Verkennend Bodem- en asbestonderzoek ter plaatse van: Projectnummer:

Hele tekst

(1)Verkennend Bodem- en asbestonderzoek ter plaatse van: Oude Rijksweg 289 te Rouveen Projectnummer: 140460. Opdrachtgever:. Contactpersoon:. Mevrouw J. Kuiper Oude Rijksweg 289 7954 EJ ROUVEEN mevr. J. Kuiper. Datum onderzoek: Datum rapport:. 17 april en 1 mei 2014 19 mei 2014. Projectleider R.J.J. Jonker. Paraaf. Gecontroleerd door Ing. R.J.W. Huls. Paraaf. Datum. Status. 21-5-2014 Definitief.

(2) Pagina 2 van 22. Eco Reest BV Industrieweg 20 7921 JP Zuidwolde Tel.: 0528-373982 Fax.: 0528-373907 KANTOOR APPINGEDAM Opwierderweg 160, Appingedam Postadres: Postbus 141 9930 AC Delfzijl Tel.: 0596 633355 Fax.: 0596-572266 info@ecoreest.nl www.ecoreest.nl Eco Reest BV is gecertificeerd volgens “NEN-EN-ISO 9001:2008”, voor het geven van milieukundig advies in relatie tot ruimtelijke ontwikkelingen, gebouwen en managementondersteuning, met inbegrip van uitvoering van gerelateerde onderzoeksactiviteiten en is lid van de Vereniging Kwaliteitsborging Bodembeheer (VKB). Als aangesloten adviesbureau zorgen we samen met de andere leden voor een betere borging van kwaliteit in de uitvoering van (water)bodemonderzoek en -saneringen.. DISCLAIMER Dit rapport is het resultaat van een verkennend bodemonderzoek en een verkennend asbestonderzoek, verricht ter plaatse van Oude Rijksweg 289 te Rouveen, in opdracht van mevrouw J. Kuiper. Ten behoeve van de juiste interpretatie van dit rapport is het noodzakelijk te beschikken over de gehele rapportage, inclusief bijlagen. Het rapport -. is ongeschikt voor toepassing in een juridische context indien: de paginanummering van het rapport onjuist of onvolledig is de bijlagen genoemd in de inhoudsopgave (deels) ontbreken het projectnummer in het rapport en op de bijlage niet overeenkomt. We stellen dit rapport alleen ter beschikking aan derden in geval van schriftelijke toestemming van de opdrachtgever.. Verkennend bodem- en asbestonderzoek Oude Rijksweg 289 te Rouveen (projectnummer: 140460) 2001-20022018.

(3) Pagina 3 van 22. INHOUDSOPGAVE 1. 5. INLEIDING. 1.1. Algemeen ................................................................................................... 5. 1.2 1.3. Aanleiding en doelstelling .............................................................................. 5 Kwaliteitsborging ......................................................................................... 5 1.3.1 Onderzoeksstrategie ................................................................................ 5 1.3.2 Veldwerkzaamheden ................................................................................ 5 1.3.3 Laboratorium werkzaamheden ................................................................... 6. 1.4. Opbouw rapport........................................................................................... 6. 2. 7. VOORONDERZOEK (NEN 5725:2009). 2.1. Basisinformatie ............................................................................................ 7 2.1.1 Basisinformatie........................................................................................ 7 2.1.2 Mate van verdachtheid en type onderzoek .................................................. 7 2.2 Vooronderzoek ............................................................................................ 7 2.2.1 Samenvatting vooronderzoek .................................................................... 7 2.2.2 Volledigheid en betrouwbaarheid vooronderzoek .......................................... 8 2.2.3 Afwijkingen vooronderzoek ....................................................................... 8 3. 9. ONDERZOEKSHYPOTHESE EN STRATEGIE. 3.1. Onderzoekshypothese en strategie chemisch bodemonderzoek .......................... 9. 3.2. Onderzoekshypothese en strategie asbestonderzoek ......................................... 9. 3.3. Veiligheidsklasse asbestonderzoek ............................................................... 10. 4. VELDWERKZAAMHEDEN. 4.1. Werkzaamheden chemisch bodemonderzoek.................................................. 11 4.1.1 Uitvoering werkzaamheden ..................................................................... 11 4.1.2 Uitvoering werkzaamheden grondwater .................................................... 11 4.1.3 Afwijkingen werkzaamheden ................................................................... 12 4.1.4 Afwijkingen strategie(ën) ........................................................................ 12. 4.2. Bodemopbouw........................................................................................... 12. 4.3. Zintuiglijke waarnemingen ........................................................................... 12. 4.4 4.5. Werkzaamheden asbestonderzoek ................................................................ 13 Visuele inspectie maaiveld ........................................................................... 13 4.5.1 Algemeen ............................................................................................. 13. 4.6. Visuele inspectie en monsterneming diepere bodemlaag .................................. 13 4.6.1 Algemeen ............................................................................................. 13 4.6.2 Resultaten veldwerkzaamheden ............................................................... 13. 4.7. Afwijkingen onderzoeksopzet ...................................................................... 14. 5. 11. ANALYSERESULTATEN CHEMISCH BODEMONDERZOEK EN BESPREKING. 15. 5.1. Analysemonsters ....................................................................................... 15 5.1.1 Afwijkingen analysemonsters .................................................................. 15 5.2 Toetsing analyseresultaten .......................................................................... 16 5.3. Milieuhygiënische kwaliteit grond, chemisch bodemonderzoek ......................... 17. 5.4. Milieuhygiënische kwaliteit grondwater chemisch bodemonderzoek .................. 18 Verkennend bodem- en asbestonderzoek Oude Rijksweg 289 te Rouveen (projectnummer: 140460). 2001-20022018.

(4) Pagina 4 van 22. 6. ANALYSERESULTATEN EN BESPREKING ASBESTONDERZOEK. 6.1. 19. Analysemonsters ....................................................................................... 19. 6.2. Analysemethoden en monsterbehandeling ..................................................... 19 6.2.1 Analyse asbest in de bodem (volgens NEN 5707) ...................................... 19 6.2.2 Analyse van materiaal(verzamel)monsters (volgens NEN 5896).................... 19 6.3 Toetsingskader asbest ................................................................................ 20 6.4. Analysemonsters en concentraties ............................................................... 20 6.4.1 Visuele inspectie maaiveld ...................................................................... 20 6.4.2 Inspectieputten diepere grondlagen .......................................................... 20. 7. SAMENVATTING EN CONCLUSIES. 21. 7.1. Samenvatting ............................................................................................ 21. 7.2. Conclusies en aanbevelingen ....................................................................... 22. BIJLAGEN Bijlage 1.1. Regionale ligging onderzoekslocatie. Bijlage 1.2. Situatieschets onderzoekslocatie met boorpunten. Bijlage 1.3. Foto’s onderzoekslocatie [+ foto Google Maps]. Bijlage 2. Resultaten vooronderzoek. Bijlage 3. Boorprofielen. Bijlage 4. Analyseresultaten. Bijlage 5. Toetsingswaarden. Bijlage 6. Analysemethoden. Verkennend bodem- en asbestonderzoek Oude Rijksweg 289 te Rouveen (projectnummer: 140460) 2001-20022018.

(5) Pagina 5 van 22. 1 1.1. INLEIDING ALGEMEEN. In opdracht van mevrouw J. Kuiper is door Eco Reest BV een verkennend milieukundig bodemonderzoek uitgevoerd ter plaatse van een locatie aan de Oude Rijksweg 289 te Rouveen. Er bestaat geen functionele relatie tussen opdrachtgever en Eco Reest BV. 1.2. AANLEIDING EN DOELSTELLING. Aanleiding tot het onderzoek is de voorgenomen bestemmingswijziging van het terrein en de daaropvolgende (ver)bouwwerkzaamheden. Doel van het chemisch onderzoek is een indruk te verkrijgen omtrent de eventuele aanwezigheid van verontreinigingen in de grond en in het grondwater van het onderzoeksterrein teneinde te bepalen of er vanuit milieuhygiënisch oogpunt belemmeringen bestaan voor het toekomstige gebruik van de locatie (wonen met tuin). Doel van het asbestonderzoek is om, met een relatief geringe onderzoeksinspanning, na te gaan of de verdenking van verontreiniging met asbest in de bodem terecht is. 1.3. KWALITEITSBORGING. De veldwerkzaamheden en laboratorium werkzaamheden zijn uitgevoerd volgens de actuele beoordelingsrichtlijn en accreditatieschema, terwijl de onderzoeksstrategie is opgesteld conform de geldende NEN normen, zoals hierna beschreven. 1.3.1 Onderzoeksstrategie In onderstaande tabel zijn de kwaliteitsnormen opgenomen voor de onderzoeksstrategieën. Tabel 1.1. Toegepaste normen Aspect onderzoek Strategie vooronderzoek Strategie verkennend (chemisch) onderzoek Strategie asbestonderzoek in bodem. Toegepaste norm NEN 5725:2009 NEN 5740:2009 NEN 5707:2003. Eventuele afwijkingen op de normen, die tijdens de uitvoering naar voren zijn gekomen, zijn weergegeven in respectievelijk § 2.2.3 en § 3.1.3. 1.3.2 Veldwerkzaamheden Het onderzoek heeft plaatsgevonden onder procescertificaat op grond van de BRL SIKB 2000 “Veldwerk bij milieuhygiënisch bodemonderzoek”, waarvoor Eco Reest BV Zuidwolde is gecertificeerd en erkend door het ministerie van VROM. Het veldwerk heeft plaats gevonden conform SIKB protocol 2001 “Plaatsen van handboringen en peilbuizen ten behoeve van het nemen van grond- en grondwatermonsters” en SIKB protocol 2002 “Het nemen van grondwatermonsters”, waarbij de werkzaamheden zijn uitgevoerd door gecertificeerde en erkende veldmedewerkers. Het certificaatnummer is 659231, en de certificerende instelling is LRQA te Rotterdam. In onderstaande tabel zijn de kwaliteitsaspecten opgenomen voor de uitvoering van het veldwerk.. Verkennend bodem- en asbestonderzoek Oude Rijksweg 289 te Rouveen (projectnummer: 140460) 2001-20022018.

