• No results found

in mi

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "in mi"

Copied!
70
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

18-Dec-2012 13:48 VvAA R e c h t s b i j s t a n d 030 6702579

Aantekenen De gemeente Beunlngen

t.a.v. het College van Burgemeester en Wethouders Postbus 14

6640 AA BEUNINGEN

Tevens per telefax: 024-6778078 (zonder bijlagen)

IN12.07394

in mi iiiiii

1/8

corrospondantlssdrBs;

Postbua Ş116 3S03 HC Utrtoht

Bazoakidrw:

Ortellualaan 760 Utrecht T 030 247 47 10 F OâO 870 2S «2 www.waa.nl

In het hart van d e gezondheldsza o t ì V i i — ij.,. ­i i i.. i-íĽL»i\ii\vjiL.INI

I N G E K O M E N 1 9 DEC 2012

Uw referentie : UL12.05759 (brief 7 november 2012) Ûnze referentie : 2Û11601018.TO/JH

Behandeld door : mr. T A M . van Oosterhout Doorkiesnummer: 030 247 46 58

e­malladres i t.van.oosterhout@vvaa.nl

Betreft ! Zienswijze ontwerp bestemmingeplan Geerstraat 16 en Bsallnenstraat 4 ontwerp planMER bedriifsverplaatsinq Hendriks Winssen

Utrecht, 19 december 2012

Geachte College,

Namens cliënten, de heer en mevrouw Splertz­de Sonnaville, wonende aan de Van Heemstraweg 56, 6645 KE Winssen (hierna: cliënten) dien Ik door middel van deze brief zienswijze in op het ontwerp bestemmingsplan Geerstraat 16 en Begijnenstraat S ontwerp planMER bedrijfsverplaatsing Hendriks Winssen.

Motivering Zienswllze

In het ontwerp bestemmingsplan en in het kader van de plan­mer Is onvoldoende aandacht besteed aan recente wetenschappelijke inzichten en actuele ontwikkelingen omtrent de Mega­stallen.

Uit het recente rapport van de Gezondheidsraad ("Infectie risico's van de veehouderij voor omwonenden RIVM rapport 609 400 004/2012 CB.M. Maassen et al.) uit november 2012 blijkt dat geen landelijke norm Is vast te stellen wat een veilige afstand Is tssen woningen en veehouderijen. Het eerdere RIVM advies uit 2008 voor een afstand van 1­ 2 km houdt hiermee nog steeds stand. Nader onderzoek is noodzakelijk. Met andere woorden cllénten zijn In kwestie nog steeds aan te merken als belanghebbenden (bijlage 9).

Cliënten hebben eveneens gewezen op de aanwezige fljnetofproblematlek. Deze wordt naar hun mening ten onrechte afgedaan als niet relevant, Het college gaat er aan voorbij dat er een cumulatie plaatsvindt van fljnstof door het bedrijf zelf (als het operationeel is), door de toename van het vrachtverkeer (van het bedrijf zelf en door de aan­ en afvoer bij de zanddepots In de nabijheid van cliënten) alsmede de reeds bestaande fijnstofproblematiek met de A 50 en de A

1

Stichting VvAA rtchtibļļstancJ, Insohfį'vlng KvK voer Utrecht t.o. 41162735

(2)

18-Dec-2012 13:48 VvAA R e c h t s b i j s t a n d 030 6702579 2 / 8

In het hart van de gezondheidszoi

2/8

73. Daarbij komt dat fljnstof uitstoot plaatsvindt door de scheepvaart op de Waal niet ver van de locatie waar cliënten woonachtig zijn. Bovendien ligt de woning van cliënten niet ver van de provinciale weg. Hierdoor ondervinden cliënten van alle kanten de fijnstofproblematiek. Cliënten brengen In herinnering dat het college zelf eerder het Rijk op de bestaande fijnstofproblematiek heeft gewezen. De gemeente heeft zich eerder verzet tegen de verbreding en uitbreiding van de naastgelegen snelwegen.

Cliënten verwijzen voorts naar het artikel uit het NRC waaruit blijkt dat door onderzoek In Amerika (California) is vastgesteld dat fljnstof en uitlaatgassen de kans op autisme vergroten (bijlage 10).

Tevens Is er 3prake van een vergrote kans op hart- en vaatziekten (bijlage 11). Daarnaast dienen cliënten serieus genomen te worden wat betreft de stankhinder. Deze Is niet te vermijden (ondanks Gaswassers) en maakt een enorme inbreuk op het Woon- en leefklimaat van cliënten, In dat kader verwijzen cliënten naar het artikel uit de Gelderlander over stankhinder (bijlage 12). Veelzeggend is bovendien de reportage van het televisieprogramma

"Slag om Brussel" (bijlage 13), Uit deze rapportage blijkt dat megastallen tegenwoordig aan de rand van Europa worden gesitueerd, Juist omdat ze zoveel overlast voor de omgeving veroorzaken.

Onzorgvuldige besluitvorming

In zijn algemeenheid merken cliënten op dat de besluitvorming voor het ontwerp bestemmingsplan en de Plan-Mer niet zorgvuldig zijn voorbereid. Sterker nog, er is uitgegaan van onvoldoende actuele informatie waardoor de door de gemeente gehanteerde uitgangspunten niet juist blijken te zijn. Hierdoor heeft niet op basis van de Juiste Informatie een toetsing plaatsgehad aan het geldend toetsingskader, Bovendien heeft hierdoor ook geen goede afweging van belangen kunnen plaatsvinden die In het kader van een goede ruimtelijke ordening wél noodzakelijk zijn. In casu is géén sprake van een goede ruimtelijke ordening. De beantwoording van de zienswijze door het College van burgemeester en wethouders (hierna: het college) versterken dit beeld, Ik zal dit nader toelichten.

Zienswijze cliënten

Cliënten merken op dat hun opmerkingen bij brief d.d. 14 Juni 2011 gericht aan de gemeente Beunlngen niet zijn meegenomen bij de behandeling van het voorontwerp bestemmingsplan en da voorontwerp plan mer, Cliënten wensen hun brief d.d. 14 Juni 2011 als herhaald en ingelast te beschouwen (bijlage 1 zienswijze 17 april 2012) Hetzelfde geldt voor de Zienswijze die namens cliënten zijn ingediend bij brief d.d. 17 april 2012 (bijlage 1). Cliënten wensen deze zlenswŅze eveneens als herhaald en Ingelast te zien.

Vooringenomenheid/willekeur

Het is onbegrijpelijk dat de gemeente Beuningen (hierna; de gemeente) In het oog van de besluitvorming geen realistisch beeld geeft inzake de status van de luchtkwaliteit, verkeer en geluid. Dit terwijl de gemeente, er eerder bij de Minister van Infrastructuur (en Milieu en de Afdeling bestuursrechtspraak), erop heeft gewezen dat er een te

"rooskleurig beeld" van de huidige en toekomstige situatie wordt geschetst (zie bijlage 2). Ten onrechts wordt slechts een "postzegelplan" besproken terwţjl de effecten op het geheel (en de reeds bestaande situatie) in de rest van het plangebied onvoldoende aan de orde komen. Gezien het feit dat de gemeente zichzelf tegenspreekt maakt de gemeente zich ongeloofwaardig, Bovendien heeft de gemeente onvoldoende oog gehad voor andere ontwikkelingen binnen de gemeente die verstrekkende gevolgen hebben voor de locatie aan de Begijnenstraat,

Dit wordt versterkt door het feit op pagina 26 van het voorontwerp: Ik citeer:

"Bovendien heeft de gemeente in het verleden een overeenkomst met deze ondernemer gesloten waarin afspraken

over verplaatsing staan". Het lijkt er echter op dat het uitvoering geven aan deze uitspraak het leidend criterium is

geweest. Dit zonder dat onvoldoende kritisch het ruimtelijk toetsingskader en de relevante feiten In ogenschouw zijn

genomen. Dat de ondernemer in kwestie tot voor kort tevens zitting had als raadslid maakt deze kwestie meer

beladen. Dit doet een extra beroep op de gemeente om ervoor te zorgen dat de besluitvorming transparant Is en

duidelijk Is hoe de belangen van alle burgers zļjn afgewogen.

(3)

3 / 8

In het hart van d e gezondheldszoi

3/8

Zandwinning

Het Is vanwege de cumulatieve effecten niet zorgvuldig te achten dat In zowel het voorontwerp bestemmingsplan en de voorontwerp plan­ Mer In het geheel geen aandacht is besteed aan het zand­ en herinrichtingsproject Geerţjesgolf dat in de kernen Deest en Winssen zal worden gerealiseerd gedurende een periode van vijftien jaar (beton­ en metselzand). Een kopie van de folder die onlangs in de gemeente Beuningen Is rondgedeeld treft u bļjgaand aan (bijlage 2 zienswijze 17 april 2012). De gemeente heeft de bewoners van Winssen publiekelijk medegedeeld dat met initiatiefnemer WInrulmte Geertjesgolf CV projectovereenkomsten zijn getekend, Voorts wordt medegedeeld dat de procedures voor deze vergunningen, ontheffingen en bestemmingsplanwijzigingen plaatsvinden via een

gecoördineerde afhandeling die wordt verzorgd door de provincie Gelderland. Het ontwerp van de bestemmingsplannen en de besluiten wordt in de tweede helft van 2012 ter visie gelegd.

