• No results found

1 Inleiding 2. 2 Doelen van het kwaliteitsstatuut 2

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "1 Inleiding 2. 2 Doelen van het kwaliteitsstatuut 2"

Copied!
15
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Inhoud

1 Inleiding 2

2 Doelen van het kwaliteitsstatuut 2

3 Algemene uitgangspunten 2

3.1 Cliënt centraal 2

3.2 Professionele autonomie 2

3.3 Inzet professionals 3

3.4 Verantwoordelijk zijn 3

3.5 Afstemming en samenwerking vragen om goede afspraken 3

3.6 Relatie tot wet- en regelgeving 3

3.7 Toets op uitvoerbaarheid 4

4 Aanbod van zorg aan de cliënt en zijn/haar systeem 5

4.1 Het hulpverleningstraject binnen (hoog) specialistische hulp 5

4.2 Regiebehandelaar 7

4.3 Pleegzorg 11

4.4 Spoedeisende hulp 11

4.5 Vormgeven gepast gebruik 11

4.6 Tuchtrecht en klachtrecht 12

5 Verantwoording, toetsing en controle van het kwaliteitsstatuut 12

6 Organisatie van de zorg 12

Bijlage 1: Begrippenlijst 14

(2)

1 Inleiding

Dit kwaliteitsstatuut borgt dat door Jeugdhulp Friesland de juiste hulp wordt geleverd, op de juiste plaats en door de juiste professional, binnen een professioneel en kwalitatief verantwoord netwerk.

Jeugdhulp Friesland bevordert daarmee gepaste zorg. Het kwaliteitsstatuut van Jeugdhulp Friesland is openbaar. In dit statuut wordt eerst ingegaan op het doel ervan. Vervolgens volgen enkele algemene uitgangspunten aangaande de zorgverlening. Daarna wordt ingegaan op het aanbod van de zorg aan de cliënt en het cliëntsysteem. Tot slot volgt de wijze van verantwoording en de organisatie van de zorg.

Ter verduidelijking is in de bijlage een begrippenlijst toegevoegd.

2 Doelen van het kwaliteitsstatuut

Het kwaliteitsstatuut beschrijft de wijze waarop Jeugdhulp Friesland de integrale hulpverlening voor de individuele cliënt en zijn/haar systeem heeft georganiseerd, in het bijzonder de taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden van de betrokken professionals en hun onderlinge verhoudingen. Dit gebeurt op een zodanige manier dat de autonomie en regie van de cliënt en zijn/haar systeem zoveel mogelijk wordt gestimuleerd en de kwaliteit en de doelmatigheid van de hulpverlening inzichtelijk en toetsbaar zijn.

Het kwaliteitsstatuut van Jeugdhulp Friesland:

• Maakt voor de cliënt en zijn/haar systeem inzichtelijk hoe de professional aan minimale kwaliteitsaspecten vorm en inhoud geeft. Het kwaliteitsstatuut stelt de cliënt en zijn/haar systeem1 daarmee in staat om een weloverwogen keuze te maken voor bepaalde hulpverlening en te participeren in de besluitvorming met betrekking tot het individuele hulpverleningsproces.

• Dient als kader voor werkafspraken binnen de instelling en/of het professioneel netwerk

• Dient tevens als kader waarmee de professional de reikwijdte voor de eigen professionele autonomie kan bepalen.

• Stelt stelsel verantwoordelijke partijen, toetsende en toezichthoudende instanties in de gelegenheid om zich een oordeel te vormen over de kwaliteit van de hulpverlening zoals die door Jeugdhulp Friesland wordt geboden.

3 Algemene uitgangspunten

3.1 Cliënt centraal

Jeugdhulp Friesland heeft de zorg zodanig ingericht dat de cliënt2 en zijn/haar systeem in staat worden gesteld zelf maximaal regie te voeren over de hulpverlening, ook binnen de kaders van gesloten en/of gedwongen zorg (Jeugdzorg Plus). Gezamenlijke besluitvorming door cliënt, zijn/haar systeem en de professional(s) over de hulpverlening en de wijze waarop de samenwerking wordt ingevuld, is hiervoor een essentiële voorwaarde.

3.2 Professionele autonomie

Hulpverleners binnen Jeugdhulp Friesland hebben een eigen professionele autonomie. Zij moeten de ruimte hebben om vanuit hun vakbekwaamheid en deskundigheid invulling te geven aan hun professionele verantwoordelijkheid. Professionele autonomie betekent dat professionals de verantwoordelijkheid dragen en gebruiken om verantwoording af te leggen over hun beroepsmatig handelen en hulpverlening adequaat vorm te geven. In de Jeugdwet wordt genoemd dat de hulpverlener bij zijn werkzaamheden de zorg van een goed hulpverlener in acht neemt en daarbij handelt in overeenstemming met de op hem rustende verantwoordelijkheid, voortvloeiende uit de

1Gezin, familie, netwerk, betekenisvolle relaties

2Het betreft hier het kind (0-12 jaar), de jongere (12-18 jaar), de jeugdige (0-18 jaar), (pleeg)ouders en gezin. Omwille van de leesbaarheid wordt in dit document gesproken over cliënt en cliëntsysteem.

(3)

voor die hulpverlener geldende professionele standaard (bevoegdheden en bekwaamheden).

Jeugdhulp Friesland biedt hulpverleners overeenkomstig de Jeugdwet de ruimte om te handelen conform de geldende beroepsnormen. Jeugdhulp Friesland bewaakt de module-integriteit door hulpverleners hierin te ondersteunen door middel van methodiek-coaching, intervisie en intercollegiale toetsing.

3.3 Inzet professionals

Professionals binnen Jeugdhulp Friesland oefenen hun beroep bewust, verantwoord en met de benodigde vakbekwaamheid uit. Zij dienen professioneel autonoom te kunnen handelen binnen de voor hen geldende beroepscode, beroeps(ethische) normen, dit kwaliteitsstatuut en de gedragscode.

Binnen deze kaders komen professionals zelfstandig en in collegiale samenspraak tot besluitvorming over het beroepsmatig handelen. Hierop zijn zij aanspreekbaar.

Binnen JHF wordt onder professionals verstaan alle behandelaren/hulpverleners (voor beschrijving zie bijlage).