(6) Pagina 6 van 22. Tabel 1.2 Erkende veldwerkers Aspect onderzoek Uitvoering monsterneming grond Uitvoering monsterneming grondwater Uitvoering monsterneming asbest. Toegepaste protocol SIKB protocol 2001 SIKB protocol 2002 SIKB protocol 2018. Erkend veldmedewerker Dhr. J.S.R. van der Veen Dhr. J.S.R. van der Veen Dhr. J.S.R. van der Veen. Eventuele afwijkingen op de protocollen, die tijdens de uitvoering naar voren zijn gekomen zijn weergegeven in § 3.1.2. De bedrijf- en persoonserkenningen en het certificaatnummer zijn te verifiëren op de volgende website: http://www.rwsleefomgeving.nl/onderwerpen/bodem-ondergrond/erkenningen/zoekmenu/ 1.3.3 Laboratorium werkzaamheden De chemische analyses zijn uitgevoerd conform de AS 3000 “Laboratoriumanalyses voor milieuhygiënisch bodemonderzoek”, waarvoor Eurofins Analytico B.V. is geaccrediteerd en erkend door het ministerie van VROM. De monsterconservering is uitgevoerd conform SIKB protocol 3001 “Conserveringsmethoden en conserveringstermijnen voor milieumonsters”. De asbestanalyses zijn uitgevoerd door het laboratorium van ACMAA Asbest BV te Deurningen, dat geaccrediteerd en erkend is door het ministerie van VROM. Eurofins Analytico B.V. is een NEN-EN-ISO/IEC 17025 geaccrediteerd laboratorium, met certificaatnummer L010. ACMAA Asbest BV is een NEN-EN-ISO/IEC 17025 geaccrediteerd laboratorium, met certificaatnummer L376. De certificaten zijn bijgevoegd in bijlage 6. Eventuele afwijkingen op de normen, die tijdens de uitvoering naar voren zijn gekomen, zijn weergegeven in § 4.1.1. 1.4. OPBOUW RAPPORT. In hoofdstuk 2 is de basisinformatie weergegeven van het onderzoeksgebied en wordt een samenvatting van de relevante informatie uit het vooronderzoek beschreven. In hoofdstuk 3 zijn de veldwerkzaamheden en waarnemingen tijdens het onderzoek beschreven, gevolgd door de toetsing van de analyseresultaten in hoofdstuk 4. In hoofdstuk 5 tenslotte is een samenvatting opgenomen en zijn de conclusies en aanbevelingen weergegeven.. Verkennend bodem- en asbestonderzoek Oude Rijksweg 289 te Rouveen (projectnummer: 140460) 2001-20022018.

(7) Pagina 7 van 22. 2 2.1. VOORONDERZOEK (NEN 5725:2009) BASISINFORMATIE. Voor de uitvoering van het vooronderzoek wordt onderscheid gemaakt in de aard en diepgang van de te verzamelen informatie. Daarbij worden drie typen vooronderzoek onderscheiden: beperkt, standaard en uitgebreid vooronderzoek. Teneinde te bepalen welke type vooronderzoek van toepassing is voor onderhavige locatie, moet eerst de basisinformatie worden verzameld, de aanleiding (zie § 1.2) van het onderzoek en dient de mate van verdachtheid te worden bepaald. 2.1.1 Basisinformatie Tabel 2.1 Basisinformatie. Adres Plaats Oppervlakte Kadastrale aanduiding x- en y-coördinaten Toekomstig gebruik Huidig gebruik Voormalig gebruik Verrichte handelingen met grond, verhardingsmateriaal en/of afval Toepassingen van asbesthoudende materialen Bodemonderzoeken. Oude Rijksweg 289 Rouveen 1.730 m2 Gemeente Staphorst, sectie AP, nr. 59 x: 208.986, y: 515.862 Wonen Wonen en agrarisch Wonen en agrarisch De locatie is grotendeels verhard met klinkers en beton De locatie valt op de Asbestsignaleringskaart van de provincie Overijssel binnen de zone met een grote kans op asbesttoepassingen geen. 2.1.2 Mate van verdachtheid en type onderzoek Op grond van de basisinformatie en de activiteiten in het verleden en/of heden is de onderzoeklocatie vooralsnog aan te merken als een onverdachte locatie. Op basis van het stroomschema (blz. 14) uit de NEN 5725:2009 is er een standaard vooronderzoek uitgevoerd. 2.2. VOORONDERZOEK. Het vooronderzoek omvat het verzamelen van informatie over de volgende vijf aspecten: het voormalige, huidige en toekomstig bodemgebruik, de bodemopbouw en geohydrologie, en de (financieel-)juridische situatie. Het vooronderzoek heeft zich gericht op het perceel Oude Rijksweg 289 te Rouveen en de aangrenzende percelen tot 25 meter. De resultaten van het vooronderzoek zijn beschreven in bijlage 2. Een samenvatting van het vooronderzoek, alsmede een overzicht van overige relevante informatie is in § 2.2.1 weergegeven. 2.2.1 Samenvatting vooronderzoek Om meer inzicht te verkrijgen in de historie van het terrein zijn diverse bronnen geraadpleegd (zie bijlage 2). De resultaten van dit vooronderzoek zijn onderstaand beschreven.. Verkennend bodem- en asbestonderzoek Oude Rijksweg 289 te Rouveen (projectnummer: 140460) 2001-20022018.

(8) Pagina 8 van 22. Voormalig bodemgebruik Op de historische kaarten (Watwaswaar.nl) vanaf 1900 staat het huidige perceel al als bebouwd aangegeven. Volgens informatie van het kadaster is de huidige woning op de locatie gebouwd in 1850. In 1974 is aan dhr. J. Kuiper een vergunning afgegeven voor het verbeteren van de WC en het aanbrengen van een douche in het pand. In 1977 is aan dhr. J. Kuiper een vergunning afgegeven voor de bouw van een fokzeugenstal, met een dak van asbestcement golfplaten (zonder goten). In 1978 is aan dhr. J. Kuiper een Hinderwetvergunning afgegeven voor de fokzeugenstal en opslag van mest op het perceel Oude Rijksweg 289 te Rouveen. In de deze vergunning wordt geen brandstoftank vermeld. In 1980 is aan de zuidwestzijde van de locatie een greppel gedempt. In 1985 is aan dhr. J. Kuiper een vergunning afgegeven voor het verbeteren van de woning. Huidig bodemgebruik (incl. locatie inspectie) Op de locatie is een bestaande boerderijwoning aanwezig. Inpandig is sprake van betonverharding. Het buitenterrein is grotendeels verhard met klinkers, en deels met beton. Ten zuidwesten van de woning is een houten schuur met een zinken dak aanwezig, die in gebruik is als stalling en garage. Aan de zuidoostzijde van de schuur bevindt zich een bovengrondse dieseltank in een lekbak. Ten zuidoosten van de woning bevindt zich een stal met asbestverdacht golfplatendak, zonder goten. Ten zuidoosten van de stal bevindt zich een onverhard terreindeel, dat in gebruik is als paardenbak. Tijdens de terreininspectie is het maaiveld onderworpen aan een visuele inspectie met betrekking tot asbest verdacht materiaal. Dergelijk materiaal is visueel niet waargenomen. Toekomstig bodemgebruik De opdrachtgever is voornemens de bestemming van de locatie te wijzigen naar wonen met tuin. Hierbij wordt het zuidelijk deel van de bestaande woning (vm. grupstal) verbouwd. (Financieel-) juridisch Tabel 2.2 (Financieel-) juridisch. Kadastrale gegevens Opdrachtgever(s) Belanghebbende rechtspersonen. Gemeente Staphorst, sectie AP, nr. 59 Mevrouw J. Kuiper Mevrouw H. van der Horst (eigendom) De heer J. Kuiper (eigendom) Gemeente Staphorst (belemmeringenwet privaatrecht). 2.2.2 Volledigheid en betrouwbaarheid vooronderzoek Gezien het feit dat bij de uitvoering van het vooronderzoek geen actueel milieudossier beschikbaar was bij de gemeente Staphorst, kan het vooronderzoek niet als geheel volledig worden beschouwd. Op basis van de beschikbare gegevens wordt er vanuit gegaan, dat de kwaliteit van het onderhavige onderzoek hierdoor niet noemenswaardig negatief wordt beïnvloed. Gezien het feit dat de gegevens, verstrekt door de verscheidene bronnen in voldoende mate overeenkomen met elkaar en met de aangetroffen situatie ten tijde van de terreininspectie achten wij het vooronderzoek echter wel betrouwbaar. 2.2.3 Afwijkingen vooronderzoek Er zijn bij de uitvoering van het vooronderzoek geen afwijkingen ten opzichte van de NEN 5725:2009 en NEN 5707: 2003 naar voren gekomen.. Verkennend bodem- en asbestonderzoek Oude Rijksweg 289 te Rouveen (projectnummer: 140460) 2001-20022018.

(9) Pagina 9 van 22. 3. ONDERZOEKSHYPOTHESE EN STRATEGIE. 3.1. ONDERZOEKSHYPOTHESE EN STRATEGIE CHEMISCH BODEMONDERZOEK. Uit het vooronderzoek volgt de hypothese voor het verkennend bodemonderzoek. Op basis van het vooronderzoek is de onderzoekslocatie aan te merken als onverdacht voor bodemverontreiniging(en). Op basis van het vooronderzoek zijn de volgende deellocaties te onderscheiden: Tabel 3.1 Deellocaties Deellocatie Verontreinigde stof + diepte van voorkomen Oppervlakte (m2) Grond Grondwater Gehele terrein Geen Geen Circa 1.730 m2. A: bovengrondse dieseltank. Minerale olie (bovengrond). Minerale olie, vluchtige aromaten. Oorzaak/Motivatie. Onderzoeksstrategie. Geen bodembedreigende activiteiten tot dusver Bovengrondse brandstofopslag. NEN 5740:2009, § 5.1.. NEN 5740:2009, § 5.3.. Opgemerkt wordt, dat bij de uitvoering van het huidige onderzoek de toekomstige locatie van de bovengrondse dieseltank nog niet bekend was. Derhalve is dit aspect in overleg met de opdrachtgever buiten beschouwing gelaten. Het onderzoek met betrekking tot de gehele locatie is uitgevoerd conform de richtlijnen zoals deze zijn vastgesteld in de NEN 5740:2009, § 5.1. Het onderzoeksterrein is beschouwd als een onverdachte locatie. Het onderzoek met betrekking tot de bovengrondse dieseltank (terreindeel A) is uitgevoerd conform de richtlijnen zoals deze zijn vastgesteld in de NEN 5740:2009, § 5.3. Het betreffende deel van het onderzoeksterrein is beschouwd als een verdachte locatie met een plaatselijke bodembelasting met een duidelijke verontreinigingskern. 3.2. ONDERZOEKSHYPOTHESE EN STRATEGIE ASBESTONDERZOEK. Op basis van het totaal aan gegevens uit het vooronderzoek kan worden gesteld dat de bodem (toplaag) ter plaatse “verdacht” is voor de aanwezigheid van asbest in de bodem. De hypothese “verdacht” is aangenomen vanwege: -. De aanwezigheid (in het verleden) van boerderijen en bedrijfsgebouwen met schuren en loodsen, waarin asbest(houdende) bouwmaterialen zijn verwerkt; De onderzoekslocatie is door de provincie Overijssel op de asbestkansenkaart aangemerkt als locatie met een grote kans op het voorkomen van asbest. Gelet op het vigerende beleid van de gemeente Staphorst wordt op basis van deze informatie een asbestonderzoek geëist in het kader van de bestemmingswijziging.. Het asbestonderzoek ter plaatse van het onderzoeksterrein is uitgevoerd conform de richtlijnen zoals deze zijn vastgesteld in de NEN 5707 (Bodem – Inspectie en monsterneming van asbest in bodem en partijen grond). De NEN 5707 is alleen van toepassing op asbest in de bodem en grond met minder dan 20 % (V/V) bodemvreemd materiaal (waaronder puin).. Verkennend bodem- en asbestonderzoek Oude Rijksweg 289 te Rouveen (projectnummer: 140460) 2001-20022018.

