• No results found

Horizonscan+ en dure geneesmiddelen binnen het specialisme hematologie

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Horizonscan+ en dure geneesmiddelen binnen het specialisme hematologie"

Copied!
7
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

JA ARGANG14

A PR I L2 017

OVERZICHTSARTIKELEN

3

111

1internist-hematoloog, afdeling Hematologie, Radboudumc, 2internist-hematoloog, afdeling Hematologie, Erasmus MC. Correspondentie graag richten aan mw. dr. N.M.A. Blijlevens; afdelingshoofd Hematologie, internist-hematoloog, afdeling Hematologie, Radboudumc, Postbus 9101, 6500 HB Nijmegen, tel.: 024 366 82 06, e-mailadres: nicole.blijlevens@radboudumc.nl.

Belangenconflict: geen gemeld. Financiële ondersteuning: geen gemeld.

Trefwoorden: dure geneesmiddelen, hematologie, horizonscan Keywords: expensive drugs, hematology, horizonscan

Horizonscan+ and expensive drugs in hematology

dr. N.M.A. Blijlevens1 en dr. J.J. Cornelissen2

SAMENVATTING

Recentelijk heeft de minister van VWS in goed overleg met veldpartijen besloten om de horizonscan voor dure geneesmiddelen verder uit te werken tot een in- strument om grip te krijgen op de verwachte instroom aan dure, innovatieve geneesmiddelen in Nederland.

Wij beschrijven hoe deze nieuwe scan, de Horizon- scan+, als instrument kan worden gebruikt bij zowel centrale als decentrale arrangementen. De eerste worden geëntameerd vanuit VWS (Buro Financiële Arrangementen Geneesmiddelen); de decentrale af- spraken worden ontwikkeld door veldpartijen, waarbij de beroepsgroep samen met verzekeraars, zieken- huizen, vertegenwoordigers van patiënten en betrokken farmaceutische bedrijven in overleg tot afspraken trachten te komen. Per januari 2017 zorgt het Zorg- instituut Nederland (ZiNL) voor het beheer van de Horizonscan+ en dit instrument zal worden ingezet op zeven terreinen, waaronder:

1. Oncologie en hematologie (is al gerealiseerd in 2016) 2. Stofwisselingsziekten en endocrinologie

3. Chronische immuunziekten (IMiD) 4. Infectieziekten

5. Longziekten algemeen 6. Neurologische aandoeningen

(incl. gedragstoornissen) 7. Cardiovasculaire aandoeningen

Wat de hematologie betreft participeren HOVON en NVvH actief bestuurlijk en ook ‘bottom-up’ met speci- fieke expertise en de meest recente richtlijnen vanuit de verschillende ziektespecifieke werkgroepen, waarin hematologen uit het hele land en alle echelons parti- ciperen.

(NED TIJDSCHR HEMATOL 2017;14:111-7)

SUMMARY

The Dutch Ministry of Health, Welfare and Sports recently developed a tool to guide the introduction of innovative and expensive drugs to the Dutch Market in cooperation with all involved stakeholders. In this article we describe how to make use of this tool called Horizonscan+ for centralized or decentralized financial arrangements with various stakeholders. Centralized financial arrangements are being organized top-down by the Government (Buro Financiële Arrangementen Geneesmiddelen); decentralized arrangements are developed bottom-up by the professionals, health care payers, board of hospitals, patient advocates and pharmaceutical companies. As of January 2017 the Institute of Health Care will orchestrate this in- strument of Horizonscan+ and it will be applied to seven topics e.g.:

1. Oncology and hematology (already started in 2016) 2. Metabolic diseases and endocrinology

3. Chronic immune deficiency disorders (IMiD) 4. Infectious diseases

5. Pulmonary disorders

6. Neurological disorders (including behavorial disorders)

7. Cardiovascular disorders

Concerning Hematology, HOVON and the Dutch Society of Hematology (NVvH) continue to combine their forces at the governance level and via the spe- cific professional working parties with actual updated guidelines by involving all hematologists and incor- porating hospital echelons.