3.4 Verantwoordelijk zijn

Jeugdhulp Friesland is verantwoordelijk voor de totale hulpverlening die binnen haar muren, of daarbuiten, wordt verleend. Jeugdhulp Friesland heeft gezien het specialistische karakter van haar werkzaamheden de eindverantwoordelijkheid voor integrale behandeltrajecten belegd bij minimaal WO opgeleide geregistreerde gedragswetenschappelijke professionals. Zij erkent de professionele verantwoordelijkheid en autonomie van bij haar of voor haar werkzame professionals om beslissingen te nemen over de beroepsuitoefening met inachtneming van hun bevoegdheden en bekwaamheden. Zij draagt er zorg voor dat professionals binnen Jeugdhulp Friesland hun taken kunnen verrichten met inachtneming van de voor hen geldende standaarden. Dit doet zij onder meer op de volgende manieren. Ten eerste stimuleert Jeugdhulp Friesland de professionele groei van medewerkers en faciliteert hen, binnen de geldende CAO of arbeidsvoorwaarden, om hun handelen te verbeteren. De professional investeert in dit proces door het op peil houden van zijn of haar vakbekwaamheid en er voor te zorgen dat hij/zij geregistreerd blijft in het voor hem/haar geldende registers. Ten tweede biedt Jeugdhulp Friesland organisatorische kaders en ondersteunings- systemen, die nodig zijn voor een professionele beroepsuitoefening en betrekt professionals actief bij (zorginhoudelijke) beleidsontwikkeling en beleidsvoering op terreinen waarop hun beroepsuitoefening gericht is. Medewerkers worden geacht te handelen binnen de kaders van Jeugdhulp Friesland.

3.5 Afstemming en samenwerking vragen om goede afspraken

De professionals binnen Jeugdhulp Friesland functioneren in professionele netwerken binnen de jeugdzorg, de jeugd gezondheidszorg en het sociale domein. Dit gegeven brengt met zich mee dat - als er meerdere professionals betrokken zijn bij de hulpverlening - er een duidelijke rolverdeling tussen alle bij de hulpverlening betrokkenen vereist is; niet alleen als zij werkzaam zijn binnen een en dezelfde zorgaanbieder, maar ook bij afstemming en samenwerking tussen zorgaanbieders. In alle gevallen worden afspraken gemaakt tussen professionals over het vormgeven van de afstemming en samenwerking, over op- en afschalen en een goede overdracht. Deze samenwerking is niet vrijblijvend en wordt vastgelegd in een hoofd- en onderaannemerscontract. Jeugdhulp Friesland kan zorg verlenen in de hoedanigheid van zowel hoofd- als onderaannemer Cliënten en hun systeem hebben invloed op het maken van afspraken en moeten hiervoor toestemming verlenen. Dit laatste houdt in ieder geval in dat cliënten geïnformeerd moeten worden over de jeugdhulp die ze (zullen) ontvangen, dat cliënten in moeten stemmen met de verlening van jeugdhulp, dat het hulpverleningsplan met de cliënten moet worden overlegd en wordt afgestemd op hun behoeften en dat cliënten invloed hebben op het wel of niet verstrekken van informatie over de cliënt aan een ander.

3.6 Relatie tot wet- en regelgeving

Professionals binnen Jeugdhulp Friesland moeten te allen tijde voldoen aan de professionele standaard. Ze hebben ruimte om de organisatie en inhoud van de hulpverlening daarbinnen naar eigen inzicht in te richten. Deze ruimte wordt evenwel begrensd door wettelijk geregelde

(4)

verantwoordelijkheden en bevoegdheden, die te allen tijde in acht dienen te worden genomen (zoals de Jeugdwet, de Wet BIG en de WGBO, waar van toepassing). Jeugdhulp Friesland is wettelijk verplicht om verantwoorde hulp te verlenen, overeenkomstig de norm verantwoorde werktoedeling, welke bestaat uit drie onderdelen:

1. De aanbieders van jeugdhulp en jeugdbescherming dragen er zorg voor dat de taken worden uitgevoerd door of onder verantwoordelijkheid van een geregistreerde professional. Zij delen de taken toe met inachtneming van specifieke kennis en vaardigheden van de geregistreerde professional.

2. De aanbieders van jeugdhulp en jeugdbescherming kunnen anderen dan geregistreerde professionals met de uitvoering van taken belasten indien hij of zij aannemelijk kan maken dat de kwaliteit van de uit te voeren taak bij deze professionals is geborgd.

3. De aanbieders van jeugdhulp en jeugdbescherming dragen er zorg voor dat geregistreerde professionals hun taken kunnen verrichten met inachtneming van de voor hen geldende professionele standaarden.

Bij de uitwerking van deze drie onderdelen zijn de volgende uitgangspunten gehanteerd:

1. De inzet van geregistreerde en niet-geregistreerde professionals is mogelijk. Alle professionals leveren een belangrijke bijdrage in de ondersteuning, hulp en zorg aan een jeugdige en zijn omgeving.

2. Geregistreerde professionals zijn professionals die zijn geregistreerd in het Kwaliteitsregister Jeugd of in het BIG-register, artikel 3.

3. Bij de toepassing van de norm van de verantwoorde werktoedeling moet door de werkgever verantwoord kunnen worden dat een geregistreerde, dan wel een niet-geregistreerde professional wordt ingezet voor een taak. en of daarbij voldoende rekening gehouden wordt met de voor die taak noodzakelijke kennis en vaardigheden van de professional.

4. De professionals die worden ingezet (geregistreerd of niet-geregistreerd) moeten altijd vakbekwame professionals zijn. Geregistreerde en niet-geregistreerde professionals moeten voldoende toegerust zijn voor de taak waarmee ze belast worden. Ze moeten beschikken over de voor de werkzaamheden benodigde competenties, kennis en vaardigheden.

Verantwoording van de zorg begint bij het dossier. De wettelijke dossierplicht maakt de hulpverlening navolgbaar en verantwoording mogelijk. Volgens de Jeugdwet houdt de dossierplicht in dat er een dossier moet worden ingericht, waarin aantekeningen van de gegevens omtrent de geconstateerde opgroei- en opvoedproblemen, psychische problemen en stoornissen en uitgevoerde verrichtingen worden opgenomen. Ook neemt de hulpverlener andere stukken op voor zover dit voor een goede hulpverlening aan de betrokkene noodzakelijk is. Dit kan onder meer betekenen dat in het dossier eventueel alleen gegevens van derden (bijvoorbeeld ouders, andere gezinsleden) mogen worden opgenomen, indien dat voor de hulpverlening aan de cliënt noodzakelijk is.

Een laatste aspect van de wettelijke verplichting om verantwoorde hulp te verlenen is de organisatie zo in te richten dat er voldoende kwantitatief en kwalitatief personeel en materieel beschikbaar is.

3.7 Toets op uitvoerbaarheid

Zoals beschreven vraagt hulpverlening door zijn complexiteit om afspraken en regelgeving. In die zin zal het kwaliteitsstatuut een administratieve last betekenen. Deze administratieve last moet altijd in verhouding staan tot het doel waartoe zij dient. Bij het bijstellen en evalueren van het kwaliteitsstatuut zal Jeugdhulp Friesland de voorschriften altijd toetsen op proportionaliteit en uitvoerbaarheid.