(10) Pagina 10 van 22. Binnen het onderzoek is de deellocatie onderscheiden, namelijk: A. Zeugenstal; B. Overig terrein. Op basis van de locatiegegevens wordt het onderzoek met betrekking tot de bodem ter plaatse van de afwaterende delen van het dak van de zeugenstal (terreindeel A) vooralsnog opgezet conform de richtlijnen zoals deze zijn vastgesteld in hoofdstuk 7.4.3 “verdachte locatie met een plaatselijke bodembelasting met een duidelijke kern”. Op basis van de locatiegegevens wordt het onderzoek met betrekking tot de overige terreindelen vooralsnog opgezet conform de richtlijnen zoals deze zijn vastgesteld in hoofdstuk 7.4.4 “verdachte locatie met een diffuse bodembelasting, heterogeen verdeeld” 3.3. VEILIGHEIDSKLASSE ASBESTONDERZOEK. Op basis van het vooronderzoek is er analyse gemaakt met betrekking tot de veiligheidsklasse waarbinnen onderhavig onderzoek dient te worden ingedeeld. Hiervoor is gebruik gemaakt van de CROW P132 “Werken in of met verontreinigde grond en verontreinigd (grond)water”. Omdat de aanwezigheid van asbestverdacht materiaal is aangetoond tijdens het verkennend onderzoek, is onderhavig asbestonderzoek uitgevoerd conform standaard basisveiligheidsklasse uit de CROW publicatie 132. Deze publicatie wordt door de Arbeidsinspectie beschouwd als “Stand der techniek” aangaande het toepassen van veiligheidsmaatregelen bij werken met (potentieel) verontreinigde grond.. Verkennend bodem- en asbestonderzoek Oude Rijksweg 289 te Rouveen (projectnummer: 140460) 2001-20022018.

(11) Pagina 11 van 22. 4 4.1. VELDWERKZAAMHEDEN WERKZAAMHEDEN CHEMISCH BODEMONDERZOEK. De werkzaamheden zijn hierna beschreven, met eventuele afwijkingen op de veldwerkzaamheden en/of onderzoeksstrategie. 4.1.1 Uitvoering werkzaamheden De uitvoering van het veldwerk (plaatsing boringen en peilbuizen) heeft plaatsgevonden op 17 april 2014 en het grondwater is bemonsterd op 1 mei 2014. Gehele terrein; circa 1.730 m2 Het veldwerk heeft bestaan uit het verrichten van 9 boringen tot circa 0.5 m-mv (nrs. 2, 3 en 6 t/m 12) en 3 boringen tot 2.0 m-mv (nrs. 1, 4 en 5). Het grondwateronderzoek is gecombineerd uitgevoerd met de huidige tanklocatie (terreindeel A). Terreindeel A: bovengrondse dieseltank Het veldwerk heeft bestaan uit het verrichten van 2 boringen tot circa 1.0 m-mv (nrs. 14 en 15) en 1 boring tot 2.0 m-mv (nr. 13). Boring nr. 15 is gestaakt op 0.45 m-mv wegens puin in de bodem. Boring 13, grondwater-stroomafwaarts, ten opzichte van de bovengrondse tank, is vervolgens doorgezet tot 2.9 m-mv en afgewerkt met een peilbuis ten behoeve van het grondwateronderzoek (filterstelling 1.9-2.9 m-mv, grondwaterstand 1.4 m-mv). Van het opgeboorde materiaal zijn per 50 cm, of per afwijkende bodemlaag representatieve monsters genomen welke zijn beschreven qua textuur, geur en kleur. In bijlage 1.2 is een situatieschets van het terrein opgenomen met de ligging van de monsterpunten. 4.1.2 Uitvoering werkzaamheden grondwater Uit de NEN 5744, monsterneming van grondwater, vloeien de volgende zaken voort bij bemonstering grondwater: x Geleidingsvermogen bij monstername mag maximaal 10 % afwijken van de voorlaatste meting; x Zuurstofgehalte mag bij monstername maximaal 2 verzadigingsprocenten afwijken van de voorlaatste bemonstering; x Indien de geleidbaarheid en zuurstofconcentratie (zie bovenstaand) constant zijn, is een NTU waarde van 0 tot 10 gewenst. Indien hier niet aan wordt voldaan moet bij de beoordeling van de analyseresultaten worden bekeken of dit van invloed is; x De zuurgraad wordt eveneens beoordeeld, de NEN5744 heeft hier echter geen normen of eisen aan verbonden. In onderstaande tabel zijn de bij de monstername in het veld uitgevoerde grondwatermetingen weergegeven. Tabel 4.1 Grondwaterbemonstering NEN5744 Grondwaterbemonstering Voorlaatste meting Laatste meting Zuurgraad 6.8 (pH) Zuurgraad 6.8 (pH) Geleidingsvermogen 865 (μS/cm) Geleidingsvermogen 865 (μS/cm) Zuurstofgehalte 3.8 (%) Zuurstofgehalte 3.78 (%) NVT Troebelheid 9.8 (ntu). Beoordeling NVT Voldoet Voldoet Niet troebel. Verkennend bodem- en asbestonderzoek Oude Rijksweg 289 te Rouveen (projectnummer: 140460) 2001-20022018.

(12) Pagina 12 van 22. Het geleidingsvermogen en zuurstofgehalte bleken voldoende constant om over te gaan tot bemonstering. 4.1.3 Afwijkingen werkzaamheden Er zijn bij de uitvoering van het onderzoek geen relevante afwijkingen ten opzichte van de geldende VKB protocollen 2001 en 2002 naar voren gekomen. 4.1.4 Afwijkingen strategie(ën) Er zijn bij de uitvoering van het onderzoek geen relevante afwijkingen ten opzichte van de NEN 5740:2009 naar voren gekomen. 4.2. BODEMOPBOUW. De bodem van de locatie is als volgt samen te vatten: Tabel 4.2 Bodemopbouw Diepte (m-mv) Omschrijving 0.0 0.5 1.0. - 0.5 - 1.0 - 2.9 2.9. Matig fijn zand, matig humeus Ven, matig zandig Matig fijn zand Diepst verkende bodemlaag. Het grondwaterniveau is tijdens het veldwerk vastgesteld op een diepte van 1.4 m-mv. 4.3. ZINTUIGLIJKE WAARNEMINGEN. Het terrein en het opgeboorde materiaal zijn in het veld zintuiglijk beoordeeld op bijzonderheden. Tabel 4.3. Zintuiglijke waarnemingen. 1 2 3 4 5. Meetpunt. Diepte (m-mv). Einddiepte boring (m-mv). Zintuiglijke waarneming. 9. 0.08-0.58. 0.58. Puin 1. 13. 0.0-1.0. 2.9. Baksteen 1. 15. 0.08-0.45. 0.45 (gestaakt wegens puin). Puin 2. = = = = =. zwakke waarneming matige waarneming sterke waarneming zeer sterke waarneming uiterste waarneming. Verkennend bodem- en asbestonderzoek Oude Rijksweg 289 te Rouveen (projectnummer: 140460) 2001-20022018.

(13) Pagina 13 van 22. 4.4. WERKZAAMHEDEN ASBESTONDERZOEK. De veldwerkzaamheden zijn uitgevoerd conform de NEN 5707, veiligheidsklassen en wet- en regelgeving. 4.5. VISUELE INSPECTIE MAAIVELD. 4.5.1 Algemeen De locatie is grotendeels verhard met klinkers en deels met beton. In verband hiermee is geen inspectie van de toplaag van de bodem uitgevoerd. Wel is het verharde oppervlak van de locatie geïnspecteerd, waarbij zintuiglijk geen asbestverdacht materiaal is waargenomen. De uitvoering van het veldwerk heeft plaatsgevonden op 17 april 2014. 4.6. VISUELE INSPECTIE EN MONSTERNEMING DIEPERE BODEMLAAG. 4.6.1 Algemeen Met behulp van een schep zijn inspectieputjes gegraven met een minimale afmeting van 0.3 meter x 0.3 meter x 0.5 meter tot op de ongeroerde ondergrond. Voor de onverdachte ondergrond vanaf 0.5 meter m-mv is een edelmanboor met een diameter van 12 cm gebruikt. De gehele inhoud van het inspectieputje, exclusief de toplaag (verdacht voor asbestvezels), is vervolgens gezeefd met behulp van een asbestzeef met een maaswijdte van 16 mm x 16 mm (lengte x breedte). Door middel van het zeven van het materiaal is er een scheiding gemaakt in een grondfractie > 16 mm (grove fractie) en een grondfractie < 16 mm (fijne fractie). De asbestverdachte materialen in de grove fractie zijn per inspectieputje bemonsterd middels handpicking en gewogen met behulp van een digitale weegschaal. De bemonstering van de fijne fractie heeft plaatsgevonden volgens tabel 8 “Minimale greepen monstergrootte”, uit de NEN 5707. Een overzicht van de gegraven inspectieputjes is opgenomen in de tabellen 4.4 en 4.5. 4.6.2 Resultaten veldwerkzaamheden Met behulp van een schep zijn er ter plaatse op systematische wijze 8 inspectieputjes gegraven, teneinde een beeld te verkrijgen over de aanwezigheid van asbest in de bodem. De waarnemingen van de boormeester asbest zijn weergegeven in onderstaande tabel. Tabel 4.4 Visuele inspectie diepere bodemlaag deelgebied A (IP 1 t/m 3) Omschrijving Motivering Conditie materiaal Zand, zwartbruin, humeus, vochtigheid circa 20 à 25% Bijmengingen <5% puin, <5% bodemvreemd Inspectie efficiëntie 90% Asbestverdacht materiaal waargenomen Nee. Verkennend bodem- en asbestonderzoek Oude Rijksweg 289 te Rouveen (projectnummer: 140460) 2001-20022018.

