• No results found

Opdrachtgever : Woonwaard Contactpersoon : De heer T. de Wit Postbus of adres : Postbus 326 Postcode + plaats : 1800 AH Alkmaar

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Opdrachtgever : Woonwaard Contactpersoon : De heer T. de Wit Postbus of adres : Postbus 326 Postcode + plaats : 1800 AH Alkmaar"

Copied!
68
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Opdrachtgever : Woonwaard Contactpersoon : De heer T. de Wit

Postbus of adres : Postbus 326

Postcode + plaats : 1800 AH Alkmaar

Datum : 4 februari 2019

Rapportnummer : 19002-RAP-01

Status : Definitief

Adviesbureau : Kwinfra BV

Postadres : Helderseweg 54 g-h

Postcode+plaats : 1817 BB Alkmaar

Telefoon : 072 – 751 3930

Website : www.kwinfra.nl

E-mail : milieu@kwinfra.nl

Opgesteld door: Dhr. S.L.X. Buijs

Handtekening RAPPORT VERKENNEND BODEM-EN

ASBEST IN GROND ONDERZOEK Koelmalaan 310 te Alkmaar

Gecontroleerd door: Mw. I. de Kort Msc Handtekening

Dhr. J.R. Busz

(2)

Rapport: 19002-RAP-01

Verkennend bodem- en asbest in grond onderzoek Koelmalaan 310 te Alkmaar

2 SAMENVATTING

Algemeen

onderzoekslocatie Koelmalaan 310 te Alkmaar.

kadastraal Gemeente Alkmaar, sectie F , perceelnummers 6015, 6017 en 6338.

oppervlakte Circa 18.000 m².

gebruik locatie Bedrijfsverzamelgebouw, parkeerterrein en groenstrook.

aanleiding Aanleiding van het onderzoek wordt gevormd vanwege de voorgenomen sloop van de bestaande bebouwing en vervanging door een nieuwbouw project met vergroten van oostelijk gelegen waterpartij.

doel Vastleggen van de milieu hygiënische situatie van de bodem (grond en grondwater), inclusief asbest.

Onderzoek

soort onderzoek Verkennend bodemonderzoek (NEN 5740).

Verkennend asbest in grondonderzoek (NEN5707).

hypothese Op basis van de verkregen informatie uit het vooronderzoek is de onderzoekslocatie onverdacht op de aanwezigheid van bodem verontreinigende stoffen.

onderzoeksopzet NEN5740 – strategie “onverdacht” (ONV-NL).

NEN5707 verkennend onderzoek asbest ‘kleinschalige verdachte locatie’.

Resultaten, conclusie en advies

analyseresultaat grond De zintuiglijk zwak puinhoudende bovengrond ter plaatse van boringen G20, G21, G23 en G24 en de zintuiglijk schone bovengrond van de rest van het perceel zijn niet verontreinigd met de geanalyseerde parameters. Enige uitzondering betreft een lichte verontreiniging met cadmium in de bovengrond ter plaatse van boringen B16, Pb17 en B18 bij de muur met graffiti-kunst.

In de kleiige lagen in de ondergrond ter plaatse van boringen Pb01, B04, Pb17, Pb26 en B28 zijn ten hoogste lichte verontreinigingen aangetoond met kobalt en nikkel. Een lichte verontreiniging met zink is aangetoond in de zanderige ondergrond ter plaatse van Pb01, B04, B12 en B15. Het overige mengmonster van de ondergrond van Pb17, G20, Pb26 en B28 is niet verontreinigd met de geanalyseerde parameters.

analyseresultaat

grondwater Het grondwater ter plaatse van Pb17 is ten hoogste licht verontreinigd met barium en som xylenen. Het grondwater ter plaatse van Pb26 is ten hoogste licht verontreinigd met barium en het grondwater ter plaatse van Pb01 is niet verontreinigd met de geanalyseerde parameters.

analyseresultaat asbest In het samengestelde mengmonster (MMasb01) van de puinhoudende bovengrond ter plaatse van G20, G21, G23, G24 en G30 (RE1) is analytisch geen asbest aangetoond.

conclusies en advies De aangetoonde lichte verontreinigingen met cadmium in de bovengrond ter plaatse van de muur met graffiti-kunst kan mogelijk veroorzaakt zijn door het uitspoelen vanuit toegepaste verf. Gezien de lichte mate van verontreiniging is verder aanvullend onderzoek niet benodigd en kan de verhoging tevens een gevolg zijn van verhoogde achtergrondwaarden. Ook de andere lichte verontreinigingen in grond en grondwater zijn niet direct te relateren aan de voormalige bedrijfsactiviteiten ter plaatse van de locatie en kunnen eveneens het gevolg zijn van verhoogde achtergrondwaarden. De aangetroffen waarden vallen binnen het beeld dat past bij de regio.

Gezien de aangetroffen verontreinigingen wordt de hypothese onverdacht niet bevestigd.

De onderzoeksresultaten geven een representatief beeld van de milieu hygiënische

(3)

Rapport: 19002-RAP-01

Verkennend bodem- en asbest in grond onderzoek Koelmalaan 310 te Alkmaar

3 bodemkwaliteit en mede gezien de aangetoonde mate van verontreiniging is er geen aanleiding tot het uitvoerenvan aanvullend onderzoek.

De onderzoeksresultaten van onderhavig bodemonderzoek vormen ons inziens geen belemmering voor de afgifte van een omgevingsvergunning. De uiteindelijke beslissing voor afgifte van een omgevingsvergunning ligt echter bij het bevoegd gezag.

Uit een indicatieve toetsing aan het Besluit Bodemkwaliteit blijkt dat zowel de boven- als de ondergrond als klasse achtergrondwaarde wordt geclassificeerd. Voor eventuele uit te voeren graafwerkzaamheden is geen veiligheidsklasse conform de CROW 400 van toepassing en geldt de basis hygiëne.

De uiteindelijke eindverantwoordelijkheid over de te hanteren veiligheidsklasse en bijbehorende maatregelen is gelegen bij de uitvoerend aannemer.

(4)

Rapport: 19002-RAP-01

Verkennend bodem- en asbest in grond onderzoek Koelmalaan 310 te Alkmaar

4

INHOUDSOPGAVE

1. INLEIDING 5

1.1 Kwaliteitsborging...5

1.2 Leeswijzer ...5

2. VOORONDERZOEK 6 2.1 Locatiebeschrijving ...6

2.2 Historische informatie ...6

2.2.1 Bodembelastende activiteiten 6 2.2.2 Bodeminformatie 7 2.2.3 Bodemkwaliteitskaart 7 2.2.4 Demping/ophoging/halfverharding/funderingslaag (asbest) 7 2.2.5 Bodemopbouw 7 2.3 Onderzoeksopzet (hypothese en strategie) ...8

2.4 Terreinverkenning ...8

3. VELDWERKZAAMHEDEN EN LABORATORIUMONDERZOEK 9 3.1 Veldonderzoek ...9

3.1.1 Zintuiglijke waarnemingen 9 3.1.2 Veldwaarnemingen asbest 10 3.1.3 Afwijkingen op vigerende protocollen 10 3.2 Monsterselectie laboratorium ...11

4. INTERPRETATIE ANALYSERESULTATEN 12 4.1 Toetsingskader ...12

4.2 Grond ...12

4.3 Grondwater ...13

4.4 Asbest ...13

5. CONCLUSIES EN ADVIES 14

6. REFERENTIES 15

BIJLAGEN

Bijlage 1: Regionale ligging en situatietekening.

Bijlage 2: Boorstaten met zintuiglijke waarnemingen.

Bijlage 3: Toetsingskader.

Bijlage 4: Analyse- en toetsingsresultaten grond.

Bijlage 5: Analyse- en toetsingsresultaten grondwater.

Bijlage 6: Analysecertificaat asbest in grond.

(5)

Rapport: 19002-RAP-01

Verkennend bodem- en asbest in grondonderzoek Koelamlaan 310 te Alkmaar

5

1. INLEIDING

In opdracht van de heer T. de Wit van Woonwaard is door Kwinfra BV een verkennend bodem- en asbest in grond onderzoek uitgevoerd ter plaatse van de locatie Koelmalaan 310 te Alkmaar.

