• No results found

Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen. (Besluiten waarvan de publicatie niet voorwaarde is voor de toepassing) COMMISSIE

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen. (Besluiten waarvan de publicatie niet voorwaarde is voor de toepassing) COMMISSIE"

Copied!
13
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

II

(Besluiten waarvan de publicatie niet voorwaarde is voor de toepassing)

COMMISSIE

BESCHIKKING VAN DE COMMISSIE van 18 april 2001

inzake maatregelen die noodzakelijk zijn geworden wegens het voorkomen van boviene spongi- forme encefalopathie in Portugal, en tot uitvoering van een aan een datum gerelateerde

uitvoerregeling

(kennisgeving geschied onder nummer C(2001) 834) (Voor de EER relevante tekst)

(2001/376/EG)

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeen- schap,

Gelet op Richtlijn 89/662/EEG van de Raad van 11 december 1989 inzake veterinaire controles in het intracommunautaire handelsverkeer in het vooruitzicht van de totstandbrenging van de interne markt (1), laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 92/

118/EEG (2), en met name op artikel 9, lid 4,

Gelet op Richtlijn 90/425/EEG van de Raad van 26 juni 1990 inzake veterinaire en zoötechnische controles in het intracom- munautaire handelsverkeer in bepaalde levende dieren en producten in het vooruitzicht van de totstandbrenging van de interne markt (3), laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 92/118/EEG, en met name op artikel 10, lid 4,

Overwegende hetgeen volgt:

(1) Bij Beschikking 98/653/EG van de Commissie van 18 november 1998 inzake spoedmaatregelen die noodza- kelijk zijn geworden wegens het voorkomen van boviene spongiforme encefalopathie (BSE) in Portugal (4), laat- stelijk gewijzigd bij Beschikking 2000/104/EG (5), is de verzending en uitvoer van rundveeproducten verboden.

(2) De BSE-incidentie in Portugal, berekend over de laatste twaalf maanden, bedraagt 170 gevallen per 1 miljoen runderen van meer dan 24 maanden. Volgens de dierge- zondheidscode van het Internationaal Bureau voor besmettelijke veeziekten (IOE), editie 2000, wordt een land of een gebied aangemerkt als land of gebied met een hoge BSE-incidentie indien de BSE-incidentie, bere- kend over de laatste twaalf maanden, groter is dan 100 gevallen per 1 miljoen dieren voor de populatie

runderen van meer dan 24 maanden in het betrokken land of gebied.

(3) In de diergezondheidscode van het IOE wordt aanbe- volen rundvlees en rundvleesproducten uit landen of gebieden die als land of gebied met een hoge BSE-inci- dentie worden aangemerkt, slechts in de handel te brengen onder bepaalde stringente voorwaarden, waar- onder een effectief vervoederverbod, een permanent identificatiesysteem voor runderen aan de hand waarvan elk dier kan worden teruggetraceerd tot bij het beslag en het moederdier van oorsprong, de verwijdering van gespecificeerd risicomateriaal en het slachten en volledig vernietigen van bepaalde hoogrisicodieren, bijvoorbeeld nakomelingen van met BSE besmette dieren en dieren die tot dezelfde geboortecohort als een met BSE besmet dier behoren.

(4) De IOE adviseert verder dat rundvlees en rundvleespro- ducten uitsluitend in de handel mogen worden gebracht in het kader van hetzij een „certified herds scheme” (CHS

— Regeling gecertificeerde beslagen), waarbij moet blijken dat de producten komen van dieren die zijn geboren, gehouden en steeds hebben verbleven in beslagen die de laatste zeven jaar BSE-vrij zijn geweest, hetzij een „date-based scheme” (DBS — Aan een datum gerelateerde regeling), waarbij moet blijken dat de producten afkomstig zijn van dieren die zijn geboren na de datum waarop een vervoederverbod effectief van toepassing is geworden.