(14) Pagina 14 van 22. Tabel 4.5 Visuele inspectie diepere bodemlaag deelgebied B (IP 4 t/m 8) Omschrijving Motivering Conditie materiaal Zand, zwartbruin, humeus, vochtigheid circa 20% Bijmengingen 5 à 10 % puin, <5% bodemvreemd Inspectie efficiëntie 90% Asbestverdacht materiaal waargenomen Nee. De afmetingen van de inspectieputjes en de waarnemingen die zijn gedaan tijdens de zeefwerkzaamheden zijn in onderstaande tabel beschreven: Tabel 4.6 Inspectieputjes Inspectie- Afmeting Put (l x b x d) in m IP1 0,3 x 0,3 x 0,5 IP2 0,3 x 0,3 x 0,5 IP3 0,3 x 0,3 x 0,5 IP4 0,3 x 0,3 x 0,5 IP5 0,3 x 0,3 x 0,5 IP6 0,3 x 0,3 x 0,5 IP7 0,3 x 0,3 x 0,5 IP8 0,3 x 0,3 x 0,5 n.w. = geen asbestverdacht G- plaat = golfplaat V-plaat = vlakke plaat. Inspectie Hoeveelheid HoedanigOverige bijmengingen (% v/v) efficiëntie stukjes en heid gewicht 90% n.w. NVT <5% puin, <5% bodemvreemd 90% n.w. NVT <5% puin, <5% bodemvreemd 90% n.w. NVT <5% puin, <5% bodemvreemd 90% n.w. NVT 5 à 10 % puin, <5% bodemvreemd 90% n.w. NVT 5 à 10 % puin, <5% bodemvreemd 90% n.w. NVT 5 à 10 % puin, <5% bodemvreemd 90% n.w. NVT 5 à 10 % puin, <5% bodemvreemd 90% n.w. NVT 5 à 10 % puin, <5% bodemvreemd materiaal waargenomen tijdens veldwerkzaamheden. Uit tabel 4.6 blijkt, dat bij de uitvoering van de veldwerkzaamheden in het uitkomende materiaal van de inspectieputjes zintuiglijk geen asbestverdachte materialen zijn waargenomen 4.7. AFWIJKINGEN ONDERZOEKSOPZET. Tijdens de werkzaamheden hebben er geen afwijkingen plaats gevonden met betrekking tot de gehanteerde onderzoeksopzet en protocollen. De inspectie efficiëntie gedurende het inspecteren van de putten is vastgesteld op 90 %. Paragraaf 10.5.1 van de NEN 5707 schrijft voor dat er bij inspectie van putten sprake is van een inspectie efficiëntie van 100 %. In de concentratieberekening wordt echter middels het hanteren van 90 % efficiëntie een worst-case scenario gehanteerd waarbij de berekende concentraties hoger worden vastgesteld dan bij een efficiëntie van 100 %. Hierdoor worden de aanwezige concentraties niet gunstiger voorgesteld dan dat deze daadwerkelijk zijn. Het lager vaststellen van de efficiëntie is dan ook niet van negatieve invloed op de kwaliteit van het onderzoek, maar geeft ons inziens een vollediger beeld van de daadwerkelijke situatie. Tijdens de werkzaamheden hebben verder geen afwijkingen plaats gevonden met betrekking tot de gehanteerde onderzoeksopzet en protocollen.. Verkennend bodem- en asbestonderzoek Oude Rijksweg 289 te Rouveen (projectnummer: 140460) 2001-20022018.

(15) Pagina 15 van 22. 5. ANALYSERESULTATEN CHEMISCH BODEMONDERZOEK EN BESPREKING. 5.1. ANALYSEMONSTERS. De volgende monsters zijn geanalyseerd: Tabel 5.1 Analysemonsters chemisch bodemonderzoek Deellocatie. Grondmonster. Diepte (m-mv). Motivatie. Analyse. Gehele terrein. Mp. 2, 4, 5, 7, 8,11, 12 Mp. 1, 4, 5. 0.0-0.58. Standaardpakket bodem*. A: bovengrondse dieseltank. Mp. 15. 0.08-0.45. bovengrond, geen waarneming Ondergrond, geen waarneming bovengrond tanklocatie, matig puinhoudend. Geheel/A. Pb. 13. 1.9-2.9. grondwater gehele terrein, tevens tanklocatie A. Standaardpakket grondwater**. 1.0-2.0. Standaardpakket bodem* Standaardpakket bodem*. Bij de in tabel vermelde analysemonsters wordt het volgende opgemerkt. Bij de uitvoering van de veldwerkzaamheden is ter plaatse van boring 15, nabij de bovengrondse tank een matige puinbijmenging in de bodem waargenomen. Teneinde een zo compleet mogelijk beeld van de bodemkwaliteit te genereren, en tevens de invloed van het puin op de bodemkwaliteit te kunnen verifiëren is het betreffende monster in plaats van analyse op minerale olie, geanalyseerd op het standaardpakket bodem. * Standaardpakket bodem: -. voorbehandeling AS 3000; lutum; organische stof; polycyclische aromatische koolwaterstoffen (PAK); polychloorbifenylen (PCB); minerale olie GC (C10-C40); florisil behandeling; zware metalen (Ba, Cd, Co, Cu, Hg, Mo, Pb, Zn en Ni); droge stof.. ** Standaardpakket grondwater: -. voorbehandeling AS 3000; zware metalen (Ba, Cd, Co, Cu, Hg, Mo, Pb, Zn en Ni); aromatisch oplosmiddelen incl. naftaleen (BTEXN); chloorhoudende oplosmiddelen (VoCl); minerale olie GC (C10-C40); florisil behandeling; Styreen; Bromoform; pH + EGV (in het veld bepaald).. 5.1.1 Afwijkingen analysemonsters Er zijn geen afwijkingen naar voren gekomen bij de uitvoering van de laboratoriumwerkzaamheden ten opzichte van de AS 3000 en/of analysemethoden van de individuele parameters.. Verkennend bodem- en asbestonderzoek Oude Rijksweg 289 te Rouveen (projectnummer: 140460) 2001-20022018.

(16) Pagina 16 van 22. 5.2. TOETSING ANALYSERESULTATEN. De toetsing van de analyseresultaten vindt plaats conform de Bodem Toets- en Validatieservice (BoToVa), waarbij de toetsmodules T12 en T13 worden gehanteerd. Bij de interpretatie van de analyseresultaten is gebruik gemaakt van de toetsingstabel uit de Circulaire bodemsanering 2013. Hierin zijn voor de meeste gangbare parameters verwaarloosbare risiconiveaus (achtergrondwaarden, en voor grondwater streefwaarden) en maximaal toelaatbare risiconiveaus (interventiewaarden) weergegeven. Deze verwaarloosbare en maximaal toelaatbare risiconiveaus (Achtergrond- of Streefwaarden, respectievelijk Interventiewaarden) zijn berekend met behulp van onder meer (eco)toxicologische gegevens, en hebben betrekking op de vastgestelde Nederlandse Standaardbodem, met een organische stofgehalte van 10% en een lutumgehalte van 25 %. De toetsing van gehalten aan onder andere PAK, minerale olie en zware metalen in grond is afhankelijk gesteld van de gemeten organische stof- en/of lutumgehalten, die meestal afwijken van de gehalten in de vastgestelde Standaardbodem. Bij de BoToVa-toetsing wordt daarom, per stof, het gemeten gehalte omgerekend naar een gestandaardiseerd gehalte. Deze gestandaardiseerde gehalten worden vervolgens getoetst aan de standaard toetsingswaarden, die in bijlage 5 zijn weergegeven. Het gemiddelde van de achtergrond- of streefwaarde (grondwater) en de interventiewaarde wordt gehanteerd als tussenwaarde, waarboven in beginsel nader onderzoek nodig is, omdat het vermoeden van ernstige bodemverontreiniging bestaat. De daadwerkelijke uitvoering hiervan is echter afhankelijk van (onder meer) de aard van de locatie, zintuiglijke waarnemingen, verhoogde achtergrondconcentraties en eventueel gebiedsspecifiek beleid. De getoetste analyseresultaten van de grond en het grondwater zijn weergegeven in de tabellen in de navolgende paragrafen. Onder de tabellen wordt de interpretatie van de toetsuitslag besproken. De analysecertificaten zijn opgenomen in bijlage 4. De betekenis van de toetsingswaarden en de wijze van weergave staan vermeld in onderstaand overzicht: Tabel 5.2 Weergave concentratieniveaus en toetsuitslag Concentratieniveau. Betekenis. AW-waarde of S-waarde > AW-waarde of S-waarde T-waarde. Geen verhoging t.o.v. achtergrondwaarde of streefwaarde gemeten Lichte verhoging gemeten. > T-waarde I-waarde. Matige verhoging gemeten. **. > I-waarde. Sterke verhoging gemeten. ***. (of < detectiegrens). Weergave *. Verhoogde rapportagegrens (meetwaarde is vermenigvuldigd met factor 0,7). (v). AW-waarde of S-waarde is lager dan de niet verhoogde rapportagegrens. (-). Verkennend bodem- en asbestonderzoek Oude Rijksweg 289 te Rouveen (projectnummer: 140460) 2001-20022018.

