• No results found

Memo aan de raadscommissie van de Gemeente Hoorn

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Memo aan de raadscommissie van de Gemeente Hoorn"

Copied!
10
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Memo aan de raadscommissie van de Gemeente Hoorn

1 oktober 2020

Onderwerp: Themacommissie Poort van Hoorn 22 oktober 2020

Zaaknummer: 1818135

1. Samenwerkingsovereenkomst NS, ProRail, Provincie Noord-Holland en Gemeente Hoorn Algemeen

Gemeente Hoorn, Provincie Noord-Holland, ProRail en NS sluiten een samenwerkingsovereenkomst waarin afspraken worden gemaakt over de te onderscheiden deelprojecten, de rollen van partijen en de voornaamste condities en voorwaarden waaronder het gebied Poort van Hoorn tot ontwikkeling wordt gebracht.

Het stedenbouwkundig plan van Karres en Brands en de businesscase Poort van Hoorn maken onderdeel uit van deze samenwerkingsovereenkomst.

De samenwerkingsovereenkomst vormt de paraplu-afspraak tussen partijen voor het noordelijk en zuidelijk stationsgebied en wordt per deelproject opgevolgd door een realisatie-overeenkomst voor de uitwerking van het betreffende deelproject en de bij dat deelproject betrokken partner.

Het doel van de samenwerking is om binnen vastgelegde uitgangspunten en randvoorwaarden te komen tot een integrale ontwikkeling van de Poort van Hoorn met, voor zover mogelijk, daarbij vastgelegd de uitgangspunten voor de realisatie van de deelprojecten.

Daar waar in deze memo sprake is van de Poort van Hoorn wordt gedoeld op de locaties Stationsgebied Noord en Zuid en de Pelmolenpad/Prisma locatie. De bredere definitie van het projectgebied Poort van Hoorn bevat daarnaast ook de uitlopers naar de Vale Hen en het Dampten.

Hieronder staan de onderwerpen zoals die momenteel onderwerp van gesprek zijn met de NS, Provincie Noord-Holland, ProRail en gemeente Hoorn. Deze onderwerpen zullen (in andere bewoordingen) een plek in de (bijlagen van de) samenwerkingsovereenkomst krijgen.

1.1. Stationsgebieden Noord en Zuid

1.1.1.Inbreng gronden gemeente en gronden NS (en ProRail)

NS (en ProRail) zijn voornemens om circa 27.000 m2 grond in te brengen om de realisatie van het project mogelijk te maken. De inbrengwaarde is gebaseerd op de huidige

bestemming van de gronden.

Gemeente Hoorn is voornemens om circa 17.000 m2 grond in te brengen.

1.1.2.Albert Heijn

NS is eigenaar van de grond waarop de Albert Heijn (en de bijbehorende parkeerplaats) is gesitueerd. Deze gronden zijn inbegrepen bij het gestelde onder 1.1.1.

NS heeft die gronden in erfpacht uitgegeven aan Albert Heijn. De resterende looptijd van de erfpacht is nog ongeveer 20 jaar. We zijn in overleg met Albert Heijn over een

alternatieve locatie, alleen heeft dit nog het nodige onderzoek nodig. Albert Heijn heeft, onder voorwaarden, aangegeven mee te willen denken in het verplaatsen van de AH- vestiging naar een andere locatie.

In de samenwerkingsovereenkomst wordt voor het onder passende condities en voorwaarden kunnen verwerven van Albert Heijn een voorbehoud gemaakt.

1.1.3.Openbare autoparkeervoorziening

In Stationsgebied Noord wordt een openbare parkeervoorziening gerealiseerd geschikt voor het parkeren van 1.050 voertuigen van onder meer toeristen, bezoekers van de binnenstad en treinreizigers.

(2)

Bij de ontwikkeling en realisatie van de parkeervoorziening wordt zoveel mogelijk gebruik gemaakt van de kennis en expertise van NS op het gebied van parkeervoorzieningen. Het P&R parkeren maakt onderdeel uit van de openbare parkeervoorziening. NS en gemeente verkennen de (on)mogelijkheden van een samenwerking bij het realiseren/exploiteren van de parkeervoorziening.