Aanleiding van het onderzoek wordt gevormd vanwege de voorgenomen sloop van de bestaande bebouwing en vervanging door een nieuwbouw project met vergroten van de oostelijk gelegen waterpartij. Ten behoeve hiervan dient de milieu hygiënische situatie van de bodem (grond en grondwater), inclusief asbest, te worden vastgelegd.

Er is gestreefd naar een zo groot mogelijke representativiteit van het onderzoek. Echter inherent verbonden aan de uitvoering van bodemonderzoek is het gegeven dat de grond- en grondwatermonsters steekproefsgewijs worden genomen. Hierdoor kan de invloed van lokale afwijkingen in de bodem niet worden uitgesloten. Tevens wordt erop gewezen dat het uitgevoerde bodemonderzoek een momentopname is. Na uitvoering van het onderzoek kan de kwaliteit van bodem (grond en grondwater) beïnvloed worden door onder andere het bouwrijp maken van een terrein, de aanvoer/toepassing van grond van buiten de onderzoekslocatie zonder

kwaliteitsgegevens of door de verspreiding van een verontreiniging via het grondwater vanaf een naburig terrein(deel). Derhalve hebben de onderzoeksresultaten een beperkte geldigheidsduur.

1.1 Kwaliteitsborging

Het veldwerk is uitgevoerd volgens de beoordelingsrichtlijn BRL SIKB 2000 "Veldwerk bij milieu hygiënisch bodemonderzoek" en de bijbehorende protocollen 2001, 2002 en 2018. Kwinfra BV is hiervoor door Normec Certification gecertificeerd. De veldwerkers staan geregistreerd bij Rijkswaterstaat Leefomgeving.

Inzake het uitgevoerde verkennend bodemonderzoek is tussen Kwinfra BV (zusterbedrijven of het moederbedrijf) en de opdrachtgever op geen enkele juridische, financiële, personele of andere wijze een relatie, die de

onafhankelijkheid van het resultaat heeft kunnen beïnvloeden.

De analyses van de grond(meng)monsters en het grondwatermonster zijn uitgevoerd een RvA geaccrediteerd laboratorium.

1.2 Leeswijzer

In hoofdstuk 1 is de inleiding met kwaliteitsborging weergegeven. Het vooronderzoek met hieruit voortvloeiend de onderzoeksopzet is beschreven in hoofdstuk 2. Het daadwerkelijk uitgevoerde veld- en laboratoriumonderzoek is beschreven in hoofdstuk 3. In hoofdstuk 4 zijn de analyseresultaten getoetst en besproken. De conclusies met eventueel advies zijn beschreven in hoofdstuk 5. Tot slot worden in hoofdstuk 6 enkele referenties weergegeven.

(6)

Rapport: 19002-RAP-01

Verkennend bodem- en asbest in grond onderzoek Koelmalaan 310 te Alkmaar

6

2. VOORONDERZOEK

Voor aanvang van de veldwerkzaamheden is een milieu hygiënisch vooronderzoek conform de NEN 5725:2017 uitgevoerd. Het doel van het vooronderzoek is inzicht krijgen in de mogelijke aanwezigheid van verontreinigingen op de onderzoekslocatie. Op basis van de resultaten van het vooronderzoek wordt een hypothese opgesteld met een daarbij behorende onderzoeksstrategie waarmee de hypothese getoetst wordt.

In het vooronderzoek wordt relevante informatie over de onderzoekslocatie en eventueel de beïnvloeding vanuit de directe omgeving verzameld, geanalyseerd en geïnterpreteerd. In onderstaande tabel zijn de geraadpleegde bronnen weergegeven en is aangegeven of hier geschikte informatie is aangetroffen.

Tabel 1. Geraadpleegde bronnen:

Bron: Bronvermelding: Geschikte informatie:

Website Regionale Uitvoeringsdienst Noord- Holland Noord

www.rudnhn.nl Onderzoek bekend noord- /oostzijde onderzoekslocatie.

Website Bodemloket www.bodemloket.nl Onderzoek bekend noord-

/oostzijde onderzoekslocatie.

Website PDOK/BAG viewer pdokviewer.pdok.nl Ja, algemene info.

Website kadaster www.kadaster.nl

www.topotijdreis.nl

Ja, algemene info.

Google Earth Pro www.google.nl/intl/nl/earth/ Ja, algemene info.

Dino loket www.dinoloket.nl Ja, algemene info.

Opdrachtgever Woonwaard Ja, algemene info.

Archief Kwinfra B.V. Diverse onderzoeken Geen informatie bekend

2.1 Locatiebeschrijving

Locatie : Koelmalaan 310 te Alkmaar.

Oppervlakte : Circa 18.000 m².

Kadaster : Gemeente Alkmaar, sectie F, perceelnummer 6015, 6017 en 6338.

Coördinaten : X:112,363 / Y: 514,622.

Huidig gebruik : Bedrijfsverzamelgebouw, parkeerterrein en groenstrook.

De regionale ligging van de onderzoekslocatie is weergegeven in bijlage 1, blad 1 van 2. De huidige inrichting van de onderzoekslocatie is weergegeven op de situatietekening opgenomen in bijlage 1, blad 2 van 2.

Op de onderzoekslocatie staat een bedrijfsverzamelgebouw (circa 5500 m2) met aan de zuidzijde een parkeerterrein en aan de oostzijde een groenstrook (vnl. gras). De drie voorgenoemde kadastrale percelen hebben een totale oppervlakte van circa 11.500 m². Aan de oostzijde wordt eveneens de bestaande waterpartij vergroot. In dit kader wordt aanvullend 6.500 m² onderzocht. De totale onderzoekslocatie heeft dus een oppervlakte van circa 18.000 m².

2.2 Historische informatie 2.2.1 Bodembelastende activiteiten

Over de locatie zijn geen bijzonderheden (in gebruik zijnde brandstoftanks, asbest, calamiteiten e.d.) naar voren gekomen, die kunnen wijzen op de mogelijke aanwezigheid van bodemverontreiniging. Voor 1960 was de onderzoeklocatie nog in gebruik als weiland. Daarna is het gebied ontwikkeld.

(7)

Rapport: 19002-RAP-01

Verkennend bodem- en asbest in grond onderzoek Koelmalaan 310 te Alkmaar

7 2.2.2 Bodeminformatie

Op bodemloket.nl en bij de Regionale Uitvoeringsdienst Noord-Holland Noord zijn geen gegevens bekend aangaande de onderzoekslocatie zelf. In het straattracé grenzen aan de onderzoekslocatie (noord/oostzijde) is wel een eerder onderzoek bekend:

• Verkennend bodemonderzoek, HB Adviesbureau, herinrichting Diamantweg, Bestevaerstraat, kenmerk 13HB0455, d.d. 10-9-2013. Bij het onderzoek zijn ten hoogste lichte verontreinigingen aangetoond in zowel boven- als ondergrond en het grondwater. Een verkennend asbestonderzoek wordt geadviseerd (NEN5707) i.v.m. met het aantreffen van zintuiglijke puin bijmengingen. Het slib van de onderzochte sloot valt in klasse B op basis van minerale olie. De puinfundering onder de weg voldoet aan de samenstellingseisen voor een herbruikbare niet-vormgegeven bouwstof.

2.2.3 Bodemkwaliteitskaart

Volgens de bodemkwaliteitskaart en bodemfunctieklassenkaart (Documentcode: 14M1136.RAP001, januari 2017) van de gemeente Alkmaar, Bergen, Castricum, Heerhugowaard en Heiloo heeft de onderzoekslocatie de

bodemfunctieklasse wonen. De bovengrond ligt in de bodemkwaliteitszone B4 en de ondergrond in de

bodemkwaliteitszone O5. De ontgravingsklasse voor zowel de boven- als de ondergrond betreft naar verwachting klasse ‘wonen’. Over het algemeen is de bodem binnen deze zone ten hoogste licht verontreinigd met zware metalen, PCB, PAK en minerale olie.

Naar verwachting is ter plaatse van de onderzoekslocatie geen sprake van een geval van ernstige bodemverontreiniging.