Horizonscan+ en dure geneesmiddelen

binnen het specialisme hematologie

(2)

112

INLEIDING

Binnen HOVON is sinds 2013 gepoogd om gestructu- reerd tijdige informatie te verkrijgen over de verwachte ontwikkelingen van dure geneesmiddelen en de im- pact daarvan te bepalen voor (met name) de hemato- oncologie. Tijdige informatie is niet alleen belangrijk voor de voorschrijvers en patiënten, maar ook voor zorgverzekeraars, overheid, apothekers en ziekenhuis- besturen, die zich willen voorbereiden op de inkoop van geneesmiddelen om daarmee de toegankelijkheid te borgen. Rapporten van de NZa en KWF bevestigden een breed gevoelde ‘sense of urgency’. Natuurlijk is het een geweldige ontwikkeling, dat er de laatste jaren veel nieuwe, innovatieve middelen op de markt zijn gekomen en nog zullen gaan komen. Hierdoor kunnen de vooruitzichten van patiënten met kanker aanzien- lijk worden verbeterd, maar het betekent tevens een belangrijke uitdaging voor het huidige systeem, gezien de snelle kostenstijging. Veel organisaties en/of veld- partijen, die hierbij betrokken zijn, hebben een actie- plan opgesteld om grip te krijgen op de ontstane situatie in een poging toegankelijkheid te borgen voor die middelen, waarvoor aanspraak bestaat (zie kader Aanspraak basispakket). Het ontbrak echter aan centrale regie en een integraal, objectief en openbaar overzicht voor de Nederlandse situatie. In het Bestuurlijk Over- leg Medisch Specialistische Zorg dat de Minister van VWS regulier heeft met de veldpartijen*, is in 2016 afgesproken dat de bestaande horizonscan van VWS, in het leven geroepen door het Buro Financiële Arran- gementen Geneesmiddelen, zal worden uitgewerkt tot een zogenoemde Horizonscan+. Voordat we concreet ingaan op de Horizonscan+ schetsen we hier eerst het huidige Nederlandse medisch-specialistisch genees- middelenbeleid.

ACHTERGROND

Voordat een medisch-specialistisch geneesmiddel kan worden verstrekt, moet eerst de markttoelating geregeld zijn. Als het College ter Beoordeling van Geneesmiddelen (CBG) hetzij zelfstandig, hetzij via de Europese regis- tratieautoriteit (EMA), een geneesmiddel in Nederland registreert, geeft zij daarmee aan dat een middel vol- doende veilig en werkzaam is om op de markt te kunnen worden toegelaten. Daarna wordt de toegankelijkheid van geneesmiddelen voor intramurale patiënten pas mogelijk als de aanspraak en bekostiging zijn geregeld.

Aanspraak betekent dat de patiënt het geneesmiddel vergoed krijgt uit de basisverzekering. Geneesmiddelen die worden verstrekt aan patiënten in het kader van een

medisch-specialistische behandeling vallen onder de categorie geneeskundige zorg in de Zorgverzekerings- wet. De kosten voor medisch-specialistische zorg of geneeskundige zorg worden vergoed als een verzekerde patiënt daar recht op heeft. Hiervoor gelden twee basis- voorwaarden:

1. De behandeling is volgens de huidige wetenschap en praktijk effectief, en

2. De verzekerde patiënt is, door omstandigheden, redelijkerwijs daarop aangewezen.

Dit laatste punt is in eerste instantie ter beoordeling aan de (behandelend) medisch specialist. Het is aan de zorgverzekeraar om te controleren of hieraan wordt voldaan, zodat vergoeding ten laste van de zorgver- zekering komt. Daarbij dient de zorgverzekeraar zich te baseren op de richtlijnen, die door de beroepsgroep zijn vastgesteld. Als richtlijnen ontbreken, dan zijn er ook andere bronnen waarop de verzekeraar zich kan baseren, zoals wetenschappelijke publicaties. Als de zorgverzekeraar hier niet uit komt, dan kan Zorginstituut Nederland (ZiNL) worden verzocht om voor een genees- middel een duiding te geven. De duiding door ZiNL is bepalend voor alle verzekerden in Nederland. ZiNL kijkt naar de betaalbaarheid en werkzaamheid in de

AANSPRAAK BASISPAKKET

Zorginstituut Nederland (ZiNL) adviseert de minister van VWS over de kwaliteit, toegang en betaalbaarheid van het basispakket. De adviezen worden getoetst door verschillende commissies: de Wetenschappelijke Advies Raad (WAR) en de Adviescommissie Pakket (ACP). Het gaat om adviezen aan de minister van VWS om iets in het basispakket op te nemen of te verwijderen, of het gaat om adviezen om een of meerdere artikelen in de Wet langdurige zorg (Wlz) of de Zorgverzekeringswet (Zvw) te wijzigen.

ZiNL onderscheidt de volgende adviezen:

- instroomadviezen over behandelingen en ziekenhuisgeneesmiddelen

- uitstroomadviezen over behandelingen en ziekenhuisgeneesmiddelen

- systeemadviezen

- voorlopige toelating (VT); voorwaardelijke en tijdelijk toelating tot de basisverzekering van Zvw

Aanspraak betekent dus dat een Nederlandse burger het recht heeft op voorzieningen vanuit het basispakket.1

(3)

OVERZICHTSARTIKELEN

JA ARGANG14

A PR I L2 017

3

113

dagelijkse praktijk van een geneesmiddel. Zij toetst hoe het nieuwe middel zich verhoudt tot de standaard- behandeling qua prestaties en prijs in Nederland, en stelt de zogenoemde therapeutische meerwaarde vast.

ZiNL adviseert vervolgens de minister van VWS over eventuele opname in het basispakket.

ZiNL besloot in 2012 de beoordeling van medisch-spe- cialistische geneesmiddelen te organiseren volgens de principes van het risicogerichte pakketbeheer. Daarnaast gaf het ministerie van VWS opdracht tot uitvoer van de voorwaardelijke toelating (VT) van innovatieve genees- middelen tot het verzekerde pakket. VT gaat om genees- middelen (of interventies) waarvan de effectiviteit nog niet 100% is bewezen, maar waarvan de beroepsgroep of fabrikant aangeeft dat het middel heel waardevol is bij de behandeling van patiënten. Sinds 2012 is tegelij- kertijd gestart met het overhevelen van specialistische geneesmiddelen van de ‘extramurale aanspraak farma- ceutische zorg’, lees het geneesmiddelenvergoedingen- systeem (GVS), naar de ‘intramurale geneeskundige zorg’. Sinds 2013 werden eerst de oncolytica met wees- registratie (afgegeven door de EMA) overgeheveld en sinds 2015 zijn alle oncolytica inclusief de (dure) medisch-specialistische geneesmiddelen integraal en exclusief ondergebracht in de ziekenhuisbekostiging door middel van zogeheten ‘add-on(s)’, behorende bij specifieke DOT-producten. De maatregel beoogde te voorkomen dat de patiënt de dupe zou worden van financierings- en verstrekkingengeschillen tussen zorg- aanbieders en zorgverzekeraars. Tevens beoogde de maatregel het realiseren van lagere geneesmiddelprijzen via het bevorderen van een scherpe inkoop van deze geneesmiddelen door de ziekenhuizen.

