• No results found

Ontruiming jungle Calais: dweilen met de kraan open

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Ontruiming jungle Calais: dweilen met de kraan open"

Copied!
16
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

€ 2,20

72ste jaargang • nummer 43 • donderdag 27 oktober 2016 Weekblad P608721 Afgiftekantoor 2099 Antwerpen X

Voor mensen met een goed hart en een slecht karakter...

De “jungle” van Calais ontstond in 2002, toen Frankrijk het opvangcentrum van Sangatte sloot, omdat dit voor teveel problemen zorgde.

Wat in de plaats kwam bleek echter veel erger.

Illegalen begonnen er geïmproviseerde kam- pen op te trekken in afwachting van een kans om stiekem naar Engeland te kunnen over- steken. Oorspronkelijk waren het er slechts enkele honderden, maar vanaf 2014 begon de enclave van illegaliteit echter uit haar voegen te barsten. Tot vorige week verbleven er bijna 10.000 mensen.

De flessenhals naar Engeland

De laatste twee jaar waren de problemen met de jungle ook toegenomen. Zware inciden- ten en geweldplegingen tegen doortrekkende vrachtwagenchauffeurs en Franse buurtbewo- ners werden schering en inslag. Ook binnen het kamp verslechterde de toestand. Mensenhan- delaars konden er ongestraft opereren. Etni- sche tegenstellingen en criminele afrekenin- gen zorgden voor slachtoffers. Minderjarigen werden seksueel misbruikt, ook door “hulp- verleners”. Gebrek aan hygiëne veroorzaakte ziektes.

Tientallen extreemlinkse actievoerders van de organisatie “No Borders” waren voortdu- rend aanwezig om de illegalen aan te sporen tot daden van protest en verzet tegen om het even welke politionele actie. Het economi- sche en sociale leven van Calais begon zwaar te lijden onder de aanwezigheid van de jungle.

Calais is de flessenhals voor de lange tocht van de gelukzoekers naar het Verenigd Konink- rijk. Maar waarom willen die toch zo graag het Kanaal over? Saskia De Coster van de VRT ver- klaarde op het journaal van 23/10 dat het kamp in Calais de schuld was van de trage asielpro- cedure in Frankrijk. Daarom zouden deze men- sen liever naar het VK gaan.

Absolute flauwekul, uiteraard. Ze zijn op hun lange tocht naar het Britse Schiereiland vele

landen doorgetrokken die veel snellere proce- dures hebben.

De politiek correcten verwijzen ook graag naar de Engelse taal, die door de vluchtelingen gemakkelijker zou worden begrepen, of naar het feit dat velen daar reeds familie zouden hebben. Voor een minderheid kan dat meespe- len. Maar voor de overgrote meerderheid gel- den andere overwegingen. Vooral het feit dat in het VK geen identiteitskaarten bestaan geeft de doorslag in de keuze van eindbestemming.

Dit heeft tot gevolg dat in dat land op allerlei wijze inkomen kan vergaard worden zonder identificatieplicht. Vluchtelingen kunnen niet alleen terecht in het zeer grote Britse zwart- werkcircuit, maar ook van allerlei sociale voor- delen genieten zonder papieren voor te leggen.

Kindjes met wijsheidstanden

De Britten hebben ondertussen toch een geste richting Frankrijk gedaan door de belofte om de onbegeleide minderjarigen op te nemen. Begin deze week kwamen de eer- ste “kinderen” al aan in Dover. Op de foto’s die toen door journalisten werden genomen leken de “kinderen” echter verdacht veel op kloeke volwassenen.

En hoe komt het toch dat er geen meisjes tussen zitten? Een Britse verpleegster stelde vast dat de meesten al wijsheidstanden had- den, die bij u of mij te vroegste verschijnen na onze 17e verjaardag. Het probleem werd dan maar opgelost door schermen te plaat- sen. Waar “kindjes” worden in- en uitgeladen, kunnen journalisten voortaan geen foto’s meer maken van hun ongeschoren en toch wel zeer mannelijke gezichtjes.

Er zullen er zijn die de jungle missen. Het kamp was een populair bedevaartsoord gewor- den, een modern Santiago de Compostella voor acteurs en zangers die hun hedonisti- sche levens even opzij wilden zetten en hun morele verhevenheid konden bewijzen door

een bezoek van een paar uur aan de jungle.

Na de verplichte krokodillentranen en de ver- oordeling van het egoïsme en de onverschillig- heid van hun landgenoten konden ze zich dan weer, met een goed gevoel over zichzelf, aan boord van hun jet hijsen, net op tijd voor een feestje in de Grouchoclub in Soho.

De laatste in het rijtje was de Britse zange- res Lilly Allen. Zij ging zich in het kamp veront- schuldigen voor het onmenselijke gedrag van haar regering. “Wij hebben jullie verjaagd door jullie land te bombarderen.” De inwoners van het kamp, in meerderheid afkomstig uit Afrika, moeten zich verwonderd afgevraagd hebben wanneer die bombardementen precies heb- ben plaatsgevonden.

Onwettelijk gedrag beloond

Maandag was het dan eindelijk zover. Onder begeleiding van duizenden politieagenten en andere hulpverleners werd een begin gemaakt aan de evacuatie van de jungle. De uit de hand lopende problemen zullen een rol gespeeld hebben in de beslissing. De spectaculaire resul- taten van het Front National in de regionale verkiezingen van Nord-Pas-de-Calais zullen de actiebereidheid minstens evenveel beïn- vloed hebben.

Wie echter denkt dat met deze operatie de rechtsstaat hersteld wordt, vergist zich.

Degenen die in de kampen verbleven heb- ben bewust alle wetten betreffende verblijf en asiel aan hun laars gelapt, om nog niet te spre- ken van de vele andere wetten die een aantal onder hen hebben overtreden. Aan mensen die geen enkel recht hebben om in Frankrijk te zijn, wordt nu gesmeekt om toch maar de gastvrij- heid te aanvaarden van een Frans vluchtelin- gencentrum en daar alsjeblieft ook maar asiel aan te vragen.

Het signaal dat eigenlijk wordt uitgestuurd, is dat onwettelijk gedrag (en vooral volharding in onwettelijk gedrag) uiteindelijk beloond wordt.

En daarmee gaat men naar de kern van het catastrofale vluchtelingenbeleid. Avonturiers van over de hele wereld zullen blijven komen zolang ze de redelijke hoop kunnen koeste- ren dat ze in hun onwettelijke opzet kunnen slagen.

De jungle van Europa

Laat ons niet vergeten dat de enige reden waarom de vluchtelingenstroom vorig jaar werd afgeremd, de opstandige houding was van landen zoals Hongarije, die, tegen de zin van Europa, hekken zijn beginnen bouwen en een strenge grensbewaking hebben ingevoerd.

De strenge aanpak kon rekenen op de gebruike- lijke kreten van afschuw van de linkse moraal- ridders in pers en politiek, maar bleek bijzonder efficiënt. De vluchtelingenstroom verminderde nog vóór de grote marchandage van de Euro- pese Unie met Turkije in maart.

De Turkije-deal lijkt ondertussen trouwens een grote flop te worden. Niet alleen omdat er nu andere routes worden gebruikt (reeds 150.000 vluchtelingen kwamen dit jaar aan land in Italië), maar vooral omdat het akkoord zelf niet wordt uitgevoerd. Griekenland is er in 7 maanden niet in geslaagd om meer dan 600 illegalen naar Turkije terug te sturen. Ondertus- sen blijven nieuwe horden vluchtelingen aan- komen op de Griekse eilanden. De druk wordt daar stilaan onhoudbaar.

Gerald Knaus, de leider van een denktank over migratie en tevens de architect van de afspraak met Turkije, zegt dat het akkoord op sterven na dood is. Knaus is geen rechtse jon- gen, want hij verklaarde ooit dat hij de immigra- tiestromen vooral onder controle wilde brengen om de politieke opmars van de rechtse popu- listen af te remmen. Maar ook hij moet nu de waarheid onder ogen zien: “Wat mensen weer- houdt om te komen, is niet de angst voor hun leven, maar het besef dat het hopeloos is om te komen. Dan pas daalt het aantal nieuwko- mers drastisch.”

“Dweilen met de kraan open” is een vaak gehoorde uitdrukking in politieke debatten.

Ze is echter nergens meer van toepassing dan op de uitzonderlijk zwakke en ondoelmatige pogingen van Europa om de massale illegale inwijking in te dijken. De ontruiming van de jungle van Calais was nodig, maar indien het probleem niet bij de wortel wordt aangepakt zijn we gedoemd om uiteindelijk heel Europa in een jungle te zien

veranderen.

Het vluchtelingenkamp van Calais is een illegale constructie van mensen die illegaal op het grondgebied verblijven met de uitdrukkelijke bedoeling om illegale feiten te ple- gen, nl. het onwettelijk oversteken van een landsgrens. Het zegt veel over het gebrek aan morele moed van een samenleving wanneer het 14 jaar moet duren vooraleer een einde wordt gesteld aan een zone van complete wetteloosheid.

Ontruiming jungle Calais: dweilen met de kraan open

(2)

Actueel

27 oktober 2016

2

Uit de smalle beursstraat

De economische waarheid achter CETA

Eén zaak moeten we Waals minister-president Paul Magnette (PS) nageven: in zijn verzet tegen het CETA-handelsakkoord tussen de Europese Unie en Canada heeft hij het debat rond vrijhandel en het ‘would-be-akkoord’ in het bijzonder een ste- vige steun in de rug gegeven. En dat is een goede zaak. Wie de economische actualiteit de voorbije maanden gevolgd heeft, wist dat er gepraat werd over een nieuw EU-VS-trans-Atlantisch handelsverdrag met de TTIP. Maar wie had gehoord van CETA of het ‘Comprehensive Economic & Trade Agreement’? De tekst is blijkbaar al twee jaar klaar, maar een publiek debat daarover was zo goed als onbestaande.