2.2.4 Demping/ophoging/halfverharding/funderingslaag (asbest)

Voor zover bekend zijn ter plaatse van de onderzoekslocatie geen (asbest)verdachte dempings-/ophoog- /halfverhardings-/funderingslagen aanwezig. De onderzoekslocatie is derhalve (vooralsnog) onverdacht op de aanwezigheid van asbest.

2.2.5 Bodemopbouw

Voor de algemene bodemopbouw is informatie geraadpleegd uit het Dinoloket:

(8)

Rapport: 19002-RAP-01

Verkennend bodem- en asbest in grond onderzoek Koelmalaan 310 te Alkmaar

8 De locatie bevindt zich niet in een grondwaterbeschermingsgebied en/of waterwingebied. Er bevinden zich in de nabijheid van de onderzoekslocatie geen grondwateronttrekkingen die de stromingsrichting van het grondwater ter plaatse kunnen beïnvloeden.

2.3 Onderzoeksopzet (hypothese en strategie)

Op basis van de verkregen resultaten uit het vooronderzoek is de onderzoekslocatie onverdacht op de aanwezigheid van bodem verontreinigende stoffen.

Verwacht wordt dat met een onderzoeksstrategie voor een onverdachte locatie uit de NEN 5740 voldoende wordt geanticipeerd op de locatie specifieke omstandigheden.

Naar aanleiding van het aantreffen van zintuiglijke puin bijmengingen op een klein gedeelte van de

onderzoekslocatie is aanvullend een verkennend onderzoek asbest in grond uitgevoerd. Hierbij is 1 ruimtelijke eenheid (RE1) onderzocht en het overige onverdachte terreindeel uitgesloten. Ten behoeve van het verkennend onderzoek asbest is uitgegaan van de strategie verdachte locatie met diffuse bodembelasting, heterogeen verdeeld” uit de “NEN5707, inspectie, monsterneming en analyse van asbest in bodem en partijen grond”.

2.4 Terreinverkenning

Ten behoeve van het vooronderzoek is door S.L.X. Buijs voor aanvang van de veldwerkzaamheden op 17 januari 2019 een terreinverkenning uitgevoerd.

Uit de terreinverkenning is onder andere naar voren gekomen dat de muur van de achterzijde van het gebouw (oostzijde) gebruikt wordt als locatie voor graffiti-kunst. Hierbij zijn duidelijk verfresten geconstateerd op het maaiveld welke de bodem mogelijk hebben verontreinigd. Het autobedrijf aan de noord/oostzijde van het gebouw is voornamelijk gericht op in- en export van voertuigen. Niet duidelijk is of hierbij ook kleine

onderhoudswerkzaamheden worden uitgevoerd. Van eventueel mogelijk verontreinigende activiteiten in het gebouw is niet de verwachting dat deze de onderliggende bodem hebben verontreinigd, gezien de aanwezige duurzame betonverharding.

Uit de terreinverkenning zijn verder geen aanvullende informatie naar voren gekomen ten opzicht van de reeds bekende informatie.

(9)

Rapport: 19002-RAP-01

Verkennend bodem- en asbest in grond onderzoek Koelmalaan 310 te Alkmaar

9

3. VELDWERKZAAMHEDEN EN LABORATORIUMONDERZOEK

3.1 Veldonderzoek

De boringen zijn verricht met de gangbare boorsystemen (edelmanboor, gutsboor, riverside boor, schep e.d.).

Het veldwerk voor het verkennend bodem en het verkennend asbest in grond onderzoek zijn gelijktijdig

onderzocht door dhr. A. Dol en dhr. M. Verploegen (in opleiding) op d.d. 22 januari 2019. Op d.d. 29 januari 2019 is het grondwater door dhr. S.L.X. Buijs bemonsterd.

In onderstaande tabel zijn de verrichte veldwerkzaamheden weergegeven.

Tabel 2. Verrichte veldwerkzaamheden

Werkzaamheden Aantal Coderingen

Verkennend bodemonderzoek:

Boring tot circa 0,5 m-mv Boring tot circa 2,0/3,0 m-mv Peilbuis+boring tot circa 3,0 m-mv

Betonboring + plus boring tot circa 0,5 m-mv Betonboring + plus boring tot circa 2,0 m-mv

18 4 3 3 1

B02, B03, B05, B06, B07, B08, B09, B11, B16, B18, B19, G21*, B22, G23*, G24*, B25, B27, B29

B04, B12, G20*, B28 Pb01, Pb17, Pb26 B10, B13, B14 B15

Verkennend asbest in grondonderzoek:

Graafgaten (circa 0,3m x 0,3m x 0,5m-mv) 5 G20*, G21*, G23*, G24*, G30

* waar mogelijk zijn deze werkzaamheden gecombineerd uitgevoerd.

De opgeboorde en opgegraven grond is zintuiglijk beoordeeld op de bodemkundige samenstelling en eventueel aanwezige verontreinigingen. Ten tijde van het verkennend bodemonderzoek is de opgegraven grond uitgespreid en visueel beoordeeld op de aanwezigheid van asbestverdachte materialen. Ten tijde van het verkennend asbest in grond onderzoek is de opgegraven grond uitgespreid en gezeefd middels een rooster en hark conform

NEN5707. De zintuiglijke bijmengingen >20mm zijn gescheiden en gewogen t.b.v. het bepalen van de massa van het afgegraven materiaal.

De peilbuizen zijn direct na plaatsing afgepompt voor het verwijderen van eventueel aanwezig sediment en zijn circa 1 week na plaatsing bemonsterd voor laboratoriumonderzoek. Tijdens de grondwaterbemonstering is het grondwater zintuiglijk beoordeeld en zijn de zuurgraad (pH), elektrische geleidbaarheid (Ec) en troebelheid (NTU) bepaald.

De locatie van de boringen/gaten en peilbuizen zijn weergegeven op de situatietekening in bijlage 1, blad 2 van 2.

3.1.1 Zintuiglijke waarnemingen

De profielbeschrijvingen met de bijbehorende zintuiglijke waarnemingen zijn verwerkt tot boorstaten. Deze boorstaten zijn opgenomen in bijlage 2.

Op basis van de verrichte boringen kan de lokale bodemopbouw worden omschreven. De bodem bestaat tot van 0,0 tot circa 1,50 m-mv uit zandlagen. Vanaf 1,50 m-mv worden wisselend zand en kleilagen aangetroffen met een enkele veenlaag tot de maximale boordiepte van 3,0 m-mv.

Ten tijde van de uitvoering van de veldwerkzaamheden is het grondwater op circa 0,90-1,4 m-mv vastgesteld.

(10)

Rapport: 19002-RAP-01

Verkennend bodem- en asbest in grond onderzoek Koelmalaan 310 te Alkmaar

10 Tijdens de uitvoering van de veldwerkzaamheden zijn zintuiglijke waarnemingen gedaan die kunnen duiden op een mogelijk verontreiniging van de bodem. Deze zijn weergegeven in onderstaande tabel.

Tabel 3. Zintuiglijke waarnemingen:

Boring Diepte (m –mv) Grondsoort Bijmenging/waarneming

G20, G21, G23, G24, G30 0,0-0,50 Zand Zwak puinhoudend

In het veld zijn de zuurgraad (pH), de geleidbaarheid (EC) en de troebelheid (NTU) van het bemonsterde grondwater bepaald. In onderstaande tabel zijn de gegevens van de veldmetingen van het grondwater weergegeven.

Tabel 4. Grondwaterbemonstering:

Peilfilter Filterstelling (m-mv)

Grondwaterstand (m-mv)

pH EC (µS/cm)

Troebelheid (NTU)

Zintuiglijke waarnemingen

Pb01 1,70-2,70 1,96 6,96 917 12,3 Licht geel

Pb17 1,95-2,95 2,18 6,74 1413 6,0 Licht geel

Pb26 1,80-2,80 1,14 6,94 6532 10,4 Licht groen

Tijdens de bemonsteringen van het grondwater zijn geen aanwijzingen voor de eventuele aanwezigheid van verontreinigingen waargenomen. De gemeten zuurgraad en elektrische geleidbaarheid zijn voor grondwater als normaal te beschouwen. De gemeten troebelheid van het grondwater uit peilbuizen Pb01 en Pb26 is groter dan de norm voorschrijft (norm < 10 ntu). Opgemerkt wordt dat de voorpompprocedure is met de langzaamste snelheid uitgevoerd.