Ter voorkoming van mogelijke leegstand is het mogelijk om een gedeelte van de 1.050 openbare parkeerplaatsen (gedacht wordt aan circa 350 plaatsen)

faseerbaar/transformeerbaar te realiseren. Daarnaast zal het mogelijk zijn om, indien nodig, het aantal parkeerplaatsen met circa 70 tot 80 parkeerplaatsen uit te breiden door op het dak van de openbare parkeervoorziening parkeren mogelijk te maken.

In de businesscase is budget gereserveerd voor het realiseren van 1.050 parkeerplaatsen (300 ondergronds en 750 gebouwd bovengronds).

Naar de huidige inzichten zal, nadat het bestemmingsplan onherroepelijk is geworden, de realisatie van de parkeervoorziening onderdeel zijn van de 1e fase van het project.

1.1.4.Openbare fietsenstallingen

In het stationsgebied worden openbare fietsenstallingen gerealiseerd die rekening houden met de geprognotiseerde groei van gebruikers. In Stationsgebied Noord wordt naar de huidige inzichten een openbare fietsparkeervoorziening gerealiseerd geschikt voor het parkeren van circa 2.000 fietsen. In Stationsgebied Zuid wordt naar de huidige inzichten een openbare fietsparkeervoorziening gerealiseerd geschikt voor het parkeren van circa 1.700 fietsen. Vanuit kwaliteitsoverwegingen voor het gebied worden beide

fietsenstallingen ondergebracht in stedenbouwkundige volumes. De fietsenstallingen worden daarmee als bouwopgave gecombineerd met bijvoorbeeld woningen, voorzieningen en/of andere programma’s. De investering voor het realiseren van de fietsenstallingen is onderdeel van de businesscase Poort van Hoorn.

Afspraken met betrekking tot eigendom, beheer, onderhoud en exploitatie van de fietsenstallingen worden in de realisatieovereenkomst van de fietsenstalling gemaakt.

1.1.5.Traverse

Stationsgebieden Noord en Zuid worden verbonden door een nieuwe traverse met een lengte van circa 60 meter. Op basis van een programma van eisen is er voor het ontwikkelen en realiseren van de traverse een raming gemaakt. Deze raming maakt onderdeel uit van de businesscase Poort van Hoorn. De traverse heeft zowel een stations- als interwijkfunctie. Naast de benoemde functionele eigenschappen biedt de traverse met een eigen verblijfskwaliteit een sterke positieve impuls voor de totale beleving van het stationsgebied.

Onderwerp van gesprek met de partners is het moment waarop de investering door de gemeente in de traverse plaats zal vinden. Tot die tijd blijft de huidige traverse in functie.

Afspraken met betrekking tot eigendom, beheer en onderhoud worden in de

realisatieovereenkomst van de traverse gemaakt. De nieuwe traverse zal op 30 meter ten westen van de huidige traverse worden gerealiseerd. Op deze positie vertakt de traverse op een natuurlijke wijze aan stedenbouwkundige routes. De positie is daarnaast een afgeleide van verscheidene (kosten)technische uitgangspunten die in nauw overleg met de projectpartners NS, Provincie en ProRail zijn onderzocht.

1.1.6.Busstation en -remise

Het busstation wordt verplaatst naar het noordelijk stationsgebied. Voor de langere halteringsmomenten, lange laadmomenten en nachtstalling dient er in de omgeving van het noordelijk stationsgebied een nieuwe remise-mogelijkheid te komen. De remise-functie in het zuidelijk stationsgebied wordt op termijn opgeheven. De locatie van de nieuwe remise vergt nog nader onderzoek. Noch de kosten noch de opbrengsten van deze nieuwe

(3)

Het busstation komt in eigendom van de gemeente Hoorn. Provincie Noord-Holland en VRA zijn concessieverlener, momenteel zijn EBS (tot en met zomer 2023) en Connexxion (tot en met 2028) concessiehouders.

1.1.7.Verkeer en openbare ruimte (incl. singel)

Er vindt een herinrichting van de openbare ruimte plaats. Ook de verkeersafwikkeling zal op een andere wijze plaatsvinden. Principekaarten in het ontwerplogboek tonen het nieuwe verkeerkundige functioneren.

1.1.8.Spoorgebonden installaties en (ondergrondse) voorzieningen)

Aan de noordzijde van het stationsgebied zijn er diverse technische installaties welke in eigendom zijn van ProRail. De installaties (een onderstation, een relaishuis en een

gelijkrichterinstallatie) zijn van essentieel belang voor het functioneren van het treinverkeer.