Dit bleek echter in de praktijk niet of nauwelijks te werken voor de dure geneesmiddelen wanneer er geen onderhandelingen mogelijk waren met een competerend product, omdat het vaak unieke middelen betrof, die werden geregistreerd voor een specifieke (niche) indi-

catie. Daarnaast bleken veel middelen zeer duur, gemid- deld 4.000 euro per patiënt per maand, en daarbij kwamen er bijna maandelijks nieuwe middelen bij.

Zorgverzekeraars en ziekenhuisbesturen werden over- rompeld door de enorme impact op het te onderhan- delen budget. In 2013 betrof het in totaal 733 miljoen aan dure middelen, dat vlot verder steeg naar 1,55 miljard aan intramurale middelen in 2016. De minister van VWS greep in 2012 voor het eerst in door middel van een centrale onderhandeling met de fabrikant van een nieuw antistollingsproduct (DOAC’s). Zij richtte vervolgens in 2014 een apart dienstonderdeel in haar ministerie op, het Buro Financiële Arrangementen Geneesmiddelen (BFAG), dat voortaan de centrale arran- gementen moest gaan voorbereiden om dure genees- middelen tegen aanvaardbare kosten beschikbaar te maken. Sindsdien zijn er 19 van dit soort centrale arrangementen afgesloten. Momenteel wordt wettelijk vastgelegd dat zeer dure medicijnen tijdelijk in de zoge- noemde ‘sluis’ komen. Dat betekent dat middelen met markttoegang toch niet meteen in het basispakket worden opgenomen in afwachting van het onderhan- delingsresultaat. Dit gebeurde in 2015 met nivolumab (>200 miljoen kostenbeslag per jaar) en in december 2016 met daratumumab voor recidief multipel myeloom in combinatie met dexamethason en lenalidomide of bortezomib. Het gaat om geneesmiddelen met een groot financieel beslag: >40 miljoen euro budgetimpact op jaarbasis of individuele behandelingen die >50.000 euro kosten en daarbij op macroniveau meer dan 10 miljoen euro kosten (zie Tabel 1). Tijdens die ‘sluis- periode’ doet ZiNL een uitspraak over de toegevoegde waarde van het nieuwe dure geneesmiddel en bedingt VWS tevens een significante korting bij de fabrikant.

Om nu vroegtijdig zicht te hebben op de komst en mogelijke budgetimpact van nieuwe dure geneesmid- delen is de Horizonscan, die werd gehanteerd door het BFAG van VWS, nu uitgewerkt tot de Horizonscan+.

TABEL 1. Risicoselectie Buro Financiële Arrangementen Geneesmiddelen.

Kostenbeslag per jaar Kosten per behandeling per jaar Risico op volumetoename

Laag € 0-€10 mln. Laag € 0-15.000 Laag 1 (blijft gelijk)

Midden € 10-€ 40 mln. Midden € 15.000-€ 50.000 Midden 1-2 (verdubbelt)

Hoog >€ 40 mln. Hoog € 50.000 Hoog ≥2 keer

(4)

114

DOEL HORIZONSCAN+

De Horizonscan+ richt zich op de intramurale en extramurale geneesmiddelen.2 Het is de bedoeling in deze Horizonscan+ uiteindelijk niet alleen nieuwe geneesmiddelen op te nemen, maar ook verwachte indicatie-uitbreidingen, patentverloop en verwachte alternatieven. De Horizonscan+ kijkt maximaal twee jaar vooruit. De Horizonscan+ is hiermee een integraal, openbaar en zo objectief mogelijk overzicht van relevante ontwikkelingen omtrent geneesmiddelen die op de markt worden verwacht. Hiermee kunnen patiënten, behan- delaars, ziekenhuizen, zorgverzekeraars en overheids- organen vroegtijdig op de hoogte worden gebracht. Het instrument dient er verder voor dat:

• het ministerie van VWS kan bepalen voor welke geneesmiddelen een centraal financieel arrangement wordt ingezet en/of welke geneesmiddelen in de sluis worden geplaatst;

