• No results found

BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND"

Copied!
7
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Documentnummer(s). inzagestukken: 02009349,

BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

Datum besluit : 14 juli 2015

Onderwerp : Natuurbeschermingswet 1998 - 2014-016050 - gemeente Apeldoorn Activiteit : mestverwerkingsinstallatie aan IJsseldijk, Ecofactorij (Kavel 19B), te

Apeldoorn

Verlenen/weigeren : verlenen vergunning Aanvrager : Greenferm BV Zaaknummer : 2014-016050

(2)

2

Beslissing van GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND op het verzoek van Greenferm BV, hierna te noemen aanvrager, van 24 november 2014 om een vergunning in het kader van de Natuurbeschermingswet 1998, hierna de Nbw 1998.

Aanvraag en procesverloop

De aanvraag omvat het in werking hebben van een mestverwerkingsinstallatie op het perceel aan de IJsseldijk, Ecofactorij (Kavel 19B), Kadastraal: APD01F09875G 00000 (gedeeltelijk) te Apeldoorn. De productielocatie is gelegen op circa 4.700 m van het Natura 2000-gebied Veluwe, circa 6.700 m van het Natura 2000-gebied Landgoederen Brummen en circa 8.100 m van het Natura 2000-gebied Rijntakken.

Voor de beoordeling van de aanvraag zijn de volgende stukken gebruikt:

 Aanvraagformulier inclusief bijlagen, projectnummer 14.0067 van Agrifirm Exlan te Veghel.

Op deze vergunningaanvraag is afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing verklaard.

Het ontwerpbesluit heeft gedurende zes weken ter inzage gelegen. Wij hebben binnen deze termijn geen zienswijzen ontvangen.

Instandhoudingsdoelstellingen

De instandhoudingsdoelstellingen van de voor deze aanvraag relevante Natura 2000-gebieden zijn vermeld in bijlage 1.

Activiteit waarvoor vergunning wordt aangevraagd

Op de locatie aan de IJsseldijk, Ecofactorij (Kavel 19B) te Apeldoorn is Greenferm BV voornemens een mestverwerkingsinstallatie op te richten en in werking te nemen. De productiecapaciteit bedraagt 350.000 m3 mest dat wordt aangevoerd en verwerkt tot 100.000 m3 dikke fractie en een dunne fractie welke na bewerking als afvalwater wordt geloosd.

De natuurwaarden

De Veluwe, Landgoederen Brummen en Rijntakken zijn aangewezen voor een groot aantal die gevoelig zijn voor stikstof. Het habitattype Beuken-eikenbossen met hulst is het meest nabij gelegen op een afstand van ca. 5.700 m van de bedrijfslocatie. Op iets grotere afstand bevinden zich onder meer het habitattype Zandverstuivingen.

In de aanvraag beschreven relevante factoren

De aanvoer van de mest en afvoer van dikke fractie zal per as plaatsvinden. De aangevraagde 44.737 transsport(verkeers)bewegingen en de laad-/los- en weegactiviteiten hebben een uitstoot van stikstof tot gevolg. Bij de bewerking van de mest komt eveneens stikstof in de vorm van ammoniak vrij. De lucht in de productiehal wordt hiertoe 2x per uur ververst. De lucht die wordt geëmitteerd, wordt over een biologische combiwasser geleid met een reductiecapaciteit (rendement) van 85% voor wat betreft de ammoniakemissie.

In de aanvraag beschreven effecten van de gevraagde activiteiten

Gelet op de afstand van 4.700 m van de bedrijfslocatie tot het Natura 2000-gebied Veluwe en de nog grotere afstand tot de andere Natura 2000-gebieden kunnen effecten van verstoring door licht en geluid van de bedrijfsactiviteiten worden uitgesloten.