Aangezien de detectiegrens van de organische parameters in Pb01 en Pb25 zelf niet is verhoogd, wordt aangenomen dat de verhoogde troebelheid niet heeft geleid tot verhoogde analysewaarden en kunnen de analyseresultaten derhalve als representatief worden beschouwd.

3.1.2 Veldwaarnemingen asbest

Bij het verkennend asbest in grond onderzoek is 1 ruimtelijke eenheid (RE1) onderzocht en het overige onverdachte terreindeel uitgesloten. De zintuiglijke waarneming ten tijden van het verkennend asbest in grond onderzoek zijn dezelfde als de eerder beschreven zintuiglijke bijmengingen bij het verkennend bodemonderzoek.

Bij de maaiveldinspectie en bij de inspectie van het opgeboorde/opgegraven materiaal zijn geen asbestverdachte materialen aangetroffen, anders dan het ongedefinieerde puin ter plaatse van de graafgaten G20, G21, G23, G24 en G30. De inspectie-efficiëntie is ingeschat op 60%.

3.1.3 Afwijkingen op vigerende protocollen

Tijdens het plaatsen van de peilbuizen is een grondwaterstand variërend 0,90-1,4 m-mv gemeten. Volgens de richtlijn NEN 5740 dient de filterstelling van het peilfilter zich 0,5 m onder de freatische grondwaterspiegel te bevinden. Tijdens de bemonsteringen zijn grondwaterstanden variërend 1,14 tot 2,18 m-mv gemeten. Hierdoor zijn de filterstellingen niet meer conform de norm. De filters zijn echter gesitueerd in het bovenste gedeelte van het freatisch grondwater. Verwacht wordt dat de gehanteerde filterstellingen geen invloed hebben op de kwaliteit van het grondwatermonsters.

Verder zijn er geen afwijkingen op de uitvoeringsvoorschriften (BRL-SIKB 2000, protocol 2001, 2002, 2018 en NEN-normen).

(11)

Rapport: 19002-RAP-01

Verkennend bodem- en asbest in grond onderzoek Koelmalaan 310 te Alkmaar

11 3.2 Monsterselectie laboratorium

8 grond(meng)monsters zijn geanalyseerd op de parameters uit het standaard NEN pakket grond bestaande uit:

- voorbehandeling AS3000;

- humus en lutum;

- (zware) metalen: barium, cadmium, kobalt, koper, kwik, lood, molybdeen, nikkel en zink;

- polycyclische aromatische koolwaterstoffen (PAK);

- polychloorbifenylen (PCB);

- minerale olie.

Bovenstaande mengmonsters zijn representatief verdeeld over de onderzoekslocatie. 1 mengmonster (MM03) is samengesteld van de bovengrond (boringen B16, B17, B18) ter plaatse van de muur met graffitikunstwerken (oostzijde gebouw).

3 grondwatermonsters uit 3 peilbuizen zijn geanalyseerd op het standaard NEN pakketten grondwater, bestaande uit:

- voorbehandeling AS3000;

- (zware) metalen: barium, cadmium, kobalt, koper, kwik, lood, molybdeen, nikkel en zink;

- vluchtige aromatische koolwaterstoffen (BTEX, inclusief naftaleen en styreen);

- vluchtige gehalogeneerde koolwaterstoffen;

- minerale olie.

Eén mengmonster (MMasb01) van de puinhoudende bovengrond ter plaatse van G20, G21, G23, G24 en G30 (RE1) is geanalyseerd op asbest conform de NEN5898.

(12)

Rapport: 19002-RAP-01

Verkennend bodem- en asbest in grond onderzoek Koelmalaan 310 te Alkmaar

12

4. INTERPRETATIE ANALYSERESULTATEN

4.1 Toetsingskader

De uitkomsten van de chemische analyses van de grond en het grondwater zijn getoetst aan de toetsingsnormen uit de circulaire bodemsanering 2013 en de regeling bodemkwaliteit. Toetsing heeft plaatsgevonden met behulp van het door de overheid beschikbaar gestelde programma BoToVa (Bodem Toets & Validatieservice) versie 3.0.0 (grond) en 2.0.0 (grondwater).

De interventiewaarden voor grond zijn bodemtype-afhankelijk en gebaseerd op standaardbodem met lutum percentage van 25% en een organisch stof percentage van 10%. Bij de beoordeling van de kwaliteit van de bodem worden de gemeten gehalten middels een bodemtypecorrectie omgerekend naar de standaardbodem.

Voor grondwater zijn de streef- en interventiewaarden voor zowel anorganische als voor organische verbindingen onafhankelijk gesteld van de grondsoort.

Voor eventuele verontreiniging van grond en/of grondwater worden de volgende categorieën onderscheiden:

• voldoet aan achtergrondwaarde: geen overschrijding achtergrond-/streefwaarde

• verontreiniging/verhoging: overschrijding achtergrond-/streefwaarde

• sterke verontreiniging/verhoging: overschrijding interventiewaarde

Het resultaat van de asbest in grondanalyse is getoetst aan de interventiewaarde voor asbest uit de Circulaire bodemsanering 2013 welke is vastgesteld op 100 mg/kg d.s. (concentratie serpentijnasbest vermeerdert met 10 maal de concentratie aan amfiboolasbest). Bij het aantreffen van puin in de grond is de bodem asbestverdacht (brief IL&T, asbestonderzoek bij puin(resten) en is een onderzoek conform de NEN5707 dan wel NEN5897 benodigd. Indien uit een verkennend bodemonderzoek NEN5707/NEN5897 een gehalte aan asbest < de helft van de interventiewaarde wordt aangetoond, dan is de verwachting dat geen asbest boven de interventiewaarde aanwezig is op de locatie.

In bijlage 3 is een beschrijving gegeven van het toetsingskader waaraan de resultaten zijn getoetst.

4.2 Grond

De analyse- en toetsingsresultaten van de grond zijn opgenomen in bijlage 4. In onderstaande tabel zijn de toetsingsresultaten van de geanalyseerde grond(meng)monsters weergegeven.

Tabel 5. Toetsingsresultaten grond:

(Meng)- monster

Boringen Diepte

(m-mv)

Bodem laag

Zintuiglijke waarnemingen

>AW >T >I BBK

MM01 Pb01, B02, B04, B07, B09 0,05-0,58 Zand - - - - AW

MM02 B10, B12, B13, B14, B15 0,20-1,50 Zand - - - - AW

MM03 B16, Pb17, B18 0,0-0,50 Zand - (verf op maaiveld) Cd - - AW

MM04 G20, G21, G23, G24 0,0-0,50 Zand Zwak puinhoudend - - - AW

MM05 B22, Pb26, B27, B28, B29 0,0-0,50 Zand - - - - AW

MM06 Pb01, B04, Pb17, Pb26,

B28 1,0-2,40 Klei - Co, Ni - - AW

MM07 Pb01, B04, B12, B15 0,50-2,0 Zand - Zn - - AW

MM08 Pb17, G20, Pb26, B28 0,50-1,0 Zand - - - - AW

(13)

Rapport: 19002-RAP-01

Verkennend bodem- en asbest in grond onderzoek Koelmalaan 310 te Alkmaar

13 Verklaring

- : geen overschrijdingen

>AW : concentratie  Achtergrondwaarde

>T : concentratie  Tussenwaarde

>I : concentratie > Interventiewaarde

Zware metalen : cadmium (Cd), kobalt (Co), nikkel (Ni) en zink (Zn) Indicatieve klasse Besluit Bodemkwaliteit (BBk)

AW: Achtergrondwaarde

4.3 Grondwater

De analyse- en toetsingsresultaten van het grondwater zijn opgenomen in bijlage 5.

Uit de toetsingsresultaten blijkt dat het grondwater ter plaatse van Pb17 ten hoogste licht is verontreinigd met barium en som xylenen. Het grondwater ter plaatse van Pb26 is ten hoogste licht verontreinigd met barium en het grondwater ter plaatse van Pb01 is niet verontreinigd met de geanalyseerde parameters.

4.4 Asbest

Het analysecertificaat asbest in grond/puin is opgenomen in bijlage 6.

In het samengestelde mengmonster (MMasb01) van de puinhoudende bovengrond ter plaatse van G20, G21, G23, G24 en G30 (RE1) is analytisch geen asbest aangetoond.