• ZiNL beoordelingen van geneesmiddelen, op basis van de pakketcriteria, tijdig kan agenderen en voorbereiden;

• behandelaars beter kunnen bepalen wat deze ontwikkelingen betekenen voor het behandelaanbod;

• ziekenhuizen en behandelaars duidelijke afspraken kunnen maken over de inzet van deze geneesmiddelen en tijdig de organisatie van de benodigde zorg en de financiering hiervan kunnen oppakken;

• behandelaars, ziekenhuizen en zorgverzekeraars kunnen anticiperen op patentverloop en vroeger starten met de inzet van goedkopere alternatieven (‘biosimilars’ en generieke producten);

• zorgverzekeraars en ziekenhuizen op basis van deze informatie hun inkoop beter kunnen organiseren en worden gefaciliteerd in het versterken van de onderhandelingspositie als inkoper van geneesmiddelen;

• ziekenhuizen en/of zorgverzekeraars kunnen bepalen voor welke geneesmiddelen een eigen (lokaal of landelijk) financieel arrangement kan worden ingezet.

Het huidige, risicogerichte pakketbeheer biedt echter ook aan veldpartijen de mogelijkheid om zelf (decentrale) afspraken te maken over de inzet, bekostiging en finan- ciering van dure geneesmiddelen. HOVON en de NVvH zijn voorstander van dit soort afspraken, omdat decen- trale afspraken sneller en efficiënter kunnen worden ontwikkeld, hetgeen de toegankelijkheid ten goede kan komen. De door de beroepsgroep vastgestelde criteria ten aanzien van gepast gebruik, gebaseerd op actuele

richtlijnen, kunnen direct worden geïncorporeerd in het arrangement, waarbij een tijdrovende duiding door ZiNL niet altijd nodig is. Daarbij geeft de beroepsgroep ook de expertisecentra aan op basis van de vigerende HOVON-echelonering (www.hovon.nl) en de te verwachte patiëntenstroom. Het is voor ziekenhuizen en zorg- verzekeraars tevens meteen duidelijk wat de mate van korting is, die nog gedurende het behandeljaar ver- disconteerd kan gaan worden en direct ten goede kan komen aan zowel ziekenhuizen als verzekeraars. Een goed voorbeeld hiervan is het Ronde Tafel Arrangement pomalidomide.3 Cruciaal is hierbij gebleken dat de slagingskans van zo’n decentraal arrangement afhangt van participatie van alle zorgverzekeraars, zoals dat ook voor een centraal arrangement is afgestemd.

WERKWIJZE HORIZONSCAN+

De originele horizonscan van het BFAG van het minis- terie van VWS was ingericht met het doel alleen de financiële risico’s van nieuwe innovatieve geneesmid- delen te identificeren om zo nodig centrale financiële arrangementen te realiseren op het moment van toe- lating tot de Nederlandse markt. De ‘plus’ in de Horizonscan+ is gebaseerd op informatie betreffende additionele onderdelen die worden verzameld en gedeeld.

Al met al omvat de scan:

1. De betreffende verwachte nieuwe innovatieve geneesmiddelen en bijbehorende indicaties.

Hieronder worden alle geneesmiddelen verstaan die onder een patent op de markt komen en een (aanzienlijke) financiële impact hebben.

2. De verwachte lijstprijzen van nieuwe innovatieve geneesmiddelen. Hieronder wordt de verwachte openbare lijstprijs verstaan. Dit betreft niet de inkoopprijs, omdat er binnen de kaders van het stelsel over de prijs wordt onderhandeld.

3. De verwachte patiëntvolumes en informatie over de behandeling. Hieronder wordt verstaan een zo goed mogelijke inschatting van volumes in de praktijk. Daarvoor is het belangrijk de plaats in het behandelaanbod vast te stellen, de bijbehorende patiëntvolumes en de verdeling van deze volumes over eventuele groepen van patiënten.