De berekende depositie van stikstof op de kwetsbare habitattypen in de aangevraagde situatie is weergegeven in tabel 1. Van een referentiesituatie is geen sprake omdat het een nieuw op te

(3)

3

richten situatie betreft. In de tabel is tevens de kritische depositiewaarde (KDW) opgenomen. Dit is de depositie waarboven negatieve effecten op de habitattypen kunnen worden verwacht.

Tabel 1. Stikstofdepositie (mol/ha/jaar) in de aangevraagde situatie voor de gebieden Veluwe Rijntakken en Landgoederen Brummen

Code Habitattype depositie KDW

Veluwe

H2310 Stuifzandheiden met struikhei < 0,05 1.071

H2330 Zandverstuivingen < 0,05 714

H4010A Vochtige heiden < 0,05 1.214

H4030 Droge heiden < 0,05 1.071

H5130 Jeneverbesstruwelen < 0,05 1.071

H6230 Heischrale graslanden, droog kalkarm < 0,05 857 H7150 Pioniervegetaties met snavelbiezen < 0,05 1.429 H9120 Beuken-eikenbossen met hulst < 0,05 1.429

H9190 Oude eikenbossen < 0,05 1.071

Rijntakken

H6120 Stroomdalgraslanden < 0,05 1.286

H6510A Glanshaver- en vossenstaarthooilanden < 0,05 1.429

H91E0A Vochtige alluviale bossen < 0,05 2.429

Landgoederen Brummen

H3130 Zwakgebufferde vennen < 0,05 571

H4010A Vochtige heiden < 0,05 1.214

H6410 Blauwgraslanden < 0,05 1.071

H7150 Pioniervegetaties met snavelbiezen < 0,05 1.429 H9120 Beuken-eikenbossen met hulst < 0,05 1.429

H91E0C Vochtige alluviale bossen < 0,05 1.857

Uit tabel 1 blijkt dat op alle punten de depositie in de aangevraagde situatie minder bedraagt dan 0,05 mol en daardoor als ‘nihil’ wordt beoordeeld.

In de aanvraag voorgestelde mitigerende maatregelen

Er worden geen mitigerende maatregelen voorgesteld omdat van negatieve effecten geen sprake is.

Cumulatieve effecten

Gezien het voorgaande is een toets op cumulatieve effecten voor dit aspect derhalve niet relevant.

Beoordeling van de effecten van de aanvraag op de instandhoudingsdoelstellingen Uit de bij de aanvraag gevoegde berekening blijkt dat de stikstofdepositie op alle punten ‘nihil’ is.

Er is derhalve geen negatief effect van stikstofemissie op de instandhoudingsdoelstellingen. De aangevraagde activiteiten hebben geen significante effecten op de te beschermen

natuurwaarden.

Niet gebleken is dat er belangen aan de orde zijn zoals vermeld in artikel 19e sub c die in strijd zijn met verlening van de gevraagde vergunning.

(4)

4 Conclusie

Wij hebben op basis van de ecologische beoordeling de zekerheid verkregen dat de aangevraagde activiteit niet leidt tot significante effecten op de instandhoudingsdoelstellingen voor de Natura 2000-gebieden Veluwe, Landgoederen Brummen en Rijntakken. Nu tevens de belangen zoals vermeld in artikel 19 e sub c Nbw 1998 niet aan de orde zijn, kan de vergunning worden verleend.

Besluit

Gedeputeerde Staten van Gelderland:

Gelet op artikelen 16, 43 en 19d en e van de Nbw 1998;

HEBBEN BESLOTEN

Greenferm BV een vergunning conform de beschrijving in de aanvraag te verlenen onder de volgende voorschriften:

1 De mestverwerking mag de productiecapaciteit van 350.000 m3 niet overschrijden.

2 Het aantal vrachtwagenbewegingen van en naar het bedrijfsterrein bedraagt maximaal 36.787 per jaar.

3 De toegepaste luchtwasser heeft een rendement van minimaal 85% en wordt geïnstalleerd, in gebruik gehouden en onderhouden overeenkomstig de bijbehorende leaflet.