(5)

4 Aanbod van zorg aan de cliënt en zijn/haar systeem

4.1 Het hulpverleningstraject binnen (hoog) specialistische hulp

Het kwaliteitsstatuut ondersteunt de cliënt en zijn/haar systeem bij het vinden van informatie wanneer hij zich tot Jeugdhulp Friesland wendt en waaraan hij het vertrouwen kan ontlenen in goede handen te zijn. Het gaat hierbij om de informatie die hij nodig heeft om te kunnen beoordelen of hij passende en goede hulpverlening krijgt en of hij zelf hierin de regie kan houden of nemen.

Het kwaliteitsstatuut fungeert daarmee voor de cliënt en zijn/haar systeem als een gids om een weloverwogen keuze te maken voor bepaalde hulpverlening en te participeren in de besluitvorming met betrekking tot het individuele hulpverleningsproces).

De cliënt en zijn/haar systeem gaan bij het hulpverleningsproces3 vijf fasen door:

1. Voortraject bij verwijzer 2. Aanmelding/screening/intake 3. Diagnostiek

4. Behandeling 5. Afsluiting en nazorg

De volgende termijnen worden hierbij gehanteerd. Binnen 48 uur na aanmelding wordt een cliënt in zorg genomen, dat wil zeggen dat het eerste contact is gelegd en een eerste afspraak is gemaakt.

Het eerste gesprek (start zorg) vindt plaats binnen 14 dagen na aanmelding. Binnen 6 weken na aanmelding is het hulpverleningsplan vastgesteld. De behandeling wordt geëvalueerd op minimaal de helft van de behandelduur, waarbij de noodzaak van evaluatie op schrift ter beoordeling aan de regiebehandelaar4 is. De behandeling wordt afgesloten met een afsluitbrief.

Hieronder wordt elke fase toegelicht.

1. Voortraject bij verwijzer

De cliënt en zijn/haar systeem wenden zich tot Jeugdhulp Friesland op grond van vigerende wet- en regelgeving en op grond van een verwijzing. Het is de verantwoordelijkheid van de verwijzer dat de cliënt en zijn/haar systeem een verwijzing hebben die voldoet aan de daarvoor opgestelde veldnormen.

Op de website van Jeugdhulp Friesland is de actuele wachttijd voor intake en voor hulpverlening gepubliceerd conform de vigerende beleidsregels. Wanneer de intake of behandeling niet binnen de gestelde beleidsregels kan aanvangen, stelt Jeugdhulp Friesland de cliënt en zijn/haar systeem hiervan op de hoogte en zal hulpverlening gericht op versterking van het systeem worden ingezet.

Tot het moment dat de intake bij JHF heeft plaatsgevonden is de verwijzer de eerstverantwoordelijke voor de cliënt en zijn/haar systeem.

2. Aanmelding/ screening / intake

Na aanmelding wordt door middel van een inhoudelijke screening een bij de hulpvraag passende intake gepland. De intake is een kennismaking tussen Jeugdhulp Friesland, de cliënt en zijn/haar systeem. De cliënt en zijn/haar systeem krijgen een heldere uitleg van de relevantie hulpverleningsopties en gaan na of Jeugdhulp Friesland voldoet aan de verwachtingen. Jeugdhulp Friesland gaat in de intake na of er een effectief en doelmatig aanbod kan worden geformuleerd dat aansluit op de hulpvraag, hulpbehoefte, wensen en mogelijkheden van de cliënt en zijn/haar systeem. Indien Jeugdhulp Friesland geen passend aanbod heeft dat aansluit bij de hulpvraag, verwijst hij de cliënt en zijn/haar systeem terug naar de verwijzer en stemt af met de verwijzer over een passend hulpverleningsaanbod elders.

Bij de intake legt Jeugdhulp Friesland vast wie (inhoudelijk) verantwoordelijk is voor de cliënt en zijn/haar systeem en wie als aanspreekpunt fungeert in de periode tussen de intake en aanvang van

3 Voor de pleegzorg geldt een afwijkende route, zie paragraaf 4.3.

4Zie paragraaf 4.2

(6)

de hulpverlening. Jeugdhulp Friesland informeert de cliënt en zijn/haar systeem over deze afspraken.

Ook bespreken (regie)behandelaar/hulpverlener, cliënt en systeem hoe te handelen wanneer in deze periode de toestand van cliënt verergert Tevens wordt in overleg met de cliënt afgewogen of een signalering in de Verwijsindex Fryslan (VIF) gewenst is.

3. Diagnostiek

De regiebehandelaar is verantwoordelijk voor het (doen) opstellen van een integratief diagnostisch beeld. Hierbij is uitgegaan van de invulling van het regiebehandelaarschap zoals beschreven in paragraaf 4.2.

Het is mogelijk dat delen van het diagnostische proces door anderen dan de regiebehandelaar worden

verricht. De cliënt en zijn/haar systeem hebben te allen tijde de mogelijkheid een andere professional te consulteren als zij dit wensen of als er een wettelijke basis voor is. Volgens de Jeugdwet worden de cliënt en zijn/haar systeem op een voor hen begrijpelijke wijze op de hoogte gesteld van de (diagnostische) beeldvorming en de betekenis ervan. Ze krijgen een heldere omschrijving van de relevante hulpverleningsopties, het doel, de mogelijke risico’s en neveneffecten, mede aan de hand van eventueel eerdere ervaringen van de cliënt/systeem.

Mochten de cliënt en zijn/haar systeem niet direct na diagnostiek in behandeling worden genomen, dan is de regiebehandelaar van de diagnostiekfase vooralsnog de eerstverantwoordelijke voor de zorg voor de cliënt tot hij in behandeling is genomen.

4. Behandeling

Jeugdhulp Friesland stelt in overeenstemming met de professionele standaard samen met de cliënt en zijn/haar systeem een hulpverleningsplan op. Het hulpverleningsplan bevat in ieder geval:

• De doelen met betrekking tot de hulpverlening voor een bepaalde (te evalueren) periode gesteld, gebaseerd op de wensen, behoeften, mogelijkheden en beperkingen van de cliënt en zijn/haar systeem

• De wijze waarop de professional, de cliënt en zijn/haar systeem de gestelde doelen trachten te bereiken

• Wie voor de verschillende onderdelen van de hulpverlening verantwoordelijk is en op welke wijze afstemming plaatsvindt tussen meerdere professionals, en wie de cliënt en zijn/haar systeem op die afstemming kan aanspreken

• Het hulpverleningsplan wordt vastgesteld onder verantwoordelijkheid van de regiebehandelaar, nadat instemming van de cliënt en/of zijn wettelijke vertegenwoordigers is verkregen op basis van het voorgestelde hulpverleningsplan.