4. De verwachte indicatie-uitbreidingen van bestaande innovatieve geneesmiddelen. Hieronder wordt verstaan alle indicatie-uitbreidingen van innovatieve geneesmiddelen die reeds voor andere indicaties zijn toegelaten.

5. Het verwachte patentverloop van bestaande inno- vatieve geneesmiddelen. Hieronder wordt verstaan

(5)

OVERZICHTSARTIKELEN

JA ARGANG14

A PR I L2 017

3

115

een overzicht van het patentverloop van genees- middelen op de korte en middellange termijn.

6. De verwachte alternatieven voor innovatieve geneesmiddelen (‘biosimilars’/generiek).

Hieronder wordt verstaan het in kaart brengen van het competitieve landschap. Dit moet partijen informeren over de bestaande en toekomstige alternatieven, zodat ook hiermee rekening kan worden gehouden bij het maken van afspraken.

Bij onderhandelingen wordt daarbij ook rekening ge- houden met de werkelijke lijstprijzen in Nederland (vaak zijn lijstprijzen eerst in de Verenigde Staten bekend, waar deze doorgaans hoger liggen), de werkelijke inzet van het middel (in het licht van richtlijnontwikkeling, gepast gebruikt enz.), substitutie met andere genees- middelen of andere vormen van zorg, het marktaandeel van het geneesmiddel ten opzichte van mogelijke alter- natieven, de publieke effecten van prijsonderhande- lingen enz. De Horizonscan+ komt dus tot stand door samenwerking met partijen en het resultaat is een geza- menlijk product.

VERDER PROCES

Per 1 januari 2017 zal ZiNL zorgdragen voor het beheer en de validatie van de Horizonscan+. Een in te stellen regiegroep bestaande uit de veldpartijen stelt twee keer

per jaar de Horizonscan+ vast (draagt eindverantwoor- delijkheid), waarna deze online wordt gepubliceerd.1 Het is de bedoeling op de onderstaande zeven terreinen werkgroepen in het leven te roepen:

1. Oncologie en hematologie (is al gerealiseerd in 2016) 2. Stofwisselingsziekten en endocrinologie

3. Chronische immuunziekten (IMiD) 4. Infectieziekten

5. Longziekten algemeen

6. Neurologische aandoeningen (incl. gedragstoornissen) 7. Cardiovasculaire aandoeningen

Deze werkgroepen signaleren en analyseren de ont- wikkelingen rond geneesmiddelen op het betreffende deelgebied en zijn daarmee voor een belangrijk deel verantwoordelijk voor de inhoudelijke vulling van de Horizonscan+. Elke werkgroep bestaat uit een voor- zitter (medisch specialist), secretaris (apotheker) en ver- tegenwoordigers van ziekenhuizen/ziekenhuisapothekers, patiënten en zorgverzekeraars. In de werkgroep Onco- logie en hematologie sluit ook het IKNL aan. Verder zijn waarnemers van VWS en ZiNL aanwezig bij de besprekingen. ZiNL stelt dus op basis van beschikbare bronnen een lijst op met basisgegevens die ter reflectie en aanvulling wordt voorgelegd aan de diverse werk- groepen. De output wordt weer verwerkt door ZiNL en het eindproduct wordt voorgelegd aan de regiegroep (zie verder).

FIGUUR 1. Organisatie Horizonscan+.

Werkgroep Oncologie &

hematologie

Werkgroep Metabole &

stofwisselingsziekten

Werkgroep Chronische immuunziekten (IMID)

Werkgroep Neurologische aandoeningen (incl. gedrag) Werkgroep Infectieziekten

Werkgroep Longziekten algemeen

Werkgroep Cardiovasculaire aandoeningen Input

vanuit Industrie

Regiegroep Aanvullingen &

opmerkingen (optioneel) Inventarisatie & analyse Validatie & beheer Vaststelling Zienswijze

(6)