Namens Gedeputeerde Staten van Gelderland,

H. Boerdam

Beroep

Belanghebbenden kunnen binnen zes weken na de dag waarop het besluit ter inzage is gelegd hiertegen beroep instellen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (Postbus 20019, 2500 EA 's-Gravenhage).

Zij die partij zijn in de hoofdzaak kunnen bij de voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak een verzoek indienen om een voorlopige voorziening te treffen.

Voor het behandelen van het beroepschrift en voor het behandelen van een verzoek om een voorlopige voorziening wordt griffierecht geheven. Over de hoogte en de wijze van betaling van het griffierecht kunt u informatie verkrijgen bij de Raad van State, telefoonnummer (070) 426 44 26.

bijlagen:

- Bijlage 1: Instandhoudingsdoelstellingen

(5)

5 BIJLAGE 1

Instandhoudingsdoelstellingen van de voor deze aanvraag relevante Natura 2000- gebieden

Veluwe (Habitatrichtlijn en Vogelrichtlijn)

Aanwijzing en aanmelding

Het gebied Veluwe is op 11 juni 2014 definitief aangewezen als Habitatrichtlijngebied. De aanwijzing als Beschermd natuurmonument van de Leemputten bij Staverden en het mosterdveen is hiermee van rechtswege komen te vervallen.

De Veluwe is op 24 maart 2000 aangewezen als Vogelrichtlijngebied. In 2003 is de Veluwe aan- gemeld als Habitatrichtlijngebied bij de Europese Commissie. Op 7 december 2004 heeft de Europese Commissie de communautaire lijst vastgesteld op basis waarvan Nederland het gebied moet aanwijzen.

In onderstaande tabel staan de voor NH3 gevoelige instandhoudingsdoelstellingen voor het Natura 2000-gebied Veluwe.

Tabel 1 Instandhoudingsdoelstellingen (Bron: Aanwijzingsbesluit Veluwe) (= behoudsdoelstelling; > ontwikkelingsdoelstelling)

Habitattypen Doelstelling

verspreiding

Doelstelling oppervlakte

Doelstelling kwaliteit

H2310 Stuifzandheiden met struikhei = > >

H2320 Binnenlandse kraaiheibegroeiingen = = =

H2330 Zandverstuivingen = > >

H3130 Zwakgebufferde vennen = = =

H3160 Zure vennen = = >

H4010A Vochtige heiden op zandgronden = > >

H4030 Droge heiden = > >

H5130 Jeneverbesstruwelen = = >

H6230 Heischrale graslanden1 = > >

H6410 Blauwgraslanden = > >

H7110B Actief hoogveen1 = > >

H7140 Overgangs- en trilvenen = =

H7150 Pioniervegetaties met snavelbiezen > >

H7230 Kalkmoerassen = =

H9120 Beuken-eikenbossen met hulst > >

H9190 Oude eikenbossen > >

H91E0C Beekbegeleidende alluviale bossen1 = >

1Prioritair habitattype

(6)

6 Landgoederen Brummen (Habitatrichtlijn)

Aanwijzing en aanmelding

Het gebied Landgoederen Brummen is op 4 juni 2013 definitief aangewezen als

Habitatrichtlijngebied. Op 20 mei 2003 is Landgoederen Brummen in zijn geheel aangemeld als speciale beschermingszone krachtens de Habitatrichtlijn (92/43/EEG). Op 7 december 2004 heeft de Europese Commissie de communautaire lijst vastgesteld op basis waarvan Nederland het gebied moet aanwijzen.

In onderstaande tabel staan de voor NH3 gevoelige instandhoudingsdoelstellingen voor het Natura 2000-gebied Landgoederen Brummen.