(14)

Rapport: 19002-RAP-01

Verkennend bodem- en asbest in grond onderzoek Koelmalaan 310 te Alkmaar

14

5. CONCLUSIES EN ADVIES

Op basis van de verkregen onderzoeksresultaten kan een oordeel worden gegeven over de milieu hygiënische kwaliteit van de bodem ter plaatse van onderhavige onderzoekslocatie.

De zintuiglijk zwak puinhoudende bovengrond ter plaatse van boringen G20, G21, G23 en G24 en de zintuiglijk schone bovengrond van de rest van het perceel zijn niet verontreinigd met de geanalyseerde parameters. Enige uitzondering betreft een lichte verontreiniging met cadmium in de bovengrond ter plaatse van boringen B16, Pb17 en B18 bij de muur met graffiti-kunst.

In de kleiige lagen in de ondergrond ter plaatse van boringen Pb01, B04, Pb17, Pb26 en B28 zijn ten hoogste lichte verontreinigingen aangetoond met kobalt en nikkel. Een lichte verontreiniging met zink is aangetoond in de zanderige ondergrond ter plaatse van Pb01, B04, B12 en B15. Het overige mengmonster van de ondergrond van Pb17, G20, Pb26 en B28 is niet verontreinigd met de geanalyseerde parameters.

Het grondwater ter plaatse van Pb17 is ten hoogste licht verontreinigd met barium en som xylenen. Het

grondwater ter plaatse van Pb26 is ten hoogste licht verontreinigd met barium en het grondwater ter plaatse van Pb01 is niet verontreinigd met de geanalyseerde parameters.

In het samengestelde mengmonster (MMasb01) van de puinhoudende bovengrond ter plaatse van G20, G21, G23, G24 en G30 (RE1) is analytisch geen asbest aangetoond.

De aangetoonde lichte verontreinigingen met cadmium in de bovengrond ter plaatse van de muur met graffiti- kunst kan mogelijk veroorzaakt zijn door het uitspoelen vanuit toegepaste verf. Gezien de lichte mate van verontreiniging is verder aanvullend onderzoek niet benodigd en kan de verhoging tevens een gevolg zijn van verhoogde achtergrondwaarden. Ook de andere lichte verontreinigingen in grond en grondwater zijn niet direct te relateren aan de voormalige bedrijfsactiviteiten ter plaatse van de locatie en kunnen eveneens het gevolg zijn van verhoogde achtergrondwaarden. De aangetroffen waarden vallen binnen het beeld dat past bij de regio.

Gezien de aangetroffen verontreinigingen wordt de hypothese onverdacht niet bevestigd.

De onderzoeksresultaten geven een representatief beeld van de milieu hygiënische bodemkwaliteit en mede gezien de aangetoonde mate van verontreiniging is er geen aanleiding tot het uitvoerenvan aanvullend onderzoek.

De onderzoeksresultaten van onderhavig bodemonderzoek vormen ons inziens geen belemmering voor de afgifte van een omgevingsvergunning. De uiteindelijke beslissing voor afgifte van een omgevingsvergunning ligt echter bij het bevoegd gezag.

Uit een indicatieve toetsing aan het Besluit Bodemkwaliteit blijkt dat zowel de boven- als de ondergrond als klasse achtergrondwaarde wordt geclassificeerd. Voor eventuele uit te voeren graafwerkzaamheden is geen

veiligheidsklasse conform de CROW 400 van toepassing en geldt de basis hygiëne.

De uiteindelijke eindverantwoordelijkheid over de te hanteren veiligheidsklasse en bijbehorende maatregelen is gelegen bij de uitvoerend aannemer.

(15)

Rapport: 19002-RAP-01

Verkennend bodem- en asbest in grond onderzoek Koelmalaan 310 te Alkmaar

15

6. REFERENTIES

[1] NEN 5740/A1:2016 nl, Bodem - Landbodem - Strategie voor het uitvoeren van verkennend bodemonderzoek - Onderzoek naar de milieuhygiënische kwaliteit van bodem en grond.

Publicatiedatum: februari 2016.

[2] NEN 5725:2017, Bodem - Landbodem - Strategie voor het uitvoeren van milieuhygiënisch vooronderzoek Publicatiedatum: oktober 2017.

[3] Circulaire bodemsanering 2013, Staatcourant Nr. 16675, 27 juni 2013.

[4] Besluit BodemKwaliteit (Bbk) op 1 januari 2008 is de eerste fase van het Besluit bodemkwaliteit in werking getreden.

[5] NEN 5707+C2:2017 nl, Bodem – Inspectie en monsterneming van asbest in bodem en partijen grond, Nederlands Normalisatie-instituut, december 2017.

[6] CROW 400, ‘Werken in en met verontreinigde bodem, 2de gewijzigde druk’.

(16)

a

BIJLAGE

Bijlage 1. REGIONALE LIGGING EN

SITUATIETEKENING

(17)

Regionale ligging

Locatie: Koelmalaan 310 te Alkmaar Titel: Verkennend bodemonderzoek Opdrachtgever: Woonwaard

Projectnr: 19002

(18)
(19)

b

BIJLAGE

Bijlage 2. BOORSTATEN MET ZINTUIGLIJKE

WAARNEMINGEN

(20)

Projectcode: 19002

Projectnaam: Koelmalaan te Alkmaar

Pagina 1 / 8

Boring: Pb01

Datum: 22-1-2019

GWS: 135

Referentievlak: maaiveld Boormeester: A.Dol

0

50

100

150

200

250

2 - 3149111AA

3 - 3149116AA

4 - 3149143AA

5 - 3148766AA 6 - 3149136AA

7 - 3149121AA

8 - 3149096AA

klinker 0

Edelmanboor, Klinkers 5

Zand, zeer fijn, matig siltig, grijsbeige, Edelmanboor

50

Zand, zeer fijn, matig siltig, grijsbeige, Edelmanboor

100

Zand, zeer fijn, matig siltig, matig gleyhoudend, oranjebeige, Edelmanboor

150

Klei, sterk siltig, zwak humeus, zwartbruin, Edelmanboor 175

Veen, zwak kleiïg, zwartbruin, Edelmanboor

190

Zand, zeer fijn, matig siltig, grijsblauw, Zuigerboor

240

Zand, zeer fijn, matig siltig, zwak schelphoudend, grijsblauw, Zuigerboor

290

Boring: B02

Datum: 22-1-2019

Referentievlak: maaiveld Boormeester: A.Dol

0

50

2 - 3149144AA

klinker 0

Edelmanboor, Klinkers 8

Zand, zeer fijn, matig siltig, grijsbeige, Edelmanboor

58

Boring: B03

Datum: 22-1-2019

Referentievlak: maaiveld Boormeester: A.Dol

0

50

2 - 3149100AA

klinker 0

Edelmanboor, Klinkers 8

Zand, zeer fijn, matig siltig, grijsbeige, Edelmanboor

58

Boring: B04

Datum: 22-1-2019

GWS: 85

Referentievlak: maaiveld Boormeester: A.Dol

0

50

100

150

200

2 - 3148727AA

3 - 3148725AA

4 - 3149183AA

5 - 3149145AA

klinker 0

Edelmanboor, Klinkers 8

Zand, zeer fijn, matig siltig, grijsbeige, Edelmanboor

58

Zand, zeer fijn, matig siltig, grijsbeige, Edelmanboor

100

Zand, zeer fijn, matig siltig, grijsblauw, Edelmanboor

150

Klei, sterk zandig, zwak humeus, Edelmanboor

200

(21)

Projectcode: 19002

Projectnaam: Koelmalaan te Alkmaar

Pagina 2 / 8

Boring: B05

Datum: 22-1-2019

Referentievlak: maaiveld Boormeester: A.Dol

0

50

2 - 3149117AA

klinker 0

Edelmanboor, Klinkers 8

Zand, zeer fijn, matig siltig, grijsbeige, Edelmanboor

58

Boring: B06

Datum: 22-1-2019

Referentievlak: maaiveld Boormeester: A.Dol

0

50

2 - 3148849AA

klinker 0

Edelmanboor, Klinkers 8

Zand, zeer fijn, matig siltig, grijsbeige, Edelmanboor

58

Boring: B07

Datum: 22-1-2019

Referentievlak: maaiveld Boormeester: A.Dol

0

50

2 - 3149134AA

klinker 0

Edelmanboor, Klinkers 8

Zand, zeer fijn, matig siltig, grijsbeige, Edelmanboor

58

Boring: B08

Datum: 22-1-2019

Referentievlak: maaiveld Boormeester: A.Dol

0

50

2 - 3148852AA

klinker 0

Edelmanboor, Klinkers 8

Zand, zeer fijn, matig siltig, grijsbeige, Edelmanboor

58

(22)