Geen afstamming

Uit het voorgaande blijkt reeds dat van een goede afstemming en coördinatie met onderhavige voorontwerp bestemmingsplan en de voorontwerp plan mer geen sprake is. Het Is een raadsel waarom deze besluitvorming en beoordeling niet Integraal plaatsvindt, Dit terwijl ontwikkelingen plaatsvinden in één en hetzelfde plangebied. Dit is strijd met de systematiek en bedoeling van de Wet ruimtelijke ordening en de Wabo. Dit klemt temeer nu het zulke grote projecten en activiteiten betreft die Mer plichtig zijn. Met andere woorden de gemeente hanteert naar de mening van cliënten een ongeoorloofde salami tactiek om op deze wijze de situatie rooskleurig voor te dan deze In

werkelijkheid zal ontstaan. Opvallend is dat het college met geen woord rept over de daadwerkelijke aantallen vrachtbewegingen die ten gevolge van de zandwinning en de uitbreiding van de megastal zullen ontstaan.

Cliënten wijzen voorts op het gegeven dat het college naar hun mening een woordkeuze misbruiken om te beargumenteren dat niets zou veranderen. Het college stelt dat geen 3prake Is van een nieuwe vestiging van een megastal waarvoor strenge criteria worden gehanteerd, Cliënten menen dat gezien de aard en omvang van de uitbreiding in wezen netzo goed gesproken kan worden van een "nleuwvestlglng". De effecten met een nieuwe vestiging zijn vergelijkbaar.

Ėėn of twee depots langs de Begijnenstraat

De hoeveelheden grond van de afgraving ten behoeve van de zandwinning (4,2 miljoen m3) zijn dusdanig groot dat er onvoldoende ruimte is voor het bergen op depots op het land. Opvallend Is dat langs de Begynenstraat te Winssen (in de directe nabijheid van de megastal) één of twee dapotterrelnen worden Ingericht. Uiteindelijk worden deze depots weer gebruikt bij de herinrichting van de Oostpias. Het hoeft geen verder betoog wat de realisatie van de depots zal betekenen voor de verkeersintensiteit en de verkeersveiligheid en het aantal verkeersbewegingen (bulldozers/

graafmachines/ vrachtwagens) In de Begijnenstraat. Dit zeker in combinatie met de verkeersbewegingen bij een megastal. Duidelijk is dat de uitgangspunten in het onderhavige ontwerp bestemmingsplan en het ontwerp Plan Mer niet overeenstemmen met de huidige en toekomstige situatie.

Natuurgebied

In het kader van de zandwinning wordt een Voorhaven, een Oostpias en een Westpias gerealiseerd. Na de zandwinning wordt het gebied ingericht voor nieuwe natuur, In het komgebied staat herstel van de ooit zo

kenmerkende natte komstructuur centraal, in de vorm van moerassen, natte graslanden en broekbossen. De Oostpias

wordt vervolgens weer gedempt en heringericht als natuurgebied. Het voorgaande betekent dat de geplande locatie

van de nieuwe megastal veel dichter tegen een natuurgebied Is gelegen dan In het voorontwerp bestemmingsplan en

de plan-mer Is aangenomen. Ten onrechte Is dit punt In het geheel niet meegenomen,

(4)

18­Dec­2012 13:48 VvAA R e c h t s b i j s t a n d 030 6702579 4 / 8

woa In het hart van de gezondheldszoi 4/8

Waterhuishouding

De Impact op de waterhuishouding komt mede gezien de zandwinning In een heel ander daglicht te staan. Hier is, voor zover bekend, geen onderzoek naar gedaan in relatie tot de nieuwe megastal.

Locatie Begijnenstraat absoluut ongeschikt!

Op grond van het vorenstaande rest maar één conclusie en dat is dat de locatie aan de Begļjnenstraat absoluut ongeschikt Is voor de situering van de nieuwe megastal.

Landschappelijke inpassing

Gezien de toekomstige ontwikkelingen kan nu reeds geconstateerd worden dat de nieuwe Megastal aan de

Begijnenstraat gezien zÿn omvang en volume volledig contrasteert met de omliggende her in te richten gebieden. Er is sprake van een wangedrocht. In kwestie Is sprake van horizonvervulling, Het waardevolle gebied wordt ernstig aangetast. Hiermee wordt gehandeld in strijd met de ontwerp Ruimtelijke Verordening Gelderland. Het college gaat er aan voorbij dat In wezen gehandeld wordt In strijd met het geldend beleid.

Verkeer/ geluld/ luchtkwaliteit I fíjnstot

Opvallend is dat de bijgevoegde onderzoeksrapporten omtrent geluid/ luchtkwaliteit (fljnstof) en verkeer absoluut niet overeenkomen met de opvatting die de gemeente Beuningen bŲ de Minister van Infrastructuur en Milieu en de Afdeling bestuursrechtspraak Raad van State heeft tentoongespreid. Ik citeer uit een gemeentelŲke nieuwsbericht van 21 september 2011 (bijlage 3 zlenwljze 17 april 2012).

"Beuningen vraagt aandacht voor de effecten voor het doortrekken van deA15. De gemeente Beuningen vindt dat er meer aandacht moet komen voor de effecten van het doortrekken van de A15. In de trąjectnote/MER worden alleen de verkearseffecten voor de snelwegen ten Noorden van de Waal bekeken. Dit terwijl ook de verkeersdrukte op de A50 tussen Valburg en Ewijk in de toekomst boven de streefwaarde zal liggen. Daarnaast lijken de uitspraken In het gebied niet op eerdere constateringen. De gemeente Beuningen vreest zo voor een te rooskleurìge weergave van de huidige en de toekomstige situatie".

"De gemeente Beuningen vreest dat de verbreding van deA15 zal leiden tot een verdere toename van het verkeer op de A50 en de A73 en een verdere verslechtering van de luchtkwaliteit van deze snelwegen. Beuningen pleit er daarom voor dat de Minister van Infrastructuur en Milieu zorgt voor robuuste maatregelen ten aanzien van verkeer, geluid en luchtkwaliteit in de omgeving van de A50.

Op grond van het vorenstaande menen cliënten dat de bijgevoegde onderzoeken bij het ontwerp bestemmingsplan en

de ontwerp plan mer niet deugen en uitgegaan zijn van onjuist toekomstverwachtingen en onjuiste Invoergegevens,

Het is immers de gemeente zelf die publiekelijk heeft verklaard dat zŲ een te rooskleurige weergave vreest en de

uitspraken In het gebied niet lijken op eerdere constateringen,

(5)

18­Dec­2012 13:48 VvAA R e c h t s b i j s t a n d 030 6702579 5 / 8

In het hart van d e gezondheidszoi

5/8

Beuningen slechtste gehalte van stikstofdioxide in luchtkwaliteit; tevens knelpunten fljnstof

Cliënten merken op dat nog In 2010 onderzoek van het RIVM heeft plaatsgehad (bijlage 4 zienswijze 17 april 2012) waaruit volgt dat de gemeente Beuningen de eerste plaats Inneemt op de lijst van N02 overschrijdingen In 2016 per gemeente! (NSL Monltorlngsrapportage 2010, bladzijde 77), Er Is daarom sprake van een ernstige overschrijding van de stikstofconcentratie. Cliënten menen dat deze ontwikkelingen dienen te worden bezien met de zandwinning, de te verwachten Infrastructurele ontwikkelingen (A15/A50/A73) In relatie tot de nieuwe megastal. Eerst dan komt men tot realistische cijfers. Nu dit niet is gebeurd kunnen alle onderzoeken in het voorontwerp bestemmingsplan en de voorontwerp plan mer niet als basis dienen, Er wordt aan voorbijgegaan dat het reeds een te zwaar belast gebied is.

Het betreft reeds een te slechte locatie om over te gaan tot de realisatie van een megastal van maar liefst ruim 1000 zeugen in productie en 3360 gespeende biggen In totaal ongeveer 4500 varkens,,

De stelling In paragraaf 6.7.2 van het voorontwerp plan­MER dat er "geen knelpunten" rondom het plangebied worden verwacht ten aanzien van fljnstof, wordt niet gedeeld, aangezien de A60 de dubbele breedte krijgt en de ontzandlng vijftien jaar lang effecten op de fijnstofgehalten zal hebben.

Tevens wordt de in paragraaf 5,7.2 uitgesproken verwachting dat de toename van de verkeersintensiteit gering zal zijn, niet gedeeld gezien voornoemde verbreding van de A50 en de vijftien jaar durende effecten van de ontzanding.

Op bladzijde 77 wordt gesteld dat de uitstoot van fļjnstof als gevolg van het wegverkeer en de agrarische functie in samenhang bezien een negatief effect zullen hebben op de uitstoot van fijnstof. Gezien voornoemde opmerkingen over paragraaf 5.7.2 moeten deze negatieve effecten dan ook als cumulatief worden beschouwd ten opzichte van de nul­variant,

Europese normen

Cliënten vragen zich bovendien af of Nederland (en In dit geval Beuningen in het bijzonder) gezien het voorgaande wel kan voldoen aan de Europese normen. Is dit wel voldoende meegewogen? Is hierbij tevens gekeken naar de financiële Impact voor de gemeente als hier niet aan Is voldaan? Cliënten verwijzen naar het artikel uit het NRC d.d.

10 Juni 2011 (bijlage 5 zienswijze 17 april 2012). Cliënten stelten dat ook bij de beantwoording van de zienswijze te makkelijk aan de kwestie voorbijgaat. Er Is geen sprake van een draagkrachtige motivering,

Impact Verkeer Megastal

Cliënten menen dat ten onrechte geen Juist beeld Is geschetst van de verkeers­ en vervoersbewegingen die samenhangen met de exploitatie van een megastal van ca. 4000 dieren. Het betreft zware frequente transporten waarvoor de funderingen van de wegen ontoereikende zijn en die, mede vanwege de Intensiteit, ook van invloed zijn op de fijnstofgehalten,

Daarnaast Is geen aandacht besteed aan de overige verkeersherinrichtlng binnen Winssen, Dit Is niet zorgvuldig te achten.