(17) Pagina 17 van 22. 5.3. MILIEUHYGIËNISCHE KWALITEIT GROND, CHEMISCH BODEMONDERZOEK. Tabel 5.3 Analyseresultaten grond en toetsing Terreindeel Eenheid Geheel GSSD Meetpunt(en) 2,4,5,7, 8,11,12 Diepte (m-mv) 0.0-0.58 Waarneming Geen Organische stof 6.40 Korrelgrootte < 2 m (Lutum) 2 Metalen Barium (Ba) Cadmium (Cd) Kobalt (Co) Koper (Cu) Kwik (Hg) Molybdeen (Mo) Nikkel (Ni) Lood (Pb) Zink (Zn). mg/kg mg/kg mg/kg mg/kg mg/kg mg/kg mg/kg mg/kg mg/kg. Minerale olie Minerale olie totaal (C10-C40). mg/kg ds. <35. Polychloorbifenylen, PCB PCB (som 7) (factor 0,7). mg/kg ds. 0.097. ds ds ds ds ds ds ds ds ds. 21 <0.20 <3.0 8.8 0.12 <1.5 <4.0 24 29. Polycyclische Aromatische Koolwaterstoffen, PAK PAK VROM (10) (factor 0,7) mg/kg ds 0.69. Geheel GSSD 1, 4, 5. A 15. 1.0-2.0 Geen 1.20 2. 0.08-0.45 Puin 2 2.90 2. 81.38 0.2004 7.383 15.81 0.1665 1.050 8.167 34.93 61.89. <20 54.25 - <0.20 0.2410 - <3.0 7.383 - <5.0 7.241 * 0.082 0.1178 - <1.5 1.050 - <4.0 8.167 <10 11.02 <20 33.22. -. 22 <0.20 <3.0 11 0.073 <1.5 4.2 19 44. 38.28. -. -. 360. <35. 122.5. 0.1511 * 0.0049 0.02450 -. 0.6890 -. 0.35. GSSD. 0.3500. -. 0.0049. 0.75. 85.25 0.2314 7.383 22.07 0.1041 1.050 12.25 29.42 102.1. -. 1241. *. 0.01690 -. 0.75. -. Uit tabel 5.3 blijkt het volgende. In het mengmonster van de zintuiglijk niet verontreinigde bovengrond (mp 2,4,5,7,8,11,12) overschrijden alleen de gehalten aan kwik en PCB’s de achtergrondwaarden (beneden de toetsingswaarden voor nader onderzoek). In het mengmonster van de zintuiglijk niet verontreinigde ondergrond (mp 1,4,5) zijn geen gehalten aan de onderzochte parameters gemeten boven de achtergrondwaarden en/of detectiegrenzen. In de zintuiglijk matig puinhoudende bovengrond van meetpunt 15 bij de bovengrondse dieseltank (terreindeel A) overschrijdt alleen het gehalte aan minerale olie de achtergrondwaarde (beneden de toetsingswaarde voor nader onderzoek). De ketenlengteverdeling van de aangetoonde minerale olie duidt op een dieselachtig product. De milieuhygiënische bodemkwaliteit ter plaatse van het betreffende terreindeel is niet noemenswaardig negatief beïnvloed door het in de bodem aanwezige puin.. Verkennend bodem- en asbestonderzoek Oude Rijksweg 289 te Rouveen (projectnummer: 140460) 2001-20022018.

(18) Pagina 18 van 22. 5.4. MILIEUHYGIËNISCHE KWALITEIT GRONDWATER CHEMISCH BODEMONDERZOEK. Tabel 5.4 Analyseresultaten grondwater en toetsing Analyse Diepte (m-mv) Metalen Barium (Ba) Cadmium (Cd) Kobalt (Co) Koper (Cu) Kwik (Hg) Molybdeen (Mo) Nikkel (Ni) Lood (Pb) Zink (Zn). Eenheid. 13 1.9-2.9. GSSD. g/L g/L g/L g/L g/L g/L g/L g/L g/L. 110 <0.20 <2.0 <2.0 <0.050 4.6 <3.0 <2.0 65. 110 0.1400 1.400 1.400 0.03500 4.600 2.100 1.400 65. * -. Vluchtige Aromatische Koolwaterstoffen Benzeen Tolueen Ethylbenzeen Xylenen (som) factor 0,7 BTEX (som) Naftaleen Styreen. g/L g/L g/L g/L g/L g/L g/L. <0.20 <0.20 <0.20 0.21 <0.90 0.15 <0.20. 0.1400 0.1400 0.1400 0.2100 0.6300 0.1500 0.1400. *. Vluchtige organische halogeenkoolwaterstoffen Dichloormethaan Trichloormethaan Tetrachloormethaan Trichlooretheen Tetrachlooretheen 1,1-Dichloorethaan 1,2-Dichloorethaan 1,1,1-Trichloorethaan 1,1,2-Trichloorethaan CKW (som) Tribroommethaan Vinylchloride 1,1-Dichlooretheen 1,2-Dichloorethenen (Som) factor 0,7 Dichloorpropanen som factor 0.7. g/L g/L g/L g/L g/L g/L g/L g/L g/L g/L g/L g/L g/L g/L g/L. <0.20 <0.20 <0.10 <0.20 <0.10 <0.20 <0.20 <0.10 <0.10 <1.6 <0.20 <0.10 <0.10 0.14 0.42. 0.1400 0.1400 0.07000 0.1400 0.07000 0.1400 0.1400 0.07000 0.07000 1.120 0.1400 0.07000 0.07000 0.1400 0.4200. * * * * *. Minerale olie Minerale olie totaal (C10-C40). g/L. <50. 35. -. * -. * * * -. Uit tabel 5.4 blijkt het volgende. In het grondwater uit peilbuis 13 overschrijdt het gehalte aan barium de streefwaarde. Het gemeten bariumgehalte houdt waarschijnlijk verband met (fluctuaties in) van nature verhoogde achtergrondconcentraties, die vaker voorkomen in de betreffende regio. De gestandaardiseerde gehalten aan diverse organische verbindingen liggen boven de streefwaarden. Dit is echter een gevolg van de rekencorrectie in relatie tot de gerapporteerde detectiegrenzen, en duidt niet op de aanwezigheid van verhoogde gehalten aan organische verbindingen in het betreffende grondwatermonster. Het ter plaatse van meetpunt 15 in de bovengrond gemeten licht verhoogde gehalte aan minerale olie heeft zich ter plaatse niet aantoonbaar naar het grondwater verspreid.. Verkennend bodem- en asbestonderzoek Oude Rijksweg 289 te Rouveen (projectnummer: 140460) 2001-20022018.

(19) Pagina 19 van 22. 6 6.1. ANALYSERESULTATEN EN BESPREKING ASBESTONDERZOEK ANALYSEMONSTERS. De hieronder vermelde materiaal(verzamel)monsters en grondmonsters zijn ter analyse aangeboden aan het laboratorium voor vezelonderzoek ACMAA Asbest te Deurningen. Tabel 6.1 Analysemonsters en analyses maaiveldonderzoek Monster. Diepte (m-mv). Fractie. Hoeveelheid*. Analyse. Monstercode. Op het maaiveld zijn tijdens de visuele inspectie geen asbestverdachte materialen waargenomen op de bodem, er zijn derhalve geen analyses ingezet bij het laboratorium. Tabel 6.2 Analysemonsters en analyses diepere grondlagen Diepte Monster Fractie Hoeveelheid (m-mv) Inspectieput 11.0 kg 0.0-0.1 < 16 mm IP1 t/m IP3. Analyse. monstercode. NEN 5707. AM14002418. Bij het in tabel 6.2 vermelde analysemonster wordt het volgende opgemerkt. Het gehele erf van de locatie is voorzien van een klinkerverharding met daaronder een zandpakket. Dit is tevens bevestigd door het graven van 5 inspectieputjes, verspreid over het terrein. Ter plaatse van de potentiële bron (stal met asbestverdachte dakbedekking) zijn 3 inspectieputjes gegraven waarvan de toplaag van de bodem (ca. 10 cm) separaat is bemonsterd. In overleg met de gemeente Staphorst is dit mengmonster als worst-case monster voor analyse aangeboden aan het laboratorium. Op basis van de betreffende resultaten wordt bekeken of het noodzakelijk is om het mengmonster van het overige terrein ook te analyseren op asbest. 6.2. ANALYSEMETHODEN EN MONSTERBEHANDELING. 6.2.1 Analyse asbest in de bodem (volgens NEN 5707) Het in het veld samengestelde grondmonster is in een emmer verpakt en aan het laboratorium aangeboden. Het monster is minimaal 24 uur in een stoof van 105°C gedroogd. Na het drogen is het percentage droge stof berekend en zijn de monsters gezeefd. Het zeven is gebeurd in een speciale zeefkast met afzuiging om geen asbestvezels in de ruimte te krijgen. In de zeefkast staan zeven met de volgende maaswijdtes onder elkaar opgesteld; bovenaan 16 mm, gevolgd door 8 mm, 4 mm, 2 mm, 1 mm, 0,5 mm. Geheel onderop is een opvangbak geplaatst voor het fijne materiaal (<0,5 mm). Na het zeven zijn de zeeffracties (al het materiaal dat op de zeef blijft liggen) > 16 mm, > 8 mm en > 4 mm volledig visueel afgezocht. Asbestverdachte materialen zijn eruit gehaald en ter analyse aangeboden voor microscopie. Van de zeeffractie > 2 mm, > 1 mm en > 0,5 mm zijn verschillende hoeveelheden voor stereomicroscopie aangeboden. Van de zeeffractie > 2 mm wordt 50 % m.b.v. de stereomicroscoop afgezocht, van de zeeffractie > 1 mm 20 % en van de zeeffractie > 0,5 mm wordt 5 % afgezocht. De aangetroffen asbestverdachte materialen uit de verschillende zeeffracties zijn met polarisatiemicroscopie op asbestkenmerken onderzocht. Als een materiaal asbesthoudend is, is het materiaal gewogen, en het gewichtspercentage van de betreffende asbestsoort op het totale gewicht van het materiaal geschat en wordt de hechtgebondenheid van de asbestvezels bepaald. 6.2.2 Analyse van materiaal(verzamel)monsters (volgens NEN 5896) Materiaal(verzamel)monsters worden aangeboden in dubbel verpakte plastic zakken. Na het schoonmaken van de monsters zijn de monsters afhankelijk van de vochtigheid voor een Verkennend bodem- en asbestonderzoek Oude Rijksweg 289 te Rouveen (projectnummer: 140460) 2001-20022018.