Projectcode: 19002

Projectnaam: Koelmalaan te Alkmaar

Pagina 3 / 8

Boring: B09

Datum: 22-1-2019

Referentievlak: maaiveld Boormeester: A.Dol

0

50

2 - 3148907AA

klinker 0

Edelmanboor, Klinkers 8

Zand, zeer fijn, matig siltig, grijsbeige, Edelmanboor

58

Boring: B10

Datum: 22-1-2019

Referentievlak: maaiveld Boormeester: A.Dol

0

50 2 - 3148860AA

beton 0

Kernboor, Betonvloer 20

Zand, zeer fijn, matig siltig, grijsbeige, Edelmanboor

70

Boring: B11

Datum: 22-1-2019

GWS: 110

Referentievlak: maaiveld Boormeester: A.Dol

0

50

100

150

4 - 3148851AA

beton 0

Edelmanboor, Vloer met luik 5

Edelmanboor, Kruipruimte

100

Zand, zeer fijn, matig siltig, grijsbeige, Edelmanboor

150

Boring: B12

Datum: 22-1-2019

GWS: 110

Referentievlak: maaiveld Boormeester: A.Dol

0

50

100

150

200

250

4 - 3149140AA

5 - 3149131AA

6 - 3148857AA

beton 0

Edelmanboor, Vloer met luik 5

Edelmanboor, Kruipruimte

100

Zand, zeer fijn, matig siltig, grijsbeige, Edelmanboor

150

Zand, zeer fijn, matig siltig, zwak kleiïg, Edelmanboor

200

Zand, zeer fijn, sterk siltig, zwak kleiïg, Edelmanboor

250

(23)

Projectcode: 19002

Projectnaam: Koelmalaan te Alkmaar

Pagina 4 / 8

Boring: B13

Datum: 22-1-2019

Referentievlak: maaiveld Boormeester: A.Dol

0

50 2 - 3148861AA

beton 0

Kernboor, Betonvloer 20

Zand, zeer fijn, matig siltig, grijsbeige, Edelmanboor

70

Boring: B14

Datum: 22-1-2019

Referentievlak: maaiveld Boormeester: A.Dol

0

50 2 - 3148854AA

beton 0

Kernboor, Betonvloer 20

Zand, zeer fijn, matig siltig, grijsbeige, Edelmanboor

70

Boring: B15

Datum: 22-1-2019

Referentievlak: maaiveld Boormeester: A.Dol

0

50

100

150

200

2 - 3148830AA

3 - 3148855AA

4 - 3148850AA

5 - 3148848AA

beton 0

Kernboor, Betonvloer 20

Zand, zeer fijn, matig siltig, grijsbeige, Edelmanboor

70

Zand, zeer fijn, sterk siltig, grijsbeige, Edelmanboor

120

Zand, zeer fijn, sterk siltig, zwak kleiïg, Edelmanboor

170

Zand, zeer fijn, sterk siltig, zwak kleiïg, grijsblauw, Edelmanboor

220

Boring: B16

Datum: 22-1-2019

Referentievlak: maaiveld Boormeester: A.Dol

0

50

1 - 3148970AA

braak 0

Zand, zeer fijn, matig siltig, zwak humeus, bruinbeige, Edelmanboor

50

(24)

Projectcode: 19002

Projectnaam: Koelmalaan te Alkmaar

Pagina 5 / 8

Boring: Pb17

Datum: 22-1-2019

GWS: 140

Referentievlak: maaiveld Boormeester: A.Dol

0

50

100

150

200

250

300

1 - 3149101AA

2 - 3148817AA

3 - 3149057AA

4 - 3149115AA

5 - 3149031AA

6 - 3148963AA

7 - 3149039AA

0 gras

Zand, matig fijn, neutraal beigebruin, Edelmanboor

50

Zand, matig fijn, neutraal bruingrijs, Edelmanboor

100

Zand, matig fijn, neutraal grijsbeige, Edelmanboor

140

Zand, zeer fijn, zwak kleiïg, neutraal blauwgrijs, Edelmanboor

190

Klei, donker blauwgrijs, Edelmanboor

240

Klei, donkerzwart, Edelmanboor

280

Zand, zeer fijn, donker blauwgrijs, Edelmanboor

300

Boring: B18

Datum: 22-1-2019

Referentievlak: maaiveld Boormeester: A.Dol

0

50

1 - 3148971AA

braak 0

Zand, zeer fijn, matig siltig, zwak humeus, bruinbeige, Edelmanboor

50

Boring: B19

Datum: 22-1-2019

Referentievlak: maaiveld Boormeester: A.Dol

0

50

1 - 3148841AA

braak 0

Zand, zeer fijn, matig siltig, zwak humeus, bruinbeige, Edelmanboor

50

Boring: G20

Datum: 22-1-2019

Referentievlak: maaiveld Boormeester: A.Dol

0

50

100

150

200

1 - 3148969AA

2 - 3148845AA

3 - 3148953AA

4 - 3148958AA

braak 0

Zand, zeer fijn, matig siltig, zwak humeus, zwak puinhoudend, bruinbeige, Schep

50

Zand, zeer fijn, matig siltig, zwak humeus, bruinbeige, Edelmanboor

100

Zand, zeer fijn, matig siltig, grijsbeige, Edelmanboor

150

Zand, zeer fijn, matig siltig, zwak kleiïg, grijsblauw, Edelmanboor, Iets kleiige

200

(25)

Projectcode: 19002

Projectnaam: Koelmalaan te Alkmaar

Pagina 6 / 8

Boring: G21

Datum: 22-1-2019

Referentievlak: maaiveld Boormeester: A.Dol

0

50

1 - 3148967AA

braak 0

Zand, zeer fijn, matig siltig, zwak humeus, zwak puinhoudend, bruinbeige, Schep

50

Boring: B22

Datum: 22-1-2019

Referentievlak: maaiveld Boormeester: A.Dol

0

50

1 - 3148950AA

braak 0

Zand, zeer fijn, matig siltig, zwak humeus, bruinbeige, Edelmanboor

50

Boring: G23

Datum: 22-1-2019

Referentievlak: maaiveld Boormeester: A.Dol

0

50

1 - 3148961AA

braak 0

Zand, zeer fijn, matig siltig, zwak humeus, zwak puinhoudend, bruinbeige, Edelmanboor

50

Boring: G24

Datum: 22-1-2019

Referentievlak: maaiveld Boormeester: A.Dol

0

50

1 - 3148976AA

braak 0

Zand, zeer fijn, matig siltig, zwak humeus, zwak puinhoudend, bruinbeige, Schep

50

(26)