Afhankelijk van de duur van de behandeling stuurt Jeugdhulp Friesland een afschrift van het hulpverleningsplan als brief naar de huisarts of andere verwijzer, naargelang de afspraken in zijn geheel of samengevat. De cliënt en/of zijn wettelijke vertegenwoordigers dienen hiervoor toestemming te geven.

Wanneer er verschillende zorgaanbieders of andere partijen (zoals onderwijs) gelijktijdig bij de behandeling van de cliënt en zijn/haar systeem betrokken zijn, is samenwerking van belang. Dit vereist instemming van de cliënt en zijn/haar wettelijke vertegenwoordigers. Afspraken hierover worden opgenomen in het hulpverleningsplan of dossier.

Het hulpverleningsplan blijft gedurende de behandeling ter beschikking van de cliënt en diens wettelijke vertegenwoordigers. Zij hebben te allen tijde recht op inzage en kunnen een kopie opvragen.

Jeugdhulp Friesland heeft n het hulpverleningsplan of in algemene voorwaarden/afspraken opgenomen op welke manier te handelen bij een crisis en op welke manier voor waarneming tijdens afwezigheid van de (regie)behandelaar/hulpverlener wordt zorggedragen.

(7)

De (regie)behandelaar/hulpverlener evalueert periodiek en tijdig met de cliënt en/of zijn/haar systeem op basis van gelijkwaardigheid de voortgang, doelmatigheid en effectiviteit van de hulpverlening. In het hulpverleningsplan is opgenomen welke periode hiervoor wordt gehanteerd.

Hierbij zijn de uitgangspunten van gepast gebruik van toepassing.

De keuze om op- of af te schalen in de hulpverlening is een vast onderdeel van de periodieke evaluatie. Wanneer blijkt dat er onvoldoende toegevoegde waarde is van de hulpverlening zal de hulpverlening worden bijgesteld, overgedragen of beëindigd.

Indien de hulpverlening wordt bijgesteld, leidt dit tot een hernieuwd hulpverleningsplan dat met cliënt en zijn/haar systeem wordt afgestemd.

5. Afsluiting/nazorg

De (regie)behandelaar/hulpverlener bespreekt met de cliënt en zijn/haar systeem de resultaten van de hulpverlening en de mogelijke vervolgstappen. De verwijzer wordt hiervan in kennis gesteld middels een afrondingsbrief, tenzij de cliënt en/of de wettelijke vertegenwoordiger hiertegen bezwaar maken. Indien vervolghulpverlening nodig is, wordt hierover gericht advies gegeven aan de verwijzer. De vervolghulpverlener wordt, indien relevant, in kennis gesteld van het verloop van de hulpverlening en de behaalde resultaten voorzien van het vervolgadvies, tenzij de cliënt en/of zijn wettelijke vertegenwoordiger hier geen toestemming voor geven. Een afschrift van de afsluitbrief volstaat hierin.

4.2 Regiebehandelaar

Indien meerdere professionals als behandelaren/hulpverleners betrokken zijn bij de zorgverlening aan een cliënt en zijn/haar systeem is het van belang dat één van hen het hulpverleningsproces coördineert.

Binnen Jeugdhulp Friesland is dit de regiebehandelaar (met uitzondering van de pleegzorg en Spoedeisende hulp, zie paragraaf 4.3 en 4.4). Binnen Jeugdhulp Friesland wordt er naar gestreefd de regie zo dicht mogelijk bij het cliënt en zijn/haar systeem te beleggen. Dit houdt in dat de regiebehandelaar, gebruik makend van de afspraken rondom zogenaamde kernbeslissingen (beslissingen die die afwijken van het hulpverleningsplan), de regievoering kan mandateren5 naar een geregistreerd behandelaar/hulpverlener. Hiervan is eveneens sprake indien er sprake is van hoofd- en onderaannemerschap (zie par. 3.5). Bij het nemen van kernbeslissingen overlegt de behandelaar/hulpverlener altijd met de eindverantwoordelijke regiebehandelaar om te komen tot een onderbouwde beoordeling van vraagstukken / situaties, waar mogelijk uiteraard altijd in dialoog met de cliënt en zijn/haar systeem

Onderstaand, niet uitputtend overzicht betreft (mogelijke) stagnaties in het hulpverleningsproces die om een kernbeslissing vragen:

• Wel/geen hulp aan kind/gezin beëindigen bij twijfel over goed genoeg opvoedsituatie

• Wel/geen verzoeken een kind uit huis te plaatsen (ook indien ouders instemmen)

• Wel/geen behandeling eenzijdig afbreken (tegen wens ouder en/of GI (gecertificeerde instelling/melder in, of voortijdig beëindiging op verzoek van ouders)

• Wel/geen crisishulp inzetten

• Wel/geen huisbezoek bij risicosignalen

• Wel/geen zorgmelding doen

• Wel/geen Signs of Safety/veiligheidsregie

• Wel of niet aanvragen zorgregie of veiligheidsregie

• Wel of niet een vrijwillig uit huis geplaatst kind terug laten gaan naar huis

• Wel of niet hulp verlengen

• Wel of niet naar cliënt toegaan of hulp derden inschakelen bij signalen van suïcide, zelfbeschadiging of verward gedrag

• Wel of niet aanvullende diagnostiek vragen voor jeugdige en/of ouders

• Wel of niet inzetten van aanvullende interne modules of externe hulpverlening

• Wel of niet officiële waarschuwing aan cliënt indien deze zich herhaaldelijk niet voegt in de regels/afspraken

5 Bij mandateren is er sprake van het overdragen van bevoegdheden maar niet van verantwoordelijkheden

(8)

• Meewerken aan onderzoek door Raad, GI, Veilig Thuis

• Mediaverzoeken

• Ontvangen van een klacht

Daar waar afgeweken wordt van datgene wat in het hulpverleningsplan is opgenomen is het noodzakelijk dat de beslissing en de onderbouwing daarvan door de (regie)behandelaar wordt vastgelegd in het dossier. Bij elk vraagstuk/situatie wordt eveneens beoordeeld of het in het geval van gemandateerde regie wenselijk is deze terug te geven aan de regiebehandelaar. Op deze manier wordt de hulpverlener/behandelaar de mogelijkheid geboden om binnen zijn werk zo autonoom mogelijk te handelen overeenkomstig zijn bevoegdheden en bekwaamheden. Daarnaast geeft dit de regiebehandelaar de mogelijkheid verantwoordelijk te zijn voor het behandelproces zonder onnodig inzet. Voor de cliënt borgt deze werkwijze het feit dat belangrijke beslissingen die onder andere ook zijn/haar veiligheid betreffen en daar soms op ingrijpen, altijd door twee professionals met verschillende expertise wordt beoordeeld.