Met het ontwikkelen van het stationsgebied aan de noordzijde staan de functies (kabels en leidingen) zowel boven- als ondergronds in de weg. Met ProRail is er gezocht naar andere locaties en het combineren van deze functies. Het onderstation en de

gelijkrichterinstallaties kunnen worden gecombineerd en hebben een plek gevonden aan de zuidzijde van het station. Het relaishuis blijft in het noordelijk stationsgebied en wordt naar de huidige inzichten opgenomen in de toekomstige bebouwing.

Het verplaatsen van de functies vraagt een aanzienlijke investering (zie 3.1). Momenteel lopen er gesprekken om de verplaatsing van het onderstation te combineren met een geplande uitbreiding hiervan door ProRail

1.1.9.Huis van Hoorn

Het koepelbegrip ‘Huis van Hoorn’ biedt met circa 15.000 m2 ruimte voor een diversiteit aan functies en voorzieningen. Een nader te bepalen programmatische verdeling houdt rekening met een mix van maatschappelijke en culturele voorzieningen. In het uiterste geval is bij gebrek aan marktvraag woningbouw een terugvaloptie, waarbij ook de bijbehorende parkeervraag in beschouwing moet worden genomen. In de uitwerking kan een combinatie van programma’s leiden tot een gemeenschappelijke bouwopgave.

Afhankelijk van de uitwerkingsrichting en marktomstandigheden blijft het ook mogelijk deze bandbreedte op te delen in autonome, meer zelfstandige bouwblokken.

1.1.10. Woningbouw Stationsgebieden Noord en Zuid

In het noordelijk deel van het stationsgebied, de zone tussen de Van Dedemstraat en de sporen, wordt circa 45.000m2 woonprogramma gerealiseerd. In het zuidelijk deel van het stationsgebied, de zone tussen de stationsstraat en de sporen, is de ontwikkeling

vooralsnog beperkt tot een aantal percelen die in eigendom zijn van de projectpartners.

Binnen deze zuidelijke bouwvelden wordt circa 4.000 tot 5.000 m2 woonprogramma voorzien. Gezamenlijk biedt het stationsgebied ruimte voor circa 500 woningen, met een differentiatie in types, groottes en prijsklassen. In combinatie met het voorgenomen woonprogramma van Pelmolenpad/Prisma is de programmering conform de gemeentelijke woonvisie (30/30/40).

1.1.11. Stationsvoorzieningen

Met de vernieuwing van het mobiliteitsknooppunt vindt een herschikking van

stationsvoorzieningen plaats. Aan de noordzijde van het station zal maximaal 500 m2 aan stationsvoorzieningen in de directe omgeving van passagiersstromen ondergebracht worden. Het historische stationsgebouw aan de zuidzijde van het spoor omvat op dit moment circa 800 m2 aan stationsvoorzieningen. In de herontwikkeling wordt een deel van deze voorzieningen in de noordzijde ondergebracht. Het historische stationsgebouw langs de singel zal een nieuwe, nog nader te bepalen, invulling krijgen.

(4)

1.1.12. Overig programma

Binnen het stationsgebied is ruimte voor een hotelfunctie. Vanuit de huidige inzichten wordt gedacht aan een hotel van circa 4.000-5.000 m2 aan de zuidzijde van het spoor.

1.2. Pelmolenpad/Prisma

1.2.1.Woningbouw Pelmolenpad/Prisma

Op het terrein Pelmolenpad-Prisma, wordt minimaal 53.000 m2 aan woonprogramma gerealiseerd. Gezamenlijk biedt het Pelmolenpad-Prisma terrein ruimte voor minimaal 545 woningen, met een differentiatie in types, groottes en prijsklassen conform de

gemeentelijke woonvisie (30/30/40 in combinatie met het voorgenomen woonprogramma van de stationsgebieden).

1.2.2.Voorzieningen

Binnen het gebied is een bandbreedte tussen circa 500 en 1.500 m2 aan voorzieningen voorzien. De voorzieningen worden op strategische locaties geclusterd en in relatie gebracht tot loopstromen van de stad en buurt.

2. Stedenbouwkundig plan Poort van Hoorn 2.1. Stationsgebied Noord

2.1.1.Openbare ruimte en bouwvelden – Stationsgebied Noord

Voor het stationsgebied is een hoge dichtheid van bouwprogramma voorzien.

