• No results found

REGLEMENT VAN ORDE FACULTEITSRAAD RSM ERASMUS UNIVERSITY

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "REGLEMENT VAN ORDE FACULTEITSRAAD RSM ERASMUS UNIVERSITY"

Copied!
7
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

REGLEMENT VAN ORDE FACULTEITSRAAD RSM ERASMUS UNIVERSITY

HOOFDSTUK 1: BEGRIPSBEPALINGEN

Artikel 1

In dit artikel wordt verstaan onder:

de faculteit: het van overheidswege gefinancierde gedeelte van de Rotterdam School of Management Erasmus University van de Erasmus Universiteit Rotterdam;

de raad: de faculteitsraad van de RSM Erasmus University van de Erasmus Universiteit Rotterdam;

de voorzitter: de voorzitter van de faculteitsraad van de RSM Erasmus University van de Erasmus Universiteit Rotterdam;

de plaatsvervangend voorzitter: de plaatsvervanger van de voorzitter van de faculteitsraad van de RSM Erasmus University van de Erasmus Universiteit Rotterdam die bij zijn afwezigheid zijn taken waarneemt;

de decaan: degene belast met het algemeen beheer van de RSM Erasmus University van de Erasmus Universiteit Rotterdam;

de ambtelijke secretaris: de door de decaan ter ondersteuning van de faculteitsraad aangewezen functionaris;

het faculteitsreglement: het Reglement van de RSM Erasmus University van de Erasmus Universiteit

Rotterdam, als bedoeld in artikel 9.14(3) van de Wet op het Hoger Onderwijs en Wetenschappelijk Onderzoek (WHW).

HOOFDSTUK 2: WERKWIJZE VAN DE FACULTEITSRAAD

Paragraaf 1. Bijeenkomen eerste vergadering Artikel 2

1. De voorzitter van de afgetreden FR roept binnen een maand na bekendmaking van de uitslag van de verkiezingen, de nieuw gekozen leden van de FR bijeen voor een eerste vergadering.

2. De raadsleden benoemen uit hun midden een kiescommissie van drie personen. Deze kiescommissie bereidt de verkiezing van een nieuwe voorzitter en een nieuwe plaatsvervangend voorzitter voor. De vergadering wordt bijeengeroepen overeenkomstig het bepaalde in artikel 6.

3. De voorzitter van de afgetreden faculteitsraad neemt het voorzitterschap waar tot het moment waarop de nieuwe faculteitsraad een voorzitter gekozen heeft.

Paragraaf 2. Voorzitter, plv. voorzitter, secretaris en voorzieningen

(2)

Artikel 3

1. De faculteitsraad kiest, al dan niet uit zijn midden, een voorzitter voor een bij die verkiezing nader te bepalen termijn. De voorzitter is na afloop van zijn zittingstermijn terstond herkiesbaar.

2. De faculteitsraad kent een of meer (maximaal twee) plv. voorzitters. Een hiervan is in ieder geval afkomstig uit de studentengeleding in de faculteitsraad.

Bij afwezigheid van de voorzitter van de faculteitsraad neemt de plaatsvervangend voorzitter het voorzitterschap waar.

3. De voorzitter ziet er op toe, dat de orde tijdens de vergaderingen wordt gehandhaafd. Hij kan een raadslid die de orde verstoort of beledigende taal bezigt het woord ontnemen.

4. De voorzitter, of bij zijn verhindering de plv. voorzitter, vertegenwoordigt de faculteitsraad in en buiten rechte.

5. De secretaris verzorgt, in samenspraak met de voorzitter, de interne coordinatie en externe communicatie, alsmede de administratieve ondersteuning.

Paragraaf 3 Frequentie vergaderingen en vergaderschema Artikel 4

1. De faculteitsraad vergadert tenminste 6 maal per zittingsjaar en zo vaak als nodig is overeenkomstig artikel 8 lid 5 van het faculteitsreglement en om zijn taak op grond van de WHW naar behoren te kunnen vervullen.

2. De faculteitsraad stelt in zijn eerste vergadering, na overleg met de decaan, een voorlopig vergaderschema vast voor het zittingsjaar.

3. Overeenkomstig artikel 8 lid 5 van het Faculteitsreglement, is de voorzitter verplicht, op een daartoe strekkend met redenen omkleed schriftelijk verzoek van de decaan, de faculteitsraad, het deel van de raad dat uit en door het personeel, dan wel het deel van de raad dat uit en door de studenten is gekozen, binnen drie weken na indiening van het verzoek een vergadering van de raad met de decaan te beleggen. Het bepaalde in artikel 6 lid 1 wordt hierbij in acht genomen.