De regiebehandelaar draagt de verantwoordelijkheid voor de integraliteit van het hulpverleningsproces. Daarnaast draagt de regiebehandelaar voor alle betrokkenen, inclusief de cliënt en zijn/haar systeem en zorgt voor een duidelijk aanspreekpunt voor de cliënt. De regiebehandelaar moet passend zijn bij het type hulpverlening en de doelgroep en is een minimaal WO opgeleide geregistreerde gedragswetenschappelijke professional (zie bijlage voor de betreffende beroepsgroepen). JHF biedt hulp voor enkelvoudige, meervoudig complex en hoog complexe problematiek. Ten minste voor hoog complexe problematiek staat JHF voor de beschikbaarheid van een (kinder- en jeugd) psychiater of klinisch psycholoog6 in de eigen organisatie. Deze functionarissen zijn op indicatie beschikbaar voor de regiebehandelaar voor het verrichten van complexe diagnostiek danwel als behandelaar van complexe problematiek. De aard en ernst van de problematiek, het aantal levensgebieden waar de problematiek zich voordoet en de multidisciplinariteit van de behandeling zijn bepalend voor de keuze van de regiebehandelaar, zoals weergegeven in onderstaande richtlijn:

Ernst Aard Aantal

levensdomeinen

Multi-

disciplinariteit (exclusief GI &

regiebehandelaar)

Regiebehandelaar

1.

Enkelvoudig complex

Problematiek as A of as D CAP- J bovenliggend

As A: zonder DSM V

classificatie die om behandeling vraagt

Maximaal 2 Maximaal 2 Gemandateerd (kernbeslissingen worden besproken met regiebehandelaar WO)

2.

Meervoudig complex

Problematiek as A en as D CAP- J bovenliggend

As A: met DSM V classificatie die om behandeling vraagt As D: eigen problematiek ouders (psychiatrische problematiek of LVB of verslaving of

(v)echtscheiding) of zorgen om veiligheid jeugdige

2 of 3 Maximaal 4 WO

6De klinisch psycholoog is in samenspraak met de managers behandeling tevens verantwoordelijk voor het opleidingsbeleid van gedragswetenschappers binnen Jeugdhulp Friesland.

(9)

Indien het regiebehandelaarschap de bevoegdheden en bekwaamheden van de eigen functie overstijgt worden kernbeslissingen besproken met een WO+

aangestelde gedragswetenschapper

3.

Hoog- complex

Problematiek as A, D en E CAP-J bovenliggend As A: met DSM V classificatie die om behandeling vraagt As D: eigen problematiek ouders (psychiatrische problematiek of LVB of verslaving of

vechtscheiding) → minimaal 2) en zorgen om veiligheid jeugdige

3 of 4 3 of meer WO+

NB1: as A = psychosociaal functioneren jeugdige, as D = gezin en opvoeding, as E = jeugdige en omgeving NB2: indien er geen sprake is van eenduidigheid bij het toewijzen van het regiebehandelaarschap wordt afgestemd met regiebehandelaar uit een bovenliggende categorie, waarbij deze laatste een doorslaggevende stem heeft.

In geval van interdisciplinaire dan wel multidisciplinaire behandeling draagt de regiebehandelaar er zorg voor dat in samenspraak met de cliënt en zijn/haar systeem een hulpverleningsplan wordt opgesteld en vastgesteld; hij draagt er zorg voor dat dit wordt uitgevoerd en -wanneer omstandigheden daartoe aanleiding geven- wordt bijgesteld. De regiebehandelaar draagt er zorg voor dat de verrichtingen of activiteiten van alle professionals die beroepshalve bij de behandeling van de cliënt en zijn/haar systeem betrokken zijn -en dus ook zijn eigen verrichtingen of activiteiten- op elkaar zijn afgestemd.

Met de behandelaar/hulpverlener wordt bedoeld de professional die uitvoering geeft aan (een deel van) de behandeling en die niet de rol van regiebehandelaar heeft.

De behandelaar/hulpverlener handelt in overeenstemming met de voor hem geldende professionele (wetenschappelijke) standaard. Hij voert zijn aandeel in de behandeling uit zoals vooraf vastgelegd in het hulpverleningsplan, het zorgprogramma en/of zoals deze voortvloeien uit wet- en regelgeving.

Hij ontleent zijn verantwoordelijkheid aan het deskundigheidsgebied waarvoor hij is opgeleid. Hij is gehouden zijn deskundigheid en bekwaamheid op peil te houden dan wel uit te breiden, zodanig dat hij voldoet aan de eisen die in redelijkheid aan hem als hulpverlener mogen worden gesteld.

Intervisie en supervisie zijn hierbij essentiële instrumenten.

Taken en verantwoordelijkheden van de behandelaar/hulpverlener binnen Jeugdhulp Friesland:

• De behandelaar geeft binnen het kader van het hulpverleningsplan zelfstandig uitvoering aan (delen van) het hulpverleningsplan.

• De behandelaar is verantwoordelijk voor het eigen handelen.

• Hij voorziet de regiebehandelaar regelmatig en op tijd van relevante informatie, zodat deze zijn verantwoordelijkheden kan waarmaken.

• Hij volgt aanwijzingen van de regiebehandelaar op voor zover deze verenigbaar zijn met zijn eigen deskundige oordeel en meldt expliciet bij de regiebehandelaar wanneer hij geen gevolg geeft aan diens aanwijzingen.

• Bij afsluiting van zijn deel van de behandeling stelt hij de regiebehandelaar daarvan in kennis.

Wanneer er sprake is van een verschil van mening of inzicht met de regiebehandelaar over de te volgen behandeling van een cliënt, kan de behandelaar een beroep doen op de escalatieprocedure waarbij het vraagstuk wordt voorgelegd aan de manager Behandeling. De manager Behandeling heeft meerdere instrumenten tot zijn beschikking om te komen tot gedragen instemming.

(10)

Hierbij wordt opgemerkt dat bij het invullen van de verantwoordelijkheden wordt uitgegaan van een gezond samenspel tussen regiebehandelaar en hulpverleners/behandelaren, waarin een ieder zijn rol neemt. In dit samenspel handelt elke behandelaar zoals een goed behandelaar betaamt. Hij handelt in overeenstemming met de professionele standaard. Hij kent de grenzen van zijn eigen deskundigheid en vraagt hulp wanneer hij aanloopt tegen zijn eigen grenzen. Ook vergewist een behandelaar zich van de grenzen van zijn collega en neemt zijn verantwoordelijkheid voor het proces van de behandeling. Als iedere medewerker bereid is de ander te laten leren en zelf te leren, is er sprake van een lerende organisatie. Dat betekent anderen, ongeacht kennisniveau, lerend durven wijzen op fouten of verschil van inzicht. Het vraagt van medewerkers dat zij van elkaar weten wat elkaars deskundigheid is, waar ze goed in zijn en waar ze zich op willen ontwikkelen. Met andere woorden:

iedereen is er alert op dat een behandeling goed verloopt en heeft daarin een verantwoordelijkheid.