(20) Pagina 20 van 22. bepaalde tijd gedroogd in een stoof bij 105°C. Na het drogen zijn de monsters geanalyseerd. Van materialen die eenzelfde asbestsamenstelling hebben is het totaalgewicht bepaald. 6.3. TOETSINGSKADER ASBEST. De interventiewaarde bodemsanering voor asbest en de restconcentratienorm voor asbesthoudende bulkmaterialen is vastgesteld op 100 mg/kg (gewogen), e.e.a. gebaseerd op het integraal beleid beschreven in de beleidsbrief ‘Asbest in bodem, grond en puin(granulaat)’. In het verkennend onderzoek wordt het gehalte getoetst aan de interventiewaarde gecorrigeerd met een factor 2. Deze correctiefactor in een maat voor de betrouwbaarheid van het verkennend onderzoek in relatie tot het nader onderzoek. 6.4. ANALYSEMONSTERS EN CONCENTRATIES. De door het laboratorium gemeten concentraties zijn weergegeven in tabel 6.3. en 6.4 Er moet worden opgemerkt dat de gemeten concentratie serpentijnasbest vermeerderd is met tienmaal de concentratie amfiboolasbest. Tevens zijn de, door het laboratorium gemeten, concentraties rekenkundig door Eco Reest gecorrigeerd op basis van de locatiespecifieke factoren (inspectie efficiëntie, droge stof, inhoud maaiveldinspectie e.d.). 6.4.1 Visuele inspectie maaiveld Tabel 6.3 Analyseresultaten en analyses maaiveld Monster Analyse Resultaat mvm Monster soort (>16 mm) in mg/kg d.s. Visueel zijn er aan de oppervlakte van het terrein geen asbestverdachte materialen waargenomen, er zijn daarom geen analyses aangeboden aan het laboratorium. n.a = niet aangetoond n.g = niet geanalyseerd n.w = niet waargenomen. Uit tabel 6.3 blijkt dat op het maaiveld geen asbestverdachte materialen zijn aangetroffen, zodat geen materiaal-verzamelmonster is aangeleverd aan het laboratorium. 6.4.2 Inspectieputten diepere grondlagen Tabel 6.4 Analyseresultaten en analyses diepere bodemlagen inspectieput Monstersoort Analyse Resultaat grond monster (<16 mm) in mg/kg d.s. grondmonster NEN 5707 materiaal NEN 5896 n.a = niet aangetoond n.g = niet geanalyseerd n.w = niet waargenomen 1 t/m 3. 36 n.w. Resultaat mvm (>16 mm) in mg/kg d.s.. Totaal grond en materiaal in mg/kg d.s. n.w n.g. 36. Uit tabel 6.4 blijkt dat in het mengmonster van de uitkomende grond van de inspectieputjes 1 t/m 3 een verhoogd gehalte aan asbest is gemeten. Het gemeten gehalte overschrijdt echter niet de interventiewaarde (100 mg/kg d.s.). Uit het analysecertificaat (bijlage 4) blijkt, dat in het betreffende monster niet-hechtgebonden asbestvezels zijn aangetoond. Dit duidt op een verband met erosie van de dakplaten van de in 1977 gebouwde fokzeugenstal, en afspoeling van asbestvezels naar de toplaag van de onderliggende bodem. Opgemerkt wordt, dat de hoogte van het gemeten gehalte aan asbestvezels in dit worst-case monster geen aanleiding geeft tot het analyseren van het mengmonster van de grond uit de inspectieputten ter plaatse van de overige delen van het onderzoeksterrein.. Verkennend bodem- en asbestonderzoek Oude Rijksweg 289 te Rouveen (projectnummer: 140460) 2001-20022018.

(21) Pagina 21 van 22. 7 7.1. SAMENVATTING EN CONCLUSIES SAMENVATTING. In opdracht van mevrouw J. Kuiper is door Eco Reest BV een verkennend milieukundig bodemonderzoek uitgevoerd ter plaatse van een locatie aan de Oude Rijksweg 289 te Rouveen. Aanleiding tot het onderzoek is de voorgenomen bestemmingswijziging van het terrein en de daaropvolgende (ver)bouwwerkzaamheden. Doel van het chemisch onderzoek is een indruk te verkrijgen omtrent de eventuele aanwezigheid van verontreinigingen in de grond en in het grondwater van het onderzoeksterrein teneinde te bepalen of er vanuit milieuhygiënisch oogpunt belemmeringen bestaan voor het toekomstige gebruik van de locatie (wonen met tuin). Doel van het asbestonderzoek is om, met een relatief geringe onderzoeksinspanning, na te gaan of de verdenking van verontreiniging met asbest in de bodem terecht is. Vooronderzoek Volgens informatie van het kadaster is de huidige woning op de locatie gebouwd in 1850. In 1977 is op de locatie een fokzeugenstal met een dak van asbestcement golfplaten gebouwd. Het buitenterrein is grotendeels verhard met klinkers, en deels met beton. Ten zuidwesten van de woning is een houten schuur met een zinken dak aanwezig, die in gebruik is als stalling en garage. Ter hoogte van de zuidwestelijke terreingrens bevindt zich een gedempte greppel. Aan de zuidoostzijde van de schuur bevindt zich een bovengrondse dieseltank in een lekbak. De opdrachtgever is voornemens de bestemming van de locatie te wijzigen naar wonen met tuin. Hierbij wordt het zuidelijk deel van de bestaande woning (vm. grupstal) verbouwd. Veldwerkzaamheden Uit de veldwerkzaamheden blijkt dat de bodem van de onderzochte locatie opgebouwd is uit matig fijn zand tot circa 2.9 m-mv, met een veenlaag tussen 0.5 en 1.0 m-mv. Het grondwaterniveau is tijdens het onderzoek vastgesteld op 1.4 m-mv. Tijdens het veldwerk zijn plaatselijk lichte tot matige bijmengingen met puin in de bovengrond waargenomen. Bij de beoordeling van het terrein en het opgeboorde materiaal is ook speciaal gelet op asbest(houdende) materialen. Deze zijn zintuiglijk niet op de bodem en in het opgeboorde materiaal ter plaatse van het onderzoeksterrein waargenomen. Hypothese asbestonderzoek De locatie is aangemerkt als “verdacht” voor de aanwezigheid van asbest in de bodem, op basis van de bij de terreininspectie ter plaatse waargenomen asbestverdachte bebouwing, alsmede de ligging van de locatie op de provinciale asbestkansenkaart. De veldwerkzaamheden in het kader van het asbestonderzoek hebben bestaan uit een visuele inspectie van het maaiveld, het graven van inspectieputten op de locatie en het beoordelen van het uitgegraven en gezeefde materiaal op het voorkomen van asbestverdachte materialen. Uit de chemische analyses van de grond en het grondwater is het volgende naar voren gekomen: Gehele terrein In de bovengrond overschrijden alleen de gehalten aan kwik en PCB’s de achtergrondwaarden. Verkennend bodem- en asbestonderzoek Oude Rijksweg 289 te Rouveen (projectnummer: 140460) 2001-20022018.

(22) Pagina 22 van 22. In de ondergrond zijn geen gehalten aan de onderzochte parameters gemeten boven de achtergrondwaarden en/of detectiegrenzen. Terreindeel A (bovengrondse dieseltank): In de bovengrond bij de bovengrondse dieseltank overschrijdt alleen het gehalte aan minerale olie de achtergrondwaarde. In het grondwater uit peilbuis 13 overschrijden het gehalte aan barium, alsmede de gestandaardiseerde gehalten aan diverse organische verbindingen de streefwaarden. Uit het asbestonderzoek is het volgende naar voren gekomen; Maaiveld Op het maaiveld zijn geen asbestverdachte materialen aangetroffen. Diepere bodemlagen Uit de analyseresultaten blijkt dat in het mengmonster van de uitkomende grond van de inspectieputjes 1 t/m 3 een verhoogd gehalte aan asbest is gemeten. Het gemeten gehalte overschrijdt echter niet de interventiewaarde (100 mg/kg d.s.). 7.2. CONCLUSIES EN AANBEVELINGEN. Uit de onderzoeksresultaten blijkt dat in de bovengrond en in het grondwater overschrijdingen van de achtergrond- en streefwaarden uit de Wet bodembescherming zijn aangetoond. De toetsingswaarden voor nader onderzoek zijn niet overschreden. Met betrekking tot het gehele terrein wordt de onderzoekshypothese, zijnde een onverdachte locatie, hiermee derhalve verworpen. Met betrekking tot de bovengrondse dieseltank wordt de onderzoekshypothese, zijnde een verdachte locatie, hiermee derhalve bevestigd. In de bodem van de locatie is een gehalte aan asbest gemeten, dat echter de interventiewaarde bodemsanering voor asbest en de restconcentratienorm voor asbesthoudende bulkmaterialen (100 mg/kg) niet overschrijdt. Op basis hiervan concluderen wij dat, getoetst aan de normen zoals verwoord in de beleidsbrief ‘Asbest in bodem, grond- en puin(granulaat)’ er geen asbestverontreiniging is aangetoond op het onderzoeksterrein. Gelet op het feit dat ter plaatse wel een verhoogd gehalte aan asbest in de bodem is aangetoond wordt de hypothese “verdacht” voor de aanwezigheid van asbest in de bodem, zoals aangenomen tijdens het vooronderzoek, op basis van de resultaten van het onderhavige onderzoek bevestigd. Gezien de aard en de concentraties van de aangetoonde parameters in relatie tot de toekomstige woonbestemming van het terrein, concluderen wij dat verhoogde risico's voor de volksgezondheid en/of het milieu op basis van de aangetoonde milieuhygiënische bodemkwaliteit, niet te verwachten zijn. De resultaten van het onderzoek vormen dan ook geen aanleiding tot nader onderzoek en zijn geen milieuhygiënische belemmering in relatie tot de toekomstige woonbestemming van het terrein. Eco Reest BV dhr. R.J.J. Jonker Verkennend bodem- en asbestonderzoek Oude Rijksweg 289 te Rouveen (projectnummer: 140460) 2001-20022018.

(23) BIJLAGE 1. Behoort bij rapport: Oude Rijksweg 289 Rouveen 140460.

(24) Bijlage 1.1. Regionale ligging onderzoekslocatie.

(25)

(26) Bijlage 1.3. Foto’s onderzoekslocatie.

(27)

(28) Bovengrondse dieseltank.

(29) Aanzicht maaiveld zuidzijde stal met asbestverdacht dak.

(30) Aanzicht maaiveld zuidzijde stal met asbestverdacht dak. Aanzicht maaiveld noordzijde stal met asbestverdacht dak.

(31) Inspectieputjes asbestonderzoek.




