• No results found

BESLUIT WET NATUURBESCHERMING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "BESLUIT WET NATUURBESCHERMING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND"

Copied!
7
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Documentnummer(s). inzagestukken: 02134955, 02147591

BESLUIT WET NATUURBESCHERMING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

Wnb hfdst 2 gebieden

Artikel 2.7 lid 2 en 3, artikel 2.8 lid 3 en lid 9 en artikel 1.13 Wet natuurbescherming, artikel 2.7 en artikel 2.14, lid 1 Besluit natuurbescherming

Datum besluit : 3 februari 2017

Onderwerp : Wet natuurbescherming – 2015-008205 - gemeente Wijchen

Activiteit : het uitbreiden/wijzigen van een varkenshouderij aan Ruffelseweg 1, 6634 KK, Batenburg

Verlenen/weigeren : verlenen vergunning Aanvrager : REV Wintjes

Zaaknummer : 2015-008205

(2)

Beslissing van GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND op het verzoek van REV Wintjes, Ruffelseweg 1, Batenburg, hierna te noemen aanvrager, van 9 juni 2015 om een vergunning in het kader van de Wet Natuurbescherming, hierna de Wnb.

Aanvraag en procesverloop

De aanvraag voorziet in het verkrijgen van vergunning voor een reeds bestaande situatie. De inrichting is gelegen op ongeveer 8.500 meter van het Natura 2000-gebied Rijntakken.

Op 26 juni 2015 hebben wij van de aanvrager aanvullende stukken ontvangen waarom wij per email hebben verzocht.

Het ontwerpbesluit heeft gedurende zes weken ter inzage gelegen. Wij hebben binnen deze termijn zienswijzen ontvangen van Coöperatie Mobilisation for the Environment U.A. (MOB) te Nijmegen en Vereniging Leefmilieu te Nijmegen.

Op deze vergunningaanvraag is afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing verklaard.

Besluit

Gedeputeerde Staten van Gelderland;

Gelet op artikel 2.7 lid 2 en 3, artikel 2.8 lid 3 en lid 9 en artikel 1.13 Wet natuurbescherming, artikel 2.7 en artikel 2.14, lid 1 van het Besluit natuurbescherming;

HEBBEN BESLOTEN

REV Wintjes een vergunning conform de beschrijving in de aanvraag te verlenen onder het volgende voorschriften:

1 Deze vergunning dient op het bedrijf aanwezig te zijn.

Beoordeling van de aanvraag

De aanvraag betreft een varkenshouderij met vleesvarkens waarbij vergunning wordt gevraagd voor een reeds bestaande situatie.

De mogelijk schadelijke effecten op de instandhoudingsdoelstellingen worden uitsluitend veroorzaakt door stikstofdepositie. Voor dit bedrijf is niet eerder een vergunning danwel een verklaring van geen bedenkingen (hierna vvgb) op grond van de Wet natuurbescherming (voorheen Nbw 1998) verleend.

Mogelijke effecten kunnen optreden op het Natura 2000-gebied ‘Rijntakken’. De

instandhoudingsdoelstellingen van het voor deze aanvraag relevante Natura 2000-gebied zijn vermeld in bijlage 1.

Toetsing Depositie

Binnen de Natura 2000-gebieden zijn verschillende habitattypen aanwezig. Deze hebben een kritische depositiewaarde. Als de ammoniakdepositie boven deze waarde uitkomt, kunnen er soorten verdwijnen die kenmerkend zijn voor deze habitattypen.

(3)

3

Nu sprake is van een wijziging van de bestaande activiteit kan, ondanks de te treffen maatregelen, een depositietoename op de stikstofgevoelige habitattypen per saldo niet op voorhand worden uitgesloten.

De uitspraak van de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State van 13 november 2013 (uitspraak 201211640/1/R2) heeft er toe geleid dat bestaande rechten als volgt worden vastgelegd:

Wanneer voor een veehouderij na de referentiedatum (7 december 2004 voor

Habitatrichtlijngebieden, 24 maart 2000 voor Vogelrichtlijngebieden) een situatie is vergund of gemeld waarin de ammoniakemissie lager is dan in de situatie op de referentiedatum, wordt uitgegaan van de situatie met de laagste ammoniakemissie. In alle andere gevallen wordt uitgegaan van de laatst vergunde of gemelde situatie op de referentiedatum.