Paragraaf 4. Voorbereiding en bijeenroepen van de vergadering Artikel 5

1. De voorzitter bereidt de agenda voor de vergaderingen van de raad voor en doet een voorstel.

2. De voorzitter geeft in het voorstel tot agenda aan welke onderwerpen in een besloten vergadering dienen te worden behandeld, zulks met inachtneming van het bepaalde in artikel 17 en volgende.

3. Een raadslid kan de voorzitter tot vijftien dagen voor de dag van de vergadering schriftelijk verzoeken een onderwerp op het voorstel tot agenda te plaatsen. Eventuele bijbehorende stukken worden tegelijk met het verzoek ingediend.

4. In bijzondere gevallen kan de raad, op verzoek van zijn leden, besluiten een onderwerp aan de agenda toe te voegen. Dit onderwerp kan geen betrekking hebben op personen.

(3)

Artikel 6

1. De raadsleden worden zeven dagen voor de dag van de vergadering door of namens de voorzitter schriftelijk tot de vergadering opgeroepen. Van de gestelde termijn tot oproeping kan slechts worden afgeweken in het geval als bedoeld in het derde lid van dit artikel.

2. Met de oproep worden het voorstel tot agenda en de daarbij behorende stukken meegezonden. Hierbij zijn in ieder geval:

a. het verslag en de besluitenlijst van de vorige vegadering;

b. de ingekomen stukken

c. de stukken, waarvan de voorzitter of een raadslid kennisname door de raadsleden wenselijk acht;

d. de bij een verzoek als bedoeld in artikel 5 lid 3 ingediende stukken.

3. De voorzitter kan de raadsleden voor de behandeling van een spoedeisend onderwerp op verkorte termijn in vergadering bijeen roepen. De termijn tot oproeping mag echter niet korter zijn dan vierentwintig uur.

4. Een raadslid dat verhinderd is een vergadering bij te wonen, geeft hiervan tijdig en minimaal 48 uur (tenzij sprake is van het gestelde in lid 3) kennis aan de secretaris van de raad, zo mogelijk schriftelijk.

Paragraaf 5 Beraadslaging en besluitvorming Artikel 7

1. De voorzitter opent de vergadering eerst, nadat hij heeft vastgesteld dat tenminste de meerderheid van het aantal leden aanwezig is.

2. Nadat de vergadering is geopend kan de raad beraadslagen en besluiten nemen totdat het vereiste aantal leden niet meer aanwezig is.

Artikel 8

1. Indien het vereiste aantal leden een kwartier na de in de oproep gestelde aanvangstijd niet aanwezig is, stelt de voorzitter vast dat de vergadering geen doorgang kan vinden.

2. Indien een vergadering, op grond van het in het vorige lid bepaalde, geen doorgang heeft kunnen vinden, belegt de voorzitter zo spoedig mogelijk, met inachtneming van het bepaalde in artikel 6 lid 1 van dit Reglement, een nieuwe vergadering.

3. Indien in een nieuw belegde vergadering, zoals genoemd in lid 2, de vereiste meerderheid van het aantal leden wederom niet aanwezig is, kan slechts beraadslaagd en besloten worden over die aangelegenheden die op de agenda zijn vermeld.

Artikel 9

1. De raad stelt na de opening van de vergadering de agenda vast.

2. Stukken inzake onderwerpen, die in afwijking van het voorstel tot agenda op de agenda zijn geplaatst, worden ter vergadering rondgedeeld.

(4)

Artikel 10

1. De behandeling van de onderwerpen geschiedt in principe volgens de volgorde van de agenda. De voorzitter stelt de agendapunten aan de orde.

2. Elk lid kan vragen stellen over de vergaderorde.

3. De voorzitter kan, voor zover de raad zich hiermee verenigt, een beperking van de spreektijd instellen. Deze beperking wordt ingesteld bij het begin van de behandeling van het desbetreffende agendapunt.

Artikel 11

De raad kan alleen besluiten nemen omtrent aangelegenheden, die op de agenda staan, tenzij het betreft besluiten van orde. Van deze regel kan slechts dan afgeweken worden, indien de raad, of in het geval als bedoeld in artikel 10 van het Faculteitsreglement, de personeelsgeleding, in voltalligheid aanwezig is en daarover in unanimiteit beslist.

Artikel 12

1. De voorzitter kan de vergadering schorsen, indien hij dit voor het verloop van de vergadering wenselijk acht.

2. De voorzitter schorst voorts de vergadering, indien de meerderheid van de aanwezige leden van de raad hierom verzoekt. De raad bepaalt daarbij de duur van de schorsing.