(35)


(37) VOORONDERZOEKNEN5725(standaard) BRONVOORONDERZOEK Opdrachtgever Eigenaar Huurder. Kuiper Gelijkaanopdrachtgever Nietvantoepassing . Staphorst J.vanderVeen . . Kadaster KadasterBAGviewer GoogleMaps Bodeminformatie ProvincieOverijssel Historievandelocatie DINOloket Archeologischewaarde. . SPECIFICATIEVANDEBRON. . Gemeente Terreininspectie TopografischeDienst Waterschap. . . http://www.kadaster.nl/ http://www.kadaster.nl/bag/bagviewer/ http://maps.google.nl/ http://www.bodemloket.nl http://gisopenbaar.overijssel.nl/website/bodematlas/bodematlas.html. http://watwaswaar.nl/ http://www.dinoloket.nl http://gisopenbaar.overijssel.nl/website/bodematlas/bodematlas.html. . . . BRON GERAADPLEEGD JA JA JANEE. . . . Bijlage2. DATUM RAADPLEGENBRON 1932014 1932014 . INFORMATIE BESCHIKBAAR JA JA JANEE. . . . JA JA JANEE JANEE. 242014 1742014 . JA JA JANEE JANEE. . . . JA JA JA NEE JA JA JANEE JA. 3132014 3132014 3132014 3132014 3132014 3132014. JA JA JA JA JA JANEE JA. NEE. . . . . . KLIC . http://www.klic.nl . Indenavolgendetabellenisdebeschikbareinformatie,zoalsbeschreveninbovenstaandetabelinhoudelijkweergegeven,metbronvermelding. .

(38) Pagina 2 van 6. . VOORMALIGBODEMGEBRUIK Tenaanzienvanhetvoormaligebodemgebruikzijnonderstaandegegevensvastgesteld,opbasisvande(digitaal)beschikbarebronnen. Bron Informatie Opdrachtgever Zie:tabel‘basisinformatie’inhoofdstuk2vanderapportage. Eigenaar/gebruiker Gelijkaanopdrachtgever Huurder NVT Bodemloket VerwijstnaarwebsiteprovincieOverijssel Provincie(bodeminformatie) Erisgeeninformatieoverdeonderzoeklocatie. Vanaangrenzendelocatiesishetvolgendebekend: OudeRijksweg295 benzineservicestation,dieseltank(ondergronds), Tractorpetroleumpompinstallatie(carburine) Rapport: EcoReestB.V(1995) OudeRijksweg279a Rapport: EcoReestB.V(2005) Watwaswaar Boerderijwoninginlintbebouwing,opdekaartvan1900reedszichtbaar KadasterBAG Bouwjaar:1850 Provincie(archeologischewaarde) Onbekend Gemeente(archeologischewaarde) Hogeverwachting Gemeente(nietgesprongenexplosieven) Geeninformatie. . Oude Rijksweg 289 te Rouveen, projectnr 140460..

(39) Pagina 3 van 6. Vervolgenszijnvoornoemdegegevensvoorzoverbeschikbaarfysiekingezien(dossieronderzoek),waarbijonderstaandegegevensbeschikbaarzijn. Bron Gemeente(dossieronderzoek) Dossiermap(endocumentkenmerk) Datum Typedocument Informatie 1231974 Bouwvergunning nr.7437,DhrJKuipervoorhetverbeterenvandeWCenhet ArchiefgemeenteStaphorst1940 aanbrengenvaneendouche(StaphorstAB1031). 1992Bouwvergunningen,Oude Ontluchtingskokervanasbestcement Rijksweg289320 19101977 Bouwvergunning nr.77223,DhrJKuipervoorhetoprichtenvaneenzeugen fokstal.(StaphorstAB1031).DakvanABCgolfplatenen gelcothaandakbeschieting.Geengotenoptekening. 1671985 Bouwvergunning nr.85151,DhrJKuipervoorhetverbeterenvandewoningOude Rijksweg289 ArchiefgemeenteStaphorst1940 1711978 Hinderwetvergunning Dhr.J.kuiper,voorhetoprichtenvaneenfokzeugenstalmet 1992,MilieuvergunningenOude opslagvanmest(OudeRijksweg289/StaphorstAB1031) Rijksweg242343c Geenvermeldingbrandstoftanks. 22121987 meldingmestbassin K.SmitOudeRijksweg291 2911992 kennisgevingbesluit Mtskruidhof,OudeRijksweg293 MRVH 8121950 Hinderwetvergunning Shell,enH.Pielvoorhetoprichtenvaneentractorcarburine pompinstallatiemeteenondergrondsetankvan6.000literop perceelC.54(W971;OudeRijksweg297) 2841958 Hinderwetvergunning Shell,enH.Pielvoorhetwijzigenvandeinstallatie 2771960 Hinderwetvergunning Shell,enH.Pielvoorhetwijzigenvandeinstallatie,vervangen handpompdoorelectrischepomp 19911994 diversecontroles vergunningssituatienietakkoord 2821995 WMvergunning LoonengrondverzetbedrijfPiel,ORW295opslagolieproducten ArchiefgemeenteStaphorst1940 inbovengrondsetanks.Diversecontroles1952008 1992,MilieuvergunningenOude Rijksweg 1391995 afleverbewijs afvoerafgewerkteolie 5111996 Verkennend ER9512024 onderzoek . . Oude Rijksweg 289 te Rouveen, projectnr 140460..

(40) Pagina 4 van 6. HUIDIGEBODEMGEBRUIK Tenaanzienvanhuidigebodemgebruikzijnonderstaandegegevensvastgesteld,opbasisvandedigitaalbeschikbarebronnen. Bron Informatie Opdrachtgever Zie:tabel‘basisinformatie’inhoofdstuk2vanderapportage Eigenaar/gebruiker Gelijkaanopdrachtgever Huurder NVT GoogleMaps Boerderijwoninginlintbebouwing,omliggenderfgrotendeelsverhard Kadaster WonenErfTuin Vervolgenszijnvoornoemdegegevensvoorzoverbeschikbaarfysiekgecontroleerd(terreininspectie),waarbijonderstaandegegevensbeschikbaarzijn. Bron Terreininspectie Voordebeschrijvingvandeterreininspectie,zie:hoofdstuk2inderapportage. . . . . TOEKOMSTIGBODEMGEBRUIK Tenaanzienvantoekomstigebodemgebruikzijnonderstaandegegevensvastgesteld,opbasisvandedigitaalbeschikbarebronnen(bureauonderzoek). Bron Informatie Opdrachtgever Zie:tabel‘basisinformatie’inhoofdstuk2vanderapportage Eigenaar/gebruiker Gelijkaanopdrachtgever . Oude Rijksweg 289 te Rouveen, projectnr 140460..

(41) Pagina 5 van 6. . BODEMOPBOUWENGEOHYDROLOGIE Tenaanzienvandebodemopbouwengeohydrologiezijnonderstaandegegevensvastgesteld,opbasisvandedigitaalbeschikbarebronnen. Onderwerp Bron Informatie Ophooggeschiedenis/bouwrijpmaken Opdrachtgever Zie:tabel‘basisinformatie’inhoofdstuk2vanderapportage Eigenaar/gebruiker Gelijkaanopdrachtgever Gemeente Geeninformatie Provincie Geeninformatie Bodemkwaliteitskaart Gemeente Staphorst Asbestkansenkaart Gemeente Asbestsignaleringskaart(vlakkenkaart);grotekansopaanwezigheidasbest Grondwaterbeschermingsgebied Provincie Nee Grondwateronttrekkingsgebied Provincie Nee Waterberging Provincie Nee Liggingoppervlaktewater GoogleMaps Minderdan25meterafstandMeerdan25meterafstand Grondwaterstromingengrondwaterstanden DINOloket Stromingglobaalwestelijk,GWScirca1.4mmv Diepte (m-mv) Omschrijving Bodemopbouw DINOloket 0 7 44 54 58 74 90 97 107 108 111. Freatischvoorkomenbrakofzoutwater . DINOloket. -. 7 44 54 58 74 90 97 107 108 111 150 150. Matig fijn zand, form. van Twenthe; Grof zand, formatie van Urk; Fijn zand; Fijn zand, slibhoudend; Grof tot fijn zand; Fijn zand, slibhoudend; Leem, formatie van Tegelen; Grof zand; Klei; Grof zand; Fijn zand, slibhoudend; Diepst verkende bodemlaag. Nee. Oude Rijksweg 289 te Rouveen, projectnr 140460..

(42) Pagina 6 van 6. . (FINANCIEEL)JURIDISCHEINFORMATIE Tenaanzienvande(financieel)juridischeinformatiezijnonderstaandegegevensvastgesteld,opbasisvandedigitaalbeschikbarebronnen. Bron Informatie Kadaster Eigendomssituatie DeheerJanKuiper(eigendom) Rechthebbenden MevrouwHendrikjevanderHorst(aantekeningrecht) GemeenteStaphorst(zakelijkrecht) Publiekrechtelijkebeperkingen Erzijngeenbeperkingenbekendindegemeentelijkeenkadastraleregistratie. Bron Informatie Gemeente Calamiteiten Geeninformatie Overtredingmilieuregels Zie:VOORMALIGBODEMGEBRUIK Ontstaanbodemverontreiniging Geeninformatie Bron Informatie Provincie Calamiteiten Geeninformatie Overtredingmilieuregels Zie:VOORMALIGBODEMGEBRUIK Ontstaanbodemverontreiniging Geeninformatie . Oude Rijksweg 289 te Rouveen, projectnr 140460..


(44) Boring:. 1. Boring:. 0. 0. -10. beton Beton. -50. 50. Veen, matig zandig, Edelmanboor. 50. Zand, matig fijn, zwak humeus, geelbruin -60. Veen, matig zandig -100. Zand, matig fijn, zwak humeus, zwak veenhoudend, bruinzwart, Edelmanboor. -100. 100. -150. 150. Zand, matig fijn, geelbruin, Edelmanboor. 4 -200. 200. 3. Boring:. 0 -3. 0. tegel Tegel. -50. 4. 0. 0. Veen, matig zandig, bruinzwart. 1 50. 1. Zand, zeer fijn, matig humeus, zwak veenhoudend, bruinzwart, Edelmanboor -100. 100. Zand, matig fijn, geelbruin, Edelmanboor. 3 -150. 150. Zand, matig fijn, bruingeel, Edelmanboor. 4 -200. 200. 5. Boring:. 0. 0 1. Zand, zeer fijn, matig humeus, zwak veenhoudend, bruinzwart, Edelmanboor. 2 -100. 100. Zand, matig fijn, zwak humeus, Edelmanboor. 3 -150. 150. 6. 0 -8. 0. Zand, matig fijn, bruingeel, Edelmanboor. 4 -200. Projectcode: 140460. 50. klinker Edelmanboor, klinker Zand, matig fijn, zwak humeus, geelbruin, Edelmanboor. 1 -50. 50. 200. klinker Zand, matig fijn, matig humeus, Edelmanboor. klinker Zand, matig fijn, matig humeus, Edelmanboor. -50. 50 2. Boring:. beton Beton. 2. 3. Boring:. -10. 1. 2 100. 0. 0. Zand, matig fijn, sterk humeus, Edelmanboor. 1. 2. -58.