(5) Op 4 december 1998 werd in Portugal een verbod op de vervoedering van proteïnen van zoogdieren aan land- bouwhuisdieren en van vet van zoogdieren aan herkau- wers van kracht en werd tegelijkertijd het in bezit hebben, de opslag en het in de handel brengen van proteïnen van zoogdieren en bepaalde vetten verboden en werden de bestaande voorraden uit de handel genomen.

(1) PB L 395 van 30.12.1989, blz. 13.

(2) PB L 62 van 15.3.1993, blz. 49.

(3) PB L 224 van 18.8.1990, blz. 29.

(4) PB L 311 van 20.11.1998, blz. 23.

(5) PB L 29 van 4.2.2000, blz. 36.

(2)

(6) Uit een van 14 tot 18 juni 1999 door het Voedsel- en Veterinair Bureau in Portugal uitgevoerd inspectiebezoek is gebleken dat alle bestaande voorraden uit de handel waren genomen en dat de controles op de effectiviteit van het vervoederverbod op de juiste manier werden uitgevoerd.

(7) Op 4 december 1998 werd in Portugal een verbod op het gebruik van gespecificeerd risicomateriaal in mense- lijke voeding en diervoeders van kracht. Dit verbod is uitgebreid in overeenstemming met Beschikking 2000/

418/EG van de Commissie van 29 juni 2000 houdende vaststelling van voorschriften inzake het gebruik van materiaal dat risico's inhoudt ten aanzien van overdraag- bare spongiforme encefalopathieën (1), zoals gewijzigd bij Beschikking 2001/2/EG (2).

(8) Volgens het Portugese plan voor de uitroeiing van BSE moeten geboortecohorten en nakomelingen van BSE- gevallen worden geslacht en vernietigd.

(9) Met ingang van 1 juli 1999 werd in Portugal een nieuw centraal landelijk systeem ingevoerd voor de identificatie en registratie van runderen (SNIRB).

(10) Op 3 december 1999 heeft Portugal bij de Commissie zijn eerste verzoek ingediend voor een „date-based export scheme” teneinde onder bepaalde voorwaarden de verzending van producten van na een bepaalde datum geboren dieren toe te staan. Deze technische voorstellen werden vervolgens op 18 februari, 24 maart, 27 juli en 22 september gewijzigd en aangevuld. De gewijzigde en aangevulde voorstellen voorzien in een passend kader om de verzending en uitvoer van producten van in Portugal geslachte runderen toe te staan.

(11) De maatregelen voor de tenuitvoerlegging van de uitvoerregeling en het uitstoten van nakomelingen zullen door het Voedsel- en Veterinair Bureau van de Commissie worden onderzocht voordat met de verzen- ding van vlees en vleesproducten een begin mag worden gemaakt. Indien de uitkomst van dat onderzoek bevredi- gend is, zal de Commissie de datum vaststellen waarop met de verzending mag worden begonnen.

(12) Beschikking 98/653/EG bevat bepalingen op grond waarvan de verzending van vechtstieren uit Portugal voor stierengevechten in andere lidstaten is toegestaan.

Het is noodzakelijk een procedure vast te stellen op grond waarvan de vechtstieren naar Portugal mogen worden teruggezonden als zij niet voor stierengevechten worden gebruikt. Bovendien moeten de voorschriften inzake de behandeling van karkassen van vechtstieren worden verduidelijkt.

(13) Duidelijkheidshalve moet Beschikking 98/653/EG worden ingetrokken.

(14) De in deze beschikking vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Veterinair Comité,

HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING GEGEVEN:

HOOFDSTUK I Werkingssfeer

Artikel 1

1. Onverminderd de communautaire voorschriften die zijn vastgesteld om bescherming te bieden tegen boviene spongi- forme encefalopathie (BSE), behelst deze beschikking specifieke voorschriften die noodzakelijk zijn geworden wegens het voor- komen van BSE in Portugal.