Archeologie en bodem

Cliënten vinden voorts dat de gemeente te snel concludeert dat geen nader archeologisch onderzoek nodig zou zijn.

Hetzelfde geldt ten aanzien van de aanwezige bodemvervuiling. Cliënten menen dat het verkennend

bodemonderzoek onvoldoende is geweest, In dat kader is naar de mening van cliënten een aanvullend onderzoek

noodzakelijk,

(6)

18-Dec-2012 13:48 VvAA R e c h t s b i j s t a n d 030 6702579 6 / 8

In het hart van d e gezondheidsza

8/8

Gezondheid

Ten onrechte is onvoldoende stilgestaan bij de negatieve effecten van de nieuwe megastal en worden de plussen en minnen onvoldoende objectief weergegeven. Het feit dat belangrijke projecten (zandwinning/ verkeersinfrastructuur) buiten beschouwing worden gelaten in relatie tot de megastal en de gevolgen voor de gezondheid Is onacceptabel.

Hierdoor worden ten onrechte de gezondheidsaspecten als marginaal afgedaan. Niet eens wordt erop gewezen dat het reeds een slecht gebied betreft. Het staat vast dat astmapatiënten onder een toename van de negatieve effecten te lijden zullen hebben. Het aantal chronische astma patiënten neemt de laatste Jaren toe door de steeds hogere concentraties fijnstof en C02- en ammonlak-ultstoot. ik verwijs u naar het artikel uit Medisch Contact over fljnstof (bijlage 6 17 zienswijze 17 april 2012), Stikstofdioxide en fijnstof veroorzaken gezondheidsklachten, zoals astma- problemen en allergieën. De voornaamste bronnen van luchtverontreiniging z|Jn wegverkeer (o.a. A50, A73), scheepvaartverkeer op de Waal, industrie (o,a. afvalverbrandingsovens en energiecentrale) en landbouw.

Tevens wordt onvoldoende aandacht besteed aan het gevaar van dergelijke grote megastallen. Deze lelden tot de resistentie van bacteriën tegen antibiotica. Zie In dat kader onder meer het interview van Prof. Van der Meer van het Radboud ziekenhuis (bijlage 7 17 april 2012). Voorts nemen de Infectieziekten van mens op dier steeds meer toe (denk bijvoorbeeld aan de Q-koorts, de gekke koeien-ziekte en de vogelgriep),

Voorts wijzen cliënten op recent wetenschappelijk onderzoek van het Erasmus MC en TNO de zogenaamde grootschalige Generation Studie (bijlage 8 17 april 2012). Hieruit volgt dat blootstelling aan luchtverontreiniging tijdens de zwangerschap hangt samen met gezondheidseffecten bij moeder en kind,

Bovendien trekt een dergelijke megastal knaagdieren en ongedierte aan (vliegen, ratten en muizen) die tot overlast voorde omgeving kunnen lelden.

Doelstelling reconstructlebeleid

Het Is niet juist dat word gesteld dat sprake Is van positieve aspecten, Door opnieuw meer dieren In een stal te stoppen haal je juist geen milieuwinst en wordt deze weer tenietgedaan. Meer dieren hebben meer voeding nodig (enorme hoeveelheden soja) en leiden tot meer mest.

Mllleuvergunning/stalsystemen

Voorts is onvoldoende kritisch gekeken naar de stalsystemen, De vraag Is of deze In de praktijk zo optimaal werken.

In het geheel niet is acht geslagen op de handhaafbaarheid. Zoals cliënten reeds hebben opgemerkt worden in de praktijk vaak om stroom te sparen de luchtwassers niet gebruikt. Bij het aspect van de handhaafbaarheid Is onvoldoende stilgestaan,

Cliënten stellen vraagtekens ten aanzien van de gehanteerde systemen en behouden zich alle rechten voor hier aanvullende opmerkingen over te maken.

Ammoniakultstoot

Cliënten menen dat op het punt van de ammonlakultstoot een te rooskleurig beeld Is geschetst en de gehanteerde

invoergegevens niet Juist zijn. Dit mede omdat de gemeente ten aanzien van de andere punten ook niet zorgvuldig Is

geweest. Cliënten merken op dat reeds sprake is van een mestoverschot in Nederland. Het heeft effect In de vorm

van verajrlng van de grond en sloten,

(7)

18-Dec-2012 13:48 VvAA R e c h t s b i j s t a n d 030 6702579 7/8

WC In het hart van d e gezondheidszo

7/8

Gezien de voornoemde twijfels bij systemen om de ammoniak-ultstoot te beperken en de mede daaruit vloelende verwachting van cliënten dat de ammonlak-ultstoot toeneemt, ontstaat het gevoel bij cliënten dat het Natura 2000- gebied wat betreft ammonlak-ultstoot belangrijker is dan de mensen In de omgeving van de megastal. Volgens bladzijde 70 neemt de uitstoot ter hoogte van het Natura 2000-gebled In de uiterwaarden Immers af omdat het bedrijf, zoals aldaar gesteld, verder af komt te liggen van het Natura 2000-gebied. Op bladzijde 67 van het ontwerp plan-MER wordt voorts gesteld dat er In de situatie van de gewenste bedrijfsomvang "geen sprake van geurhinder voor

omwonenden" is, maar op bladzijde 72 wordt wél een kanttekening geplaatst bij de ammonlak-ultstoot vanwege mogelijke effecten op het natuurgebied.

Ammoniak heeft ook we] degelijk Invloed op de gezondheid. Astma neemt toe en er zijn zeer veel mensen allergisch voor ammoniak, weten cliënten uit eigen ervaring. Overigens heeft het bos (In de tekening op bladzijde 68) met de daar aanwezige flora en fauna(o.a.wilde hertjes) er ook schade van.

Gezien voorgaande vraagtekens bij de gehanteerde systemen, het genoemde rooskleurige beeld en de onjuiste gehanteerde invoergegevens, zal het aantal geurgehlnderden niet afnemen, maar worden verplaatst. De ammoniak- uitstoot zal bovendien worden verplaatst naar precies die groep die ook al de gevolgen ondervindt voor de

luchtkwaliteit van de wegen en het verkeer in de omgeving, aangezien deze groep is omringd door de A60 en A73, Deze groep wordt In de toekomst zeer substantieel geraakt door de voornoemde effecten, die dan ook per saldo als negatief moeten woren beoordeeld.

Flora- an fauna

Gezien de ontwikkeling van een natuurgebied In de directe nabijheid en de overloop In het Natura 2000 gebied en In de nabijheid van een bos met wilde herten en weilanden met zeldzame vogels waaronder grutto's

zullen significante effecten optreden zeker gezien de overbelaste situatie. Reden waarom wél een beoordeling op significante effecten zou moeten plaatsvinden. Het bedrijf zou daarom verplaatst moeten worden naar een Landbouw Ontwikkelings Gebied (LOG) zoals door de Provincie Gelderland aangewezen. Winssen is echter geen LOG locatie.

Economische uitvoerbaarheid

Cliënten merken op dat de economische uitvoerbaarheid van het plan vraagtekens oproept. Hoe Is gecontroleerd of het plan economisch uitvoerbaar is? Van welke cijfers Is men uitgegaan. Cliënten verzoeken de gemeente volledige openheid op dit punt te betrachten. Zeker in deze crisistijd (waarbij de markt voor nieuwbouwwoningen is Ingestort) is het de vraag of ook het plan aan de Geerstraat en Begijnenstraat uitvoerbaar Is, Zijn de geplande woningen reeds verkocht of hebben mensen zich garant gesteld dat ze deze zullen afnemen? Welke verkoopprijzen zijn gehanteerd?

Zijn deze geactualiseerd naar 2012? Cliënten begrijpen dat andere bouwplannen in de omgeving geen doorgang vinden of Juist ernstige vertraging oplopen waarbij de uitvoerbaarheid ter discussie staat. Opgemerkt wordt voorts dat de betreffende ondernemer en exploitant van de (nieuwe) megastal op leeftijd is en voor zover bekend geen opvolger voorhanden Is. Is door de gemeente wel kritisch naar de uitvoerbaarheid van het bedrijfsplan gekeken? Ook op dit aspect Is bij de beantwoording van de zienswijze nagelaten een draagkrachtige motivering te overleggen.

Gezien het vorenstaande verzoek Ik u het onderhavige ontwerp bestemmingsplan volledig te herzien. Zoals u begrijpt verzetten cliënten zich tegen de komst van de nieuwe megastal. Ten onrechte zijn ontwikkelingen bulten beschouwing gelaten. Hierdoor is geen sprake van een goede ruimtelijke ordening, Bovendien zijn de uitgangspunten In het ontwerp bestemmingsplan en de ontwerp plan-mer niet te handhaven. De onderzoeken dienen volledig opnieuw te worden uitgevoerd. Het ontwerp bestemmingsplan dient derhalve zowel wat betreft de regelgeving en de digitale verbeelding/plankaart te worden aangepast. In het nieuwe plan zou geen plaats moeten zijn voor een megastal maar aangesloten moeten worden bij een ontwikkeling zonder gezondheidsrisico's en die past b|J bijvoorbeeld een bestemming natuur.