Politieke en economische desinformatie

Dat laat natuurlijk ook toe dat er allerlei desinformatie over wordt verspreid. Politieke desinformatie wanneer Magnette beweert dat hij pas twee weken geleden de finale teksten van het ontwerp van handelsakkoord onder ogen kreeg en dus eigenlijk geen tijd had om alles grondig te bestuderen. De totale tekst van het akkoord is inderdaad een turf van 1.600 bladzij- den, maar is al twee jaar beschikbaar. Overigens is het niet zo dat Wallonië als enige vragen heeft bij het CETA-verdrag. Ook Duitsland heeft bedenkingen, maar keurde het akkoord goed met als voorwaarde dat er nog kan gepraat worden over een aantal modaliteiten.

Naast het politieke mistgordijn dat wordt opgetrokken is er ook een economisch mistgordijn. De argumenten zijn klas- siek en bekend: CETA zou zorgen voor sociale dumping, onge- zonde producten uit Canada zouden Europa overspoelen en de multinationals zouden zich niet meer aan nationale wetge- ving moeten onderwerpen. Bovendien zouden VS-bedrijven die geen enkele regel respecteren dankzij CETA via Canada de Europese markten kunnen aanvallen. Welnu, de economische waarheid achter CETA is totaal anders.

Kritieken weerlegd

Eén van de belangrijkste kritieken is dat buitenlandse bedrij- ven die in conflict zijn met een overheid dankzij CETA de zaak via een internationaal handelstribunaal kunnen laten beslech- ten. Tegenstanders van CETA zeggen dat nationale rechtban- ken daarmee buitenspel worden gezet en dat multinationals gemakkelijk uitspraken kunnen bekomen die in hun voor- deel zijn.

De vrees is bijvoorbeeld dat multinationals via zo’n recht- bank zouden kunnen verhinderen dat nationale staten wetten opleggen die de winst aantasten, bijvoorbeeld door de invoe- ring van een hogere vennootschapsbelasting. Dat klopt niet.

Enkel wanneer buitenlandse bedrijven zouden benadeeld wor- den tegenover binnenlandse, kunnen ze een schadevergoe-

ding eisen. Het is ook zo dat de bevoegdheid van die arbitrage via internationale tribunalen zeer beperkt is. Ze speelt quasi enkel een rol bij discriminatie van Canadese bedrijven. Andere geschillen komen voor de handelsrechtbank.

Het verhaal dat Amerikaanse multinationals via Canada (waar ze een postbusvennootschap oprichten) naar de EU kunnen trekken en daar markten verstoren, klopt evenmin. Zo’n post- busvennootschappen worden door de handelstribunalen ver- boden.

Ander argument: de import van hormonenvlees of genetisch gemanipuleerde organismen naar de EU zou niet meer moge- lijk zijn. Ook onjuist. Dit blijft verboden. Alle producten moeten de Europese regels voor voedselveiligheid en volksgezondheid respecteren. Tegenstanders vrezen voor een privatisering van onderwijs, gezondheidszorg en watervoorziening. Ook fout. De EU-staten kunnen dit tegenhouden. Sommige zelfverklaarde experts van CETA zeggen dat er geen minimumdienstverlening in ziekenhuizen en bejaardentehuizen kan worden opgelegd.

Dat is dus een leugen.

Waar in de discussie amper over wordt gepraat, zijn de eco- nomische voordelen van vrijhandel. Een akkoord tussen Zuid- Korea en de EU deed de Europese export in goederen met 55 procent stijgen en die in diensten met 40 procent. Onderzoek toont aan dat 1 miljard euro export tot 15.000 jobs genereert.

Die zijn bovendien beter betaald dan banen voor de binnen- landse markt.

Angélique VAnderstrAeten Rond het al of niet goedkeuren van het handelsakkoord tussen de Europese Unie en Canada wordt zoals bekend

vooral een politiek spel gespeeld door Wallonië. Maar ook de economisch concrete inhoud van het akkoord zorgt voor veel verwarring. Wat klopt en wat niet? Een overzicht.

Wereldwijd vrees voor een nieuwe, grote terroristische aanslag

Het Centrum voor Strategische en Internationale Studies (CSIS) in Washington publi- ceerde deze week de resultaten van een wereldwijd onderzoek over de strijd tegen het terrorisme. Tussen 12 en 29 augustus 2016 werden aan gezamenlijk 8.000 personen uit China, Egypte, Frankrijk, India, Indonesië, Turkije, het Verenigd Koninkrijk en de Ver- enigde Staten 65 vragen voorgelegd in verband met gewelddadig extremisme, de moti- vatie van terroristen, het voorkomen van de dreiging en de strategie voor het bestrij- den van terrorisme. Uit het onderzoek blijkt dat de wereld vooral bevreesd is voor een nieuwe, belangrijke terroristische aanval, en de mogelijkheid dat terroristen ooit over massavernietigingswapens kunnen beschikken.

In die acht deelnemende landen werden steeds ongeveer 1.000 mannen en vrouwen online ondervraagd in de leeftijdsgroep 18-75 jaar. Alleen in Egypte kon het ‘gender-even- wicht’ niet worden bereikt: daar was slechts één op de vijf respondenten een vrouw. Vol- gens het CSIS toont het onderzoek aan dat er weinig of geen tegenstand is tegen talrijke opties ter voorkoming en bestrijding van het terrorisme die aan de ondervraagden werden voorgelegd. Een meerderheid verleent goed- keuring aan het onderscheppen van telefoon- verkeer, e-mails en sociale media, verplichte identiteitskaarten voor iedereen, de grondige screening van migranten en het verbod op extreme religieuze preken. “Dit is in vele lan- den niet zo vanzelfsprekend”, zegt Shannon Green, verantwoordelijke voor de CSIS Com- missie ter Bestrijding van het Gewelddadig Extremisme, in de Washington Post. “Mensen zijn bereid fundamentele rechten en hun pri- vacy op te geven, zonder dat zij weten of dit ook effectief zal helpen in de strijd tegen het terrorisme. Regeringen mogen daar niet licht- vaardig mee omspringen.”

Grootste zorg

Wat zeggen de cijfers? Op de vraag naar de grootste zorg of uitdaging voor het land is glo- baal gezien terrorisme het zorgenkind nummer één, onmiddellijk gevolgd door corruptie en de economische toestand. Per land zijn de resul- taten uiteraard verschillend. Zo is terrorisme de absolute zorg in Frankrijk en Turkije, terwijl cor- ruptie belangrijker lijkt in Egypte, Indonesië en India. Het Verenigd Koninkrijk plaatst dan weer de economische toestand en de immigratie op nummer één. In de Verenigde Staten is men al even bezorgd over de economische toestand, maar de strijd tegen het terrorisme komt ook daar als tweede belangrijkste zorg naar voor.

Ongeveer 75 procent van de ondervraag- den verwacht binnen het jaar een nieuwe ter- roristische aanslag in hun land. Fransen en de Amerikanen scoren zelfs 90 procent, ter- wijl de Chinezen zich daar blijkbaar geen zor- gen over maken. Ondanks de grote vrees voor een nieuwe aanslag vindt de bevolking van de westerse landen het niet echt nodig haar levensstijl aan te passen. Specifieke plaatsen

en evenementen worden wel bewust verme- den, maar dit is vooral het geval in moslimlan- den zoals Turkije en Indonesië. De grootste vrees is echter dat terroristen in de toekomst mogelijk over massavernietigingswapens zou- den kunnen beschikken.

Oorzaken

Over de oorzaken van het gewelddadig extremisme verschillen de meningen naarge- lang de meerderheid van de bevraagde lan- den al dan niet moslim is. In Frankrijk, de Ver- enigde Staten en het Verenigd Koninkrijk wijst de beschuldigende vinger vooral naar gera- dicaliseerde fundamentalistische moslims. In moslimlanden zelf wordt dat geformuleerd als

“zij die de islam in een slecht daglicht willen stellen”. Feit is dat het terrorisme thans voor ruim 50 procent wordt gelinkt aan het religi- eus fundamentalisme en het gebrek aan een degelijke religieuze leiding. Het grootste deel van de wereldbevolking denkt dat de drei- ging toeneemt. Als andere oorzaken van ter- rorisme vermeldt men vooral racisme, armoede en schendingen van de mensenrechten. De militaire inmenging van vreemde mogend- heden in lokale conflicten – vooral het Wes- ten is daar sterk in! – komt naar voor als een belangrijke secundaire oorzaak van het terro- risme. Hier brengen de statistieken ons enigs- zins in de war. Militaire inmenging vindt men maar niks, maar toch acht 30 procent van de bevraagde bevolkingsgroepen een militaire interventie wenselijk om terroristen te bestrij- den. In mindere mate opteert men voor eco- nomische sancties, diplomatie, en het gebruik van media en sociale netwerken, ook al meent 70 procent van de respondenten dat terroris- ten voornamelijk het internet gebruiken of mis- bruiken om propaganda te verspreiden en met elkaar in contact te komen. Slechts 30 procent vindt dat er voldoende internetpolitie is om terroristen op te sporen en hun propaganda te onderscheppen. Bovendien wijst men op de verantwoordelijkheid van internetmaatschap- pijen. Heel merkwaardig, hoewel niet verras- send, is dat Saoedi-Arabië wordt beschouwd als een deel van het probleem en een belang- rijke voedingsbron voor het gewelddadig extre- misme. Vooral in Turkije heerst deze opinie.