Artikel 13

Een raadslid dat door zijn gedragingen regelmatig de voortgang van de vergadering verstoort en de faculteitsraad belemmert in de uitvoering van zijn taak kan door de raad op voorstel van de voorzitter worden geschorst. Voor een dergelijke besluit is een gekwalificeerde meerderheid vereist van 3/4 van de stemmen van de op dat moment bij de vergadering aanwezige raadsleden. De raad bepaalt de termijn van de schorsing.

Artikel 14

1. Over zaken wordt mondeling c.q. schriftelijk gestemd. Dit wordt bepaald door een meerderheid van de op dat moment aanwezigen raadsleden bij desbetreffende vergadering. Over personen wordt altijd schriftelijk gestemd. Voor de berekening van het aantal uitgebrachte stemmen, tellen blanco stemmen niet mee.

2. In geval sprake is van uitoefening van de bijzondere bevoegdheden in de zin van artikel 9.50 WHV en artikel 10 van het Faculteitsreglement is voor een besluit van de Personeelsgeleding van de raad een meerderheid vereist van de door deze geleding uit te brengen stemmen.

3. Indien geen meerderheid of gekwalificeerde meerderheid van stemmen wordt gehaald of in het geval de stemmen staken, wordt het voorstel opnieuw in stemming gebracht. Indien de stemmen wederom staken c.q.

de vereiste (gekwalificeerde) meerderheid niet wordt gehaald, wordt het voorstel geacht te zijn verworpen.

Paragraaf 6 Commissie en deskundigen (genodigden) Artikel 15

(5)

1. De raad kan een commissie instellen of een deskundige verzoeken om hem voor de behandeling van een bepaald onderwerp te adviseren.

2. De raad neemt over het betreffende onderwerp geen besluiten, voordat de betreffende commissie of deskundige in de gelegenheid is gesteld een advies uit te brengen. De raad bepaalt de termijn waarbinnen het advies wordt uitgebracht.

3. Een advies wordt schriftelijk uitgebracht tenzij het een spoedeisend karakter heeft. In dat geval kan de raad bepalen dat met een mondeling advies kan worden volstaan.

4. In het geval een advies schriftelijk wordt uitgebracht, wordt de commissie of deskundige in de gelegenheid gesteld de vergadering bij te wonen waarin het onderwerp wordt besproken, om zonodig een toelichting te kunnen geven op het advies.

Artikel 16

1. De raad kan een of meer deskundigen uitnodigen tot het bijwonen van zijn vergadering, met het oog op de behandeling van een bepaald onderwerp.

2. De raad kan een dergelijke uitnodiging ook doen aan de decaan, die zich kan laten vergezellen door een of meer

leden van het bestuursteam.

3. De voorzitter nodigt in ieder geval uit diegenen van de faculteitsgemeenschap die overeenkomstig artikel 5 lid 3 een onderwerp voor de agenda hebben ingediend.

4. Aan de in lid 1, lid 2 en lid 3 bedoelde personen worden tijdig de agenda van de betrokken vergadering en de stukken, die zij hiervoor nodig hebben verstrekt.

5. De leden van de raad kunnen in de vergadering aan de in het eerste en tweede lid bedoelde personen inlichtingen en adviezen vragen.

Paragraaf 7 Openbaarheid vergaderingen en geheimhouding Artikel 17

De faculteitsraad kan besluiten, dat de vergaderingen of een deel daarvan niet openbaar zijn, indien deze openbaarheid de faculteit, de bij de aangelegenheid betrokken persoon/personen of derden onevenredig in hun belangen zou kunnen schaden.

Artikel 18

1. De raad beraadslaagt in ieder geval in een besloten vergadering:

a. indien aangelegenheden van persoonlijk belang dat eisen;

b. over vertrouwelijke stukken.

2. Indien bij een bepaalde vergadering of een onderdeel daarvan een bij uitstek persoonlijk belang van een van de leden van de raad in het geding is, kan de raad besluiten dat het betrokken lid aan die vergadering of dat onderdeel daarvan niet deelneemt. De raad, besluit dan tevens dat de behandeling van de desbetreffende aangelegenheid in een besloten vergadering plaats heeft.

3. Vertrouwelijke stukken, als bedoeld in het eerste lid onder b, zijn stukken die door de voorzitter of de indiener als zodanig zijn gekwalificeerd.

(6)

4. De raad kan weigeren een stuk als vertrouwelijk in behandeling te nemen. In dat geval kan de voorzitter respectievelijk de indiener de kwalificatie vertrouwelijk vervallen verklaren dan wel het stuk terugnemen.