Tabel 1 Instandhoudingsdoelen (bron: Aanwijzingsbesluit Landgoederen Brummen) (= behouddoelstelling; > ontwikkeldoelstelling)

Habitattypen Doelstelling oppervlakte Doelstelling kwaliteit

H3130 Zwakgebufferde vennen = >

H4010A Vochtige heiden op zandgronden > >

H6230 Heischrale graslanden1 > >

H6410 Blauwgraslanden > >

H7150 Pioniervegetaties met snavelbiezen = =

H9120 Beuken-eikenbossen met hulst = =

H91E0C Beekbegeleidende alluviale bossen1 = >

1Prioritair habitattype

(7)

7

Natura 2000-gebied Rijntakken (Dit omvat de Habitatrichtlijn- en Vogelrichtlijngebieden Uiterwaarden IJssel, Uiterwaarden Waal, Uiterwaarden Neder-Rijn en Gelderse Poort)

Aanwijzing en aanmelding

De Rijntakken is op 24 maart 2000 aangewezen als Vogelrichtlijngebied en daarnaast op 20 mei 2003 aangemeld als Habitatrichtlijngebied. Op 7 december 2004 heeft de Europese Commissie de communautaire lijst vastgesteld op basis waarvan Nederland het gebied moet aanwijzen.

Het gebied is op 29 april 2014 aangewezen. De aanwijzing als staatsnatuurmonument is hiermee van rechtswege komen te vervallen.

In onderstaande tabel staan de voor NH3 gevoelige instandhoudingsdoelstellingen voor het Natura 2000-gebied Rijntakken.

Tabel 1 Instandhoudingsdoelstellingen (Bron: aanwijzingsbesluit Rijntakken)

(= behouddoelstelling; > ontwikkelingdoelstelling; =(<) behouddoelstelling maar achteruitgang toegestaan ten gunste van specifieke ontwikkeldoelstelling)

Habitattypen Doelstelling

oppervlakte

Doelstelling kwaliteit H3150 Meren met krabbenscheer en

fonteinkruiden

> >

H3260B Beken en rivieren met waterplanten > =

H6120 Stroomdalgraslanden1 > >

H6430C Ruigten en zomen, droog = =

H6510A Glanshaverhooilanden > >

H6510B Vossenstaarthooilanden > >

H91E0A Rivierbegeleidende zachthoutooibossen

= >

H91E0B Essen-iepenbossen > >

H91F0 Droge hardhoutooibossen > >

1Prioritair habitattype

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

De activiteit, waarvoor ontwikkelingsruimte is toegedeeld, moet binnen twee jaar zijn gerealiseerd.. Daarbij geldt als starttijdstip de datum waarop het besluit onherroepelijk is

Voor dit bedrijf is niet eerder een vergunning danwel een verklaring van geen bedenkingen (hierna vvgb) op grond van de Nbw 1998 verleend.. Mogelijke effecten kunnen optreden op

Voor de dichtstbijzijnde habitattypen, die voor deze aanvraag relevant zijn, is de depositie in de verschillende situaties weergegeven in tabel 5.. Een negatieve waarde in de

Voor het bedrijf is op 18 april 2000 een vergunning op grond van de Wet milieubeheer verleend waarbij de ammoniakemissie lager is dan in de situatie op de referentiedatum.. Bij

- de bijdrage van het Natura 2000-gebied aan de biologische diversiteit en aan de gunstige staat van instandhouding van natuurlijke habitats en soorten binnen de Europese Unie, die

Uit de aangeleverde stukken blijkt dat 3.100,8 kg van de ammoniakemissierechten van de inrichting aan Waterstraat 5 in Berlicum worden gebruikt ten behoeve van de aangevraagde

Stuifzandheiden, Heischrale graslanden, Oude eikenbossen en Beuken-eikenbossen door afname van de stikstofdepositie vanwege het sluiten van de crossbaan te Harskamp. Op de

Door na het broedseizoen te werken worden directe effecten op broedende vogels (ook de soorten zonder jaarrond beschermde nesten) vermeden en zijn de nesten van huismus en