Projectcode: 19002

Projectnaam: Koelmalaan te Alkmaar

Pagina 7 / 8

Boring: B25

Datum: 22-1-2019

Referentievlak: maaiveld Boormeester: A.Dol

0

50

1 - 3148964AA

braak 0

Zand, zeer fijn, matig siltig, zwak humeus, bruinbeige, Edelmanboor

50

Boring: Pb26

Datum: 22-1-2019

GWS: 120

Referentievlak: maaiveld Boormeester: A.Dol

0

50

100

150

200

250

1 - 3149139AA

2 - 3149045AA

3 - 3148940AA

4 - 3149129AA

5 - 3149126AA

6 - 3149014AA

0 gras

Zand, zeer fijn, matig siltig, zwak humeus, grijsbeige, Edelmanboor

50

Zand, zeer fijn, matig siltig, grijsbeige, Edelmanboor

100

Klei, sterk siltig, zwak humeus, zwartbruin, Edelmanboor

140

Zand, zeer fijn, uiterst siltig, grijsblauw, Zuigerboor

190

Zand, uiterst fijn, uiterst siltig, grijsblauw, Zuigerboor

240

Zand, uiterst fijn, matig siltig, grijsblauw, Zuigerboor 280

Boring: B27

Datum: 22-1-2019

Referentievlak: maaiveld Boormeester: A.Dol

0

50

1 - 3148962AA

braak 0

Zand, zeer fijn, matig siltig, zwak humeus, bruinbeige, Edelmanboor

50

Boring: B28

Datum: 22-1-2019

GWS: 85

Referentievlak: maaiveld Boormeester: A.Dol

0

50

100

150

200

1 - 3148972AA

2 - 3148968AA

3 - 3148965AA

4 - 3148966AA

braak 0

Zand, zeer fijn, matig siltig, zwak humeus, bruinbeige, Edelmanboor

50

Zand, zeer fijn, matig siltig, grijsbeige, Edelmanboor

100

Zand, zeer fijn, matig siltig, grijsbeige, Edelmanboor

150

Klei, sterk siltig, matig zandig, zwak humeus, bruinbeige, Edelmanboor

190

Zand, zeer fijn, matig siltig, grijsblauw, Edelmanboor 200

(27)

Projectcode: 19002

Projectnaam: Koelmalaan te Alkmaar

Pagina 8 / 8

Boring: B29

Datum: 22-1-2019

Referentievlak: maaiveld Boormeester: A.Dol

0

50

1 - 3148819AA

braak 0

Zand, zeer fijn, matig siltig, zwak humeus, bruinbeige, Edelmanboor

50

Boring: G30

Datum: 23-1-2019

Referentievlak: maaiveld Boormeester: A.Dol

0

50

braak 0

Zand, zeer fijn, matig siltig, zwak humeus, zwak puinhoudend, bruinbeige, Schep

50

(28)

Legenda (conform NEN 5104)

grind

Grind, siltig

Grind, zwak zandig

Grind, matig zandig

Grind, sterk zandig

Grind, uiterst zandig

zand

Zand, kleiïg

Zand, zwak siltig

Zand, matig siltig

Zand, sterk siltig

Zand, uiterst siltig

veen

Veen, mineraalarm

Veen, zwak kleiïg

Veen, sterk kleiïg

Veen, zwak zandig

Veen, sterk zandig

klei

Klei, zwak siltig

Klei, matig siltig

Klei, sterk siltig

Klei, uiterst siltig

Klei, zwak zandig

Klei, matig zandig

Klei, sterk zandig

leem

Leem, zwak zandig

Leem, sterk zandig

overige toevoegingen zwak humeus

matig humeus

sterk humeus

zwak grindig

matig grindig

sterk grindig

geur geen geur zwakke geur matige geur sterke geur uiterste geur

olie

geen olie-water reactie zwakke olie-water reactie matige olie-water reactie sterke olie-water reactie uiterste olie-water reactie

p.i.d.-waarde

>0

>1

>10

>100

>1000

>10000

monsters geroerd monster

ongeroerd monster

volumering overig

bijzonder bestanddeel

Gemiddeld hoogste grondwaterstand grondwaterstand

Gemiddeld laagste grondwaterstand

slib

water

peilbuis

filter casing

zand afdichting

bentoniet/mikoliet/klei afdichting

grind afdichting blinde buis

hoogste grondwaterstand gemiddelde grondwaterstand laagste grondwaterstand

(29)

a

BIJLAGE

Bijlage 3. TOETSINGSKADER

(30)

De resultaten zijn conform het huidige overheidsbeleid getoetst aan de streefwaarde voor grondwater en

interventiewaarden bodemsanering, zoals deze zijn vastgelegd in bijlage 1 van de Circulaire bodemsanering per 1 juli 2013 [3] of het Besluit Bodemkwaliteit [4].

Op 1 januari 2006 is de wet tot wijziging van de Wet bodembescherming (Wbb) in werking getreden. Met deze wetswijziging is uitvoering gegeven aan de beleidsvoornemens, die in 2002 zijn geformuleerd in het kabinetsstandpunt Beleidsvernieuwing bodemsanering. Hierop volgend is eind december 2003 een Beleidsbrief over de volgende stap in de vernieuwing van het bodembeleid aan de Tweede Kamer gezonden, waarin beleidsvoornemens zijn verwoord die invloed hebben gehad op genoemde wetswijziging.

Op 1 januari 2008 is de eerste fase van het Besluit bodemkwaliteit (Bbk) in werking getreden, die het toepassen van grond en baggerspecie in een oppervlaktewaterlichaam (waterbodem) regelt. Op 1 juli 2008 is de tweede fase van het Bbk van kracht geworden, die het toepassen van grond en baggerspecie op landbodems en het toepassen van bouwstoffen op of in de bodem en in een oppervlaktewaterlichaam regelt.

In de Circulaire bodemsanering staat de uitwerking van het saneringscriterium centraal waarmee wordt vastgesteld of een spoedige sanering noodzakelijk is. Het milieuhygiënisch saneringscriterium (hierna genoemd saneringscriterium) is opgenomen in de gewijzigde tekst van artikel 37 van de Wbb. Daarnaast wordt in deze circulaire ingegaan op de uitwerking van de saneringsdoelstelling, zoals die is opgenomen in de gewijzigde tekst van artikel 38 van de Wbb. Bij de uitwerking van de saneringsdoelstelling is aansluiting gezocht bij het Besluit bodemkwaliteit.

Het gevolg van de wijziging in de normstelling is dat in de uitvoeringspraktijk vanaf 1 oktober 2008 een aantal ongewenste situaties is ontstaan, namelijk een ongewenste toename van het aantal gevallen van ernstige bodemverontreiniging. Als gevolg van de ongewenste effecten heeft een heroverweging plaatsgevonden van de interventiewaarden grond voor drins (som), DDE en DDT. De circulaire is in 2009 onder andere hierop aangepast. Ook voor de interventiewaarde grond voor barium, de beoordeling van humane risico’s bij lood en de beoordeling van spoed bij ecologie (stap 2) zijn in 2009 op onderdelen wijzigingen doorgevoerd.

Per 3 april 2012 is een gewijzigde versie van de Circulaire bodemsaneringen verschenen. De aanpassingen in 2012 betreffen onder ander:

- de reikwijdte van deze circulaire door de inwerkingtreding van de Waterwet.

- de beoordeling van de ecologische risico’s in stap 2 en 3.

- gewijzigde beoordeling van de humane risico’s van bodemverontreiniging met lood.

- aangepast protocol risicobeoordeling asbest.

- een verduidelijking van de relatie met het Besluit Bodemkwaliteit.

- de gebiedsgerichte aanpak van verontreinigd grondwater (scheiding bronzone en pluim).

- een nuancering van het gebruik van de stabiele eindsituatie door een toenemend gebruik van de ondergrond.

- geactualiseerde versie van de ‘Richtlijn voor het omgaan met niet-genormeerde stoffen’ is toegevoegd. Deze richtlijn was niet meer vigerend met het vervallen van de Circulaire streefwaarden en interventiewaarden bodemsanering.

- actualisatie van verwijzingen naar regelgeving en literatuur.

In 2013 heeft een beperkte wijziging van de circulaire bodemsanering plaatsgevonden. De belangrijkste wijzigingen zijn:

- bijlage 1 van de circulaire is voor het omgaan met meetwaarden beneden de bepalingsgrens en het hanteren van de bodemtypecorrectie in overeenstemming gebracht met een wijziging van de Regeling bodemkwaliteit, die per 1 juli 2013 in werking treedt.

- in bijlage 2, hoofdstuk 5: zijn de criteria voor het triadeonderzoek nader ingevuld en in hoofdstuk 6 is een verwijzing naar het RIVM informatieblad opgenomen.

- actualisatie van verwijzingen naar regelgeving en literatuur.

- enkele kleine correcties en tekstaanpassingen.

(31)

De wet geeft de bevoegdheid om algemene regels te stellen voor zowel het saneringscriterium als de

saneringsdoelstelling. Mede aan de hand van de ervaringen, die in de praktijk worden opgedaan met de toepassing van deze circulaire, zal besluitvorming plaatsvinden over het opstellen van algemene regels.