Voor de inrichting zijn de onderstaande vergunningen verleend:

Tabel 1 Vergunningenhistorie

Vergunning/melding Datum Emissie (kg)

Vergunning ingevolge de Wet milieubeheer* 14 februari 1995 1.500 Melding ex. artikel 8.19 Wet milieubeheer 14 augustus 2000 1.500

*Eén vleesvarkensstal is niet binnen drie jaar na het onherroepelijk worden van deze vergunning opgericht en in werking gebracht. Op grond van artikel 8.18 Wet milieubeheer (oud) is de vergunning voor dit gedeelte van rechtswege komen te vervallen.

Op grond hiervan stellen wij vast dat ten tijde van de plaatsing als Habitatrichtlijngebied op de lijst van gebieden van communautair belang danwel de aanwijzing in het kader van de Vogelrichtlijn nationale toestemming was verleend.

Voor het bedrijf is geen situatie vergund of gemeld waarin de ammoniakemissie lager is dan in de situatie op de referentiedatum.

In tabel 2 is de vergunde en de aangevraagde veebezetting weergegeven. In tabel 3 is de depositie van de vergunde en de aangevraagde situatie weergegeven.

Tabel 2 Veebezetting

Vergunde veebezetting op 24 maart 2000

Diersoort Rav-code Aantal

Vleesvarkens D3.2.1.1 500

Aangevraagde veebezetting

Diersoort Rav-code Aantal

Vleesvarkens D3.2.1.1 500

Tabel 3 NH3-depositie van het bedrijf in mol/ha/jr

Habitattype / Rand Natura 2000-gebied Depositie Vergund op

24-3-2000

Aangevraagd Verschil

‘Rijntakken’, rand 1 0,3 0,3 0

‘Rijntakken’, rand 2 0,4 0,4 0

H6510A Glanshaverhooilanden 0,4 0,4 0

H6120 Stroomdalgraslanden 0,4 0,4 0

H91E0A Rivierbegeleidende zachthoutooibossen

0,4 0,4 0

(4)

Uit tabel 3 blijkt dat in de aangevraagde situatie ten opzichte van de vergunde situatie op 24 maart 2000 sprake is van een gelijkblijvende stikstofdepositie op de stikstofgevoelige

habitattypen. Nu de aangevraagde depositie in vergelijking tot de vergunde depositie ten tijde van de aanwijzing van het Natura 2000-gebied niet toeneemt, achten wij significant negatieve effecten uitgesloten.

Aangezien voor dit bedrijf niet eerder een vergunning of een vvgb op grond van de Wnb (voorheen Nbw 1998) is verleend, is verlening van de vergunning mogelijk voor zover vereisten op economisch, sociaal en cultureel gebied, alsmede regionale en lokale belangen zich hier niet tegen verzetten. Niet is gebleken dat deze belangen vergunningverlening in de weg staan.

Zienswijzen

1. De natuurtypekaart is niet representatief. Natuurtypen en leefgebieden ontbreken op de kaart.

De natuurtypekaart speelt geen rol in de beoordeling van deze vergunningaanvraag.

2. In de PAS is onvoldoende rekening gehouden met de leefgebieden van soorten die niet ook zijn aangemerkt als habitatgebied.

U heeft niet aangegeven welke soorten en welke gebieden. Deze zienswijze leidt niet tot een aanpassing van het ontwerpbesluit.

3. Met de emissies vanwege het bemesten en beweiden is in de PAS niet op deugdelijke wijze rekening gehouden.

Na de inwerkingtreding van de Wet natuurbescherming heeft Provinciale Staten haar

omgevingsverordening op 25 januari 2017 geactualiseerd en het voorheen geldende art. 3a van het Besluit vergunningen Natuurbeschermingswet 1998 in haar verordening onder artikel 3.7.8.1 overgenomen. Bemesten en beweiden zijn derhalve vrijgesteld van de vergunningplicht zodat de effecten van bemesten en beweiden niet in vergunningprocedure beoordeeld hoeven te worden.