Maatregelen

Uit het onderzoek blijkt dat wereldwijd een consensus bestaat over de aanpak van het terrorisme. Aan de respondenten werden daarover 21 mogelijke opties voorgelegd. Alle bevraagde landen pleiten prioritair voor het lamleggen van alle (criminele) activiteiten die bijdragen tot de financiering van terroristische organisaties. Op nummer twee staat de ver- plichting tot het dragen van een identiteits- kaart. Zelfs 80 procent van de Britse respon- denten lijkt daarmee akkoord te gaan. Verder zouden internetbedrijven systematisch alle websites met radicale informatie dienen te verwijderen. Op nummer vier komt onder-

wijs. Scholen zouden overal ter wereld moe- ten onderwijzen dat gewelddadig extremisme per definitie verkeerd is. De lijst met mogelijke maatregelen gaat verder met de aanbeveling om alle bankrekeningen te blokkeren van groe- pen die verdacht worden van steun aan terro- ristische organisaties. Pas dan komt een serie maatregelen die specifiek gericht zijn naar de moslimgemeenschap en haar religieuze lei- ders. 88 procent van de bevraagden vindt dat religieuze leiders overal ter wereld publiek moeten verklaren dat zij afstand nemen van extremisme en geweld om een kalifaat te stich- ten. Zij zouden ook publiek moeten verklaren dat geen enkele moslim het recht heeft om iemand met een andere geloofsovertuiging als afvallige te beschouwen. Godsdienstvrij- heid is en blijft een fundamenteel mensen- recht. Zeer merkwaardig is dat Indonesië, de grootste moslimgemeenschap ter wereld, met 96 procent de hoogste score heeft voor wat betreft deze aanpak van religieuze leiders. Als laatste van de 21 opties komt het afluisteren van telefoongesprekken en het onderscheppen van datacommunicatie naar voor. Toch wordt deze maatregel globaal door 71 procent van de bevraagden gesteund. Als afsluiter nog dit:

aan de deelnemers werd gevraagd of zij al dan niet voor een beperking zijn van het opengren- zenbeleid van de EU in het kader van de strijd tegen het gewelddadig extremisme. Wereld- wijd is 55 procent voor een beperking van open grenzen, met op kop Frankrijk (77 procent).

Niet toevallig halen de moslimlanden Indone- sië, Egypte en Turkije hier de laagste scores. In Turkije wil een meerderheid zelfs meer open grenzen in de EU. Hoe dat volgens de Turken kan bijdragen tot de bestrijding van het terro- risme blijft voor ons een vraagteken. We zijn

gewaarschuwd! rirO

(3)

Actueel 27 oktober 2016 3

De vinger op de wonde

Mijnheer de politierechter,

Reis eens naar Spanje, Frankrijk of Duits- land, of zovele andere landen in Europa of de ganse wereld, en je moet er ernstig rekening mee houden dat je best probeert de taal van dat land wat te spreken om echt verstaan te worden. Als toerist wil men je nog wel eens welwillend helpen in het Engels of het Frans, maar dan houdt het echt op. Als je er defi- nitief gaat wonen, leer je best de taal of je geraakt in een doodlopend straatje en je kan geen kant meer uit. Eigenlijk is het logisch:

als gast pas je je zo goed mogelijk aan. Het leren van de taal is een basisvoorwaarde voor een vlot samenleven. Zelfs onze missionaris- sen destijds leerden meteen de taal van de inheemse volkeren die zij gingen bekeren en ontwikkelingshulp gingen bieden.

Gijzelf zijt zeker geen strijdende flamin- gante die dagelijks de leuze ‘In Vlaanderen Vlaams!’ scandeert, en gij wilt zeker niet in die hoek gesitueerd worden. Uw bekende halve trouwboek zou u dan mogelijk zelfs als mestkever kunnen gaan bezien… Maar als politierechter toonde gij vorige week wel een normale en juiste reflex toen gij voor u op de beklaagdenbank een Turkse vrouw voor u kreegt die na twintig jaar verblijf in ons land nog steeds geen gebenedijd woord Neder- lands leek te spreken en bijgevolg moest voortgeholpen worden door een door de goegemeente betaalde tolk. “Heb je nog nooit een cursus gevolgd om de taal mach- tig te worden?”, was uw terechte vraag. Uw verontwaardiging hierover was zo groot, dat gij de dame in kwestie een fameuze veeg uit de pan gaaft. En terecht. Goed gedaan.

Tegelijk bracht gij met uw demarche een fameus probleem onder de aandacht dat toch wel eens wat meer aandacht zou moeten krijgen tot op de hoogste politieke niveaus. Dat probleem is dus het niet spreken van het Nederlands van tal van vreemdelin- gen die al lang in ons land verblijven. Bij hun contacten met de overheden en hun dien- sten moeten tegenwoordig steevast tolken ingeschakeld worden en dat kost handenvol

geld. Cliënten van OCMW’s, beschuldigden en verdachten in rechtbanken, mensen die een en ander administratief moeten regelen met overheidsdiensten en noem zo maar op, stuiten op een heel hoge taalbarrière. En daar komen dan de tolken… Omdat er zoveel eie- ren onder gelegd worden en omdat wij aldus te weinig eisen stellen, zien vele vreemdelin- gen geen enkele noodzaak om onze taal te leren. Het was altijd voldoende om bij inbur- geringstrajecten alleen maar de bereidheid te tonen om een flutcursusje Nederlands te volgen om geholpen te worden. Minister Homans heeft ingezien dat dit zo niet verder kan en voerde dan ook de verplichte taalken- nis als voorwaarde om een sociale woning toegewezen te krijgen. Dat is één stap. Er moeten er mijns inziens nog meer volgen.

Waarom zouden wij niet zover gaan dat als men na een inloopperiode van pakweg twee jaar nog steeds een beroep moet doen op tolken, dat men die dan zélf mag betalen?!

Ik denk dat de kennis van het Nederlands daardoor zeker een hoge vlucht zal nemen.

Ik durf dan ook hopen, mevrouw De Gucht-Schreurs, dat gij alvast in uw recht- bank de vinger op de wonde blijft leggen.

Het is alleen op deze manier dat er iets in beweging kan gezet worden en inspirerend kan gaan werken op de politici. En voor alle duidelijkheid zeg ik er nog graag bij dat ik er geen bezwaar tegen heb dat er in Vlaanderen ook andere talen dan het Nederlands gespro- ken worden. Maar in de communicatie met de overheidsdiensten moet het Nederlands de regel zijn, zoals dat trouwens in de taal- wetten is voorzien. Als wij dat rigoureus nale- ven ten aanzien van de Franstaligen, dan zie ik geen enkele reden om door te vingers te kijken voor andere anderstaligen, van waar ze ook komen.

Doet gij daar eens een klapke over met Karel? Misschien kan hij daar dan eens een straffe column over schrijven in de grootste - eertijds o zo blauwe - gazet van het land. Alle beetjes helpen.

Briefje aan Mireille Schreurs

Akkoord over functionele tweetaligheid topmanagers

Na vijftien jaren wachten heeft de federale minister voor Ambtenarenzaken Steven Vandeput (N-VA) ervoor gezorgd dat de functionele tweetaligheid van managers wet- telijk in orde is. Zijn voorstel werd vrijdag 21 oktober op de ministerraad goedgekeurd.

Het is evenwel nog wachten op een positief advies van de Raad van State en een bespre- king met de vakbonden. Het Vaste Commissie voor Taaltoezicht, dat bestaat uit vertegen- woordigers van de gemeenschapsparlementen, heeft wel al zijn toestemming gegeven.

Wat houdt die functionele tweetaligheid juist in? Men moet naast de kennis van de eigen taal over een voldoende spreek-,en luister- vaardigheid van de andere taal beschikken.

De bestaande managers krijgen twee en een half jaar de tijd om het examen af te leggen, nieuwe managers krijgen zes maanden de tijd.

Nu is het probleem dat wanneer een topma- nager eentalig is, hij of zij beroep moet doen op een wettelijk tweetalige voor evaluatiege- sprekken. Dit bemoeilijkt uiteraard de evalua- tie van ambtenaren door zulke managers en het is eigenlijk ook niet meer van deze tijd. De reden hiervoor is dat de topmanager enkel de geëvalueerde mag interviewen als men van dezelfde taalrol is of indien met een bewijs van tweetaligheid heeft afgelegd. Indien dit niet het geval is, dan moet de taaladjudant het evaluatiegesprek controleren. De topambtena- ren moeten dit examen gaan afleggen bij de overheidsdienst Selor. Minister Vandeput ver- klaarde erover: “Ik ben ervan overtuigd dat de efficiëntie van onze diensten zal verbeteren, als men met zijn medewerkers rechtstreeks in hun eigen taal zal communiceren.” De maat- regel is volgens het kabinet van toepassing op 133 mandaathouders (managers) en 4.000 ambtenaren die medewerkers van een andere taalrol evalueren. De sanctie voor het niet-sla- gen van een examen voor een mandaathouder betekent het einde van het mandaat. Voor een ambtenaar is er geen specifieke sanctie, maar men zal, nog volgens het kabinet, geen evalu- aties meer kunnen afnemen. Dit zou uiteraard de goede werking van de ambtenaar in kwes- tie – die zijn ondergeschikten niet langer kan evalueren - in het gedrang brengen.

Fluwelen handschoen

Over het af te leggen examen vragen wij ons af of het niet wat strenger mag zijn. Het bestaat enkel uit een leestest en een oefening die een evaluatie nabootst. Dit zijn natuurlijk erg spe- cifieke situaties, dus het zal niet zo moeilijk zijn om zich de taal voor deze casussen meester te maken. Bovendien, zoals hoger aangehaald, krijgen de bestaande topambtenaren 2,5 jaar de tijd om het examen af te leggen.

Voor de gewone burgers zal er niets veran- deren, want zij komen nooit in contact met de

topmanagers. Maar het zijn de symbolen die tellen. In feite was al in februari 2002 besloten de functionele tweetaligheid door te voeren.

Dit was een Vlaamse eis en als tegemoetko- ming kwam er een pariteit van de topmana- gers, dit wil zeggen, evenveel Franstaligen als Nederlandstaligen. Dit werd besloten in een wet, maar de concrete uitvoering in een KB liet jaren op zich wachten omdat de minister- raad het niets eens kon worden. Blijkbaar moet er in België met Franstaligen twee keer onder- handeld worden. Eerst om iets toe te laten, en een tweede keer om het voorgaande akkoord concreet uit te werken. Eindelijk is er dus schot in de zaak!