Artikel 19

De leden van de raad zijn tot geheimhouding verplicht t.a.v. hetgeen hen uit vertrouwelijke stukken of in een besloten vergadering ter kennis komt. Dezelfde verplichting rust ook op de ambtelijke secretaris van de raad en op de personen die -op uitnodiging- de beraadslaging van de faculteitsraad bijwonen.

Artikel 20

1. Het advies van de raad aan het College van Bestuur betreffende het voornemen tot de benoeming, de (tussentijdse) schorsing of het (tussentijds) ontslag van de decaan, wordt voorbereid in een besloten vergadering.

2. De voorzitter roept de raadsleden in geval van lid 1, overeenkomstig artikel 6 lid 3 van dit Reglement, op korte termijn in vergadering bijeen.

3. De leden van de raad en de personen die uit hoofde van hun functie kennis nemen van hetgeen in een besloten vergadering is behandeld, zijn dienaangaande verplicht tot geheimhouding. Deze verplichting geldt eveneens de betreffende stukken en het advies dat aan het College van Bestuur wordt uitgebracht.

4. De leden van de raad zijn gehouden de stukken die hen door het College van Bestuur werden overgemaakt ter voorbereiding van het advies aan het einde van de vergadering bij het secretariaat in te leveren.

Paragraaf 8 Verslaglegging en bekendmaking Artikel 21

1. Van elke vergadering van de raad wordt een verslag en besluitenlijst opgemaakt.

2. Het verslag (en de besluitenlijst) worden door de ambtelijke secretaris in overleg met de voorzitter zo spoedig mogelijk toegezonden aan de leden van de faculteitsraad, doch uiterlijk 14 dagen vóór het plaatsvinden van de nieuwe vergadering.

3. Tenzij een lid van de faculteitsraad binnen twee weken na toezending en met redenen toegelicht bezwaar heeft gemaakt tegen de inhoud van het concept-verslag, en/of de concept-besluitenlijst maakt de ambtelijke secretaris in overleg met de voorzitter het verslag (en de besluitenlijst) bekend aan de leden van de faculteitsgemeenschap en aan de decaan

4. Indien een bezwaar als bedoeld in lid 3 is gemaakt, maakt de ambtelijke secretaris in overleg met de voorzitter het verslag (en besluitenlijst) pas bekend nadat de raad over het bezwaar heeft beslist.

5. De besluitenlijst wordt na goedkeuring van het verslag door de faculteitsraad zo spoedig mogelijk aan alle leden van de faculteitsgemeenschap per e-mail bekend gemaakt.

HOOFDSTUK 3: SLOTBEPALINGEN

Artikel 22

1. Dit Reglement kan worden gewijzigd of aangevuld door de faculteitsraad.

(7)

2. In een vergadering waarin wordt besloten het Reglement te wijzigen of aan te vullen, dienen ten minste 7 leden van de faculteitsraad aanwezig te zijn.

3. Een dergelijk besluit als genoemd in lid 2 vereist een meerderheid van het aantal uitgebrachte stemmen.

Artikel 23

Dit Reglement treedt in werking zodra de raad heeft besloten dit Reglement vast te stellen.

1998-02-07

Laatst gewijzigd door FR in vergadering 2007.5 d.d. 9 oktober 2007

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

De 'lijst van ondersteunende kiesgerechtigden' mag niet worden ondertekend door de studenten die voorkomen op

De Kieswet bepaalt (H 4 lid 8) dat schriftelijke verklaringen van kiezers, dat zij de lijst ondersteunen, alleen zijn vereist voor partijen die nog geen zitting hebben in

Bij de kandidatenlijst kunnen extra rijen worden ingevoegd indien nodig.. Overbodige rijen kunnen

In de situatie dat er een Wlz-(her)aanvraag gedaan moet worden is de familie genoodzaakt om de gang naar de rechter te maken voor het aanstellen van een mentor.. Het CIZ neemt

Voor sommige instrumenten zijn voldoende alternatieven – zo hoeft een beperkt aantal mondelinge vragen in de meeste gevallen niet te betekenen dat raadsleden niet aan hun

Onder civil service systems wordt al het personeel in het publieke domein ge- rekend, ongeacht het (juridische) karakter van de aanstelling, ongeacht of het personeel aangesteld

een goed signaal betreffende het commitment van de uitvoeringsinstellingen zijn, wanneer het opdrachtgeverschap voor het programma niet automatisch bij BZK wordt neergelegd,

Indien de aanvraag een zeer ingewikkeld of omstreden onderwerp betreft, kan het bestuursorgaan, alvorens een ontwerp ter inzage te leggen, binnen acht weken na ontvangst van