Wanneer meerdere zorgaanbieders tegelijkertijd bij de hulpverlening van de cliënt en zijn/haar systeem zijn betrokken, spant de regiebehandelaar zich in voor een goede samenwerking en afstemming, met toestemming van de cliënt en/of zijn wettelijke vertegenwoordigers.

Vanwege het belang van continuïteit van de hulpverlening is een wisseling van regiebehandelaar in beginsel ongewenst. Dit vanwege de betrokkenheid bij het opstellen van het integratieve diagnostische beeld en het bepalen van het perspectief van de cliënt en de samenwerking met het cliëntsysteem.

Een overdracht betekent een breuk en dit brengt een vergroot risico op het verlies van integraliteit en onvoldoende beargumenteerde afwijkingen van de ingezette lijn met zich mee.

Een wisseling van regiebehandelaar gebeurt altijd in overleg met de cliënt en zijn/haar systeem en is slechts bij uitzondering en gemotiveerd mogelijk bij:

• Een nieuwe fase van de hulpverlening/behandeling waarbij een wisseling van toegevoegde waarde is voor de cliënt.

• Een wijziging in het hulpverleningsplan, met als gevolg een wijziging van de hulpverlener(s) of van het zwaartepunt van de hulpverlening welke van toegevoegde waarde is voor de cliënt.

• Een verzoek van de cliënt en/of zijn/haar systeem (met redenen omkleed).

• De regiebehandelaar gedurende langere tijd niet, of niet meer beschikbaar is (bijvoorbeeld in geval van ziekte, overplaatsing of ontslag).

Bij wisseling van regiebehandelaarschap is de overdragende regiebehandelaar verantwoordelijk voor een goede overdracht van alle gemaakte afspraken en legt deze vast in het dossier.

Bij verschil van mening of inzicht over de in te stellen hulpverlening heeft de regiebehandelaar uiteindelijk de doorslaggevende stem, echter niet eerder dan nadat alle betrokken deskundigen gehoord zijn. Indien een verschil van mening of inzicht niet op deze manier kan worden opgelost voorziet Jeugdhulp Friesland in een escalatieprocedure waarvan zowel de regiebehandelaar als de overige bij de behandeling betrokken professionals gebruik kunnen maken. De regiebehandelaar draagt niet de verantwoordelijkheid voor de door andere professionals tijdens het hulpverleningstraject uitgevoerde afzonderlijke verrichtingen en interventies. Daarvoor zijn en blijven de betreffende professionals zelf ten volle verantwoordelijk

Overige taken en verantwoordelijkheden van de regiebehandelaar:

1. De regiebehandelaar weet zich overtuigd van de bevoegdheid en bekwaamheid van de andere betrokken professionals in relatie tot de zelfstandige uitvoering van het deel van de hulpverlening waarvoor zij verantwoordelijk zijn.

2. Andere betrokken professionals hebben een eigen verantwoordelijkheid in de adequate dossiervoering.

3. De regiebehandelaar laat zich informeren door de andere bij de behandeling betrokken professionals en informeert op zijn/haar beurt ook, zo tijdig en voldoende als noodzakelijk is voor een verantwoorde hulpverlening aan de cliënt en zijn/haar systeem. De regiebehandelaar toetst (al dan niet door dossiercontrole) of de activiteiten van anderen bijdragen aan de hulpverlening aan de cliënt en zijn/haar systemen binnen het door de regiebehandelaar in overleg met de cliënten zijn/haar systeem vastgestelde hulpverleningsplan.

(11)

4. De regiebehandelaar en de andere betrokken professionals treffen elkaar ten behoeve van periodieke evaluatie van het hulpverleningsplan in persoonlijk contact en/of in teamverband, zo mogelijk in aanwezigheid van de cliënt en zijn/haar systeem, met de daartoe noodzakelijke frequentie (ook beeldbellen), op geleide van de problematiek/vraagstelling van de cliënt en zijn/haar systeem.

5. De regiebehandelaar draagt zorg voor goede communicatie met de cliënt en zijn/haar systeem (indien van toepassing en indien toestemming hiervoor is verkregen) over het beloop van de behandeling.

4.3 Pleegzorg

Het kwaliteitsstatuut is ook van toepassing op de pleegzorg, met uitzondering van de route die de cliënt en zijn/haar systeem lopen na aanmelding, de inzet van een regiebehandelaar en de LWI’s.

De cliënt en zijn/haar systeem gaan na een aanmelding voor pleegzorg de volgende vijf fasen door:

1. voortraject bij verwijzer 2. aanmelding/screening

3. plaatsingsonderzoek (netwerkonderzoek of matchingsonderzoek); hierbij wordt ook de inzet van (hoog)specialistische jeugdhulp overwogen)

4. plaatsing en pleegzorgbegeleiding

5. afsluiting indien het pleegkind terug naar huis gaat

Parallel aan het hulpverleningsplan binnen de (hoog)specialistische jeugdhulp wordt het pleegzorgtraject vastgelegd in een pleegzorgplan. De begeleiding van de pleegouders wordt vastgelegd in een pleegouderbegeleidingsplan. Conform wettelijke eisen worden beide plannen minimaal 1 keer per jaar geëvalueerd.

Bij de inzet van enkel pleegzorg is er geen sprake van een regiebehandelaar, aangezien wordt aangesloten bij het normalisatieprincipe (binnen de pleegzorg groei je op en wordt niet behandeld).

Wel dienen pleegzorgbegeleiders kernbesluiten zoals beschreven in paragraaf 4.2 te bespreken met de gedragswetenschapper pleegzorg. Indien er sprake is van stapeling van pleegzorg met (hoog) specialistische jeugdhulp is er sprake van een regiebehandelaar. Deze voert regie over het hulpverleningstraject maar niet over het pleegzorgtraject. In dit geval wordt de pleegzorg actief betrokken bij het hulpverleningstraject.

De LWI’s pleegzorg (landelijke werkende instellingen) zijn onderaannemer van Jeugdhulp Friesland als pleegzorgaanbieder. Hierbij zijn bevoegdheden en verantwoordelijkheden behorende bij de pleegzorg door JHF gedelegeerd aan de LWI’s.

4.4 Spoedeisende hulp

Het kwaliteitsstatuut is ook van toepassing op de spoedeisende hulp (is naast pleegzorg, specialistisch en hoogspecialistisch een te onderscheiden zorgproduct). Dit met uitzondering van de toepassing van de route die de cliënt en zijn/haar systeem lopen voor inzorgname voor dit product en het formuleren van een hulpverleningsplan. Spoedeisende hulp heeft een duur van vier weken met maximaal een gemotiveerde verlenging van eenmaal vier weken waarbij uitzicht is op doorplaatsing. De gedragswetenschappers verbonden aan Spoedeisende hulp voeren niet het regiebehandelaarschap uit als omschreven in par. 4.2, maar als behandelaar zoals ook omschreven in par. 4.2. Daarbij is de behandelaar verantwoordelijk voor het schrijven van een veiligheidsplan.