Parlementair hangijzer

Senator Pol van den Driessche (N-VA) en Kamerlid Barbara Pas (VB) hadden zich de voor- bije jaren dienstig gemaakt door de bevoegde minister hierover te interpelleren. Aan hen dus de eer van het parlementair werk zodat de bevoegde ministers het dossier niet zouden

‘vergeten’. Uit parlementaire stukken konden we opmaken dat er een tachtigtal topmanagers zijn die geen bewijs hebben van tweetaligheid.

Het GERFA, een Franstalige studiegroep voor de hervorming van de ambtenarij ziet het enigs- zins anders. In een RTBF-uitzending schreeu- wen zij moord en brand omdat de rechten van de Franstaligen in het gedrang zouden komen.

Men vraagt dat de Franse Gemeenschap en het Waals gewest de kwestie onmiddellijk op het overlegcomité agenderen. Al deze argu- menten zijn echter gemakkelijk te weerleggen.

Zoals bovenvermeld hebben de Franstaligen de pariteit van de overheidsmanagers in de plaats gekregen. Het is bovendien een maatregel die uitsluitend de federale ambtenaren raakt, waar- door niet nodig is om ook de deelstaten in het overleg te betrekken.

Het in orde maken van de functionele twee- taligheid door de regering-Michel is het eerste communautaire wapenfeit van de N-VA in deze regering. Al moet wel worden vermeld dat dit op voorhand stond ingeschreven in het regeer- akkoord, dus van ‘buiten de lijntjes kleuren’ is absoluut geen sprake. Kortom, het is een mooie trofee, maar zeker geen vuurwerk.

JM

(met Rudy De Leeuw)

La lutte continue voor Mayeur

Tijdens de inhuldiging van het monument van ’t Serclaes vond de Brusselse bur- gemeester Yvan Mayeur (PS) het nodig om giftig uit te halen naar Vlaanderen. Een negentiende-eeuwse recuperatie van de geschiedenis die burgemeesters als Karel Buls ongehoord zou overkomen. Tot driemaal toe zei Mayeur in zijn oratie dat Brus- sel ‘altijd zal vechten voor zijn onafhankelijkheid van Vlaanderen’. Dat zijn niet mis te verstane woorden.

Met het monument dat met steun van het Brussels Gewest, Promethea en het Fonds Bail- let-Latour gerestaureerd werd, had deze militante taal niks te maken. Geen van de andere betrokkenen politiseerde het evenement. Ruim 600 jaar na de herovering van Brussel klin- ken de woordspelletjes van Mayeur bijzonder zuur.

’t Serclaes en getrouwe Brabanders bevrijdden Brussel van de troepen van de graaf van Vlaanderen, die Brussel bezetten. De dure eden die Yvan Mayeur (PS) zwoer hebben niks te maken met de Brusselse geschiedenis, maar zeggen des te meer over de toekomst die May- eur voor Brussel ziet.

Veel verstand van geschiedenis heeft Mayeur blijkbaar niet. Zowel Brabant als Vlaanderen waren de facto tweetalig, en Brabant garandeerde sedert de Cartthe van Corthenberghe uit 1312, wat gerust één van de oudste grondwetten ter wereld genoemd kan worden, onder andere de taalrechten van zijn inwoners.

De Brabantse successieoorlog ging over dynastieke politiek en het respecteren van de Blijde Intredes. De tweede Blijde Intrede van 3 januari 1356 garandeerde opnieuw wat al in de Keure van Kortenberg stond (de eerste Blijde Intrede stamde uit 1301 in het graafschap Vlaanderen). De hertog mocht geen oorlog voeren of belastingen heffen zonder eerst de ste- den en heel Brabant om toelating te vragen.

De Brabanders kregen dankzij de ongehoorzaamheidsclausule het recht om in verzet te komen tegen de hertog als die zich niet aan de bepalingen van de Blijde Inkomst hield. Het Brabantse grondgebied moest ondeelbaar blijven en om in een bestuur plaats te nemen moest iemand een Brabants burger zijn. Stuk voor stuk rechten die van geen tel meer zijn in het Brussels Gewest.

Waar Mayeur nog passages in het Nederlands gaf (maar niet de bewuste strijd tegen Vlaan- deren), hield zijn schepen van Erfgoed het op een ééntalig Franse toespraak.

Bermond

(4)

Oude plooi en nieuw restaurant

Na de commotie rond de beleidsverklaring van de regering, viel vorige donderdag alles weer in de oude plooi. Het klassieke vragen- uurtje en de behandeling van een aantal voor- stellen en ontwerpen beheersten opnieuw de agenda, en dat was het. Het stof is duidelijk weer gaan liggen en men is weer overgegaan tot de orde van de dag. Veel aandacht ging de voorbije dagen wel naar het pas geopende klassiek restaurant in het Forumgebouw aan de overkant van de straat, waar ook de nieuwe commissiezalen in gebruik werden genomen en die door een trotse Kamervoorzitter voor geopend zijn verklaard. Ja, dan ziet men hem van op afstand staan blinken. Men heeft daar overigens niet op een euro gekeken, zoveel is duidelijk. Maar daar komen we later wel eens op terug…

Welslagen

Midden in de zitting bracht voorzitter Sieg- fried Bracke snel een mededeling: “Bij brief van 13 oktober 2016 heeft de kabinetschef van de Koning mij de wensen van Zijne Majesteit de Koning voor het welslagen van de werk- zaamheden van onze Vergadering overgezon- den.” Zonder verder commentaar. De man uit Laken heeft wellicht opgelucht ademgehaald na het triestige spektakel van de voorbije twee weken waarbij even de walmen van een rege- ringscrisis uit de spleten en kieren van de Wet- straatcenakels kwamen. Geweldig is wel het taalgebruik: “… het welslagen van de werk- zaamheden…” Wie het circus heeft gadege- slagen en zelfs heeft kunnen vaststellen dat de kleine fracties uit het debat werden geli- mogeerd, kan alleen maar vaststellen dat de kasteelbewoner niet alleen wereldvreemd is, maar gewoon ook niet weet hoe het eraan toe- gaat in het Paleis der Natie.

Europa der regio’s?!

Veerle Wouters en kompaan Hendrik Vuye gebruiken consequent hun recht om elke week in de Kamer de hen toegestane ruimte om één mondelinge vraag te stellen te benutten. Naar verluidt zullen zij aldus elke week een venij- nige communautaire vraag komen stellen.

Vorige donderdag ondervroeg Vuye minister Reynders over het CETA-akkoord met Canada, dat maar niet rond geraakt omdat het door de PS gedomineerde Waals Gewest niet mee wil. Vuye wilde dus weten of België alsnog het akkoord zal ondertekenen, zonder rekening te houden met Wallonië, zoals al was gesugge- reerd vanuit de Open Vld. Met andere woor- den: of men buiten de grondwet zou treden…

Reynders toonde zich een volleerde legalist en zei dat hij de wet zou respecteren. Vuye stelde daarop dat we met een structureel probleem zitten dat ermee te maken heeft dat Europa de interne staatsrechtstructuren van de lid- staten niet erkent. Hij pleitte er dan ook voor dat Europa een Europa van de regio’s moet worden. Zoals de N-VA dat overigens ook wil.

Maar hij ging nog verder door te zeggen dat het probleem ook structureel is binnen Bel- gië. Volgens hem kan België maar werken als

Roddels uit de Wetstraat

Dossier

27 oktober 2016

4

Vlaanderen en Wallonië allebei zelfstandig aan de Europese onderhandelingstafel kun- nen aanschuiven.

Grenzen sluiten?

Filip Dewinter van het VB maakte zich ten aanzien van de minister van Veiligheid Jam- bon serieus zorgen over de terugkeer van jiha- disten die een ernstige bedreiging voor ons vormen. Hij was dan ook verbaasd dat – in tegenstelling tot commentaren in de Europese pers – de minister zegt niet over aanwijzin- gen te beschikken dat het offensief in Mosoel een concrete dreiging in die zin met zich mee- brengt. Toch is het bekend dat er in Mosoel Belgen aan de zijde van IS meestrijden. Hij pleitte ervoor de grenzen te sluiten om alvast te voorkomen dat samen met de migratiestro- men dergelijke IS-individuen ons land zouden kunnen bereiken. Jambon antwoordde dat de internationale uitwisseling van gegevens met andere inlichtingendiensten op punt staat en dat men alles in het oog houdt. Bovendien ver- wees hij naar het protocol dat enkele dagen geleden is afgesloten tussen de politie en de Dienst Vreemdelingenzaken, waarbij DVZ bij elke inoverwegingneming van een asielproce- dure of bij elke in ontvangstneming van een dossier onmiddellijk zelf, zonder de politie te hoeven inschakelen, in alle politiedataban- ken en internationale seiningen kan checken of er een indicatie van terroristische intenties mee gemoeid is. Dewinter twijfelde of dat vol- doende was en hij herhaalde zijn vraag om de grenzen effectief te sluiten. In de marge van zijn betoog liet hij zich langs zijn neus weg even ontvallen dat zijn vijand Abu al-Bagh- dadi, de leider van IS, is, en niet Vladimir Poe- tin, die hem eerder een bondgenoot lijkt. Hoe- wel het een standpunt is als een ander, is het evenwel niet erg duidelijk of hij dit soort uit- spraken doet ten persoonlijke titel of namens zijn partij.

Ongegronde kritiek?

Er stond een wetsontwerp aan de agenda

‘tot wijziging van de wet van 23 maart 1989 betreffende de verkiezing van het Europees Parlement, teneinde aan de buiten de Euro- pese Unie verblijvende Belgen stemrecht voor de Europese verkiezingen te verlenen’. Dat vond iedereen uiteraard een goede zaak. Hoe- wel… Het voorstel bepaalt dat Belgen in het buitenland niet meer aangehecht worden bij de gemeente waar zij het laatst waren inge- schreven, maar bij een gemeente waar zij ooit waren ingeschreven. Als bewijsvoering vol- staat zelfs een verklaring op eer. Wie geen enkele band kan aantonen met een gemeente, bijvoorbeeld volwassen kinderen van men- sen die langdurig in het buitenland verblijven, wordt automatisch aan Brussel verbonden.