Tegelijkertijd moeten de diverse stationsfuncties op een logische en toekomstbestendige wijze worden ingepast. Grote ‘puzzelstukken’ zoals het autoparkeren, het fietsparkeren, spoorse installaties en het busstation zijn snel sfeerbepalend. In de stedenbouwkundige opzet zijn deze grote puzzelstukken op een toekomstbestendige wijze herschikt en op een prettige wijze ondergebracht in of rondom diverse bouwvelden. Het stedenbouwkundig plan bestaat uit bouwvelden en kwalitatieve openbare ruimtes die op elkaar inspelen en de levendigheid van het gebied bevorderen. Het nieuwe busstation wordt op een zo compact mogelijke wijze langs de Van Dedemstraat ingepast. Het nieuwe busstation wordt

omgeven door diverse bouwvelden die geschikt zijn voor diverse functies. Deze bouwvelden worden omgeven door openbare ruimtes die (hoofdzakelijk) alleen toegankelijk zullen zijn voor fietsers en wandelaars. De meeste bouwvelden worden grotendeels aan hun zuidzijde afgebakend door loodsen van het stoomtrammuseum. De loodsen zullen op een speelse wijze in relatie staan tot de openbare ruimte, karaktervolle inkijkjes op het museum versterken daarmee de kwaliteit van het gebied. Het nieuwe stratenpatroon mondt uit in een aantal pleintjes, waaromheen de entrees van diverse

(5)

entreegebouw van het stoomtrammuseum. Als knipoog naar de regionale historische tuinbouw wordt gedacht aan een fruitbomenplein. Dit fruitbomenplein verbindt de nieuwe traverse, de uitgangen van het fiets- en autoparkeren en diverse entrees van woningen en andere functies.

2.1.2.Bouwvolumes, hoogtes en programma – Stationsgebied Noord

Het stedenbouwkundige plan omvat, vooruitlopend op de nog op en vast te stellen Hoogbouwnota, een aantal hoogteaccenten die het plangebied van visuele bakens

voorzien. Vanuit hun situering volgen heldere visuele relaties met diverse toegangswegen, aanlooproutes en de binnenstad. Deze accenten tot circa 12-14 lagen en incidenteel tot 18–20 lagen, markeren het gebied op logische plekken. Het stationsgebied is bij uitstek vanuit zijn knooppuntwaarde een plek voor kruisbestuiving en stedelijke interactie. Om die reden is een gemengd programma voorzien: met wonen, auto- en fietsparkeren, werken en voorzieningen. In het programma voert het nieuwe woonprogramma, met circa 45.000 m2, het belangrijkste aandeel van de mix. Daarnaast is, met circa 15.000 m2, ruimte

gereserveerd voor diverse nader te bepalen functies. Aansluitend op reeds vastgestelde ambities wordt met dit gemengde programmatische karakter ruimte geboden om het gebied van (boven)regionale betekenis te voorzien. De diverse loopstromen binnen het gebied (scholieren, ziekenhuis, binnenstadbezoek etc.) vormen passantenstromen die diverse ondernemers en huurders zullen aantrekken. Indicatief omvat dit nader te bepalen niet-woonprogramma bijvoorbeeld: horeca, hotel, kantoren, dienstverleningen (kapper, apotheek, bakker), bibliotheek, onderwijs, museum, expositie, sport enzovoorts.

2.1.3.Gebiedsontsluiting – Stationsgebied Noord

Het noordelijke stationsgebied is vanuit een hoge dichtheid aan functies en functionaliteiten ontworpen. De compacte opzet moet tegelijkertijd toekomstbestendig ruimte bieden aan de diverse stationsfuncties én het moet in beleving prettig en aantrekkelijk zijn voor de nieuwe gebruikers en bewoners. Om die reden is de Van Dedemstraat ontworpen als

gebiedsontsluiting met functionele inprikkers voor bus en auto. Het doel is dat

gemotoriseerd verkeer zo weinig mogelijk het gebied belast. Deze inprikkers bieden op een zo efficiënt en veilig mogelijke wijze toegang tot het busstation, het bewonersparkeren en een openbare parkeervoorziening. Tegelijkertijd is het plan ontworpen zodat het

functioneren van het stoomtram museum optimaal blijft. De belangrijkste fietsroutes tot de omgeving, de Koepoortsweg en het Keern, worden op een prettige en veilige wijze verbonden via het nieuwe profiel van de Van Dedemstraat. Het stationsgebied is met zijn bus en treinverbindingen bij uitstek goed verbonden met de omgeving. Conform landelijke aanbevelingen voor stationsgebieden is daarom een gematigde parkeernorm van 0,6 parkeerplaats per woning van toepassing. Deze norm speelt in op de directe

beschikbaarheid van het openbaar vervoer, het speelt in op behoeftes van

bewonersdoelgroepen die geen autobezit nastreven en het houdt rekening met het

autobezit die in het centrum van Hoorn gemeten is. In het noordelijk stationsgebied worden derhalve circa 270 parkeerplekken bestemd voor bewoners aangelegd.