2. De bepalingen van deze beschikking die op Portugal van toepassing zijn, zijn echter niet van toepassing op de autonome regio van de Azoren. De bepalingen van deze beschikking die op andere lidstaten dan Portugal van toepassing zijn, zijn ook van toepassing op de autonome regio van de Azoren. Portugal ziet er met name op toe dat bij de verzending van zendingen uit de andere delen van Portugal naar de Azoren het bepaalde in de artikelen 2 tot en met 14 wordt toegepast.

HOOFDSTUK II

Levende runderen, runderembryo's, vleesbeendermeel en aanverwante producten

Artikel 2

Portugal ziet erop toe dat vanaf zijn grondgebied geen verzen- ding naar andere lidstaten en naar derde landen plaatsvindt van:

a) levende runderen en runderembryo's,

b) van zoogdieren afkomstig vleesmeel, beendermeel en vlees- beendermeel,

c) diervoeders en meststoffen die onder b) genoemd materiaal bevatten.

Artikel 3

In afwijking van artikel 2, onder a), mag Portugal toestemming verlenen voor de verzending naar andere lidstaten die daar toestemming toe hebben gegeven, van vechtstieren overeen- komstig het bepaalde in bijlage I.

De lidstaten stellen de Commissie en de andere lidstaten in kennis van de lijst van arena's en daaraan verbonden voorzie- ningen die gemachtigd zijn vechtstieren in ontvangst te nemen.

De lidstaten van bestemming zorgen ervoor dat de karkassen van de vechtstieren na de stierengevechten worden verbrand overeenkomstig het bepaalde in bijlage I. Indien de vechtstieren niet in stierengevechten worden gebruikt, zorgen de lidstaten van bestemming ervoor dat de dieren worden gedood en verbrand of naar Portugal worden teruggezonden, overeenkom- stig het bepaalde in bijlage I.

De lidstaten van bestemming registreren alle gegevens die bewijzen dat aan het bepaalde in dit artikel is voldaan.

(1) PB L 158 van 30.6.2000, blz. 76.

(2) PB L 1 van 4.1.2001, blz. 21.

(3)

Artikel 4

In afwijking van artikel 2, onder b), mag Portugal toestemming verlenen voor de verzending vanaf zijn grondgebied naar andere lidstaten of derde landen van voor als huisdier gehouden carnivoren bestemd diervoeder dat in die bepaling bedoeld materiaal bevat, op voorwaarde dat dat materiaal niet van oorsprong is uit Portugal en dat aan de in de artikelen 14, 16, 17 en 18 vastgestelde voorwaarden wordt voldaan.

Artikel 5

In afwijking van artikel 2, onder b) en c), mag Portugal toestemming verlenen voor de verzending naar andere lidstaten die daar toestemming toe hebben gegeven, van in die bepa- lingen bedoeld materiaal, bestemd voor verbranding overeen- komstig het bepaalde in bijlage II.

De lidstaten van bestemming stellen de Commissie en de andere lidstaten in kennis van de lijst van verbrandingsinstalla- ties die gemachtigd zijn dat materiaal in ontvangst te nemen.

De lidstaten van bestemming zorgen ervoor dat dat materiaal overeenkomstig de voorschriften van bijlage II verbrand wordt.

De lidstaten van bestemming registreren alle gegevens die bewijzen dat aan het bepaalde in dit artikel is voldaan.

HOOFDSTUK III

Van in Portugal geslachte runderen verkregen materiaal

Artikel 6

Portugal ziet erop toe dat van de onderstaande producten, voorzover die van in Portugal geslachte runderen zijn verkregen, vanaf zijn grondgebied geen verzending naar andere lidstaten of naar derde landen plaatsvindt:

a) vlees,

b) producten die in de voedselketen van mens of dier terecht kunnen komen,

c) materiaal dat bestemd is voor gebruik in cosmetische of medicinale producten of in medische hulpmiddelen.

Artikel 7

In afwijking van artikel 6 mag Portugal toestemming verlenen voor de verzending van zijn grondgebied naar andere lidstaten en naar derde landen van aminozuren, peptiden en talg die zijn vervaardigd in inrichtingen die onder officieel veterinair toezicht staan en waarvan is gebleken dat zij aan de in bijlage III vastgestelde voorwaarden voldoen.