Barbara Pas van VB vermoedt evenwel dat de Franstaligen daardoor bevoordeeld zou- den kunnen worden. Niet goed dus, volgens haar. Hoe komt het dat Brecht Vermeulen van N-VA tijdens zijn verdediging van dit ontwerp hiervoor geen oog had? Of vindt N-VA die kri- tiek ongegrond?

Scarface

Met dank aan Kleine Zondagsvriend, het stripweekblad van De Vlijt, waar ik het grapje gestolen had. Ik moest daar aan denken toen ik hoorde dat een groot deel van de Ame- rikaanse jeugdigen niet in staat is de laat- ste drie Amerikaanse presidenten te noe- men, terwijl ze allemaal de naam van een gangster kennen wiens succesvolle loopbaan 84 jaar geleden eindigde. Alphonse Capone wordt geboren in Brooklyn in 1899, zes jaar nadat zijn ouders met een nest kinderen Ita- lië verlaten hebben. In de kleine appartemen- ten zit iedereen op elkaars lip en dus leven de kinderen in de dichtbevolkte wijken op straat. Ze worden vlug “streetwise”, een term voor kattenkwaad dat soms vlug in misdaad muteert. Capone is 14 jaar als hij zijn lerares in het gezicht slaat en zijn school moet ver- laten. Hij verdient vlug geld als één van de helpertjes van een bekende Italiaans-Ameri- kaanse gangster.

Hij wordt buitenwipper in een club waar hij de zus van een beruchte gangster bele- digt. Die kerft als straf tweemaal in Capones linkerwang. De jonge boef houdt er de bij- naam “Scarface” aan over; niet dat iemand die benaming in zijn gezicht gebruikt. Hij wil voortaan altijd van rechts gefotografeerd wor- den.

Prohibition

Zijn grote loopbaan begint in Chicago waar hij zijn gangstermentor naartoe volgt en weer buitenwipper in een bordeel wordt, en orga- nisator van illegale weddenschappen. Hij is getrouwd maar proeft graag de waren van het etablissement. Hij houdt er syfilis aan over die hij nooit medisch laat behandelen. Zijn loopbaan was altijd een lokaal verschijnsel gebleven zonder de puriteinse opstoten die typisch zijn voor de Amerikaanse politiek. Al een hele tijd voor zijn geboorte worden alle sociale kwalen toegeschreven aan het over- dreven alcoholverbruik van de lagere klassen.

Pogingen om de verkoop te verhinderen, hebben geen succes tot 1917. De VS verkla- ren de oorlog aan Duitsland en sommige sta- ten introduceren de drooglegging van alco- hol. Het Congres volgt en ter wille van de oorlogsinspanning mag er geen graan meer gebruikt worden voor het stoken van alco- hol… een week na de wapenstilstand van 11 november 1918. Daar profiteren invloedrijke meestal door vrouwen geleide lobby’s van om na de oorlog hun kruistocht voort te zet- ten. Vrouwen krijgen bijna tezelfdertijd stem- recht in alle staten en zoals altijd zijn politici geïnteresseerd in hun herverkiezing. Het ini- tiatief om alcoholverbruik te verbieden leidt tot een sneeuwbaleffect. De sneeuwbal komt met een amendement in de Amerikaanse grondwet terecht. Eén van de vaders van de wetgeving zegt dat een vogeltje eerder de maan bereikt met een standbeeld aan zijn staart dan dat er nog alcohol verkocht wordt in de VS. Alle drank met een alcoholgehalte hoger dan 2,75 procent mag niet meer gepro- duceerd, vervoerd of verbruikt worden. Een uitzondering is er voor medische alcohol en op slag worden honderdduizenden Amerika- nen ziek. Overal wordt graan en fruit geham- sterd om thuis te stoken. Al bij al zijn whisky, rum en wijn zonder al te veel moeite ergens illegaal te koop. Het probleem is het bier: veel moeilijker om thuis te produceren.

Brouwerijen sluiten en danken hun perso- neel af, maar dat vinden Amerikaanse politici aanvankelijk niet zo erg, want producenten en arbeiders zijn meestal Duits-Amerikanen en dus nog wat verdacht. De Prohibition (let- terlijk Verbod) periode is de grote kans voor de georganiseerde misdaad. Naast prostitutie en gokken is er een nieuwe reusachtige bron van inkomsten. Miljoenen dorstige Amerika- nen stormen naar de illegale cafés; alleen al in New York zijn er zo’n 50.000. De georga- niseerde misdaad controleert de illegale pro- ductie en zorgt voor het vervoer, want er zijn fortuinen te verdienen.

De ijdele belastingontduiker

Op korte tijd spreiden gangsters hun net over de hele VS. Dat gaat niet altijd even vreedzaam. Er zijn soms zware territorium- gevechten tussen de bendes. Capones baas wordt in een vuurgevecht zwaargewond, gaat met pensioen en biedt zijn hele organisatie aan Capone aan. Capone breidt het distribu- tienetwerk verder uit en hij heeft zijn eigen methodes. Cafés die weigeren bij hem te kopen, gaan in de vlammen op. Men raamt het aantal slachtoffers op 100. In geen tijd wordt hij rijk.

Hij heeft geld genoeg om politici, rechters en politiemensen grote sommen toe te schui- ven, zodat hij jaren met rust gelaten wordt.

Na aftrek van alle kosten houdt Capone, vol- gens eigen zeggen, per jaar ongeveer 5 mil- joen dollar over. Historici ramen het echte bedrag op het twintigvoudige. Veel moet hij niet vrezen.

De federale overheid creëert een speci- ale anti-alcoholpolitie: 1.520 agenten voor de hele VS; zelfs geen druppel op een hete plaat. De brave burgers zien hun buurten ver- loederen. Ze zien hoe criminelen bonafide zaken overnemen, hoe de mensen niet meer kunnen rekenen op een corrupte politie. Het symbool van de ellende wordt de slachting op Valentijnsdag 1929. Nepagenten vallen een opslagplaats van een rivaliserende bende bin- nen en mitrailleren 7 medewerkers.

De gruwelijke foto’s van de lijken worden in heel de VS bekeken en de nieuwe presi- dent Hoover vraagt actie. Waarschijnlijk is de bende van Capone verantwoordelijk, al is dat nooit honderd procent bewezen. Capone wordt voortaan in het oog gehouden en krijgt een paar veroordelingen voor onnozelheden.

Een speciaal opsporingsteam (The Untoucha- bles, onder leiding van ambtenaar Eliot Ness) probeert zijn handel te liquideren maar slaagt daar niet in, al wordt Ness altijd voorgesteld als de witte ridder die Capone eronder kreeg.

Capone ontkent alles in alle toonaarden en verklaart dat hij maar een gewone zaken- man is. Maar hij is ijdel en hij wordt wereld- beroemd omdat hij als enige gangsterbaas graag interviews geeft. In 1930 krijgt hij zelfs een omslagverhaal in Time.

De genadeslag wordt hem toegediend door de federale belastingdienst. In 1927 bepaalt het Hooggerechtshof dat belasting moet bepaald worden op illegale inkomsten.

Capone heeft nooit één cent betaald, en dat wordt zijn ondergang. De man, die zoveel geld heeft, huurt een reeks dure maar incom- petente advocaten in, die er niet in slagen het niet altijd sterke gerechtsdossier onderuit te halen. Capone wordt veroordeeld tot een straf van elf jaar; belachelijk hoog voor belas- tingontduiking, maar natuurlijk spelen op de achtergrond de misdaden mee waarop men hem niet rechtstreeks kon betrappen. Hij is 33, en door syfilis en gonorroea ondermijnd, als hij in 1932 in de gevangenis verdwijnt. Hij is niet langer in staat om, van achter de tra- lies, zijn rijk te leiden. Zijn voormalige luite- nants nemen de leiding over en zijn in 1950 nog altijd de bazen achter de zware crimina- liteit in Chicago.

Acht jaar zit Capone uit in verschei- dene gevangenissen, waar men hem moet beschermen tegen ruigere types, want hij is een onbetekenende nulliteit geworden. Een langdurig onderzoek wijst uit dat hij nog nau- welijks de intelligentie van een twaalfjarige heeft. Bij zijn vrijlating trekt hij naar een kas- teelachtige villa in Florida die nog altijd zijn eigendom is. Daar sterft hij aan een hartaan- val begin 1947.

Zijn reputatie overleeft hem echter. Films, boeken en strips (Kuifje in Amerika) maken hem tot vandaag onsterfelijk. In 1933 heeft het genoemde vogeltje blijkbaar de maan bereikt, want het alcoholamendement in de grondwet wordt geschrapt.

Jan neckers

Al Capone

“De grootste Amerikaanse gangster is niet Al Capone”, zei ik in de 5de moderne tegen de piepjonge en onervaren leraar Engels, “maar Al Gebra.”

Rijkste Belg Alexandre Van Damme (van AB InBev) trekt naar Zwitserland

(5)

Actueel 27 oktober 2016 5

Echo’s uit de Koepelzaal

Zeventwintig en een half

Als het in Namen regent dan voelt het Vlaams Parlement ook nattigheid. Het fameuze CETA-verdrag, dat er anders geruisloos zou zijn doorheen gejast, werd nu uitgebreid bediscus- sieerd. Men denke wat men wil, maar in ieder geval hebben onze Waalse broeders door hun dorpje-van-Asterix-spel flink wat deining ver- oorzaakt.

Dat Wallonië dat spelletje om al de ver- keerde redenen speelt, mag de pret niet druk- ken. Karl Vanlouwe (N-VA) stelde vast dat op dit ogenblik zeventwintig en een half landen het verdrag wel zien zitten. Enkel dat overblij- vende halfje doet bokkig. Om niet meer bij te komen.