2.2. Traverse/Podium

De nieuwe traverse vervult meerdere functionaliteiten. Allereerst als toegang tot het stationsdomein: de aansluitingen tot de perrons. Daarnaast functioneert het als interwijk- verbinding: een logische verbinding tussen noord en zuid. Als laatste vormt de traverse een eigentijds icoon: de nieuwe traverse vormt een identiteitsdrager voor zowel het stationsgebied als de stad Hoorn. Om deze drie functionaliteiten tegelijkertijd te vervullen is de traverse als

‘Podium’ bestempeld in de eerder vastgestelde ambities. Het Podium vormt een integraal onderdeel van het nieuwe stedelijke weefsel. Naast een functionele oversteek en toegang tot de perrons zal dit Podium ook eigen verblijfskwaliteit bieden. In de nadere uitwerking zal worden onderzocht op welke wijze programmering op een logische wijze onderdeel kan vormen van het Podium. De verblijfkwaliteit biedt een sterke positieve impuls voor de totale beleving van het stationsgebied en Hoorn als gemeente.

(6)

2.3. Stationsgebied Zuid

2.3.1.Openbare ruimte en bouwvelden – Stationsgebied Zuid

Een belangrijk doel voor de ontwikkeling van de zuidzijde is het kwalitatief verbeteren van de historische singelstructuur. Om dit te bereiken wordt onder meer het huidige

fietsparkeren verplaatst naar een compacte gebouwde voorziening nabij de traverse en perrons. Hiermee wordt ruimte vrijgespeeld om het singelgebied als doorlopende, groene openbare ruimte in te zetten. Deze singelkwaliteit wordt versterkt door een passende omzoming met gebouwen. Aan de binnenstadzijde wijzigen percelen niet. Aan de spoorzijde versterkt (op de langere termijn) een nieuwe hoofdstructuur van gebouwen de singelstructuur tot een helder afgebakende openbare ruimte. Op kortere termijn vallen twee bouwvelden aan te wijzen: één achter het huidige bus-remisegebouw, de ander aan de westzijde van de nieuwe traverse.

2.3.2.Bouwvolumes, hoogtes en programma – Stationsgebied Zuid

Voor de noordelijke strook langs de singelstructuur is een hoogte van 5 tot 6 bouwlagen stedenbouwkundig wenselijk. Dit voorziet de singelstructuur op termijn van een

monumentaal profiel en gaat op passende wijze een directe relatie aan met de historische binnenstad, de bestaande bebouwingen en de hogere structuren aan de noordzijde. Het programma van de twee benoemde bouwvelden omvat het publieke fietsparkeren, woningen en mogelijk een hotelfunctie met bijbehorende horeca. Het historische

stationsgebouw en het busremise gebouw worden op termijn ingevuld met nieuwe functies.

2.3.3.Gebiedsontsluiting – Stationsgebied Zuid

Het stationsgebied zuid omvat de Stationsweg/Spoorsingel en de

Noorderstraat/Noorderveemarkt. De functionaliteiten van deze routes worden in principe behouden: er vindt een herstructurering plaats die de kwaliteit van fiets-, wandel- en autoroutes bevorderen. De route van en naar de nieuwe traverse krijgt een directe relatie tot zowel de Kleine Noord als de Veemarkt. De opzet van bestaande kruispunten en richtingswegen zijn toekomstbestendig doordacht op faseringsstappen. Net zoals het noordelijk stationsgebied is het zuidelijk deel met zijn bus- en treinverbindingen bij uitstek goed verbonden met de omgeving. Voor dit zuidelijk deel is om dezelfde redenen, eerder beschreven onder 2.1.3, een parkeernorm die op de directe omgeving van het

stationsgebied van toepassing is.