116

CONSEQUENTIES VOOR DE WERKWIJZE BINNEN DE HEMATOLOGIE

De werkgroep Oncologie en Hematologie is eind vorig jaar samengesteld en heeft onder voorzitterschap van dr. Haiko Bloemendal (medisch oncoloog, Meander MC, Amersfoort en voorzitter NVMO) een eerste vergadering gehad. Collega Blijlevens (voorzitter NVvH) vertegen- woordigt de hematologie in deze werkgroep. Het is de bedoeling dat informatie vanuit de beroepsgroepen wordt ingebracht in de vergadering, toegespitst op de volgende velden (zie kader Invulvelden werkgroep Oncologie en hematologie per innovatief geneesmiddel in Nederland).

De organisatie binnen de hematologie rondom positie- bepaling in de richtlijn, ‘add-on’-aanvragen, beoorde- ling gepast-gebruikcriteria, volume-inschatting en ver- wachte groei of substitutie was de afgelopen jaren al proactief opgepakt door de voorzitters van de NVvH en HOVON, maar was met name gericht op die middelen die binnen afzienbare tijd registratie bij EMA zouden verkrijgen. De diverse HOVON-werkgroepen hadden in dit proces een prominente rol met de aanlevering van gewenste gegevens, maar deze rol kan nu nog verder worden uitgewerkt. Voorafgaand aan de zesmaandelijkse publicatie door ZiNL zullen de voorzitters van alle hematologische werkgroepen (HOVON en NVvH) namelijk worden bevraagd om de lijst met invulvelden (zie kader) verder aan te vullen voor zover de gegevens voorhanden zijn bij de werkgroepen van HOVON en de NVvH. Parallel aan deze werkwijze zal ook telkens moeten worden nagedacht over het aanpassen van een (deel) van de richtlijn aangaande de te verwachte komst van een nieuw middel of een indicatie-uitbreiding van een duur middel. De ingevulde werklijsten worden in de werkgroep Oncologie en hematologie besproken en aangeboden aan de stuurgroep, waarin vertegenwoor- digers van de belangrijkste veldpartijen zitting hebben (zie Figuur 1, pagina 115).1 Communicatie naar hun

achterban is een verantwoordelijkheid van de veld- partijen zelf. Het is de verwachting dat vroege iden- tificatie van die middelen, die een speciaal financieel arrangement verdienen, lastige onderhandelingen om- trent die dure middelen tussen ziekenhuizen en zorg- verzekeraars overbodig maakt. De individuele hemato- logen leveren hun essentiële bijdrage in de diverse hematologische werkgroepen van HOVON en de NVvH.

Vroegtijdig kunnen zij in de werkgroepen hun visie op de stand van de wetenschap en praktijk en ten aanzien van (de spreiding van) expertisecentra kenbaar maken.

Hiermee worden mogelijke problemen ten aanzien van toegankelijkheid in alle echelons direct meegewogen en besproken met verzekeraars en ziekenhuizen. Dankzij de goede samenwerking met IKNL, waarbij ook recentelijk een uitbreiding van het hemato-oncologieregister heeft plaatsgevonden (NKR+), kan vervolgens de dagelijkse

AANWIJZINGEN VOOR DE PRAKTIJK

1 De Horizonscan+ kan worden gebruikt om een integraal en zo objectief mogelijk overzicht te verkrijgen van relevante ontwikkelingen omtrent geneesmiddelen die op de markt worden verwacht in de komende twee jaar.

2 De hematologische werkgroepen worden ten minste eens per zes maanden verzocht informatie te verstrekken over verwacht gebruik en positie in de behandelrichtlijn voor nieuwe geneesmiddelen of indicatie-uitbreidingen.