Niet te ontkennen is wel dat het CETA voor Vlaanderen belangrijker is dan voor het zuiden des lands. Het leeuwendeel van de export naar Canada komt immers uit Vlaanderen. Het gaat over ernstig te nemen handelsbelangen. Zo ziet Vanlouwe bijvoorbeeld graag een einde komen aan de huidige importheffing van 300 procent op diepvriesgroenten. Eigen erwtjes eerst.

Pesten

Zo was de toon gezet en kon het roodgroene oppositieblok feest beginnen vieren. Vanlouwe kon alvast de socialisten voor de voeten wer- pen dat ze zich zeven jaar lang niet al te druk hebben gemaakt over CETA en aanverwanten en dat ze pas op de kar springen nu de PS een beetje Europa en Vlaanderen zit te “pesten”.

Overigens vond hij het Waalse gedrag vooral dom en onverantwoordelijk. Tom van Grieken (VB) zag dan weer eerder een Wallonië dat zijn autonomie verdedigt en niet beaat met het hele CETA instemt.

Om het leuk te maken, werd Saoedi-Ara- bië erbij gesleept. Vanlouwe vond het hypo- criet dat de Walen wel lustig wapens uitvoeren naar dat fijne land, maar vervelend doen over Canada. Munitie voor sp.a om te roepen dat Vlaanderen hier ook boter op het hoofd heeft.

Vraagtekens

Güler Turan (sp.a), die naar eigen zeggen de hele tijd al had lopen “janken en jammeren”

om te mogen debatteren over het handelsver- drag, vond het schandalig dat uiteindelijk het Parlement buitenspel was gezet. De Vlaamse regering heeft het besluit toch al genomen en daar helpt geen lievemoederen meer aan.

De meer duistere kantjes van het CETA en soortgelijke dingen zitten uiteraard in de bepa- lingen over arbitrage waarvan niet erg duide- lijk is hoe die zouden kunnen uitpakken. Turan verwees naar het Duitse grondwettelijk hof dat ook wat vraagtekens heeft geplaatst.

De rest van haar betoog bestond echter uit, inderdaad, gejammer over de “middenveldor- ganisaties” die onvoldoende waren gehoord enzoverder. Ze maakte weinig indruk op de N-VA-cohorte die het verdrag bleef aanprijzen en eigenlijk van mening leek dat verzameld links spoken ziet. Turan week niet en hamerde op de gevaren van het vrijhandelsverdrag.

Populisme

Wouter Vanbesien (Groen) bracht zijn bezwaren wat gestructureerder. Hij heeft niets tegen vrijhandel of tegen handelsakkoorden met Canada, maar niet op de CETA-fiets. Het ding is op maat gemaakt van de financiële machten – jammer dat hij niet op het woord

‘plutocratie’ kon komen – en biedt onvol- doende waarborgen voor arbeid en milieu.

Het alternatieve rechtssysteem was ook hem een doorn in het oog.

Allemaal onzin, aldus Karl Vanlouwe, het CETA regelt al die zaken haarfijn. Rik Daems (Open Vld) zwaaide nog meer met het wie- rookvat en zwetste een eind weg over “popu- lisme” dat de gruwelijkste gevolgen heeft, kijk maar naar akelige voorbeelden zoals Engeland en Hongarije.

Dat mogen we niet willen. Alleen een zeer open maatschappij zonder enig protectionisme kan ons voortstuwen. Zonder ziet Daems zelfs de democratie bedreigd worden. Gelukkig land dat zulke orakels heeft.

Magnette vond zijn joker

Regering omsingeld door links en radicaal rechts

In de lente al was het duidelijk dat het Comprehensive Economic and Trade Agree- ment (CETA), het nieuwe vrijhandelsakkoord tussen Europa en Canada, een commu- nautaire dimensie zou krijgen. In april nam het Waalse Parlement een resolutie aan tegen CETA. Andere francofone parlementen volgden. Waals minister-president Paul Magnette heeft zijn joker gevonden. Hij zal die inzetten tegen de communisten (PTB), tegen de electorale terugval van de PS, tegen de federale regering waarin maar een kwart van de Walen zich vertegenwoordigd acht. Krijgt De Wever nu al de communau- taire clash waar hij zat op te wachten?

Europa en Canada onderhandelen al zes jaar en bereikten over het vrijhandelsverdrag in 2014 al een (voor)akkoord. Karel De Gucht (Open VLD) speelde daar als EU-commissa- ris voor Handel een hoofdrol in. Negentig pro- cent van de douanetarieven zouden verdwij- nen. Het dossier is een baanbreker voor een vrijhandelsverdrag met de VS (TTIP).

Applaus in een exportgericht Vlaande- ren, boegeroep in Franstalig België. Op 27 april wisten we waar de klepel hing: in het Waals Parlement trok de linkse meerderheid van Wallonië - PS-cdH, versterkt met Ecolo en opgejaagd door de PTB - via een “reso- lutie” aan de alarmbel. In Brussel gebeurde begin juli hetzelfde met steun van de sp.a.

Ook de Franse gemeenschapsregering en de Gemeenschapscommissie in Brussel - folklo- ristische restanten van Oud België - gingen dwarsliggen.

Waarom?

Elk EU-land moet zich achter de tekst scha- ren. Als één land weigert, kan het verdrag niet in werking treden. Wallonië telt 3,5 miljoen inwoners, op zo’n 500 miljoen in de hele EU.

Vanwaar die tegenstand?

Uit vrees dat Europese normen (sociale en milieunormen) op de helling zouden komen te staan. Dat Canadese producten met lagere standaarden onze markten zullen overspoe- len. Uit vrees voor sociale dumping, voor sof- tere milieuwetten. Uit vrees dat consumen- ten, kmo’s en boeren te weinig sociale en juridische bescherming krijgen tegen de mul- tinationals.

En ook wel omdat men beseft dat wat nu met Canada gebeurt, straks ook op veel ingrij- pender wijze op de agenda staat in de vrij-

handelsgesprekken van de EU met de VS. In Nederland wordt CETA overigens ‘het kleine zusje’ van TTIP genoemd.

En dan was er nog de discussie over de arbi- trage bij geschillen. Bedrijven zouden de kans krijgen om staten een schadevergoeding te vragen als zij hun belangen beschadigd zien door overheidsmaatregelen.

En pro?

Ook de voorstanders hebben natuurlijk hun argumenten. Wie achterom kijkt, weet dat vrij- handel vaak gepaard ging met economische vooruitgang. Bovendien is België een kleine en open economie die voor 70 procent afhanke- lijk is van het buitenland.

Vlaams minister-president Geert Bour- geois hekelde in zijn recente 11 julispeech de “Waalse blokkade”. Peter Luyckx (N-VA) sprak van “een clash van politieke en econo- mische culturen”.

Relativeren

Zou het zo’n vaart lopen? Naar we verne- men zou het verdrag de Europese handel met Canada met een vijfde doen stijgen. Vol- gens prognoses van de Europese Commis- sie zou het verdrag voor Vlaanderen zo’n 350 tot 400 miljoen euro extra export opleve- ren. Zo indrukwekkend is dat niet. De Belgi- sche (voor 90 procent Vlaamse) buitenlandse handel wordt niet uit zijn baan gedreven als dat akkoord er niét meteen komt. Bruno Tob- back zei in De Afspraak dat onze handel met Canada vergelijkbaar is met die met pakweg Togo en Nigeria. Wie daar een drama van maakt, overdrijft.

Argument twee: dit landje lijdt “gezichtsver- lies” in Europa de wereld. Ook al niet erg over- tuigend. Zo’n gejammer doet ons denken aan het gekreun bij alle recente langdurige rege- ringsvormingen. Geen kat die daar vandaag nog over spreekt. Bovendien: het zou wel eens kunnen dat Europa het al veel langer verkor- ven heeft bij een groot deel van zijn burgers.

En toch…

Toch is wat vandaag met CETA gebeurt een politiek belangrijk feit. De gang van zaken zorgt voor twee bedreigingen: de destabilisa- tie van België en die van Europa.

Links Europa, electoraal niet in goede doen de jongste jaren, trekt voluit de kaart van het andersglobalisme om het tij te doen keren. Een cluster van vakbonden, milieube- wegingen, derdewereldorganisaties, ontwik- kelingsorganisaties, kortom de hele linkse reutemeteut, hangt met grijptangen boven het middenveld. Dat ook radicaal rechts het huidige “economische” Europa in het vizier neemt, zorgt voor gevaarlijke golven op de politieke zee.

Communautair

CETA destabiliseert ook dit land. Het con- flict is politiek, dat zeker. Het is communau- tair, dat ook. “Het francofoon verzet getuigt van een bekrompenheid die zowel triest als kwaad maakt”, schreef Bart Haeck in septem- ber in De Tijd.

Maar progressief Wallonië (daar een meer- derheid) kreeg ondertussen wel de steun van progressief Vlaanderen (hier een minderheid van sp.a en Groen en de linkervleugel van CD&V). Maar er is meer aan de hand. Ook Vlaams Belang schaart zich achter het verzet.

“Als nationalist kan ik niet akkoord gaan met CETA”, twitterde voorzitter Tom Van Grieken.

De N-VA profileert zich economisch rechts en is pro CETA, Vlaams Belang kiest almaar meer voor een economisch linkse koers en is anti. De graaizucht en maatschappelijke des- interesse van multinationals en hun politieke en economische tentakels werken mensen op de zenuwen. De macht van de iconen van Silicon Valley zorgt voor verwarring, ook bij rechtse burgers.

Gevoelige snaar geraakt

Natuurlijk valt internationale vrijhandel te verdedigen als motor voor vooruitgang. Jobs, goedkopere communicatie, vervoer, levens- standaard in het algemeen. De markt is gro- ter, de productie verloopt efficiënter. En Euro- pese en Amerikaanse economische normen zijn betrouwbaarder dan die van andere eco- nomieën. De sociale vooruitgang (levensstan- daard etc.) volgt de economie, maar helaas aan een erg betwistbaar tempo.