Die producten moeten van een etiket worden voorzien of anderszins worden geïdentificeerd teneinde aan te geven in welke inrichting zij zijn vervaardigd, en te vermelden dat zij geschikt zijn voor gebruik in menselijke voeding, diervoeding, cosmetische producten, medicinale producten of medische hulpmiddelen.

Bij verzending naar andere lidstaten moeten die producten vergezeld gaan van een door een officiële dierenarts afgegeven gezondheidscertificaat waarin wordt verklaard dat de producten

aan de in deze beschikking vastgestelde voorwaarden voldoen en waarin ook de frequentie van de uitgevoerde officiële controles wordt vermeld.

Portugal stelt de Commissie en de andere lidstaten in het bezit van de lijst van de in de eerste alinea bedoelde inrichtingen, waarbij voor elke inrichting wordt aangegeven voor welk doel deze werd erkend. Portugal deelt de Commissie en de andere lidstaten elke wijziging in die lijst onverwijld mede.

Artikel 8

In afwijking van artikel 6 mag Portugal toestemming verlenen voor de verzending vanaf zijn grondgebied naar andere lidstaten of derde landen van:

a) producten die overeenkomstig artikel 7 vervaardigde talg bevatten;

b) door verzeping, verestering of hydrolyse van talg verkregen producten, vervaardigd volgens de in bijlage III vastgestelde voorwaarden.

Die producten moeten van een etiket worden voorzien of anderszins worden geïdentificeerd teneinde aan te geven in welke inrichting zij zijn vervaardigd, en te vermelden dat zij geschikt zijn voor gebruik in menselijke voeding, diervoeding, cosmetische producten, medicinale producten of medische hulpmiddelen.

Artikel 9

In afwijking van artikel 6 mag Portugal toestemming verlenen voor de verzending door de nationale veterinaire laboratoria van Lissabon en Porto naar officieel erkende instituten in andere lidstaten of derde landen van monsters die van in Portugal geslachte runderen zijn verkregen en bestemd zijn voor laboratoriumonderzoek of om te worden gebruikt in het kader van onderzoek naar BSE en in dat naar tests voor de diagnose van BSE.

Artikel 10

Portugal draagt er zorg voor dat voor technisch gebruik van grondstoffen die van in Portugal geslachte runderen zijn verkregen, vervaardigd(e) gelatine, dicalciumfosfaat, collageen, talg, talgproducten en door verzeping, verestering of hydrolyse van talg verkregen producten van een etiket worden voorzien of anderszins worden geïdentificeerd teneinde de inrichting van vervaardiging en de ongeschiktheid ervan voor gebruik in menselijke voeding, diervoeding, cosmetische producten, medi- cinale producten en medische hulpmiddelen aan te geven.

Artikel 11

1. In afwijking van artikel 6 mag Portugal toestemming verlenen voor de verzending naar andere lidstaten en naar derde landen van de onderstaande producten van runderen die in Portugal zijn geboren en gehouden en die aldaar zijn geslacht in slachthuizen die niet worden gebruikt voor het slachten van niet in aanmerking komende runderen, voorzover daarbij aan het bepaalde in dit artikel, de artikelen 12, 16, 17 en 18, en bijlage IV wordt voldaan:

a) „vers vlees”, als omschreven in Richtlijn 64/433/EEG van de Raad (1);

(1) PB 121 van 29.7.1964, blz. 2012/64.

(4)

b) „gehakt vlees” en „vleesbereidingen” als omschreven in Richtlijn 94/65/EG van de Raad (1);

c) „vleesproducten” als omschreven in Richtlijn 77/99/EEG van de Raad (2);

d) voedsel dat bestemd is voor als huisdier gehouden carni- voren.

