OPENBAAR FAILLISSEMENTSVERSLAG NR. 3 EX ARTIKEL 73A FAILLISSEMENTSWET
NAAM FAILLISSEMENT : Heidehof Diervoeders BV
INSCHRIJVINGSNUMMER KVK : 09059811
FAILLISSEMENTSNUMMER : 12/76 F
RECHTER-COMMISSARIS : Mr. P.F.A. Bierbooms rechtbank Zutphen
CURATOR : Mr. C.A. Prinsen, Postbus 218, 7000 AE Doetinchem
AANVRAGER(S) : Mr. C.A. Prinsen, curator in de surseance van betaling, heeft verzocht om de surseance in te trekken, waarna het
faillissement is uitgesproken.
DATUM FAILLISSEMENT : 21 februari 2012
DATUM VERSLAG : 7 september 2012
DATUM VORIG VERSLAG : 30 mei 2012
BOEDELREKENINGNUMMER : 52.59.89.625
SALDO BOEDELREKENING : € 10 649,21
BIJLAGEN : Bijlage 1: overzicht met faillissementscodes.
TIJDOPGAVE
Bestede uren in verslagperiode : 7,70.
Bestede uren totaal : 57,90.
INLEIDING 1. Inventarisatie
1.1 Directie en organisatie
In het eerste verslag heb ik vermeld dat Heidehof Holding B.V.
de bestuurder was van Heidehof Diervoeders B.V.
Heidehof Holding is op 21 februari 2012 in staat van faillissement verklaard en dit faillissement is op 4 september 2012 opgeheven bij gebrek aan baten. Aan geen der schuldeisers kon enige uitbetaling volgen.
De bestuurder van Heidehof Holding B.V. was de heer G.D.H.
Rensink, eveneens wonende te Aalten, aan de Slaadijk 18a.
Deze is op 24 juli 2012 in staat van faillissement verklaard, zulks met mijn benoeming tot curator.
1.3 Duurovereenkomsten Geen bijzonderheden.
1.4 Oorzaak faillissement Geen bijzonderheden.
1.5 Werkzaamheden Geen.
2. Personeel Geen bijzonderheden.
3. Activa
3.1 Onroerende zaken
In het eerste verslag heb ik vermeld dat gefailleerde geen onroerende zaken in eigendom heeft. Het bedrijfspand aan de Slaadijk 18a was eigendom van Heidehof Holding B.V. Dit bedrijfspand is op 15 mei 2012 door de hypotheekhouder geveild. De opbrengst was€ 1.500 000. De schuld aan de hypotheekhouder overtreft dat bedrag verre.
Werkzaamheden Geen
Bedrijfsmiddelen
3.5 Beschrijving In het eerste en tweede openbare verslag heb ik gemeld dat de bedrijfsmiddelen en de voorraden waren verpand aan de ING- Bank.
In het tweede verslag heb ik aangegeven dat door de pandhouder opdracht was gegeven aan BVA Auctions te Hoevelaken om een executieveiling te organiseren. Deze heeft plaatsgevonden en de totaalopbrengst bedroeg€ 123.072,90. Na aftrek veilingkosten resteerde€ 106.164,26.
Een gedeelte van het geveilde betrof zogenaamde bodemzaken,
waarop het bodemvoorrecht van de fiscus rust.
Er is een specificatie gemaakt van de bodemzaken en de niet- bodemzaken. De bodemzaken hebben opgebracht€ 41.983,30 en de veilingkosten daarvan bedroegen€ 4.985,25, zodat netto ten behoeve van de boedel resteerde € 36.998,05 Dat bedrag is op 11 juni 2012 door het veilingbureau overgemaakt naar de faillissementsrekening.
3.6 Verkoopopbrengst Zie 3.5.
3.7 Boedelbijdrage Zie 3.5.
3.8 Bodemvoorrecht fiscus Zie 3.5.
3.9 Voorraad /
onderhanden werk
Voor de opbrengst van bedrijfsmiddelen en voorraad verwijs ik naar het hierboven gestelde met betrekking tot de veiling.
Werkzaamheden Geen.
Overige activa Geen bijzonderheden.
4. Debiteuren Geen bijzonderheden.
Werkzaamheden Geen.
5. Bank / Zekerheden Geen bijzonderheden.
5.4 De ING-Bank heeft, in haar hoedanigheid van pandhouder, alle zekerheden uitgewonnen. De bank heeft een pro resto vordering op gefailleerde.