Verzoek

(8)

18­Dec­2012 13:49 VvAA R e c h t s b i j s t a n d 030 6702579

8/8

mr, T A M . (TĪrno) van Oosterhout

Advocaat Stichting VvAA rechtsbijstand

8 / 8

waan

In het hart van de gezondheldsżorç

Bljlage(n)

(9)

Vvöaiì

In het hart van de gezondheidszorg.

Aantekenen

De gemeente Beuningen Correspondentieadres:

t.a.v. het College van Burgemeester en Wethouders

o s t b u s 8 1 1 6

3503 RC Utrecht Postbus 14

6640 AA BEUNINGEN Bezoekadres:

Orteliuslaan 750 Utrecht

T 030 247 47 10

— . , ,

M

. , . F 030 670 25 62

Tevens per telefax: 024-6778078 (zonder bijlagen)

www.vvaa.nl

Uw referentie : UL12.05759 (brief 7 november 2012) Onze referentie : 2011601018.TO/JH

Behandeld door : mr. T.A.M. van Oosterhout Doorkiesnummer : 030 247 46 58

e-mailadres : t.van.oosterhout@vvaa.nl

Betreft : Zienswijze ontwerp bestemmingsplan Geerstraat 16 en Begijnenstraat à ontwerp planMER bedrijfsverplaatsing Hendriks Winssen

Utrecht, 19 december 2012

Geachte College,

Namens cliënten, de heer en mevrouw Spiertz-de Sonnaville, wonende aan de Van Heemstraweg 55, 6645 KE Winssen (hierna: cliënten) dien ik door middel van deze brief zienswijze in op het ontwerp bestemmingsplan Geerstraat 16 en Begijnenstraat S ontwerp planMER bedrijfsverplaatsing Hendriks Winssen .

Motivering Zienswijze

In het ontwerp bestemmingsplan en in het kader van de plan-mer is onvoldoende aandacht besteed aan recente wetenschappelijke inzichten en actuele ontwikkelingen omtrent de Mega-stallen.

Uit het recente rapport van de Gezondheidsraad ("Infectie risico's van de veehouderij voor omwonenden RIVM rapport 609 400 004/2012 C.B.M. Maassen et al.) uit november 2012 blijkt dat geen landelijke norm is vast te stellen wat een veilige afstand is tssen woningen en veehouderijen. Het eerdere RIVM advies uit 2008 voor een afstand van 1- 2 km houdt hiermee nog steeds stand. Nader onderzoek is noodzakelijk. Met andere woorden cliënten zijn in kwestie nog steeds aan te merken als belanghebbenden (bijlage 9).

Cliënten hebben eveneens gewezen op de aanwezige fijnstofproblematiek. Deze wordt naar hun mening ten onrechte afgedaan als niet relevant. Het college gaat er aan voorbij dat er een cumulatie plaatsvindt van fijnstof door het bedrijf zelf (als het operationeel is), door de toename van het vrachtverkeer (van het bedrijf zelf en door de aan- en afvoer bij de zanddepots in de nabijheid van cliënten) alsmede de reeds bestaande fijnstofproblematiek met de A 50 en de A

1 Stichting VvAA rechtsbijstand, inschrijving KvK voor Utrecht e.o. 41182735

(10)

Vvcatì

In het hart van de gezondheidszorg.

2/8

73. Daarbij komt dat fijnstof uitstoot plaatsvindt door de scheepvaart op de Waal niet ver van de locatie waar cliënten woonachtig zijn. Bovendien ligt de woning van cliënten niet ver van de provinciale weg. Hierdoor ondervinden cliënten van alle kanten de fijnstofproblematiek. Cliënten brengen in herinnering dat het college zelf eerder het Rijk op de bestaande fijnstofproblematiek heeft gewezen. De gemeente heeft zich eerder verzet tegen de verbreding en uitbreiding van de naastgelegen snelwegen.

Cliënten verwijzen voorts naar het artikel uit het NRC waaruit blijkt dat door onderzoek in Amerika (California) is vastgesteld dat fijnstof en uitlaatgassen de kans op autisme vergroten (bijlage 10).

Tevens is er sprake van een vergrote kans op hart- en vaatziekten (bijlage 11). Daarnaast dienen cliënten serieus genomen te worden wat betreft de stankhinder. Deze is niet te vermijden (ondanks Gaswassers) en maakt een enorme inbreuk op het Woon- en leefklimaat van cliënten. In dat kader verwijzen cliënten naar het artikel uit de Gelderlander over stankhinder (bijlage 12). Veelzeggend is bovendien de reportage van het televisieprogramma

"Slag om Brussel" (bijlage 13). Uit deze rapportage blijkt dat megastallen tegenwoordig aan de rand van Europa worden gesitueerd, juist omdat ze zoveel overlast voor de omgeving veroorzaken.

Onzorgvuldige besluitvorming

In zijn algemeenheid merken cliënten op dat de besluitvorming voor het ontwerp bestemmingsplan en de Plan-Mer niet zorgvuldig zijn voorbereid. Sterker nog, er is uitgegaan van onvoldoende actuele informatie waardoor de door de gemeente gehanteerde uitgangspunten niet juist blijken te zijn. Hierdoor heeft niet op basis van de juiste informatie een toetsing plaatsgehad aan het geldend toetsingskader. Bovendien heeft hierdoor ook geen goede afweging van belangen kunnen plaatsvinden die in het kader van een goede ruimtelijke ordening wél noodzakelijk zijn. In casu is géén sprake van een goede ruimtelijke ordening. De beantwoording van de zienswijze door het College van burgemeester en wethouders (hierna: het college) versterken dit beeld. Ik zal dit nader toelichten.

Zienswijze cliënten

Cliënten merken op dat hun opmerkingen bij brief d.d. 14 juni 2011 gericht aan de gemeente Beuningen niet zijn meegenomen bij de behandeling van het voorontwerp bestemmingsplan en de voorontwerp plan mer. Cliënten wensen hun brief d.d. 14 juni 2011 als herhaald en ingelast te beschouwen (bijlage 1 zienswijze 17 april 2012) Hetzelfde geldt voor de Zienswijze die namens cliënten zijn ingediend bij brief d.d. 17 april 2012 (bijlage 1). Cliënten wensen deze zienswijze eveneens als herhaald en ingelast te zien.

Vooringenomenheid/willekeur

Het is onbegrijpelijk dat de gemeente Beuningen (hierna: de gemeente) in het oog van de besluitvorming geen realistisch beeld geeft inzake de status van de luchtkwaliteit, verkeer en geluid. Dit terwijl de gemeente, er eerder bij de Minister van Infrastructuur (en Milieu en de Afdeling bestuursrechtspraak), erop heeft gewezen dat er een te

"rooskleurig beeld" van de huidige en toekomstige situatie wordt geschetst (zie bijlage 2). Ten onrechte wordt slechts een "postzegelplan" besproken terwijl de effecten op het geheel (en de reeds bestaande situatie) in de rest van het plangebied onvoldoende aan de orde komen. Gezien het feit dat de gemeente zichzelf tegenspreekt maakt de gemeente zich ongeloofwaardig. Bovendien heeft de gemeente onvoldoende oog gehad voor andere ontwikkelingen binnen de gemeente die verstrekkende gevolgen hebben voor de locatie aan de Begijnenstraat.

Dit wordt versterkt door het feit op pagina 26 van het voorontwerp: ik citeer:

"Bovendien heeft de gemeente in het verleden een overeenkomst met deze ondernemer gesloten waarin afspraken

over verplaatsing staan". Het lijkt er echter op dat het uitvoering geven aan deze uitspraak het leidend criterium is

geweest. Dit zonder dat onvoldoende kritisch het ruimtelijk toetsingskader en de relevante feiten in ogenschouw zijn

genomen. Dat de ondernemer in kwestie tot voor kort tevens zitting had als raadslid maakt deze kwestie meer

beladen. Dit doet een extra beroep op de gemeente om ervoor te zorgen dat de besluitvorming transparant is en

duidelijk is hoe de belangen van alle burgers zijn afgewogen.

(11)

»

Vvoai;

In het hart van de gezondheidszorg.

3/8

Zandwinning

Het is vanwege de cumulatieve effecten niet zorgvuldig te achten dat in zowel het voorontwerp bestemmingsplan en de voorontwerp plan- Mer in het geheel geen aandacht is besteed aan het zand- en herinrichtingsproject Geertjesgolf dat in de kernen Deest en Winssen zal worden gerealiseerd gedurende een periode van vijftien jaar (beton- en metselzand). Een kopie van de folder die onlangs in de gemeente Beuningen is rondgedeeld treft u bijgaand aan (bijlage 2 zienswijze 17 april 2012). De gemeente heeft de bewoners van Winssen publiekelijk medegedeeld dat met initiatiefnemer Winruimte Geertjesgolf CV projectovereenkomsten zijn getekend. Voorts wordt medegedeeld dat de procedures voor deze vergunningen, ontheffingen en bestemmingsplanwijzigingen plaatsvinden via een

gecoördineerde afhandeling die wordt verzorgd door de provincie Gelderland. Het ontwerp van de bestemmingsplannen en de besluiten wordt in de tweede helft van 2012 ter visie gelegd.