2. Het in lid 1, onder a), bedoelde verse vlees wordt ontbeend en van alle aanhangend weefsel, inclusief zichtbaar zenuw- en lymfeweefsel, ontdaan in uitsnijderijen in Portugal die niet worden gebruikt voor het uitsnijden van niet in aanmerking komende van runderen afkomstige producten.

3. De in lid 1, onder b), c) en d), bedoelde producten moeten worden vervaardigd van in lid 1, onder a), bedoeld vers vlees in inrichtingen in Portugal die niet worden gebruikt voor de vervaardiging van niet in aanmerking komende van runderen afkomstige producten, overeenkomstig het bepaalde in dit artikel, de artikelen 12, 16, 17 en 18, en bijlage IV.

4. Koelopslag van de in lid 1 bedoelde producten vindt plaats in Portugal in cellen die niet worden gebruikt voor de opslag van niet in aanmerking komende van runderen afkom- stige producten en die door de bevoegde autoriteit worden afgesloten en verzegeld wanneer zij niet zelf aanwezig is. Het vlees moet worden uitgesneden, opgeslagen en vervoerd over- eenkomstig het bepaalde in dit artikel, de artikelen 12, 16, 17 en 18, en bijlage IV.

5. In dit artikel wordt onder „in aanmerking komende producten” verstaan: producten als bedoeld in lid 1 en producten die van niet in Portugal geslachte runderen zijn verkregen en die aan de in de artikelen 14 tot en met 19 vastgestelde voorwaarden voldoen.

6. In deze beschikking wordt onder „cel” verstaan: een ruimte of een deel van een ruimte waarin materiaal volledig kan worden afgesloten.

Artikel 12

1. Vlees en vleesproducten als bedoeld in artikel 11, lid 1, moeten worden gemerkt, eventueel middels een etiket, met een extra merkteken dat niet met het communautaire keurmerk kan worden verward, of met het in artikel 14 bedoelde extra merkteken.

2. Indien dat vlees en die vleesproducten bestemd zijn om in Portugal in de handel te worden gebracht, mogen zij niet van dat extra merkteken worden voorzien. Eventueel reeds aange- brachte extra merktekens moeten op het vlees ongeldig worden gemaakt of ervan worden verwijderd of op het etiket ongeldig worden gemaakt op het tijdstip waarop het vlees of die producten de in de artikelen 15 en 16 bedoelde inrichting verlaat, respectievelijk verlaten. Het communautaire keurmerk mag niet worden verwijderd, tenzij dat bij het uitsnijden niet te vermijden is.

3. Portugal zendt de Commissie en de andere lidstaten het model van het in lid 1 bedoelde extra merkteken voordat met de verzending wordt begonnen.

HOOFDSTUK IV

Materiaal verkregen van niet in Portugal geslachte runderen

Artikel 13

Portugal draagt er zorg voor dat aan de bepalingen van dit hoofdstuk wordt voldaan wanneer de volgende producten die van niet in Portugal geslachte runderen zijn verkregen, vanaf zijn grondgebied naar andere lidstaten of naar derde landen worden verzonden:

a) „vers vlees”, als omschreven in Richtlijn 64/433/EEG;

b) „gehakt vlees” en „vleesbereidingen” als omschreven in Richtlijn 94/65/EG;

c) „vleesproducten” en „andere producten van dierlijke oorsprong” als omschreven in Richtlijn 77/99/EEG;

d) voedsel dat bestemd is voor als huisdier gehouden carni- voren;

e) gelatine en dicalciumfosfaat, talg, talgproducten en door verzeping, verestering of hydrolyse van talg verkregen producten, aminozuren, peptiden en collageen, die in de voedselketen van mens of dier terecht kunnen komen of die voor gebruik in cosmetische en medicinale producten, respectievelijk in medische hulpmiddelen bestemd zijn.

Artikel 14

1. Vlees en vleesproducten als bedoeld in artikel 13, onder a) tot en met c), moeten worden gemerkt, eventueel middels een etiket, met een extra merkteken dat niet met het commu- nautaire keurmerk kan worden verward, of met het in artikel 12 bedoelde extra merkteken.

