stad

(29)

Winter

het is winter en het sneeuwt dan (of niet)

maar hoe ook je voet- stappen zijn

zodra je nadert

loop ik al naar de voor- deur

zingend natuurlijk en vol verwachting klopt mijn hart het wordt vast een witte kerst...

Willem K. Coumans, Heerlen een stad

(30)

Lente

als je het zingen van de regen hoort weet je

ook hij luistert naar het zingen van de regen...

Willem K. Coumans, Heerlen een stad

(31)

Zomer

ik ben niet van steen uren lig ik in de zon en smelt smelt alleen al bij het zien van je gezicht dat mij tegenlacht verlegen kijkend zoals een kind dat op bezoek komt bij mij

wil je ook een taartje en koude limonade?

Willem K. Coumans, Heerlen een stad

(32)

Vogel

Soms ben je een doodzieke

vogel met een stemmetje van bladgroen dat door de telefoon kan roepen red mij liefste

ik ben tegen het raam van je huis gevlogen.

En als ik mij dan haast je op te zoeken

en je verwarmend in mijn handen houd tegen het licht

sla je al gauw weer je vleugels uit en zing je het hoogste lied samen met mij -

Willem K. Coumans, Heerlen een stad

(33)

's Nachts

Ik heb je ademloos genoemd:

groot oog van de nacht stiller dan de tijd

stromend onder onze aarde eenzaam water en zacht zacht als gestilde honger

De vruchtbare tak aan mijn boom lag te slapen na de storm

rimpelloos was je glimlach toen voordat de stenen van de morgen kringen sloegen in de stilstaande rivier die ik ademloos noemde:

land van belofte zuiver water zachte bedding 's nachts als ik moe ben en bij jou aandrijf -

Willem K. Coumans, Heerlen een stad

(34)

De stad waarin wij wonen

Een oude vergeten tragedie.

Is het leven dan niet anders?

Jazeker. Er steken woorden in Die zó levend zijn

Dat wij het verleden voor Het heden vergeten, En de dag belijden Voor het te laat is,

En de stad waarin wij wonen Een plantsoen heten

Waar onze woorden kunnen weiden.

Willem K. Coumans, Heerlen een stad

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

en wij bepalen niet zelf wie getrokken wordt want alles wat de Vader aan Christus geeft zal komen. Johannes 6:37, 6:39,

Deze respondenten is onder meer gevraagd welke pullfactoren er aanwezig zijn in het gebied en welke factoren het voor hen aantrekkelijk maakt om naar de Noord

Medewerkers die de e-learning module hebben afgenomen hebben hun kennis over mensen met niet zichtbare beperkingen vergroot, ze zijn geraakt door de filmpjes waarin je iemand met

• de provincie Gelderland vanwege gewijzigd beleid jaarlijks een bedrag van € 24.500 bijdraagt in de erfgoedverordening van de gemeente Beuningen waardoor er. maximaal €

Er was evenwel één probleem: Max de Jong had kort voor zijn vroege dood in 1951 aangegeven dat het dagboek niet gepubliceerd mocht worden en zijn zus, zijn enige

 Als we in detail gaan kijken naar de jongeren die eetproblemen en/of een eetstoornis rapporteren, valt het op dat deze groep zich verder in het suïcidale proces bevindt dan de

“Ook voor bedrijven en vereni- gingen lassen we een voor- verkoop in van 29 oktober tot 11 november.. Zij kunnen zich aan- melden

In het kader van de Warmste Week schen- ken ze de opbrengsten van de eetavond weg aan De Stappaert, een lokale vzw die zich inzet voor kansar- me jongeren en jonge al-