4. Het vergunnen van stalemissies indien ook sprake is van beweiding zonder die emissies te betrekken in de vergunning maakt een impliciet geweigerde vergunning. Immers, opstallen noch beweiden zijn dan toegestaan. In beide gevallen wordt illegaal gehandeld.

Zie 3.

5. Een beoordeling ontbreekt van de deposities op de relevante referentiedata. Het jaar 2012 dan wel 2014 als startdatum nemen betekent een ongeoorloofde legalisatie van illegale uitbreiders na 2005.

De PAS gaat uit van de passende beoordeling welke voor de PAS is opgesteld.

6. De PAS omvat toekomstige natuurherstel- en emissiebronmaatregelen terwijl thans zekere bedrijfsdepositietoenames worden vergund voor onbepaalde tijd. De PAS verleent vergunningen op natuurkrediet wat in strijd is met de jurisprudentie van het Hof van Justitie.

De vergunning is verleend conform de wettelijk vastgestelde PAS-methodiek.

(5)

5

7. Uw Hand aan de Kraan wordt bediend door een onzichtbare hand op basis van

onduidelijke criteria. Het monitoringsprogramma betekent vooral een mooie opdrachtportefeuille voor ecologische adviesbureaus, en het instandhouden van infuusnatuur.

De in de gebiedsanalyses beschreven maatregelen zijn onderzocht op effectiviteit en

uitvoerbaarheid. Wanneer nadien mocht blijken dat dit tekortschiet, zal via monitoring worden bijgestuurd zodat de natuurlijke kenmerken van de natuurgebieden niet worden geschaad. Deze handelwijze is niet op voorhand in strijd met de wet.

Conclusie

Uit de bij de aanvraag behorende stukken blijkt dat dit bedrijf vóór de plaatsing als

Habitatrichtlijngebied op de lijst van communautair belang dan wel de aanwijzing in het kader van de Vogelrichtlijn beschikte over een nationale toestemming. De aangevraagde depositie overschrijdt de depositie van deze nationale toestemming niet. Gelet hierop is voor de aangevraagde activiteit geen passende beoordeling vereist. De vergunning kan worden verleend.

Namens Gedeputeerde Staten van Gelderland,

H. Boerdam

Beroep

Belanghebbenden kunnen binnen zes weken na de dag waarop het besluit ter inzage is gelegd hiertegen beroep instellen bij de rechtbank Gelderland (Postbus 9030, 6800 EM Arnhem). Zij die partij zijn in de hoofdzaak kunnen bij de voorzieningenrechter van de rechtbank Gelderland (Postbus 9030, 6800 EM Arnhem) een verzoek indienen om een voorlopige voorziening te treffen

Voor het behandelen van een verzoek om een voorlopige voorziening wordt griffierecht geheven.

Over de hoogte en de wijze van betaling van het griffierecht kunt u informatie verkrijgen bij de rechtbank Gelderland, telefoonnummer (026) 359 20 00 of op www.rechtspraak.nl.

Bijlagen

- Bijlage 1: Instandhoudingsdoelstellingen

- Bijlage 2: AAgro-Stacksberekening vergunde situatie 24 maart 2000 en vergunde situatie

(6)

BIJLAGE 1: Instandhoudingsdoelstellingen van het voor deze aanvraag relevante Natura 2000-gebied

Natura 2000-gebied Rijntakken (Dit omvat de Habitatrichtlijn- en Vogelrichtlijngebieden Uiterwaarden IJssel, Uiterwaarden Waal, Uiterwaarden Neder-Rijn en Gelderse Poort)

Aanwijzing en aanmelding

De Rijntakken is op 24 maart 2000 aangewezen als Vogelrichtlijngebied en daarnaast op 20 mei 2003 aangemeld als Habitatrichtlijngebied. Op 7 december 2004 heeft de Europese Commissie de communautaire lijst vastgesteld op basis waarvan Nederland het gebied moet aanwijzen.

Het gebied is op 29 april 2014 aangewezen. De aanwijzing als staatsnatuurmonument is hiermee van rechtswege komen te vervallen.

In onderstaande tabel staan de voor NH3 gevoelige instandhoudingsdoelstellingen voor het Natura 2000-gebied Rijntakken.