2. Indien dat vlees en die vleesproducten bestemd zijn om in Portugal in de handel te worden gebracht, mogen zij niet van dat extra merkteken worden voorzien. Eventueel reeds aange- brachte extra merktekens moeten op het vlees ongeldig worden gemaakt of ervan worden verwijderd of op het etiket ongeldig worden gemaakt op het tijdstip waarop het vlees of die producten de in de artikelen 15 en 16 bedoelde inrichting verlaat, respectievelijk verlaten. Het communautaire keurmerk mag niet worden verwijderd, tenzij dat bij het uitsnijden niet te vermijden is.

3. Portugal zendt de Commissie en de andere lidstaten het model van het in lid 1 bedoelde extra merkteken voordat met de verzending wordt begonnen.

Artikel 15

De in artikel 13, onder e), bedoelde producten die naar andere lidstaten worden verzonden, worden van een etiket voorzien teneinde aan te geven in welke inrichting zij zijn vervaardigd, en te vermelden dat zij zijn vervaardigd met inachtneming van deze beschikking en, in voorkomend geval, dat zij geschikt zijn voor gebruik in menselijke voeding, diervoeding, cosmetische producten, medicinale producten of medische hulpmiddelen.

(1) PB L 368 van 31.12.1994, blz. 10.

(2) PB L 26 van 31.1.1977, blz. 85.

(5)

HOOFDSTUK V Inrichtingen en certificering

Artikel 16

1. De in de artikelen 11 en 13 bedoelde producten moeten komen van en, in voorkomend geval, zijn gepasseerd via inrichtingen in Portugal:

a) die door de bevoegde autoriteit zijn erkend;

b) die onder officieel veterinair toezicht of, in het geval van producten verkregen door verzeping, verestering of hydro- lyse van talg, onder toezicht van de bevoegde autoriteit staan;

c) die een systeem voor de tracering van grondstoffen hebben ingevoerd waarmee gedurende de gehele productieketen de oorsprong van het materiaal wordt gegarandeerd;

d) die een systeem voor de registratie van de hoeveelheden inkomend en uitgaand materiaal hebben ingevoerd aan de hand waarvan bij zendingen die de inrichtingen binnen- komen of verlaten, kruiscontroles mogelijk zijn;

e) waar de producten gescheiden van producten die niet aan de in dit artikel en in de artikelen 11, 12, 14, 15, 17 en 18 genoemde voorwaarden voldoen, of op andere tijdstippen dan laatstbedoelde producten worden uitgeladen; be- of verwerkt, opgeslagen, gehanteerd, geladen en vervoerd.

2. Portugal zendt de Commissie en de andere lidstaten de lijst van de inrichtingen die aan de in lid 1 bedoelde voor- waarden beantwoorden, waarbij voor elke inrichting wordt aangegeven voor welk doel deze werd erkend. Portugal deelt de Commissie en de andere lidstaten elke wijziging in die lijst onverwijld mede.

Artikel 17

1. De in artikel 11 en artikel 13, onder a) tot en met d), bedoelde producten moeten komen van en, in voorkomend geval, zijn gepasseerd via inrichtingen in Portugal:

a) waar het uitladen, het be- of verwerken, het opslaan of het anderszins hanteren en het laden van de producten onder officieel toezicht geschiedt;

b) waar de producten worden opgeslagen in zich in koel- en vrieshuizen bevindende cellen die niet tegelijkertijd voor de opslag van niet aan de voorwaarden van dit artikel en de artikelen 11, 12, 14, 15, 16, 18 en 19 beantwoordende producten van runderen worden gebruikt en die afgesloten blijven onder verzegeling door de bevoegde autoriteit wanneer deze niet aanwezig is.