Geen afstemming

Uit het voorgaande blijkt reeds dat van een goede afstemming en coördinatie met onderhavige voorontwerp bestemmingsplan en de voorontwerp plan mer geen sprake is. Het is een raadsel waarom deze besluitvorming en beoordeling niet integraal plaatsvindt. Dit terwijl ontwikkelingen plaatsvinden in één en hetzelfde plangebied. Dit is strijd met de systematiek en bedoeling van de Wet ruimtelijke ordening en de Wabo. Dit klemt temeer nu het zulke grote projecten en activiteiten betreft die Mer plichtig zijn. Met andere woorden de gemeente hanteert naar de mening van cliënten een ongeoorloofde salami tactiek om op deze wijze de situatie rooskleurig voor te dan deze in

werkelijkheid zal ontstaan. Opvallend is dat het college met geen woord rept over de daadwerkelijke aantallen vrachtbewegingen die ten gevolge van de zandwinning en de uitbreiding van de megastal zullen ontstaan.

Cliënten wijzen voorts op het gegeven dat het college naar hun mening een woordkeuze misbruiken om te beargumenteren dat niets zou veranderen. Het college stelt dat geen sprake is van een nieuwe vestiging van een megastal waarvoor strenge criteria worden gehanteerd. Cliënten menen dat gezien de aard en omvang van de uitbreiding in wezen net zo goed gesproken kan worden van een "nieuwvestiging". De effecten met een nieuwe vestiging zijn vergelijkbaar.

Één of twee depots langs de Begijnenstraat

De hoeveelheden grond van de afgraving ten behoeve van de zandwinning (4,2 miljoen m3) zijn dusdanig groot dat er onvoldoende ruimte is voor het bergen op depots op het land. Opvallend is dat langs de Begijnenstraat te Winssen (in de directe nabijheid van de megastal) één of twee depotterreinen worden ingericht. Uiteindelijk worden deze depots weer gebruikt bij de herinrichting van de Oostpias. Het hoeft geen verder betoog wat de realisatie van de depots zal betekenen voor de verkeersintensiteit en de verkeersveiligheid en het aantal verkeersbewegingen (bulldozers/

graafmachines/ vrachtwagens) in de Begijnenstraat. Dit zeker in combinatie met de verkeersbewegingen bij een megastal. Duidelijk is dat de uitgangspunten in het onderhavige ontwerp bestemmingsplan en het ontwerp Plan Mer niet overeenstemmen met de huidige en toekomstige situatie.

Natuurgebied

In het kader van de zandwinning wordt een Voorhaven, een Oostpias en een Westpias gerealiseerd. Na de zandwinning wordt het gebied ingericht voor nieuwe natuur. In het komgebied staat herstel van de ooit zo

kenmerkende natte komstructuur centraal, in de vorm van moerassen, natte graslanden en broekbossen. De Oostpias

wordt vervolgens weer gedempt en heringericht als natuurgebied. Het voorgaande betekent dat de geplande locatie

van de nieuwe megastal veel dichter tegen een natuurgebied is gelegen dan in het voorontwerp bestemmingsplan en

de plan-mer is aangenomen. Ten onrechte is dit punt in het geheel niet meegenomen.

(12)

V v O d í i

In het hart van de gezondheidszorg.

4/8

Waterhuishouding

De impact op de waterhuishouding komt mede gezien de zandwinning in een heel ander daglicht te staan. Hier is, voor zover bekend, geen onderzoek naar gedaan in relatie tot de nieuwe megastal.

Locatie Begijnenstraat absoluut ongeschikt!

Op grond van het vorenstaande rest maar één conclusie en dat is dat de locatie aan de Begijnenstraat absoluut ongeschikt is voor de situering van de nieuwe megastal.

Landschappelijke inpassing

Gezien de toekomstige ontwikkelingen kan nu reeds geconstateerd worden dat de nieuwe Megastal aan de

Begijnenstraat gezien zijn omvang en volume volledig contrasteert met de omliggende her in te richten gebieden. Er is sprake van een wangedrocht. In kwestie is sprake van horizonvervuiling. Het waardevolle gebied wordt ernstig aangetast. Hiermee wordt gehandeld in strijd met de ontwerp Ruimtelijke Verordening Gelderland. Het college gaat er aan voorbij dat in wezen gehandeld wordt in strijd met het geldend beleid.

Verkeer/ geluid/ luchtkwaliteit Z fijnstof

Opvallend is dat de bijgevoegde onderzoeksrapporten omtrent geluid/ luchtkwaliteit (fijnstof) en verkeer absoluut niet overeenkomen met de opvatting die de gemeente Beuningen bij de Minister van Infrastructuur en Milieu en de

Afdeling bestuursrechtspraak Raad van State heeft tentoongespreid. Ik citeer uit een gemeentelijke nieuwsbericht van 21 september 2011 (bijlage 3 zienwijze 17 april 2012).

"Beuningen vraagt aandacht voor de effecten voor het doortrekken van de A15. De gemeente Beuningen vindt dat er meer aandacht moet komen voor de effecten van het doortrekken van de A15. In de trajectnota/MER worden alleen de verkeerseffecten voor de snelwegen ten Noorden van de Waal bekeken. Dit terwijl ook de verkeersdrukte op de A50 tussen Valburg en Ewijk in de toekomst boven de streefwaarde zal liggen. Daarnaast lijken de uitspraken in het gebied niet op eerdere constateringen. De gemeente Beuningen vreest zo voor een te rooskleurige weergave van de huidige en de toekomstige situatie".

En:

"De gemeente Beuningen vreest dat de verbreding van de A 75 zal leiden tot een verdere toename van het verkeer op de A50 en de A73 en een verdere verslechtering van de luchtkwaliteit van deze snelwegen. Beuningen pleit er daarom voor dat de Minister van Infrastructuur en Milieu zorgt voor robuuste maatregelen ten aanzien van verkeer, geluid en luchtkwaliteit in de omgeving van de A50.

Op grond van het vorenstaande menen cliënten dat de bijgevoegde onderzoeken bij het ontwerp bestemmingsplan en de ontwerp plan mer niet deugen en uitgegaan zijn van onjuist toekomstverwachtingen en onjuiste invoergegevens.

Het is immers de gemeente zelf die publiekelijk heeft verklaard dat zij een te rooskleurige weergave vreest en de

uitspraken in het gebied niet lijken op eerdere constateringen.

(13)

Vvaaíî

In het hart van de gezondheidszorg.

5/8

Beuningen slechtste gehalte van stikstofdioxide in luchtkwaliteit; tevens knelpunten fijnstof

Cliënten merken op dat nog in 2010 onderzoek van het RIVM heeft plaatsgehad (bijlage 4 zienswijze 17 april 2012) waaruit volgt dat de gemeente Beuningen de eerste plaats inneemt op de lijst van N 0 2 overschrijdingen in 2015 per gemeente! (NSL Monitoringsrapportage 2010, bladzijde 77). Er is daarom sprake van een ernstige overschrijding van de stikstofconcentratie. Cliënten menen dat deze ontwikkelingen dienen te worden bezien met de zandwinning, de te verwachten infrastructurele ontwikkelingen (A15/A50/A73) in relatie tot de nieuwe megastal. Eerst dan komt men tot realistische cijfers. Nu dit niet is gebeurd kunnen alle onderzoeken in het voorontwerp bestemmingsplan en de voorontwerp plan mer niet als basis dienen. Er wordt aan voorbijgegaan dat het reeds een te zwaar belast gebied is.

Het betreft reeds een te slechte locatie om over te gaan tot de realisatie van een megastal van maar liefst ruim 1000 zeugen in productie en 3360 gespeende biggen in totaal ongeveer 4500 varkens..

De stelling in paragraaf 5.7.2 van het voorontwerp plan-MER dat er "geen knelpunten" rondom het plangebied worden verwacht ten aanzien van fijnstof, wordt niet gedeeld, aangezien de A50 de dubbele breedte krijgt en de ontzanding vijftien jaar lang effecten op de fijnstofgehalten zal hebben.

Tevens wordt de in paragraaf 5.7.2 uitgesproken verwachting dat de toename van de verkeersintensiteit gering zal zijn, niet gedeeld gezien voornoemde verbreding van de A50 en de vijftien jaar durende effecten van de ontzanding.

Op bladzijde 77 wordt gesteld dat de uitstoot van fijnstof als gevolg van het wegverkeer en de agrarische functie in samenhang bezien een negatief effect zullen hebben op de uitstoot van fijnstof. Gezien voornoemde opmerkingen over paragraaf 5.7.2 moeten deze negatieve effecten dan ook als cumulatief worden beschouwd ten opzichte van de nul-variant.

Europese normen

Cliënten vragen zich bovendien af of Nederland (en in dit geval Beuningen in het bijzonder) gezien het voorgaande wel kan voldoen aan de Europese normen. Is dit wel voldoende meegewogen? Is hierbij tevens gekeken naar de financiële impact voor de gemeente als hier niet aan is voldaan? Cliënten verwijzen naar het artikel uit het NRC d.d.

10 juni 2011 (bijlage 5 zienswijze 17 april 2012). Cliënten stellen dat ook bij de beantwoording van de zienswijze te makkelijk aan de kwestie voorbijgaat. Er is geen sprake van een draagkrachtige motivering.

Impact Verkeer Megastal

Cliënten menen dat ten onrechte geen juist beeld is geschetst van de verkeers- en vervoersbewegingen die samenhangen met de exploitatie van een megastal van ca. 4000 dieren. Het betreft zware frequente transporten waarvoor de funderingen van de wegen ontoereikende zijn en die, mede vanwege de intensiteit, ook van invloed zijn op de fijnstofgehalten.

Daarnaast is geen aandacht besteed aan de overige verkeersherinrichting binnen Winssen. Dit is niet zorgvuldig te achten.