4.5 Vormgeven gepast gebruik

Met dit kwaliteitsstatuut geeft Jeugdhulp Friesland aan hoe zij gepast gebruik bevordert. Gepast gebruik gaat over de juiste inzet van hulpverlening bij aanvang van hulpverlening (matched care) maar ook over op het juiste moment van op- en afschalen van hulpverlening tijdens een reeds lopend traject. Zo wordt over- en onderhulpverlening tegengegaan. De bestaande kwaliteitsstandaarden vormen hiervoor het uitgangspunt. Om over- en onderhulpverlening te voorkomen is kwalitatief goede, passende diagnostiek en (door)verwijzing beschikbaar in de hele keten. Daarnaast staat Jeugdhulp Friesland voor gezamenlijke besluitvorming door professional, cliënt en zijn/haar systeem en voor hulpverlening die is afgestemd op de persoonlijke situatie van cliënt en zijn/haar systeem.

(12)

Jeugdhulp Friesland bewaakt daarom de volgende zaken:

• Professionals zijn bevoegd en bekwaam, handelen volgens zorgstandaarden en beroepsrichtlijnen en houden hun deskundigheid op peil

• Er wordt gewerkt op basis van principes van matched care waar nodig en stepped care waar mogelijk

• De effectiviteit van de hulpverlening wordt regelmatig gemeten. De frequentie hiervan is conform de prestatie-indicatoren.

• Hulpverlening worden afgesloten wanneer er voldoende resultaat is behaald. Dit kan worden geconstateerd door enerzijds het hanteren van criteria voor beëindiging van de hulpverlening.

Anderzijds op basis van intervisie en peer reviews

Ten behoeve van benchmarking levert Jeugdhulp Friesland gegevens aan voor de landelijke benchmark, conform vigerende bestuurlijke afspraken en afspraken op grond van de Jeugdwet.

4.6 Tuchtrecht en klachtrecht

Een van de manieren om de kwaliteit van de beroepsbeoefening van professionals te waarborgen is het tuchtrecht: rechtspraak van, voor en door professionals. Tuchtrecht bestaat naast het klachtrecht.

Her klachtrecht heeft tot doel dat een cliënt bij en over Jeugdhulp Friesland kan klagen over de manier waarop de organisatie hen helpt of heeft geholpen, zoals over de bejegening. Het tuchtrecht heeft als doel de belangen van cliënten te beschermen. Dit gebeurt door het professioneel handelen van een professional te toetsen op naleving van de gedragsregels (inclusief ethische normen), zoals vastgelegd in de Beroepscode en de Richtlijnen Jeugdzorg. Bij het klachtrecht staat het recht van de cliënt in zijn relatie tot de instelling centraal. Bij het tuchtrecht staat het toetsen van het beroepsmatig handelen centraal.

5 Verantwoording, toetsing en controle van het kwaliteitsstatuut

Voor Jeugdhulp Friesland gelden eisen op het gebied van kwaliteit, verantwoording, toetsing en controle. Dit kwaliteitsstatuut voegt hieraan een normatief kader toe.

Door middel van ondertekening van zijn kwaliteitsstatuut verklaart Jeugdhulp Friesland de in dit model opgenomen normen in acht te nemen. Jeugdhulp Friesland beschikt over een cliëntenraad en een pleegouderraad (POR), waarmee het kwaliteitsstatuut afgestemd wordt en geëvalueerd.

6 Organisatie van de zorg

Jeugdhulp Friesland is verantwoordelijk voor de organisatie van de hulpverlening en de monitoring daarvan op zodanige wijze dat er sprake is van een veilige hulpverleningsomgeving.

Inzake de totale organisatie van de hulpverlening heeft Jeugdhulp Friesland is het volgende van toepassing:

• Door het hanteren van een aannamebeleid waarin voor de functie geldende beroepsregistraties een vereiste zijn en door het monitoren hiervan via een opleidingspaspoort ziet Jeugdhulp Friesland er op toe dat professionals bevoegd en bekwaam zijn, handelen volgens zorgstandaarden en beroepsrichtlijnen en hun deskundigheid op peil houden.

• De procedure die Jeugdhulp Friesland hanteert voor het op- en afschalen van de hulpverlening naar een volgend, respectievelijk voorliggend echelon is op dit moment in ontwikkeling in gezamenlijkheid met ketenpartners en verwijzers.

• Er zijn reguliere samenwerkingsafspraken gemaakt met VNN, Accare, Reik, Fier, GGZ Friesland, Ambiq en LWI´s pleegzorg met als doel integrale hulpverlening vorm te kunnen geven.

(13)

• Overleg en informatie-uitwisseling en –overdracht tussen regiebehandelaar en andere betrokken behandelaren is geregeld vindt gemiddeld 1 keer per 6 weken plaats en wordt vastgelegd in het dossier.

• Indien bij een zorgproces betrokken professionals het onderling oneens zijn wordt de escalatieprocedure zoals beschreven in paragraaf 4.2 toegepast.

• Door middel van regelmatige onafhankelijke audits wordt bewaakt dat professionals voldoen aan hun wettelijke dossierplicht.

• Het dossiersysteem (Care4) is zodanig ingericht zodanig dat relevante gegevens toegankelijk zijn voor alleen die professionals die betrokken zijn bij de hulpverlening aan de cliënt en zijn/haar systeem.

• De wachttijden worden gemonitord door de manager registratie en wachttijdinformatie voor cliënten en zijn/haar systeem worden toegankelijk gemaakt via de website van Jeugdhulp Friesland.

• De prestatie-indicatoren worden aangeleverd aan daartoe geëigende instanties (CBS en Jeugdzorg Nederland) om benchmarking mogelijk te maken.

Inzake het hulpverleningsproces aan cliënten en hun systeem is het volgende van toepassing:

• Hulpverlening en/of behandeling aan andere partijen wordt na toestemming van de cliënt mondeling en indien nodig schriftelijk overgedragen en vastgelegd in het dossier.

• Alleen informatie over cliënten en hun systeem waarvoor deze toestemming hebben gegeven en die relevant zijn gaan naar de verwijzer en andere professionals gaat, waarbij rekening wordt gehouden met wet- en regelgeving over privacy en medisch beroepsgeheim.

• Bij afsluiting van de behandeling worden in dialoog met de cliënt afspraken gemaakt hoe cliënten kunnen handelen indien er na afsluiting van de behandeling sprake is van crisis of terugval.