2. Voor de doeleinden van het aanbrengen van keurmerken en extra merken, waarin in de artikelen 12 en 14 is voorzien, bewaart de bevoegde autoriteit onder haar verantwoordelijk- heid:

a) de voor het aanbrengen van het keurmerk en van de extra merken voorziene instrumenten die eerst op het tijdstip van het aanbrengen van de merken en slechts voor de daarmee gemoeide tijd aan assistenten mogen worden uitgereikt;

b) de etiketten die van een keurmerk of een extra merk zijn voorzien. Deze etiketten moeten van een volgnummer zijn voorzien en mogen eerst op het tijdstip waarop daarvan

gebruik moet worden gemaakt, in het vereiste aantal aan assistenten worden verstrekt.

3. De in lid 1 bedoelde producten worden in door de bevoegde autoriteit verzegelde vervoermiddelen vervoerd.

Artikel 18

1. In artikel 11 en artikel 13, onder a) tot en met d), bedoelde producten die naar andere lidstaten worden verzonden, gaan vergezeld van een door een officiële dierenarts afgegeven gezondheidscertificaat waarin wordt verklaard dat aan de in dit artikel en in de artikelen 11, 17 en 19 bedoelde voorwaarden wordt voldaan, en melding wordt gemaakt van alle inrichtingen waar zij zijn verkregen, be- of verwerkt, gehanteerd of opgeslagen zijn geweest, en van alle in de zending voorkomende etiketten en relevante nummers die moeten garanderen dat elke individuele verpakkingseenheid kan worden getraceerd.

2. Vlees gaat vergezeld van het in bijlage IV bij Richtlijn 64/433/EEG bedoelde gezondheidscertificaat met vermelding, in de rubriek „Identificatie van het vlees” van het certificaat, van alle in de zending voorkomende etiketten en relevante nummers die moeten garanderen dat elke individuele verpak- kingseenheid kan worden getraceerd.

3. Aan alle certificaten worden de volgende woorden toege- voegd:

„vervaardigd overeenkomstig Beschikking 2001/376/EG van de Commissie”.

4. Portugal stelt de bevoegde autoriteit van de plaats van bestemming van elke zending in kennis met gebruikmaking van het Animo-systeem als bedoeld in Beschikking 91/

398/EEG van de Commissie (1), of per faxbericht.

5. Wanneer deze producten naar derde landen worden verzonden, gaan zij vergezeld van een door een officiële dieren- arts afgegeven gezondheidscertificaat waarin wordt verklaard dat aan onderhavige beschikking is voldaan.

HOOFDSTUK VI

Doorvoer en ontvangst van materiaal uit andere lidstaten

Artikel 19

1. Een lidstaat die vlees als bedoeld in artikel 13, onder a), uit een inrichting of uit een door de Gemeenschap erkende grensinspectiepost op zijn grondgebied met doorkruising van het grondgebied van Portugal of naar een overeenkomstig artikel 16 erkende inrichting verzendt, draagt er zorg voor dat het vlees vergezeld gaat van een door een officiële dierenarts afgegeven veterinair certificaat of van het certificaat dat door de bevoegde autoriteit van de grensinspectiepost is afgegeven.

Het origineel van alle certificaten vergezelt de zending naar de inrichting van bestemming.

2. Vlees als bedoeld in artikel 13, onder a), wordt in een officieel verzegeld vervoermiddel vervoerd.

Het zegel mag slechts voor de doeleinden van officiële inspectie worden verbroken.

(1) PB L 221 van 9.8.1991, blz. 30.

(6)

3. Een lidstaat die producten als bedoeld in artikel 13, onder e), of een grondstof voor de vervaardiging van die producten naar een overeenkomstig artikel 16 erkende inrichting verzendt, draagt er zorg voor dat die producten van een etiket worden voorzien of anderszins worden geïdentificeerd teneinde de inrichting en de lidstaat aan te geven waar zij werden vervaardigd.

HOOFDSTUK VII

Bewaking, rapportering en inspecties

Artikel 20

Portugal zendt de Commissie om de vier weken een verslag over de toepassing van de maatregelen ter bescherming tegen overdraagbare spongiforme encefalopathieën (TSE's) overeen- komstig de communautaire en de nationale voorschriften.