In die context gaat de PS nu in het offensief.

Paul Magnette heeft zichzelf gelanceerd als boegbeeld achter, en straks voor, Di Rupo. Is dat “plat binnenlands politiek opportunisme”?

Ja, maar politieke berekening hoort nu een- maal bij het vak.

Magnette pleitte deze week voor een aan- passing. Er wordt nog onderhandeld, maar een aanpassing - minimaal - zal er wel komen. Maar Magnette zal maximaal heb- ben gescoord. Hij deed de Canadese han- delsminister Chrystia Freeland bijna in tranen afdruipen, en maakte progressief Vlaande- ren stikjaloers.

Figuren als Europarlementslid Kathleen Van Brempt (sp.a) in Terzake (“ik bekijk dit met respect”) of Bruno Tobback in De Afspraak (“ik ben jaloers”) hoopten voor hun politieke strijd in Vlaanderen een paar Waalse korrels te kun- nen meepikken. Ook dat is doorzichtig politiek spel, maar Vlaams-nationalisten doen er goed aan er rationeel mee om te gaan.

De N-VA stelt zich met twijfelende stand- punten over Europa en met een nog altijd aar- zelend sociaal profiel erg kwetsbaar op. Men- sen hechten aan verscheidenheid, identiteit, kleinschaligheid en zijn afkerig voor de over- betaalde bureaucratie.

“Piepklein Wallonietje” zal de vrijhandel niet tegenhouden, maar Magnette raakte wel een gevoelige snaar. Zowel de N-VA als Europa zijn beter op hun hoede. Beide worden omsingeld door links en radicaal rechts… De anderen hebben niet “altijd” volledig ongelijk.

AnjA Pieters

FlICS En ColèrE

Er werd in onze media nauwelijks aandacht aan besteed, maar al een hele week wordt over heel Frankrijk betoogd door politiemen- sen. Het begon met een nachtelijke verras- singsbetoging op de Champs-Élysées in Parijs waaraan zo’n 500 agenten deelnamen. De nationale politietop trachtte het protest nog binnen de perken te houden door die beto- ging met klem af te keuren, maar het hek was van de dam. Sindsdien kwamen de ‘policiers en colère’ op verschillende plaatsen op straat, gesteund door hun vakbonden. De woede is dan ook groot. Enerzijds zijn de politiemensen elke dag het mikpunt van agressie en geweld, tot in hun eigen huis toe, anderzijds moeten ze machteloos toezien hoe een laks gerecht misdadigers en raddraaiers keer op keer laat lopen. De druppel die de emmer deed over- lopen was de moordaanslag met een molo- tovcocktail op twee agenten in Viry-Châtillon, op 20 kilometer van Parijs. De agenten wer- den zwaarverbrand uit hun voertuig gehaald.

Letterlijk elke dag vinden in Frankrijk zulke aanslagen plaats, maar de overheid weigert de ernst van de situatie in te zien. Het is een zoveelste smet op het blazoen van het socialis- tische duo Hollande-Valls. Bij het grote publiek

kunnen de boze flikken alvast wel op brede steun rekenen. Ook de gewone Fransman is de straffeloosheid in zijn land en de terreur van het veelal vreemde straattuig immers meer dan spuugzat.

(6)

Caroline en Kristof eten hun brood niet in ledigheid Arendsblik

vanuit de reuzenpoes

Walter Pauli vond dus een kroeg vlakbij het parlement van waaruit hij het hele gebeuren aldaar observeert – het relaas leest u wekelijks in Knack.

Mooi, het doet wat denken aan jour- nalistiek oude stijl, wat best prettig is.

Maar misschien had hij toch een alter- natieve uitvalsbasis moeten kiezen…

Zou het kunnen dat in Knack-journalist Walter Pauli een stevig scheut nostalgie schuilt? Een jaartje geleden bracht hij in zijn weekblad een heel overzicht van de plek- ken in en rond het Parlement en de Wet- straat waar politici en journalisten graag vertoeven.

En zoals we toen schreven, moet de sfeer die het stuk uitademt keurig genuanceerd worden. Om te beginnen zijn de wilde jaren wat voorbij; de excessen – ook bij amb- tenaren in die buurt – zijn eerder uitzon- dering dan regel. Maar daarnaast zijn er fundamentele veranderingen die de jour- nalistieke gilde ondergaan heeft.

Een toegenomen prestatiedruk, snel- heid, al dan niet een gevolg van de sociale media, zorgen ervoor dat de meesten die als satellieten rond de politieke beslissings- organen cirkelen een heel ander bestaan kennen dan de generaties voor hen. Omdat hij kan vergelijken, weet Pauli dat.

Treurenberg

Maar zie, het bloed kruipt waar het niet gaan kan. En sinds enkele weken vertoeft hij in café de Treurenberg om van daaruit het politieke gewoel te becommentariëren.

Voor alle duidelijkheid: dat “etablissement in de buurt van het parlement” bestaat echt en de foto bij het stuk is waarheidsgetrouw.

Had men nu echt geen betere observatie- post kunnen bedenken? De naam Treuren- berg verwijst naar de treurende gevange- nen die in een oude stadspoort opgesloten werden, vaak met hun terechtstelling als enige uitweg. In die zin is de bijhorende foto van Pauli, zoals steeds met een blik vol tristesse, assorti.

Café de Treurenberg haalde jaren gele- den het nieuws. In 2012 deed zich een inci- dent voor tussen enkele N-VA-Kamerleden - onder hen Theo Francken - en een tien- tal sp.a-kabinetsmedewerkers. Enigszins boven het theewater door koning alcohol begonnen enkelen het over “Theo facho”

te hebben, wat tot een woordenwisseling leidde.

Nu goed, er was wat geduw en decibel- toename, en dat was het dan. Maar er is die andere plek waar Theo & co wél rust vinden, aangezien je er amper sp.a’ers en groenen zal treffen: de Jaguar, een naam met een mindere historische dimensie aan- gezien die verwijst naar het automerk waar- mee de vinnige uitbater zich verplaatst.

Pro Flandria

In een niet zo ver verleden kon het er vrij liederlijk aan toe kon gaan, soms let- terlijk met een zingende Margriet Hermans.

“Gelukkig geldt ook voor de muren hier een omerta”, grapt kastelein Freddy soms.

Misschien heeft het wat te maken met de blauwe stempel van de kroeg. Liberalen hebben rond de Wetstraat op het vlak van het goede leven doorgaans een streepje voor op de rest, dat is geweten.

En de traditionele degelijke kaart van de Jaguar doet de rest. Politieke verhoudingen veranderen, en dus ook het publiek. Het VB-gehalte en later N-VA-gehalte steeg, net zoals heel wat LDD’s, JMDD op kop, er graag vertoefden. Lachend werd de plek wel eens omschreven als een Pro Flandria-café.

Zoals overal in de buurt, is het er vandaag rustiger vertoeven, maar toch bleef ergens de sfeer. En neem het van ons aan: betref- fende dit soort van uitvalsbasissen heeft dit blad vele lengtes voorsprong op Knack.

KNIN.

De Geuzenberg

Dwars door Vlaanderen

27 oktober 2016

6

Caroline Bastiaens volgt Philip Heylen op als cultuurschepen in Antwerpen. Zij werd in Hasselt geboren op 13 september 1976. Men zegt dat mensen uit het “Verre Lim- burg” die naar “A” komen wonen, het ver schoppen. Kijk maar naar de Delwaides, Craeybeckx’en, wijlen dr. Rik Ballet, enzovoort. Caroline studeerde Pol & Soc aan de Antwerpse Universiteit en werd vervolgens lid van de CD&V als politiek medewerkster.

Ze werd spoedig adviseur bij Personeelsza- ken van de Stad en daarna kabinetschef bij schepen Marc van Peel. Daar leerde zij haar man Kristof Waterschoot kennen, die inmid- dels voor de N-VA districtsschepen is in Hobo- ken en een belangrijke job heeft bij het Ant- werpse Havenbedrijf. Caroline is fractieleider voor de CD&V in de Antwerpse gemeente- raad en zetelt sinds eind 2012 in het Vlaams Parlement. Een paar dat zeker niet van de honger omkomt.

Onmiddellijk nadat Heylen zijn ontslag als schepen had aangekondigd, omdat hij gaat werken bij Ackermans & Van Haaren, werd bekendgemaakt dat Caroline hem zou opvol- gen als schepen van Cultuur, een mandaat dat veel inzet vraagt. Wie dacht dat zij ont- slag zou nemen uit het Vlaams Parlement is van een verkeerd jaar.

Het kan natuurlijk zijn dat, wanneer u dit nummer leest, zij (gedwongen) van gedacht veranderd is, maar zondagavond was zij nog niet van plan om haar duurzame zetel af te

staan. Zeer tot verdriet van Orry van de Wau- wer en andere jeugdigen die zitten te snak- ken om haar op te volgen. Orry komt echter maar aan bod wanneer Kristof Waterschoot verzaakt aan zijn post van eerste opvolger in het Vlaams Parlement. Een moeilijke zaak voor de CD&V.

Intern CD&V-probleem

Mooi is dat het koppel bovendien in de wielen wordt gereden door eigen volk: uit- gerekend Patrick Janssen, niet de vroegere burgemeester maar wel een (zwart) CD&V- gemeenteraadslid, bond de kat de bel aan.

Hij vertikte het de voordrachtakte van Basti- aens te ondertekenen.

Vervelend detail voor de christendemo- craten: ook sp.a moet als “gedumpte” kar- telpartner (in 2012) de voordracht onderte- kenen. “En dat doen we pas als CD&V haar problemen heeft opgelost”, zei Toon Was- serberg, ook al Limburger en leep lid van de sp.a in de gemeenteraad. “Wij gaan ons

niet bemoeien met hun interne keuken, laat staan dat we ons zouden laten gebruiken.”