(14)

Bijlage 1: Begrippenlijst

Autonomie: de binnen de geldende beroeps(ethische) normen aanwezige professionele bewegingsruimte om naar eigen oordeel maatwerk te regelen

Behandelend hulpverleners: de bij het primaire hulpverleningsproces betrokken pedagogisch medewerkers, orthopedagogisch begeleiders, ambulant hulpverleners, pleegzorgwerkers, medici, paramedici, orthopedagogen, psychologen, NVO orthopedagoog-generalisten, kinder- en

jeugdpsychologen NIP, gezondheidszorgpsychologen, klinisch psychologen BIG, kinder- en jeugdpsychiaters en verpleegkundig specialisten BIG die beroepsmatig jeugdzorg verlenen binnen of namens Jeugdhulp Friesland.

Bekwaamheid: de zorgverlener dient voldoende kennis en ervaring te hebben ten aanzien van zijn werkzaamheden om die naar behoren te verrichten.

Bevoegdheid: de zorgverlener dient zijn werkzaamheden uit te voeren binnen de grenzen van zijn wettelijk omschreven deskundigheidsgebied.

BIG-beroepen: arts, tandarts, apotheker, verloskundige, verpleegkundige, fysiotherapeut, gezondheidszorgpsycholoog en psychotherapeut.

BIG-registratie: beoefenaren van de BIG-beroepen kunnen zich in het BIG-register laten

inschrijven indien zij voldoen aan de wettelijke opleidingseisen die voor hun beroep gelden en er voor hun inschrijving geen weigeringsgronden van toepassing zijn.

Integrale zorg: het geheel van activiteiten die tot doel hebben alle processen van een

zorgaanbieder (in het geval van ketenzorg van meerdere zorgaanbieders) die van invloed zijn op de kwaliteit van de zorg, zodanig te sturen en te borgen dat de zorg de kwaliteit heeft die men met elkaar nastreeft.

Gepast gebruik: de juiste inzet van hulp, niet meer dan nodig en niet minder dan noodzakelijk, op alle momenten tijdens een behandeling.

Intervisie: een vorm van intercollegiale toetsing op locatie waarbij de omstandigheden waaronder en de manier waarop collegae het beroep uitoefenen worden beoordeeld.

Intercollegiale toetsing: een toetsing van eigen inschatting bij een collega-behandelaar

Kwaliteitsvisitatie: een ter plaatse te verrichten onderzoek onder een groep professionals door collegae professionals, waarbij op basis van zelfevaluatie continue kwaliteitsverbetering van de zorgverlening aan patiënten/cliënten wordt nagestreefd.

Professional: een zorgverlener die om zorg te kunnen verlenen moet voldoen aan basis- kwaliteitseisen. Binnen Jeugdhulp Friesland is dat een bij het primaire proces van de jeugdzorg betrokken pedagogisch medewerker, ambulant hulpverlener, pleegzorgwerker, (para)medicus, gedragswetenschapper.

Professioneel handelen: de beroepsbeoefenaar handelt met de deskundigheid en zorgvuldigheid die van hem in deze situatie verwacht mag worden.

Professioneel netwerk: de samenwerking tussen verschillende zorgprofessionals, al dan niet binnen dezelfde zorgaanbieder.

(15)

Professionele standaard: richtlijnen, beroepsrichtlijnen, gedragscodes, (veld)normen, zorgstandaarden dan wel organisatiebeschrijvingen die betrekking hebben op het gehele zorgproces of een deel van een specifiek zorgproces en die vastleggen wat noodzakelijk is om vanuit het perspectief van de patiënt/cliënt goede zorg te verlenen.

Regiebehandelaar: minimaal WO opgeleide geregistreerde zorgverlener die de regie voert over het zorgproces.

SKJ: Geregistreerde professionals zijn opgenomen in een beroepsregister indien de professional voldoet aan bepaalde eisen en zijn/haar vak onderhoudt. Zij verbinden zich aan de normen en standaarden die de beroepsgroep zelf aan goede professionals stelt, zoals een beroepscode en vakinhoudelijke richtlijnen.

Beroepsregistratie draagt hiermee bij aan de kwaliteit van de hulpverlening. Voor het registreren is het Kwaliteitsregister Jeugdzorg (SKJ) ingesteld dat beheerd wordt door een onafhankelijke, door de overheid erkende stichting. In het Kwaliteitsregister zijn vooralsnog 2 beroepsgroepen opgenomen:

jeugdzorgwerkers en gedragswetenschappers (psychologen en orthopedagogen).

Supervisie: het werken onder begeleiding van een supervisor om te leren over de gezondheidszorg.

Veldnorm: is een handelingsinstructie voor zorgvuldig en professioneel handelen in de zorg.

Dergelijke veldnormen worden opgesteld door het veld zelf om aan te geven welke normen zij onderling of in hun betrekkingen met derden in acht zullen nemen en fungeren als toetssteen.

WO opgeleide en geregistreerde gedragswetenschappelijk professional: psycholoog, orthopedagoog, NVO orthopedagoog-generalist, Kinder- en Jeugdpsycholoog NIP, gezondheidszorgpsycholoog, klinisch psycholoog.

Zorgaanbieder: de rechtspersoon of individueel persoon, die zorg verleent binnen het domein van de gespecialiseerde jeugdzorg.

Zorgverlener: de voor de zorginstelling werkzame of vrijgevestigde beroepsbeoefenaar die met de cliënt en zijn/haar systeem in het kader van de behandeling of begeleiding persoonlijk contact heeft.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Over alle camera’s wordt online vaak heel veel (on)zin gezegd, maar mijn belangrijkste advies bij het kiezen van een camera dat ik kan geven, is dat als je de camera vast hebt en

Indien de behandelaar van de cliënt niet de regiebehandelaar is, kan cliënt voor vragen en problemen tijdens de behandeling altijd bij de regiebehandelaar terecht.. In het geval

 Zakelijke kilometers met privé-voertuigen: in 2017 zijn er geen zakelijke kilometers met privé- auto’s afgelegd, zij komen daardoor niet tot uiting in deze voetafdruk. Voor het

Wat betreft de door leden van de fractie van de VVD gestelde vraag over de budgettaire gevolgen van het meerjarenprogramma van het Steunpunt RI&E kan worden geantwoord dat

We willen jullie vragen rekening te houden met elkaar en met de kinderen, zodat iedereen zich veilig kan bewegen rondom de

Gepeste leerlingen voelen zich vaak eenzaam, hebben in de omgeving waarin ze gepest worden dikwijls geen vrienden om op terug te vallen en kunnen soms beter met

Het concreet te verlenen pakket van zorg en diensten waarop de cliënt recht heeft, is al voor zijn intrede in het WBC vastgesteld aan de hand van een onafhankelijk gestelde

databaseserver-naam, de share-naam en de cache-grootte. Indien voor een Standaard installatie is gekozen, dan kan je verder gaan bij stap 10. Bij een Aangepaste installatie,