INVULVELDEN WERKGROEP ONCOLOGIE EN HEMATOLOGIE PER INNOVATIEF GENEESMIDDEL IN NEDERLAND

• Farmaceutische zorg (GVS) of geneeskundige zorg (intramuraal)

• Verwachte prijs per dosering

• Verwachte prijs per behandeling

• Kosten per patiënt per jaar

• Prevalentie van de aandoening

• Percentage patiënten met aandoening dat in aanmerking komt voor behandeling (volume)

• Plaats van behandeling (eerste, tweede, derde lijn)

• Richtlijn en verdere plaatsbepaling

• Substitutie met andere behandeling

• Potentieel ‘off-label‘-gebruik

• Competitie (huidig en toekomstig landschap)

(7)

JA ARGANG14

A PR I L2 017

OVERZICHTSARTIKELEN

3

117

toepassing van de nieuwe dure geneesmiddelen binnen de hemato-oncologie steeds beter in kaart worden gebracht.4 De verkregen gegevens kunnen uiteindelijk worden gebruikt om de kwaliteit van (geneesmiddel) zorg te evalueren en te verbeteren.

CONCLUSIE

Met de komst van de Horizonscan+ heeft de minister van VWS een verdere bestuurlijke impuls gegeven aan het concretiseren van landelijke maatregelen ter borging van de betaalbaarheid en toegankelijkheid van dure geneesmiddelen. Evident is de beroepsgroep zelf aan zet om maximaal gebruik te maken van dit instrument.

REFERENTIES

1. www.zorginstituutnederland.nl/over-ons/organisatie/taken/adviseren-over- en-verduidelijken-van-het-basispakket-aan-zorg/adviseren-over-de-inhoud- van-het-basispakket.

2. Brief Horizonscan geneesmiddelen_27 mei 2016_kenmerk 972583-150683- GMT +. Te raadplegen op www.rijksoverheid.nl.

3. Blijlevens N, Van den Boom G, Timmers L, et al. Dure geneesmiddelen, samenwerking loont. Medisch Contact 2015;71(3).

4. Dinmohamed AG, Huijgens PC, Brink M, et al. Het hemato-oncologieregister van de Nederlandse Kankerregistratie: verleden, heden en toekomst. Ned Tijdschr Hematol 2017;14(2):55-63.

ONTVANGEN 4 JANUARI 2017, GEACCEPTEERD 16 MAART 2017.

ALLE GEPUBLICEERDE ARTIKELEN KUNT U VINDEN OP ONZE WEBSITE:

WWW.ARIEZ.NL

Tevens kunt u daar zoeken naar artikelen die in onze andere tijdschriften zijn gepubliceerd.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

De kern van een en/of-rekening is dat ieder van de rekeninghouders jegens de bank bevoegd is te beschikken over het gehele op de rekening staande saldo, ook al behoort dit in

Update 16-3-2020 Sommigen benadrukken één eigenschap ten koste van andere eigenschappen..

‘De Ondernemingskamer merkt voorts op dat, mede gelet op hetgeen ingevolge artikel 2:8 BW naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid wordt gevorderd, voor de priva- te

• Leerstof op niveau: bied leerstof lezen en spelling op twee niveaus in dezelfde klas aan (Nieuwsbegrip B en C, Beterspellen.nl op 1F en 2F, Beetjespellen.nl voor

De nieuwe richtlijn om niet langer voorgangers te zenden naar funeraria en crematoria wordt gedragen door alle bisdommen.. Ik doe nooit iets op eigen houtje, maar

Ouders spelen een grote rol in de sportbeleving van hun kind: voor, tijdens en na de wedstrijd en thuis.. Een ouder is een rolmodel voor het kind, toeschouwer, supporter

In de Amerikaanse cultuur heeft men, zoals bekend, gekozen voor consti- tutionele beperkingen die door de rechter worden gehandhaafd: de rechter heeft het toetsingsrecht,

Indien voor grote (ver-)bouwplannen de omgevingsvergunning reeds is afgegeven, maar de buurt nog niet geïnformeerd is over de bouwplanning, dan is het raadzaam om de