Wie ook hun duit in het zakje deden, waren enkele deelnemers aan het debat in Wakker op Zondag bij ATV dat liep onder de vragende titel: “Mogen politici naar hartenlust manda- ten en zitjes in gemeenteraden en parlemen- ten opstapelen, of is dat onkies?”

Een debat, met onder meer Alexandra D’Archambeau van jong Open Vld en Ingrid Pira van Groen. Luidens Alexandra was er weinig bezwaar. Pira, gebuisd burgemees- ter van Mortsel en nog steeds Vlaams Parle- mentslid, wil haar zetel en haar mooie inko- men veiligstellen. “Je kan maar één mandaat echt goed doen”, zei ze.

Pira heeft daarmee niet helemaal onge- lijk, maar de uitspraak slaat niet op haarzelf:

zij houdt zich in het Vlaams Parlement inder- daad haast uitsluitend bezig met het bestrij- den van de Antwerpse luchthaven. Haar steeds weerkerende vragen aan ministers en ambtenaren zijn ware pesterijen gewor- den, die geen enkel nut hebben. En die alleen maar de kostbare tijd in beslag nemen van de verantwoordelijken van “Deurne” die er alles aan doen om de luchthaven tot steeds grotere bloei te brengen.

Pagadder

Brusselse beleidsverklaring:

nietszeggende bladvulling

Noblesse oblige, en daarom houdt ook de Brusselse hoofdstedelijke regering haar jaar- lijkse ‘State of the Union’. De beleidsverkla- ring dus. Een beleidsverklaring die – zo was de oppositie van links tot rechts het eens – bij- zonder weinig om het lijf had. Nochtans klopte PS’er Vervoort zichzelf stoer op de borst omdat Brussel een begroting in evenwicht heeft

“ondanks de aanzienlijke financiële weerslag van de aanslagen”.

De beleidsverklaring bevat echter geen enkel woord over het gewestelijk veiligheidsplan, aldus Johan van den Driessche van de N-VA.

“Nochtans zou veiligheid een prioriteit moeten zijn. Er wordt ook niets gezegd over een harmo- nisatie van de verschillende politiereglemen- ten in de 19 gemeenten of over de samenwer- king tussen de zes politiezones.”

Ook laakte Van Den Driessche het feit dat de Brusselse minister-president Vervoort op geen enkel moment verwijst naar een rapport van het Rekenhof dat de problemen beschrijft over het financieel toezicht van het Gewest over de verschillende instellingen. “Het ver- slag van 170 pagina’s maakt gewag van reke- ningen die niet goedgekeurd kunnen worden omdat er documenten ontbreken, of omdat er fouten inzitten”, zegt hij. “Toch wordt er op geen enkele manier een initiatief genomen om aan deze kritiek tegemoet te komen.” Het ging er bij Vervoort langs het ene oor in en via het andere oor weer uit.

Zwaar gebuisd

Dominiek Lootens (Vlaams Belang) was evenmin onder de indruk van de beleidsver- klaring. Anno 2016 staan er reeds meer gezin- nen op de wachtlijst voor een sociale woning, dan dat er überhaupt sociale woningen in het gewest zijn, stelde Lootens. Dat is de schrij- nende realiteit in de zogenaamde hoofdstad van Europa. Maar Vervoort en co hebben geen

enkel duidelijk plan om op vlak van huisvesting de bevolkingsgroei op te vangen. Net zomin als hij dat heeft op het vlak van bv. kinderopvang, medische hulp, fiscaliteit, werkgelegenheid of mobiliteit. Mag het dan verbazen dat uit de halfjaarlijkse barometer van Beci blijkt dat van de bevraagde ondernemers liefst 90 procent van de respondenten aangaf ontevreden tot zeer ontevreden te zijn over zowel de Brusselse als de federale regering? Met zo een buis heb- ben deze beide regeringen zelfs geen recht op een tweede zit, aldus nog het Vlaams Belang.

Vertrouwen binnen Brusselse regering zoek

Het is dan ook weinig verwonderlijk dat nog maar halfweg de legislatuur de samenhang in de hoofdstedelijke regering reeds volledig zoek is. Net op de dag van de beleidsverklaring ver- weet de Brusselse CD&V – nochtans partner in de hoofdstedelijke regering – minister-voorzit- ter Vervoort een totaal gebrek aan leiderschap en ambitie.

Wanneer zelfs de regeringspartijen zélf geen vertrouwen meer hebben in de Brusselse minister-voorzitter kan men van de oppositie moeilijk anders verwachten natuurlijk. Zelfs voor Groen was het zonneklaar: “Dit is symp- tomatisch voor de werking van deze regering, want ze hebben geen visie op Brussel”, aldus Bruno de Lille. “Ze weten niet waar ze met Brussel naartoe willen. Elke minister is in een hoekje bezig met de dingen die ze zelf interes- sant vinden, maar de echte uitdagingen kun- nen ze niet aan.”

Jeneverfeesten

Tijdens de twee dagen durende jeneverfees- ten in Hasselt werden 170.000 borreltjes uit- geschonken. “Jenever blijft het lekkerste dat Hasselt te bieden heeft”, zongen waarnemend burgemeester Karolien Mondelaers en burge- meester in spe Nadja Vananroye in koor. Overal in de stad kon men lekkernijen smaken en the-

atraal plezier beleven. Organisator Jean-Pierre Swerts glunderde: “Onze 85.000 bonnetjes zijn allemaal de deur uit.” Die moesten dienen om het gelag op grote pleinen te betalen, en elders gewoon met cash. Een overrompeling zoals het hoort, met veel plezier, eten en drin- ken. De politie en het Jessa-ziekenhuis had- den geen klachten. Op de invalswegen ston- den kleine dienstvoertuigen van de politie om mogelijke terreuraanslagen te voorkomen. Of er ook alcoholcontroles gehouden zijn, wist niemand te melden. De politie hield vooral nuchtere snoodaards in de gaten.

Nederlands voor imams

Het Agentschap voor Integratie en Inbur- gering en het PCVO Moderne Talen organi- seren samen in Limburg een uniek project in Vlaanderen, Marokkaanse imams Nederlands leren. De lerares Nederlands wist te vertellen

“dat de imams niet meteen de dt-regel moe- ten leren, maar dat er gewerkt werd rond the- ma’s zoals pesten bijvoorbeeld”. Wie de pest- koppen waren, werd niet vermeld.

Evenmin of de lerares een hand geschud heeft? 17 imams van evenveel Marokkaanse moskeeën in Limburg waren uitgenodigd, 14 zijn er komen opdagen, twee spreken Neder- lands en eentje was ziek. Imam Mustapha Said (76) is reeds 36 jaar imam in België en volgt les Nederlands. “Waarom nu pas?”, vroeg jour- naliste Liliana Casagrande. Said: “Onze Marok- kaanse jongeren krijgen altijd les in het Ara- bisch, maar er zijn jongeren die het Arabisch niet meer verstaan.” De imams preken in het Arabisch, maar de ambitie is om ook in het Nederlands te preken. Van de 17 Marokkaanse moskeeën zijn er maar vier erkend, en dat wil zeggen dat 13 imams leven van de giften van hun gelovigen. Turkse imams daarentegen zijn in dienst van de staatsmoskeeën en volgen geen lessen; zij spreken Turks.

Medische zorg

Ieder jaar betaalt iedere Vlaming, iedere Belg, een aanzienlijk bedrag om indien nodig een deel van de onkosten voor verstrekte medi- sche verzorging terug te krijgen. Dit gebeurt door afhouding van zijn loon of door een vrij- willige bijdrage aan een of andere (hospitali- satie)verzekering. Die terugbetalingen vermin- deren van jaar tot jaar! Hoe kan dat? Misschien toch, naast het gebruikelijke sectorsnoeiwerk, één andere verklaring?

In een huis-aan-huisreclamefolder van een partij, waarvan we de naam niet (durven/

mogen/kunnen/willen) noemen, lezen we dat de Belgische schatkist afgelopen jaar 328.130 euro aan het Brugse OCMW terugbetaalde voor dringende medische hulp aan illegale vreem- delingen! Het woord illegaal betekende vroe- ger (nu niet meer?) onwettig hier verblijvend en dus niet in aanmerking komend voor finan- ciële tegemoetkoming. Vaak gaat de “illegale steun” zelfs naar gevallen van medisch toe- risme voor luxe-ingrepen zoals neuscorrecties, abortus, maagverkleining, prenatale consulta- ties, waarvoor RIZIV-nomenclatuur bestaat!

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Is het college bekend met de gang van zaken over het opstappen van de Raad van Toezicht en waarom is de Raad daar na 1 september niet met redenen omkleed van op de hoogte

Dit houdt in dat supporters bij het bezoeken van een voetbalwedstrijd met zo min mogelijk beperkingen geconfronteerd worden, waarbij de aanpak zich richt op de kleine groep

In opdracht van het Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum van het ministerie van Veiligheid en Justitie zijn deze voet- balmaatregelen in dit onderzoeksrapport bij

Het schijnt deze gemeente to- taal niets uit te maken en men gaat gewoon door met het tota- le wanbeleid om nog meer bo- men te kappen in deze gemeen- te, is het niet in

Op de vraag welk lunchconcept ouders het beste zouden vinden voor hun kind geven ouders aan het meest positief te zijn over de introductie van een zelfsmeerlunch (32,6 %),

En ook de geestelijk verzorger zelf zegt dat er geschipperd moet worden met beschikbare tijd en geld voor nascholing, waardoor niet altijd gekozen wordt

Deze respondenten is onder meer gevraagd welke pullfactoren er aanwezig zijn in het gebied en welke factoren het voor hen aantrekkelijk maakt om naar de Noord

Pas toen na het verlopen van de optietermijn duidelijk werd hoe weinig Indische Nederlanders zich hadden laten naturaliseren en hoe sterk de Indische identificatie met Nederland