Asbest

In het ‘Milieuhygiënisch Saneringscriterium Bodem, protocol asbest’, dat is opgenomen als bijlage 3 bij de Circulaire bodemsanering 1 juli 2013 [3] is geregeld wanneer voor een bodemverontreiniging met asbest sprake is van een geval van ernstige verontreiniging. Voor een bodemverontreiniging met asbest is het volumecriterium voor het vaststellen van de ernst van het geval niet van toepassing.

Het protocol is alleen van toepassing indien sprake is van een bodemverontreiniging met asbest, waarbij asbest aanwezig is in een gehalte boven de interventiewaarde van 100 mg/kg d.s. gewogen (concentratie serpentijn + 10 x concentratie amfibool). Opgemerkt wordt dat bij asbest in (water)bodem, grond en baggerspecie alleen over

‘verontreiniging’ wordt gesproken als de interventiewaarde wordt overschreden. Het protocol is alleen van toepassing op historische asbest verontreinigingen (die zijn voor 1993 ontstaan) in (water)bodem, grond en baggerspecie, die niet op basis van de zorgplicht gesaneerd dienen te worden.

Bij het aantreffen van puin in de grond is de bodem asbestverdacht (brief IL&T 26 januari 2017), asbestonderzoek bij puin(resten) en is een onderzoek conform de NEN5707 dan wel NEN5897 benodigd. Indien uit een verkennend bodemonderzoek NEN5707/NEN5897 een gehalte aan asbest < de helft van de interventiewaarde wordt aangetoond, dan is de verwachting dat geen asbest boven de interventiewaarde aanwezig is op de locatie.

Een geval van ernstige verontreiniging

Er is sprake van een geval van ernstige verontreiniging indien voor ten minste één stof (uitgezonderd asbest) de gemiddelde gemeten concentratie van minimaal 25 m3 bodemvolume in het geval van bodemverontreiniging, of 100 m3 poriënverzadigd bodemvolume in het geval van een grondwaterverontreiniging, hoger is dan de interventiewaarde. Er kunnen gevallen zijn waarbij de interventiewaarde niet wordt overschreden en toch sprake is van een geval van ernstige verontreiniging. In bijlage 2 van de Circulaire bodemsanering 2009 zijn dergelijke gevoelige situaties beschreven in stap 1 van het saneringscriterium. Ook in het geval van verontreinigingen met stoffen waarvoor geen interventiewaarde is afgeleid kan sprake zijn van een geval van ernstige verontreiniging. In bijlage 2 van de Circulaire bodemsanering 1 juli 2013 wordt hier op ingegaan.

Spoedeisendheid

Als een geval van ernstige verontreiniging is vastgesteld dan is sprake van een potentieel risico dat aanleiding geeft tot een vorm van saneren of beheren. Artikel 37 Wbb heeft tot doel vast te stellen of sprake is van een zodanig risico bij het huidig of toekomstig gebruik dat spoedig moet worden gesaneerd. Risico’s hebben een directe relatie met gebruik van de bodem en daarmee met de functie. Als aan het gebruik binnen de aanwezige of toekomstige functie

onaanvaardbare risico’s zijn verbonden, staat voorop dat maatregelen zo snel mogelijk moeten worden genomen. Als op grond van artikel 37 Wbb is vastgesteld dat niet met spoed hoeft te worden gesaneerd, geldt geen termijn voor het uitvoeren van een sanering. Er kunnen wel (langjarige) beheermaatregelen worden opgelegd, bijvoorbeeld als

monitoring van de verspreiding van een grondwaterverontreiniging gewenst is. Dat betekent dat sanering van het geval van ernstige verontreiniging veelal plaatsvindt als nieuwe ontwikkelingen, zoals bouwactiviteiten of herinrichting van een locatie of gebied, daartoe aanleiding geven.

De toetsingswaarden

Sinds 1 oktober 2008 gelden geen streefwaarde grond meer, maar wordt aan de interventiewaarde getoetst aan het Besluit Bodemkwaliteit (Bbk [4]) en de kwaliteitseis bovengrond (bijlage 4) uit de circulaire bodemsanering 1 juli 2013 [3]. De kwaliteitseis voor de bovengrond hangt af van de bodemfunctie. De toetsingswaarden zijn gerelateerd aan het organisch stof- en lutumgehalte van de bodem.

Gemeenten dienen in het kader van het Besluit bodemkwaliteit te kiezen voor generiek of gebiedsspecifiek beleid. Het bevoegd gezag Wbb sluit aan bij de in het generieke beleid gehanteerde Achtergrondwaarden en Maximale Waarden voor de klasse wonen en industrie als terugsaneerwaarden en als kwaliteitseis voor leeflagen en aanvulgrond.

(32)

Het uitgangspunt is dat in het geval van generiek beleid de Achtergrondwaarden en Maximale Waarden voor wonen en industrie of in het geval van gebiedspecifiek beleid de Lokale Maximale Waarden als terugsaneerwaarden gelden. De saneerder kan ook een leeflaag, die voldoet aan de van toepassing zijnde kwaliteitseis, aanbrengen. Streefwaarden grondwater geven aan wat het ijkpunt is voor de milieukwaliteit op de lange termijn, uitgaande van Verwaarloosbare Risico’s voor het ecosysteem. De getallen voor de streefwaarde grondwater zijn één op één overgenomen uit de Circulaire streefwaarden en interventiewaarden bodemsanering.

De interventiewaarden bodemsanering geven aan wanneer de functionele eigenschappen, die de bodem heeft voor de mens, dier en plant ernstig zijn verminderd of dreigen te worden verminderd. Ze zijn representatief voor het

verontreinigingsniveau waarboven sprake is van een geval van ernstige (bodem)verontreiniging.

Belangrijke data

— 1 januari 1975: uit jurisprudentie blijkt dat men vanaf deze datum had kunnen weten dat de overheid inspanningen zou gaan leveren om bodemverontreiniging te saneren. Saneringskosten van bodemverontreiniging, na deze datum ontstaan, zijn verhaalbaar op de veroorzaker(s) (tenzij niet meer bestaand of niet solvabel). Voor deze datum zijn kosten niet meer verhaalbaar, tenzij kan worden aangetoond dat van ernstige nalatigheid sprake is.

— 1 januari 1987: inwerkingtreding Wet Bodembescherming. In het zorgplichtartikel van deze wet wordt gesteld, dat eenieder die handelingen verricht die leiden tot bodemverontreiniging, verplicht is sanerende maatregelen te treffen met als doel verdere aantasting of negatieve gevolgen op te heffen of te beperken.

— 5 mei 1994: eerste fase inwerkingtreding Saneringsregeling Wet bodembescherming. Hierin is het zorgplichtartikel geconcretiseerd en is er een meldingsplicht aan verbonden, waardoor de mogelijkheden tot aansprakelijkheidsstelling groter zijn geworden.

(33)

a

BIJLAGE

Bijlage 4. ANALYSE- EN TOETSINGSRESULTATEN

GROND

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Gelet op het feit dat ter plaatse wel een verhoogd gehalte aan asbest in de bodem is aangetoond wordt de hypothese “verdacht” voor de aanwezigheid van asbest in de bodem,

“Opmaat naar structuurvisie” uit december 2009.. 5) De verplaatsing van een deel van volkstuinencomplex kan leiden tot een verbetering van de zichtlijnen op de Westrand vanaf

Voor een overzicht van de niet maatgevende overschrijdingen (indien aanwezig) wordt verwezen naar bijlage IV.. =

De Raad heeft dit in haar openbare vergadering van 29 juni 2010 besloten.. De gemeente Bergen is akkoord met het

De gemeente Bergen stemt alleen in met de begroting 2010 als het percentage wordt aangepast van 2,25% naar 0,85%.. De Raad heeft dit in haar openbare vergadering van 23 juni

De gemeente stemt in met de concept-begrotingswijziging 2016, onder voorwaarde dat bovengenoemde zienswijzen in acht worden genomen?.

De twee verkennende bodemonderzoeken zijn uitgevoerd ter plaatse van de toekomstige bouwvlakken op het erf van de woonboerderij en zijn gerapporteerd in de volgende rapporten:.. -

Deze wijziging houdt in dat ook de grond ter plaatse van de voormalige stortheuvel 5 (deels) geen deel meer uit maakt van het geval van bodemverontreiniging op de locatie