Werkzaamheden Geen.
6. Doorstart / voortzetten Geen bijzonderheden.
Alle zekerheden zijn door de bank uitgewonnen. Er is geen sprake van doorstart.
De goederen welke met eigendomsvoorbehoud waren geleverd zijn retour gegaan naar de leveranciers. Met de pandhouder heeft afwikkeling plaatsgevonden.
Werkzaamheden Geen.
7. Rechtmatigheid
7.1 Boekhoudplicht In het eerste en tweede verslag heb ik reeds vermeld dat er niet voldaan is aan de boekhoudplicht en dat er vanaf 2007 geen jaarstukken meer zijn voltooid. De accountant heeft de werkzaamheden beëindigd in verband met niet-betaling door gefailleerde.
In het tweede verslag heb ik vermeld dat de rapportage van de FIOD, gemaakt in opdracht van de Belastingdienst, ter beoordeling ligt bij het Parket van de Officier van Justitie.
Hoewel er mijns inziens voldoende argumenten zijn om de heer G D.H. Rensink in rechte te betrekken in verband met de genoemde onregelmatigheden wordt daarvan afgezien, zulks met goedkeuring van de Rechter-Commissaris d.d. 13 juni 2012.
De heer Rensink biedt geen verhaal. Zijn privé-woning is in opdracht van de hypotheekhouder geveild en hij is op 24 juli 2012 in staat van faillissement verklaard.
Het strafrechtelijke aspect ligt ter beoordeling bij de Officier van Justitie.
8. Crediteuren
8.1 Boedelvorderingen In het tweede verslag heb ik reeds vermeld dat bij beschikking van de rechtbank Zutphen d.d. 7 maart 2012 het salaris van de bewindvoerder (thans curator) over de periode van surséance van betaling is vastgesteld op € 21.390, exclusief BTW en exclusief verschotten.
In totaal betreft dit een bedrag inclusief BTW en verschotten ad
€ 26.531,05.
Krachtens het bepaalde in artikel 249 lid 1 sub 3 Faillissements- wet geldt die declaratie als een boedelvordering in het faillisse- ment. Genoemd bedrag is op 10 juli 2012 van de faillissements- rekening afgeschreven.
Het UWV te Amsterdam heeft een boedelvordering ingediend ad
€ 21 606,56 in verband met overname loonverplichtingen ex artikel 66 Werkloosheidswet.
8.2 Preferente vordering van de fiscus
€ 238.141,00.
8.3 Preferente vordering van het UWV
€ 42.963,24.
8.4 Andere preferente crediteuren
€ 4.756,04
8.5 Aantal concurrente crediteuren
118.
8.6 Bedrag concurrente crediteuren
€ 2.283.595,62.
8.7 Verwachte wijze van afwikkeling
Opheffing bij gebrek aan baten.
9. Overig
9.1 Termijn afwikkeling faillissement
Zoals gemeld is op 24 juli 2012 de heer Rensink privé in staat van faillissement verklaard.
In Duitsland was er sprake van twee vestigingen (zelfstandige besloten vennootschappen) genaamd Heidehof Tierfutter GmbH. Deze zijn recentelijk ook in staat van faillissement verklaard, zulks met benoeming van dr. L. Schoofs, Rechtsanwalt te Bocholt, tot curator / Konkursverwalter. Met hem heb ik op 16 augustus 2012 te Aalten een onderhoud gehad, waarbij de diverse faillissementen zijn besproken.
9.2 Plan van aanpak Mij bereiken nog regelmatig vragen over dit faillissement, terwijl ik nog post ontvang welke beantwoord dient te worden. Ik verwacht dat op een termijn van ca. drie maanden opheffing bij gebrek aan baten kan plaatsvinden.
Het saldo van de faillissementsrekening dat thans € 10 649,21 bedraagt kan worden aangewend voor betaling van boedelkosten / salaris curator en het eventuele restant kan worden uitbetaald aan het UWV in mindering op de boedelvordering.
9.3 Indiening volgend verslag Over 3 maanden.
Voor de goede orde wordt er op gewezen dat aan dit verslag geen rechten ontleend kunnen worden en dat het verslag uitsluitend een weergave is van de feiten en omstandigheden zoals deze thans ter kennis van de curator zijn gekomen.
Doetinchem, 7 september 2012
mr. C.A. Prinsen, curator