Archeologie en bodem

Cliënten vinden voorts dat de gemeente te snel concludeert dat geen nader archeologisch onderzoek nodig zou zijn.

Hetzelfde geldt ten aanzien van de aanwezige bodemvervuiling. Cliënten menen dat het verkennend

bodemonderzoek onvoldoende is geweest. In dat kader is naar de mening van cliënten een aanvullend onderzoek

noodzakelijk.

(14)

Vvaai?

In het hart van de gezondheidszorg.

6/8

Gezondheid

Ten onrechte is onvoldoende stilgestaan bij de negatieve effecten van de nieuwe megastal en worden de plussen en minnen onvoldoende objectief weergegeven. Het feit dat belangrijke projecten (zandwinning/ verkeersinfrastructuur) buiten beschouwing worden gelaten in relatie tot de megastal en de gevolgen voor de gezondheid is onacceptabel.

Hierdoor worden ten onrechte de gezondheidsaspecten als marginaal afgedaan. Niet eens wordt erop gewezen dat het reeds een slecht gebied betreft. Het staat vast dat astmapatiënten onder een toename van de negatieve effecten te lijden zullen hebben. Het aantal chronische astma patiënten neemt de laatste jaren toe door de steeds hogere concentraties fijnstof en C 0 2 - en ammoniak-uitstoot. Ik verwijs u naar het artikel uit Medisch Contact over fijnstof (bijlage 6 17 zienswijze 17 april 2012). Stikstofdioxide en fijnstof veroorzaken gezondheidsklachten, zoals astma- problemen en allergieën. De voornaamste bronnen van luchtverontreiniging zijn wegverkeer (o.a. A50, A73), scheepvaartverkeer op de Waal, industrie (o.a. afvalverbrandingsovens en energiecentrale) en landbouw.

Tevens wordt onvoldoende aandacht besteed aan het gevaar van dergelijke grote megastallen. Deze leiden tot de resistentie van bacteriën tegen antibiotica. Zie in dat kader onder meer het interview van Prof. Van der Meer van het Radboud ziekenhuis (bijlage 7 17 april 2012). Voorts nemen de infectieziekten van mens op dier steeds meer toe (denk bijvoorbeeld aan de Q-koorts, de gekke koeien-ziekte en de vogelgriep).

Voorts wijzen cliënten op recent wetenschappelijk onderzoek van het Erasmus MC en TNO de zogenaamde grootschalige Generation Studie (bijlage 8 17 april 2012). Hieruit volgt dat blootstelling aan luchtverontreiniging tijdens de zwangerschap hangt samen met gezondheidseffecten bij moeder en kind.

Bovendien trekt een dergelijke megastal knaagdieren en ongedierte aan (vliegen, ratten en muizen) die tot overlast voor de omgeving kunnen leiden.

Doelstelling reconstructiebeleid

Het is niet juist dat word gesteld dat sprake is van positieve aspecten. Door opnieuw meer dieren in een stal te stoppen haal je juist geen milieuwinst en wordt deze weer tenietgedaan. Meer dieren hebben meer voeding nodig (enorme hoeveelheden soja) en leiden tot meer mest.

Milieuvergunning/stalsystemen

Voorts is onvoldoende kritisch gekeken naar de stalsystemen. De vraag is of deze in de praktijk zo optimaal werken.

In het geheel niet is acht geslagen op de handhaafbaarheid. Zoals cliënten reeds hebben opgemerkt worden in de praktijk vaak om stroom te sparen de luchtwassers niet gebruikt. Bij het aspect van de handhaafbaarheid is onvoldoende stilgestaan.

Cliënten stellen vraagtekens ten aanzien van de gehanteerde systemen en behouden zich alle rechten voor hier aanvullende opmerkingen over te maken.

Ammoniakuitstoot

Cliënten menen dat op het punt van de ammoniakuitstoot een te rooskleurig beeld is geschetst en de gehanteerde

invoergegevens niet juist zijn. Dit mede omdat de gemeente ten aanzien van de andere punten ook niet zorgvuldig is

geweest. Cliënten merken op dat reeds sprake is van een mestoverschot in Nederland. Het heeft effect in de vorm

van verzuring van de grond en sloten.

(15)

Vvcaiì

In het hart van de gezondheidszorg.

7/8

Gezien de voornoemde twijfels bij systemen om de ammoniak-uitstoot te beperken en de mede daaruit vloeiende verwachting van cliënten dat de ammoniak-uitstoot toeneemt, ontstaat het gevoel bij cliënten dat het Natura 2000- gebied wat betreft ammoniak-uitstoot belangrijker is dan de mensen in de omgeving van de megastal. Volgens bladzijde 70 neemt de uitstoot ter hoogte van het Natura 2000-gebied in de uiterwaarden immers af omdat het bedrijf, zoals aldaar gesteld, verder af komt te liggen van het Natura 2000-gebied. Op bladzijde 67 van het ontwerp plan-MER wordt voorts gesteld dat er in de situatie van de gewenste bedrijfsomvang "geen sprake van geurhinder voor

omwonenden" is, maar op bladzijde 72 wordt wél een kanttekening geplaatst bij de ammoniak-uitstoot vanwege mogelijke effecten op het natuurgebied.

Ammoniak heeft ook wel degelijk invloed op de gezondheid. Astma neemt toe en er zijn zeer veel mensen allergisch voor ammoniak, weten cliënten uit eigen ervaring. Overigens heeft het bos (in de tekening op bladzijde 68) met de daar aanwezige flora en fauna(o.a.wilde hertjes) er ook schade van.

Gezien voorgaande vraagtekens bij de gehanteerde systemen, het genoemde rooskleurige beeld en de onjuiste gehanteerde invoergegevens, zal het aantal geurgehinderden niet afnemen, maar worden verplaatst. De ammoniak- uitstoot zal bovendien worden verplaatst naar precies die groep die ook al de gevolgen ondervindt voor de

luchtkwaliteit van de wegen en het verkeer in de omgeving, aangezien deze groep is omringd door de A50 en A73.

Deze groep wordt in de toekomst zeer substantieel geraakt door de voornoemde effecten, die dan ook per saldo als negatief moeten woren beoordeeld.

Flora- en fauna

Gezien de ontwikkeling van een natuurgebied in de directe nabijheid en de overloop in het Natura 2000 gebied en in de nabijheid van een bos met wilde herten en weilanden met zeldzame vogels waaronder grutto's

zullen significante effecten optreden zeker gezien de overbelaste situatie. Reden waarom wél een beoordeling op significante effecten zou moeten plaatsvinden. Het bedrijf zou daarom verplaatst moeten worden naar een Landbouw Ontwikkelings Gebied (LOG) zoals door de Provincie Gelderland aangewezen. Winssen is echter geen LOG locatie.

Economische uitvoerbaarheid

Cliënten merken op dat de economische uitvoerbaarheid van het plan vraagtekens oproept. Hoe is gecontroleerd of het plan economisch uitvoerbaar is? Van welke cijfers is men uitgegaan. Cliënten verzoeken de gemeente volledige openheid op dit punt te betrachten. Zeker in deze crisistijd (waarbij de markt voor nieuwbouwwoningen is ingestort) is het de vraag of ook het plan aan de Geerstraat en Begijnenstraat uitvoerbaar is. Zijn de geplande woningen reeds verkocht of hebben mensen zich garant gesteld dat ze deze zullen afnemen? Welke verkoopprijzen zijn gehanteerd?

Zijn deze geactualiseerd naar 2012? Cliënten begrijpen dat andere bouwplannen in de omgeving geen doorgang vinden of juist ernstige vertraging oplopen waarbij de uitvoerbaarheid ter discussie staat. Opgemerkt wordt voorts dat de betreffende ondernemer en exploitant van de (nieuwe) megastal op leeftijd is en voor zover bekend geen opvolger voorhanden is. Is door de gemeente wel kritisch naar de uitvoerbaarheid van het bedrijfsplan gekeken? Ook op dit aspect is bij de beantwoording van de zienswijze nagelaten een draagkrachtige motivering te overleggen.

Verzoek

Gezien het vorenstaande verzoek ik u het onderhavige ontwerp bestemmingsplan volledig te herzien. Zoals u begrijpt verzetten cliënten zich tegen de komst van de nieuwe megastal. Ten onrechte zijn ontwikkelingen buiten beschouwing gelaten. Hierdoor is geen sprake van een goede ruimtelijke ordening. Bovendien zijn de uitgangspunten in het ontwerp bestemmingsplan en de ontwerp plan-mer niet te handhaven. De onderzoeken dienen volledig opnieuw te worden uitgevoerd. Het ontwerp bestemmingsplan dient derhalve zowel wat betreft de regelgeving en de digitale verbeelding/plankaart te worden aangepast. In het nieuwe plan zou geen plaats moeten zijn voor een megastal maar aangesloten moeten worden bij een ontwikkeling zonder gezondheidsrisico's en die past bij bijvoorbeeld een

bestemming natuur.

(16)

waai?

In het hart van de gezondheidszorg.

8/8

Hoogachtend,

mr. T.A.M. (Timo) van Oosterhout Advocaat Stichting VvAA rechtsbijstand

Bijlage(n)

(17)

1

B I J L A G E 1

(18)

V Q In het hart van d e gezondheidszorg.