(7)

2.4. Pelmolenpad Prisma

2.4.1.Openbare ruimte en bouwvelden

De stedenbouwkundige opzet houdt rekening met een reeks bepalende ruimtelijke

randvoorwaarden. Het moet op passende wijze inspelen op bestaande bebouwingen, een tunnelverbinding niet onmogelijk maken en er dient ruimte gereserveerd te blijven voor een verbindende watergang. Los van deze randvoorwaarden bestaat de unieke kans om op een steenworp van het centrum en het nieuwe stadsstrand een hoogwaardig stuk stad toe te voegen. Het Pelmolenpad is vanuit bovenstaande startbepalingen ontworpen met een speelse opzet van verschillende bouwvormen, korrelgroottes en woningtypes. De

bouwvolumes worden verbonden door een interne openbare hoofdstructuur waar fietser en wandelaar de prioriteit genieten. De randstructuur ontsluit zoveel mogelijk het

gemotoriseerd verkeer, zodat een veilige prettige binnenstructuur overblijft.

2.4.2.Bouwvolumes, hoogtes en programma

Vanuit de visie op het gemengde karakter van de wijk is een afwisseling van korrelgroottes en bouwhoogtes voorzien. De gemiddelde bouwhoogtes variëren van circa 4 tot 8 lagen.

Op een aantal strategische locaties zijn, vooruitlopend op de nog op en vast te stellen Hoogbouwnota, bouwaccenten tot circa 10 tot 12 lagen voorzien. De hogere bouwdelen hebben een directe relatie tot de openbare ruimte, zodat onwenselijke schaduwwerking wordt voorkomen. Het Pelmolenpad-Prisma gebied omvat circa 500 woningen en ruimte voor diverse buurt- en stadsvoorzieningen.

2.4.3.Gebiedsontsluiting

In de stedenbouwkundige visie worden zoveel mogelijk prettige, veilige, groene collectieve en openbare ruimtes nagestreefd. Dit resulteert in een stedenbouwkundige opzet met autoluwe zones, waarin de auto enkel incidenteel te gast zal zijn. De verkeersontsluiting van gemotoriseerde voertuigen vindt daarom zoveel mogelijk plaats aan de rand waar ook geconcentreerde parkeerfaciliteiten voor bewoners worden gerealiseerd. Het gebied heeft

(8)

net zoals het stationsgebied diverse bus- en treinverbindingen op zeer korte loopafstand tot haar beschikking. Voor dit gebied is een reguliere parkeernorm van 1 parkeerplaats per woning van toepassing, conform de doelgroepen die binnen dit gebied zijn voorzien. Op de Pelmolenpad Prisma locatie worden derhalve circa 500 parkeerplekken bestemd voor bewoners aangelegd alsmede circa 100 parkeerplekken bestemd voor bezoekers van bewoners.

2.4.4.Carbasiustracé

In het voorliggend stedenbouwkundig plan is op basis van de in het verleden gemaakte ontwerpen een ruimtereservering gedaan voor het aanleggen van een Carbasiustracé.

Indien de raad besluit om als uitvloeisel van de in 2021 vast te stellen mobiliteitsvisie over te gaan tot het aanleggen van dit tracé kan deze ruimtereservering daarvoor aangewend worden.

Zolang het tracé niet aangewend wordt voor het afwikkelen van gemotoriseerd verkeer zal het (tijdelijk) als groen ingericht worden.

2.5. Beeldregieplan Poort van Hoorn

Ten behoeve van het creëren en veiligstellen van de beeldkwaliteit van het project wordt een beeldregieplan opgesteld waarin een pakket van samenhangende aanbevelingen, intenties en richtlijnen een basis geven aan de beeldkwaliteit van het wonen, de openbare ruimte en de andere functies in het gebied.

Dit beeldregieplan maakt onderdeel uit van het raadsvoorstel zoals dat in december 2020 aan de gemeenteraad wordt voorgelegd.

3. Businesscase Poort van Hoorn

De financiële gegevens die deel uitmaken van deze memo bevatten gevoelige informatie die de belangen van de gemeente en van derden (kunnen) raken. Vanuit dat oogpunt zijn die financiële gegevens verzameld op bijlage 3, welke bijlage geheim is en in het besloten gedeelte van de thema- commissie zal worden behandeld.