Tabel 1 Instandhoudingsdoelstellingen (Bron: aanwijzingsbesluit Rijntakken)

(= behouddoelstelling; > ontwikkelingdoelstelling; =(<) behouddoelstelling maar achteruitgang toegestaan ten gunste van specifieke ontwikkeldoelstelling)

Habitattypen Doelstelling

oppervlakte

Doelstelling kwaliteit H3150 Meren met krabbenscheer en

fonteinkruiden

> >

H3260B Beken en rivieren met waterplanten > =

H6120 Stroomdalgraslanden1 > >

H6430C Ruigten en zomen, droog = =

H6510A Glanshaverhooilanden > >

H6510B Vossenstaarthooilanden > >

H91E0A Rivierbegeleidende zachthoutooibossen

= >

H91E0B Essen-iepenbossen > >

H91F0 Droge hardhoutooibossen > >

1Prioritair habitattype

(7)

7

BIJLAGE 2: AAgro-Stacksberekening vergunde situatie 24 maart 2000 en aangevraagde situatie

Naam van de berekening: Ruffelseweg 1, vergund en aangevraagd Gemaakt op: 29-06-2015 9:51:58

Zwaartepunt X: 174,400 Y: 424,800

Cluster naam: Ruffelseweg 1, vergund en aangevraagd Berekende ruwheid: 0,22 m

Emissie Punten:

Volgnr. BronID X-coord. Y-coord. Hoogte Gem.

geb.

hoogte

Diam. Uittr.

snelheid

Emissie

1 Stal 1 174 341 424 783 4,2 3,5 0,5 4,00 282 2 Stal 2 174 363 424 801 4,2 3,5 0,5 4,00 384 3 Stal 3 174 384 424 796 4,2 3,5 0,5 4,00 834

Gevoelige locaties:

Volgnummer Naam X coordinaat Y coordinaat Depositie 1 Rijntakken, rand 1 172 387 432 996 0,27 2 Rijntakken, rand 2 178 244 432 407 0,39

3 H6510A 177 314 433 328 0,39

4 H6120 177 498 433 309 0,38

5 H91E0A 179 503 432 547 0,37

Details van Emissie Punt: Stal 1 (1080)

Volgnr. Code Type Aantal Emissie Totaal

1 D3.2.1.1 Vleesvarkens 94 3 282

2 0 0 0

Details van Emissie Punt: Stal 2 (1081)

Volgnr. Code Type Aantal Emissie Totaal 1 D3.2.1.1 Vleesvarkens 128 3 384

Details van Emissie Punt: Stal 3 (1082)

Volgnr. Code Type Aantal Emissie Totaal 1 D3.2.1.1 Vleesvarkens 278 3 834

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

De activiteit, waarvoor ontwikkelingsruimte is toegedeeld, moet binnen twee jaar zijn gerealiseerd.. Daarbij geldt als starttijdstip de datum waarop het besluit onherroepelijk is

Voor de dichtstbijzijnde habitattypen, die voor deze aanvraag relevant zijn, is de depositie in de verschillende situaties weergegeven in tabel 5.. Een negatieve waarde in de

Voor het bedrijf is op 18 april 2000 een vergunning op grond van de Wet milieubeheer verleend waarbij de ammoniakemissie lager is dan in de situatie op de referentiedatum.. Bij

- de bijdrage van het Natura 2000-gebied aan de biologische diversiteit en aan de gunstige staat van instandhouding van natuurlijke habitats en soorten binnen de Europese Unie, die

Wij hebben op basis van de ecologische beoordeling de zekerheid verkregen dat de aangevraagde activiteit niet leidt tot significante effecten op de

Nu preventieve maatregelen, ter voorkoming van overtreding van de in hoofdstuk 3 van de Wnb vermelde verboden, niet voldoende in deze aanvraag zijn opgenomen en er geen gedragscode

Door na het broedseizoen te werken worden directe effecten op broedende vogels (ook de soorten zonder jaarrond beschermde nesten) vermeden en zijn de nesten van huismus en

- de bijdrage van het Natura 2000-gebied aan de biologische diversiteit en aan de gunstige staat van instandhouding van natuurlijke habitats en soorten binnen de Europese Unie, die