3 S R R R E 5678224

AANTEKENEN

Correspondentieadres:

Postbus 8116

De gemeente Beuningen

t.a.v. het College van Burgemeester en Wethouders

Postbus 14

Bezoekadres:

3503 RC Utrecht

6640 AA BEUNINGEN

Orteliuslaan 750

Utrecht T 030 247 47 10

Tevens per fax: 024-6778078

F 030 570 25 62

www.vvaa.nl

Onze referentie : 2012601271.TO/JH Behandeld door : mr. T.A.M. van Oosterhout Doorkiesnummer : 030 247 46 58

e-mailadres : t.van.oosterhout@vvaa.nl

: Inspraakreactie Voorontwerp bestemmingsplan Geerstraat 16 en Betreft

Begijnenstraat Å. Voorontwerp planMER bedrijfsverplaatsing Hendriks Winssen

Utrecht, 17 april 2012

Geacht College,

Namens cliënten, de heer en mevrouw Spiertz-de Sonnaville, wonende aan de Van

Heemstraweg 55, 6645 KE Winssen (hierna: cliënten) spreek ik door middel van deze brief in op het Voorontwerp bestemmingsplan Geerstraat 16 en Begijnenstraat S Voorontwerp planMER bedrijfsverplaatsing Hendriks Winssen.

Onzorgvuldige besluitvorming

In zijn algemeenheid merken cliënten op dat de besluitvorming voor het voorontwerp

bestemmingsplan en de Plan-Mer niet zorgvuldig zijn voorbereid. Sterker nog, er is uitgegaan van onvoldoende actuele informatie waardoor de door de gemeente gehanteerde

uitgangspunten niet juist blijken te zijn. Hierdoor heeft niet op basis van de juiste informatie een toetsing plaatsgehad aan het geldend toetsingskader. Bovendien heeft hierdoor ook geen goede afweging van belangen kunnen plaatsvinden die in het kader van een goede ruimtelijke ordening wél noodzakelijk zijn. In casu is géén sprake van een goede ruimtelijke ordening. Ik zal dit nader toelichten.

Stichting VvAA rechtsbijstand, inschrijving KvK voor Utrecht e.o. 41182735

(19)

v a In het hart van de gezondheidszorg.

2/8

Zienswijze cliënten

Cliënten merken op dat hun opmerkingen bij brief d.d. 14 juni 2011 gericht aan de gemeente Beuningen niet zijn meegenomen bij de behandeling van het voorontwerp bestemmingsplan en de voorontwerp plan mer. Cliënten wensen hun brief d.d. 14 juni 2011 als herhaald en ingelast te beschouwen (bijlage 1)

Vooringenomenheid/willekeur

Het is onbegrijpelijk dat de gemeente Beuningen (hierna: de gemeente) in het oog van de besluitvorming geen realistisch beeld geeft inzake de status van de luchtkwaliteit, verkeer en geluid. Dit terwijl de gemeente er eerder bij de Minister van Infrastructuur en Milieu en de Afdeling bestuursrechtspraak erop heeft gewezen dat er een te "rooskleurig beeld" van de huidige en toekomstige situatie wordt geschetst (zie bijlage 2). Ten onrechte wordt slechts een

"postzegelplan" besproken terwijl de effecten op het geheel (en de reeds bestaande situatie) in de rest van het plangebied onvoldoende aan de orde komen. Gezien het feit dat de gemeente zichzelf tegenspreekt maakt de gemeente zich ongeloofwaardig. Bovendien heeft de gemeente onvoldoende oog gehad voor andere ontwikkelingen binnen de gemeente die verstrekkende gevolgen hebben voor de locatie aan de Begijnenstraat.

Dit wordt versterkt door het feit op pagina 26 van het voorontwerp: ik citeer:

"Bovendien heeft de gemeente in het verleden een overeenkomst met deze ondernemer gesloten waarin afspraken over verplaatsing staan". Het lijkt er echter op dat het uitvoering geven aan deze uitspraak het leidend criterium is geweest. Dit zonder dat onvoldoende kritisch het ruimtelijk toetsingskader en de relevante feiten in ogenschouw zijn genomen. Dat de ondernemer in kwestie tot voor kort tevens zitting had als raadslid maakt deze kwestie meer beladen. Dit doet een extra beroep op de gemeente om ervoor te zorgen dat de besluitvorming transparant is en duidelijk is hoe de belangen van alle burgers zijn afgewogen.

Zandwinning

Het is vanwege de cumulatieve effecten niet zorgvuldig te achten dat in zowel het voorontwerp bestemmingsplan en de voorontwerp plan- Mer in het geheel geen aandacht is besteed aan het zand- en herinrichtingsproject Geertjesgolf dat in de kernen Deest en Winssen zal worden gerealiseerd gedurende een periode van vijftien jaar (beton- en metselzand). Een kopie van de folder die onlangs in de gemeente Beuningen is rondgedeeld treft u bijgaand aan (bijlage 2).

De gemeente heeft de bewoners van Winssen publiekelijk medegedeeld dat met initiatiefnemer Winruimte Geertjesgolf CV projectovereenkomsten zijn getekend. Voorts wordt medegedeeld dat de procedures voor deze vergunningen, ontheffingen en bestemmingsplanwijzigingen plaatsvinden via een gecoördineerde afhandeling die wordt verzorgd door de provincie

Gelderland. Het ontwerp van de bestemmingsplannen en de besluiten wordt in de tweede helft van 2012 ter visie gelegd.

Geen afstemming

Uit het voorgaande blijkt reeds dat van een goede afstemming en coördinatie met onderhavige

voorontwerp bestemmingsplan en de voorontwerp plan Mer geen sprake is. Het is een raadsel

(20)

v a In het hart van de gezondheidszorg.

3/8

waarom deze besluitvorming en beoordeling niet integraal plaatsvindt. Dit terwijl ontwikkelingen plaatsvinden in één en hetzelfde plangebied. Dit is strijd met de systematiek en bedoeling van de Wet ruimtelijke ordening en de Wabo. Dit klemt temeer nu het zulke grote projecten en activiteiten betreft die Mer plichtig zijn.

Één of twee depots langs de Begijnenstraat

De hoeveelheden grond van de afgraving ten behoeve van de zandwinning (4,2 miljoen m3) zijn dusdanig groot dat er onvoldoende ruimte is voor het bergen op depots op het land. Opvallend is dat langs de Begijnenstraat te Winssen (in de directe nabijheid van de megastal) één of twee depotterreinen worden ingericht. Uiteindelijk worden deze depots weer gebruikt bij de

herinrichting van de Oostpias. Het hoeft geen verder betoog wat de realisatie van de depots zal betekenen voor de verkeersintensiteit en de verkeersveiligheid en het aantal

verkeersbewegingen (bulldozers/graafmachines/vrachtwagens) in de Begijnenstraat. Dit zeker in combinatie met de verkeersbewegingen bij een megastal. Duidelijk is dat de uitgangspunten in het onderhavige voorontwerp bestemmingsplan en de voorontwerp Plan Mer niet

overeenstemmen met de huidige en toekomstige situatie.

Natuurgebied

In het kader van de zandwinning wordt een Voorhaven, een Oostpias en een Westpias gerealiseerd. Na de zandwinning wordt het gebied ingericht voor nieuwe natuur. In het komgebied staat herstel van de ooit zo kenmerkende natte komstructuur centraal, in de vorm van moerassen, natte graslanden en broekbossen. De Oostpias wordt vervolgens weer gedempt en heringericht als natuurgebied. Het voorgaande betekent dat de geplande locatie van de nieuwe megastal veel dichter tegen een natuurgebied is gelegen dan in het voorontwerp bestemmingsplan en de plan-mer is aangenomen. Ten onrechte is dit punt in het geheel niet meegenomen.

Waterhuishouding

De impact op de waterhuishouding komt mede gezien de zandwinning in een heel ander daglicht te staan. Hier is, voor zover bekend, geen onderzoek naar gedaan in relatie tot de nieuwe megastal.

Locatie Begijnenstraat absoluut ongeschikt!

Op grond van het vorenstaande rest maar één conclusie en dat is dat de locatie aan de Begijnenstraat absoluut ongeschikt is voor de situering van de nieuwe megastal.

Landschappelijke inpassing

Gezien de toekomstige ontwikkelingen kan nu reeds geconstateerd worden dat de nieuwe

Megastal aan de Begijnenstraat gezien zijn omvang en volume volledig contrasteert met de

omliggende her in te richten gebieden. Er is sprake van een wangedrocht. In kwestie is sprake

(21)

In het hart van de gezondheidszorg.

4/8

van horizonvervuiling. Het waardevolle gebied wordt ernstig aangetast. Hiermee wordt gehandeld in strijd met de ontwerp Ruimtelijke Verordening Gelderland.

Verkeer/ geluid/ luchtkwaliteit f fijnstof

Opvallend is dat de bijgevoegde onderzoeksrapporten omtrent geluid/ luchtkwaliteit (fijnstof) en verkeer absoluut niet overeenkomen met de opvatting die de gemeente Beuningen bij de Minister van Infrastructuur en Milieu en de Afdeling bestuursrechtspraak Raad van State heeft tentoongespreid, ik citeer uit een gemeentelijke nieuwsbericht van 21 september 2011 (bijlage 3)

"Beuningen vraagt aandacht voorde effecten voor het doortrekken van de A15. De gemeente Beuningen vindt dat er meer aandacht moet komen voor de effecten van het doortrekken van de A15. In de trajectnota/MER worden alleen de verkeerseffecten voorde snelwegen ten Noorden van de Waal bekeken. Dit terwijl ook de verkeersdrukte op de A50 tussen Valburg en Ewijk in de toekomst boven de streefwaarde zal liggen. Daarnaast lijken de uitspraken in het gebied niet op eerdere constateringen. De gemeente Beuningen vreest zo voor een te rooskleurige weergave van de huidige en de toekomstige situatie".