4. Museum Stoomtram

4.1. Overeenkomst Museumstoomtram , ProRail en Gemeente Hoorn

Het betreffende grondgebied waar de sporen van Museumstoomtram liggen is grotendeels van ProRail. Het Museumstoomtram heeft er positie in de vorm van opstal- en gebruiksrechten. Er staan diverse objecten zoals een historische seininrichting en een aantal loodsen welke in eigendom zijn Museumstoomtram.

Om plaats te maken voor woningbouw dienen loodsen geamoveerd en de spoorbundel versmald te worden. Partijen zien hiervan het belang, als ook het belang om, ondanks de meer intensieve bebouwing in het stationsgebied, het museum zichtbaar te houden in het gebied en te

voorkomen dat het “verstopt” raakt tussen de toekomstige bebouwing. Met de in voorbereiding zijnde overeenkomst tussen Museumstoomtram, ProRail en de Gemeente stemmen de partijen in met het efficiënter indelen van de spoorbundel ten behoeve van de ontwikkelingen van de Poort van Hoorn alsmede met het slopen en nieuwbouwen van stallingsloodsen.

4.2. Efficiënter inrichten spoorbundel

De huidige spoorbundel beslaat zo'n 12 sporen en bergt diverse functies zoals: een Rail Inzet Plaats, waar groot materieel bij het spoor kan komen om materieel of goederen op het spoor te plaatsen, opstelsporen en schoonmaaksporen waar de treinen gereinigd worden of worden geparkeerd los van hoofdrijbaan, en sporen die Museumstoomtram gebruikt voor de trams. In nauw overleg met ProRail en Museumstoomtram is gekeken of deze spoorbundel efficiënter

(9)

loodsen ontstaat er een efficiëntere indeling, waardoor meer en betere bouwvelden kunnen worden ontwikkelend, maar ook een betere aansluiting voor Museumstoomtram in het gebied.

4.3. Sloop/nieuwbouw stallingsloodsen

Ten behoeve van een efficiëntere indeling van de spoorbundel, worden de huidige 3 loodsen van Museumstoomtram samengevoegd tot 1 loods, waarbij de hoeveelheid overdekt spoor ten behoeve van het stallen van de collectie van de Museumstoomtram vergelijkbaar blijft/niet minder wordt. Tijdens de uitvoering van de werkzaamheden aan de sporen en de loodsen zal de collectie van het museum op een andere locatie moeten worden ondergebracht. Het zoeken van een geschikte locatie is nog een aandachtspunt.

4.4. Railinzetplaats

Onderdeel van de spoorbundel is de railinzetplaats. Deze wordt zowel door ProRail als door Museumstoomtram gebruikt. De functie railinzetplaats en de daarbij behorende

verkeersbewegingen passen niet in de nieuwe indeling van het gebied. Voor ProRail is er een nieuwe locatie voor de railinzetplaats gevonden aan het Dampten. Vanwege spoorregelgeving mag Museumstoomtram hier geen gebruik van maken. Voor het Museum is een locatie voor een railinzetplaats gevonden in Zwaag, ter hoogte van de Oude Veiling. Hier ligt reeds een spoor van Museumstoomtram. Door het uitplaatsen van de railinzetplaats ontstaat er een smallere spoorbundel, maar ook beter in te delen bouwvelden.

5. Parkeerbeleid Poort van Hoorn

5.1. Rapportage bureau Met Graumans

Op 21 juli 2020 heeft bureau Met Graumans haar analyse en advies inzake het parkeren in de Poort van Hoorn afgerond (Rapportage Parkeren Poort van Hoorn, bijlage 1).

Conclusie van deze rapportage is dat het aantal te realiseren openbare parkeerplaatsen van 1.050 waarschijnlijk aan de ruime kant is. De rapportage voorziet ook in een aantal suggesties, conclusies en adviezen voor een nadere uitwerking en precisering van aantallen, tarieven en flankerend (parkeer)beleid.

In dit stadium is er nog geen invulling gegeven aan deze suggesties, conclusies en adviezen.

Ingeval de gemeenteraad in december besluit om een vervolg te geven aan een verdere invulling van de Poort van Hoorn zullen ook de suggesties, conclusies en adviezen uit deze rapportage verder uitgewerkt worden en nadien aan de bestuursorganen ter besluitvorming worden aangeboden.

5.2. Werknemers

Uitgangspunt in bovengenoemde rapportage is dat werknemers van bestaande alsmede van nieuwe functies niet of nauwelijks parkeren in de nieuw te realiseren parkeervoorziening.