(45) Boring:. 7. Boring:. 0 -8. 0. Boring:. 9. Boring:. 0 -8. Zand, matig fijn, zwak humeus, zwak puinhoudend, geelbruin, Edelmanboor. 1 50. Boring:. -58. 11 klinker Edelmanboor, klinker. -58. Projectcode: 140460. 10. 0 -3. -50. 12. 0. 0 1 50. tegel Edelmanboor, tegel Zand, matig fijn, zwak humeus, geelbruin, Edelmanboor. 1 50. Zand, matig fijn, matig humeus, bruinzwart, Edelmanboor. 1. -58. 0. Boring:. 0 -8. 0. 50. klinker Edelmanboor, klinker. klinker Edelmanboor, klinker Zand, matig fijn, matig humeus, bruinzwart, Edelmanboor. 1 50. -58. 0. 0 -8. 0. Zand, matig fijn, matig humeus, bruinzwart, Edelmanboor. 1 50. klinker Edelmanboor, klinker. 8. -50. tuin Zand, matig fijn, matig humeus, bruinzwart.

(46) Boring:. 13. Boring:. 0. 0 1. -50. 50 2. -100. 100. tuin Zand, matig fijn, matig humeus, zwak baksteenhoudend, geen olie-water reactie, bruinzwart, Edelmanboor Veen, matig zandig, zwak baksteenhoudend, geen olie-water reactie, donker zwartbruin, Edelmanboor Zand, matig fijn, geen olie-water reactie, bruingrijs, Edelmanboor. 3 -150. 150. Zand, matig fijn, geen olie-water reactie, geelgrijs, Edelmanboor. 4 200 5 250. -290. Boring:. 15. 0 -8. 0 1. -45. klinker Klinker Zand, matig fijn, zwak humeus, matig puinhoudend, grijsbruin, Edelmanboor, gestaakt ivm puin. Projectcode: 140460. 14. 0 -8. 0. Zand, matig fijn, matig humeus, zwak veenhoudend, geen olie-water reactie, Edelmanboor. 1 50 2 100. klinker Klinker. -100.


(48) (FR5HHVW 7DY0YDQGHQ%URHN ,QGXVWULHZHJ -3=8,':2/'(. $QDO\VHFHUWLILFDDW 'DWXP. +LHUELMRQWYDQJWXGHUHVXOWDWHQYDQKHWQDYROJHQGHODERUDWRULXPRQGHU]RHN &HUWLILFDDWQXPPHU9HUVLH 8ZSURMHFWYHUVODJQXPPHU 8ZSURMHFWQDDP 8ZRUGHUQXPPHU 0RQVWHU V

(49) RQWYDQJHQ. URXYHHQ . 'LWFHUWLILFDDWPDJXLWVOXLWHQGLQ]LMQJHKHHOZRUGHQJHUHSURGXFHHUG 'HJURQGPRQVWHUVZRUGHQWRWZHNHQQDGDWXPRQWYDQJVWEHZDDUGHQZDWHUPRQVWHUVWRWZHNHQQD GDWXPRQWYDQJVW=RQGHUWHJHQEHULFKWZRUGHQGHPRQVWHUVQDGLHQDIJHYRHUG ,QGLHQGHPRQVWHUVODQJHUEHZDDUGGLHQHQWHEOLMYHQYHU]RHNHQZLM8GLWH[HPSODDUXLWHUOLMNZHHNYRRUDIORRSYDQ GHVWDQGDDUGEHZDDUSHULRGHRQGHUWHNHQGDDQRQVWHUHWRXUQHUHQ9RRUGHNRVWHQYDQKHWODQJHUEHZDUHQYDQ PRQVWHUVYHUZLM]HQZLMQDDUGHSULMVOLMVW. %HZDUHQWRW 'DWXP. 1DDP. +DQGWHNHQLQJ. :LMYHUWURXZHQHURSXZRSGUDFKWKLHUPHHQDDUYHUZDFKWLQJWHKHEEHQXLWJHYRHUGPRFKW8QDDUDDQOHLGLQJYDQGLW DQDO\VHFHUWLILFDDWQRJYUDJHQKHEEHQYHU]RHNHQZLM8FRQWDFWRSWHQHPHQPHWGHDIGHOLQJ9HUNRRSHQ$GYLHV. 0HWYULHQGHOLMNHJURHW (XURILQV$QDO\WLFR%9. ,QJ$9HOGKXL]HQ 7HFKQLFDO0DQDJHU. (XURILQV$QDO\WLFR%9 *LOGHZHJ 1%%DUQHYHOG 32%R[ $/%DUQHYHOG1/. 7HO

(50) %133DULEDV6$ )D[

(51) 9$7%7:1R1/% (PDLOLQIRHQY#HXURILQVQO .Y.1R 6LWHZZZHXURILQVQO ,%$11/%13$ %,&%13$1/$. (XURILQV$QDO\WLFR%9LV,62JHFHUWLILFHHUGGRRU 7h9HQHUNHQGGRRUKHW9ODDPVH*HZHVW 29$0HQ'HS/1(

(52) KHW%UXVVHOVH*HZHVW %,0

(53) KHW:DDOVH*HZHVW '*51(2:'

(54) HQGRRUGHRYHUKHGHQYDQ)UDQNULMNHQ/X[HPEXUJ 0(9

(55) .

(56)

(57)

(58) "(.

(59)

(60) . &"/" 0" !" #".

(61)

(62)

(63) '.. '

(64)

(65)

(66)

(67)

(68) $%!%&. )*)+$,

(69)

(70) .

(71). . . . ". ". ". ',2,. ' 2. '

(72) 2.

(73)

(74) . &1$,

(75)

(76)

(77) . . 3+ -. 4/. . 5"6/. 3+ -. 2.. 2

(78). 2. 7. )". 3+ -. .82. .,2. .'28. . :9 ;+<-. 3+ -. 9 2. 9 2. 9 2. =. . . 9 .

(79)

(80) . . !"+!-. . &"+&-. =. 9 2 . 9 2 . 9 2 . . :>+&-. =. 9,2. 9,2. 9,2. . :+&-. =. . '2'. 92. . :"=+?-. =. 2 8,. 2 . 2 '. . 1>+-. =. 9 2. 9 2. 9 2. . @"==+@"-. =.

(81) 2. 9

(82) 2. 9

(83) 2. . <+#>-. =. ..

(84). 9 . . A"=+A-. =.

(85)

(86). .. 9 . ""+& & -. =. 9,2. 9,2. ,2. 2. 92. 92.

(87)

(88)

(89). . ""+& & -. =. ""+& & -. =. ,. 92. 82. ""+& &, -. =. . . 9 . ""+&, &,-. =. '. '2'. 92. ""+&,&

(90) -. =. . 92. 92. ""+& &

(91) -. =. ,. 9,. 9,. A">"2. &6"+)&

(92)

(93) . . #&! '. =. 9 2 . 9 2 . 9 2 . . #&!. =. 9 2 . 2 . 9 2 . . #&! . =. 9 2 . 2 ,. 9 2 . %!

(94) "#. &

(95)

(96) $!. +'

(97) -. 8$

(98). ' '.. +''- + - + -

(99) + -+ -8+''-'+''-. 8$

(100). ' '.. ,. + -

(101) + -

(102) + -+ -. 8$

(103). ' '.. 7 $""6" $$#

(104) ="6" $, ="6" !!. )"

(105)

(106)

(107) ,88 @!! #252!(

(108) . ,88 $< ! @<. 4""/""""J"62 B2C, + -,

(109)

(110) , D(C, + -,

(111)

(112) ,.. E""/F/"2 " 2/"2. !@##">2$2 8.

(113) 0$B !BG@2@<'

(114) ,2

(115) 2'',2! ::@2 . '' , H!$@@<8 !@#$ 8.

(116) !H&!@#$@< $. E/"$1"!202"H5

(117)

(118) "/" BI0=60)+50$42<@E-% 6!)+!H-%6G)+4) @E5G4- 6D="=<(>+E0-2. .

(119)

(120)

(121) "(.

(122)

(123) . &"/" 0" !" #".

(124)

(125)

(126) '.. '

(127)

(128)

(129)

(130)

(131) $%!%&. )*)+$, -.

(132).

(133)

(134) . . #&! '. . . . . =. 9 2 . 2

(135). 9 2 . #&! ,'. =. 9 2 . 2 . 9 2 . #&! ,. =. 9 2 . 2

(136). 9 2 . 2 ,. 9 2 . 2 .8. 2

(137) .. . #&! '. =. 9 2 . . #&!+8-+/ %8-. =. 2

(138) .. -. -. .

(139)

(140) ' (

(141)

(142) '. . @/. =. 9 2 . 9 2 . 9 2 . . D6. =. 9 2 . 9 2 . 9 2 . . $6. =. 9 2 . 9 2 . 9 2 . . D6. =. 2 . 2 ,. 9 2 . . !J+-6. =. 2 '. 2 .. 9 2 . . &61. =. 2 . 2 . 9 2 . . !J+=-/6. =. 9 2 . 9 2 . 9 2 . . !J+-1. =. 2 '. 2 88. 9 2 . . !J+6"-1. =. 2 .,. 2 ',. 9 2 . . H+ ,-1. =. 2 .,. 2 .. 9 2 . . #$:0 5+ -+/ %8-. =. 28. 2.. 2,. %!

(143) "#. -. &

(144)

(145) $!. ' '.. +'

(146) -. 8$

(147). +''- + - + -

(148) + -+ -8+''-'+''-. 8$

(149). ' '.. ,. + -

(150) + -

(151) + -+ -. 8$

(152). ' '.. 7 $""6" $$#

(153) ="6" $, ="6" !!. )"

(154)

(155)

(156) ,88 @!! #252!(

(157) . ,88 $< ! @<. 4""/""""J"62 B2C, + -,

(158)

(159) , D(C, + -,

(160)

(161) ,.. E""/F/"2 " 2/"2. !@##">2$2 8.

(162) 0$B !BG@2@<'

(163) ,2

(164) 2'',2! ::@2 . '' , H!$@@<8 !@#$ 8.

(165) !H&!@#$@< $. E/"$1"!202"H5

(166)

(167) "/" BI0=60)+50$42<@E-% 6!)+!H-%6G)+4) @E5G4- 6D="=<(>+E0-2. ! )!. VA .

No results found