"De gemeente Beuningen vreest dat de verbreding van de A15 zal leiden tot een verdere toename van het verkeer op de A50 en de A73 en een verdere verslechtering van de luchtkwaliteit van deze snelwegen. Beuningen pleit er daarom voor dat de Minister van Infrastructuur en Milieu zorgt voor robuuste maatregelen ten aanzien van verkeer, geluid en luchtkwaliteit in de omgeving van de A50.

Op grond van het vorenstaande menen cliënten dat de bijgevoegde onderzoeken bij het voorontwerp bestemmingsplan en de voorontwerp plan mer niet deugen en uitgegaan zijn van onjuist toekomstverwachtingen en onjuiste invoergegevens. Het is immers de gemeente zelf die publiekelijk heeft verklaard dat zij een te rooskleurige weergave vreest en de uitspraken in het gebied niet lijken op eerdere constateringen.

Beuningen slechtste gehalte van stikstofdioxide in luchtkwaliteit; tevens knelpunten fijnstof

Cliënten merken op dat nog in 2010 onderzoek van het RIVM heeft plaatsgehad (bijlage 4) waaruit volgt dat de gemeente Beuningen de eerste plaats inneemt op de lijst van N 0 2 overschrijdingen in 2015 per gemeente! (NSL Monitoringsrapportage 2010, bladzijde 77). Er is daarom sprake van een ernstige overschrijding van de stikstofconcentratie. Cliënten menen dat deze ontwikkelingen dienen te worden bezien met de zandwinning, de te verwachten

infrastructurele ontwikkelingen (A15/A50/A73) in relatie tot de nieuwe megastal. Eerst dan komt men tot realistische cijfers. Nu dit niet is gebeurd kunnen alle onderzoeken in het voorontwerp bestemmingsplan en de voorontwerp plan mer niet als basis dienen. Er wordt aan

voorbijgegaan dat het reeds een te zwaar belast gebied is. Het betreft reeds een te slechte locatie om over te gaan tot de realisatie van een megastal van maar liefst ruim 1000 zeugen in productie en 3360 gespeende biggen in totaal ongeveer 4500 varkens.

En:

(22)

V O In het hart van de gezondheidszorg.

5/8

De stelling in paragraaf 5.7.2 van het voorontwerp plan-MER dat er "geen knelpunten" rondom het plangebied worden verwacht ten aanzien van fijnstof, wordt niet gedeeld, aangezien de A50 de dubbele breedte krijgt en de ontzanding vijftien jaar lang effecten op de fijnstofgehalten zai hebben.

Tevens wordt de in paragraaf 5.7.2 uitgesproken verwachting dat de toename van de

verkeersintensiteit gering zal zijn, niet gedeeld gezien voornoemde verbreding van de A50 en de vijftien jaar durende effecten van de ontzanding.

Op bladzijde 77 wordt gesteld dat de uitstoot van fijnstof als gevolg van het wegverkeer en de agrarische functie in samenhang bezien een negatief effect zullen hebben op de uitstoot van fijnstof. Gezien voornoemde opmerkingen over paragraaf 5.7.2 moeten deze negatieve effecten dan ook als cumulatief worden beschouwd ten opzichte van de nul-variant.

Europese normen

Cliënten vragen zich bovendien af of Nederland (en in dit geval Beuningen in het bijzonder) gezien het voorgaande wel kan voldoen aan de Europese normen. Is dit wel voldoende meegewogen? Is hierbij tevens gekeken naar de financiële impact voor de gemeente als hier niet aan is voldaan? Cliënten verwijzen naar het artikel uit het NRC d.d. 10 juni 2011 (bijlage 5).

Impact Verkeer Megastal

Cliënten menen dat ten onrechte geen juist beeld is geschetst van de verkeers- en vervoersbewegingen die samenhangen met de exploitatie van een megastal van ca. 4000 dieren. Het betreft zware frequente transporten waarvoor de funderingen van de wegen ontoereikende zijn en die, mede vanwege de intensiteit, ook van invloed zijn op de fijnstofgehalten.

Daarnaast is geen aandacht besteed aan de overige verkeersherinrichting binnen Winssen. Dit is niet zorgvuldig te achten.

Archeologie en bodem

Cliënten vinden voorts dat de gemeente te snel concludeert dat geen nader archeologisch onderzoek nodig zou zijn. Hetzelfde geldt ten aanzien van de aanwezige bodemvervuiling.

Cliënten menen dat het verkennend bodemonderzoek onvoldoende is geweest. In dat kader is naar de mening van cliënten een aanvullend onderzoek noodzakelijk.

Gezondheid

Ten onrechte is onvoldoende stilgestaan bij de negatieve effecten van de nieuwe megastal en worden de plussen en minnen onvoldoende objectief weergegeven. Het feit dat belangrijke

projecten (zandwinning/ verkeersinfrastructuur) buiten beschouwing worden gelaten in relatie tot de megastal en de gevolgen voor de gezondheid is onacceptabel.

I

(23)

In het hart van de gezondheidszorg. a

6/8

Hierdoor worden ten onrechte de gezondheidsaspecten als marginaal afgedaan. Niet eens wordt erop gewezen dat het reeds een slecht gebied betreft. Het staat vast dat astmapatiënten onder een toename van de negatieve effecten te lijden zullen hebben. Het aantal chronische astma patiënten neemt de laatste jaren toe door de steeds hogere concentraties fijnstof en C 0 2 - en ammoniak-uitstoot. Ik verwijs u naar het artikel uit Medisch Contact over fijnstof (bijlage 6). Stikstofdioxide en fijnstof veroorzaken gezondheidsklachten, zoals astma- problemen en allergieën. De voornaamste bronnen van luchtverontreiniging zijn wegverkeer (o.a. A50, A73), scheepvaartverkeer op de Waal, industrie (o.a. afvalverbrandingsovens en energiecentrale) en landbouw.

Tevens wordt onvoldoende aandacht besteed aan het gevaar van dergelijke grote megastallen.

Deze leiden tot de resistentie van bacteriën tegen antibiotica. Zie in dat kader onder meer het interview van Prof. Van der Meer van het Radboud ziekenhuis (bijlage 7). Voorts nemen de infectieziekten van mens op dier steeds meer toe (denk bijvoorbeeld aan de Q-koorts, de gekke koeien-ziekte en de vogelgriep).

Voorts wijzen cliënten op recent wetenschappelijk onderzoek van het Erasmus MC en TNO de zogenaamde grootschalige Generation Studie (bijlage 8). Hieruit volgt dat blootstelling aan luchtverontreiniging tijdens de zwangerschap hangt samen met gezondheidseffecten bij moeder en kind.

Bovendien trekt een dergelijke megastal knaagdieren en ongedierte aan (vliegen, ratten en muizen) die tot overlast voor de omgeving kunnen leiden.

Doelstelling reconstructiebeleid

Het is niet juist dat word gesteld dat sprake is van positieve aspecten. Door opnieuw meer dieren in een stal te stoppen haal je juist geen milieuwinst en wordt deze weer tenietgedaan.

Meer dieren hebben meer voeding nodig (enorme hoeveelheden soja) en leiden tot meer mest.

Milieuvergunning/stalsystemen

Voorts is onvoldoende kritisch gekeken naar de stalsystemen. De vraag is of deze in de praktijk zo optimaal werken. In het geheel niet is acht geslagen op de handhaafbaarheid. Zoals cliënten reeds hebben opgemerkt worden in de praktijk vaak om stroom te sparen de luchtwassers niet gebruikt.

Cliënten stellen vraagtekens ten aanzien van de gehanteerde systemen en behouden zich alle rechten voor hier aanvullende opmerkingen over te maken.

Ammoniakuitstoot

Cliënten menen dat op het punt van de ammoniakuitstoot een te rooskleurig beeld is geschetst

en de gehanteerde invoergegevens niet juist zijn. Dit mede omdat de gemeente ten aanzien

van de andere punten ook niet zorgvuldig is geweest. Cliënten merken op dat reeds sprake is

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

In de omgeving van de planlocatie is een veehouderij gelegen welke dieren met een geuremissiefactor heeft, dit heeft echter geen gevolgen voor de voorgenomen planvorming omdat

Deze maatregel (als deze al ruimtelijk haalbaar is) kan plaatselijk leiden een capaciteitsverhoging op het wegsegment tussen de N34 en de toegang tot de parking, maar

Omdat het alle besluiten en plannen raakte en diverse besturen betrokken zijn bij deze procedure is de beantwoording opgesteld in goed overleg met de provincie in een

dat naam en adres van de indieners van een zienswijze, de inhoud van de zienswijzen en de gemotiveerde reactie daarop zijn verwoord in de “zienswijzennotitie

U vindt het ontwerp van het plan-MER en het ontwerp van het Vlaams GLB Strategisch Plan 2023 – 2027 vanaf 14 januari 2022 op de website van het Departement Landbouw en

Openbaar onderzoek over het ontwerp van plan-MER en over het ontwerp van het Vlaams gedeelte van het Bel- gisch Programma van het Europees Fonds voor Maritieme Zaken, Visserij

milieugebruiksruimte voor de veehouderijen wordt vooral bepaald door de wet- en regelgeving op het gebied van ammoniak (rundvee en intensieve veehouderij) en geur (vooral

Deze maatregel (als deze al ruimtelijk haalbaar is) kan plaatselijk leiden een capaciteitsverhoging op het wegsegment tussen de N34 en de toegang tot de parking, maar