Advies van Met Graumans is om werknemers in de toekomstige situatie te laten parkeren op het westelijk deel van de L. Meliszweg, op de toekomstige parkeerplaatsen bij het Stadsstrand of bij het Hof van Hoorn.

Het werknemersparkeren zal in de uitwerking zoals genoemd onder 5.1 worden meegenomen en nadien eveneens aan de bestuursorganen ter besluitvorming worden aangeboden.

6. Vervolgproces

6.1. Raadsvergadering december

In de raadsvergadering van 8 december 2020, welke nog wordt voorafgegaan door een thema- commissie van de raad op 26 november 2020, wordt het stedenbouwkundig plan en de financiële kaders aan de raad ter vaststelling voorgelegd (waaronder de herallocatie van de eerder ter beschikking gestelde middelen) en wordt de raad verzocht het college opdracht te geven voor de ontwikkeling van de stationsgebieden Noord en Zuid een

samenwerkingsovereenkomst met NS, ProRail en de provincie Noord-Holland te sluiten.

Tevens worden dan nog een aantal flankerende besluiten aan de raad voorgelegd waaronder

(10)

het verzoek om het college opdracht te geven voor het sluiten van een intentieovereenkomst met de bij de ontwikkeling van de Pelmolenpad-Prisma locatie betrokken partijen en te starten met de voorbereiding van de bestemmingsplannen voor de stationsgebieden Noord en Zuid en Pelmolenpad-Prisma. In het raadsbesluit van december wordt tevens voorgesteld om dit besluit te zien als de projectopdracht voor de Poort van Hoorn.

6.2. Projectplan/Leidraad projectmatig werken en Q-team

Zoals aangegeven in de raadsbrief van 4 maart 2020 (bijlage 2) wordt de Poort van Hoorn in het kader van de leidraad projectmatig werken aangemerkt als een “Groot project”. Onder dit groot project vallen diverse deelprojecten zoals de parkeervoorziening, traverse met

stationsvoorzieningen, busstation, maatschappelijke, culturele en overige functies en de woningbouwgebieden Stationsgebied Noord, Zuid en Pelmolenpad-Prisma.

Na het raadsbesluit van 8 december 2020 worden op basis van de genoemde raadsbrief van 4 maart 2020 voor de genoemde deelprojecten projectplannen opgesteld welke ter informatie naar de raad gaan. Op basis van het projectplan wordt de raad gevraagd om te besluiten over het vrijgeven van het voorbereidingskrediet en, in een later stadium, het vrijgeven van het uitvoeringskrediet.

Bijlagen:

- Bijlage 1: Parkeren Poort van Hoorn

- Bijlage 2: Raadsbrief overzicht besluitvorming raad (deel)projecten Poort van Hoorn - Bijlage 3: Financiële informatie (geheim)

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Besteed in de gebiedsvisie veel aandacht aan de (kwaliteit van) de openbare ruimte, maak duidelijk hoe je de integrale afwegingen maakt en geef (sub)thema’s leefbaarheid,

Gezien de zorg over het doorgaand tweerichtingsverkeer (“snelweg door het centrum”, zoals sommigen de nieuwe Schapenkamp noemden) en de vraag om ook een maaiveld oplossing nader te

De ontwikkeling vraagt om lef en het tijdig betrekken van ondernemers die in het gebied gevestigd zijn of belangstelling hebben om zich er te vestigen.. Meer

De drie kredieten van het financieel kader Bijgesteld Ontwikkelingskader Stationsgebied en de vier kredieten* voor de korte termijn ontwikkeling van het Stationsgebied worden

Aan de ondernemers hebben we gevraagd of ze interesse hebben in kantoorruimte in de buurt van station Arnhem-Zuid. • Van de 52 ondernemers heeft twee derde (67%) hier geen

De gemeenteraad besluit gelet op de artikelen 3.1 en 3.8 van de Wet ruimtelijke ordening het bestemmingsplan "Stationsgebied e.o.", bestaande uit de geometrisch

De grenswaarde voor de 24-uurgemiddelde concentratie wordt al overschreden bij jaargemiddelde concentraties hoger dan 32,1 µg/m 3 (zonder toepassing van de zeezoutcorrectie)..

• Een half verdiepte ligging onder het spoor door voor het wegverkeer is mogelijk.. • Doordat zowel het spoor als de weg verplaatst worden is de bouwfasering complexer dan bij