Artikel 21

De Commissie verricht communautaire inspecties ter plaatse:

a) in Portugal om de toepassing van de officiële controles ten aanzien van elk van de in de artikelen 7 en 8 bedoelde producten te verifiëren voordat met de verzending van die producten mag worden begonnen of die verzending mag worden hervat;

b) in Portugal om de toepassing van het bepaalde in de arti- kelen 11 en 12 en bijlage IV te verifiëren voordat met de verzending van de in artikel 11 bedoelde producten mag worden begonnen;

c) in Portugal om de toepassing van de bepalingen van deze beschikking te verifiëren, met name wat de uitvoering van de officiële controles betreft;

d) in Portugal om de ontwikkeling van de incidentie van de ziekte en de daadwerkelijke toepassing van de relevante nationale maatregelen te onderzoeken en een risico- evaluatie uit te voeren waaruit moet blijken of de nodige maatregelen zijn genomen om de situatie volledig onder controle te krijgen;

e) in de lidstaat van bestemming om in voorkomend geval de toepassing van het bepaalde in artikel 5 en bijlage II te verifiëren voordat met de verzending van het in artikel 5 bedoelde materiaal mag worden begonnen.

Artikel 22

1. De datum waarop ingevolge artikel 3 met de verzending van vechtstieren mag worden begonnen, wordt door de Commissie vastgesteld nadat zij de in punt 18 van bijlage I bedoelde protocollen onderzocht heeft en nadat zij de lidstaten in kennis heeft gesteld.

2. De data waarop ingevolge de artikelen 5, 7 en 11 met de verzending van materiaal en producten mag worden begonnen of waarop die mag worden hervat, wordt door de Commissie vastgesteld met inachtneming van de in artikel 21 bedoelde inspecties en na kennisgeving aan de lidstaten.

HOOFDSTUK VIII Slotbepalingen

Artikel 23

De lidstaten stellen de nodige maatregelen vast om aan deze beschikking te voldoen. Zij stellen de Commissie daarvan onverwijld in kennis.

Artikel 24

Beschikking 98/653/EG wordt hierbij ingetrokken.

Verwijzingen naar de ingetrokken beschikking worden gelezen als verwijzingen naar deze beschikking.

Artikel 25

Deze beschikking is gericht tot de lidstaten.

Gedaan te Brussel, 18 april 2001.

Voor de Commissie David BYRNE Lid van de Commissie

(7)

BIJLAGE I

Voorwaarden voor het verzenden van vechtstieren als bedoeld in artikel 3

1. Mannelijke runderen mogen op grond van artikel 3 uit Portugal worden verzonden met het oog op stierengevechten, wanneer:

— ten aanzien van de dieren wordt gecertificeerd dat aan de in punt 3 vastgestelde voorwaarden wordt voldaan, en

— zij komen uit beslagen waarbij in de laatste zeven jaar geen enkel geval van BSE is geconstateerd en ten aanzien waarvan wordt gecertificeerd dat zij aan de in punt 2 vastgestelde voorwaarden voldoen.

De bevoegde autoriteiten zien erop toe dat aan de in deze bijlage vastgestelde voorschriften inzake de controles wordt voldaan.

Eisen ten aanzien van beslagen

2. a) Een beslag is een groep dieren die een zelfstandige en aparte eenheid vormt, dat is een groep dieren die volledig gescheiden van alle andere groepen dieren wordt beheerd, gehuisvest en gehouden, met unieke identificatienum- mers voor het beslag en voor elk dier.

b) Een beslag komt in aanmerking wanneer ten minste zeven jaar bij geen enkel dier van dat beslag of dat tot dat beslag heeft behoord, een geval van BSE is bevestigd of zich een verdacht geval heeft voorgedaan, waarbij de diagnose BSE niet heeft uitgesloten.

Eisen ten aanzien van dieren 3. Een dier komt voor de regeling in aanmerking indien:

a) het dier zijn leven lang duidelijk kon worden geïdentificeerd, zodat steeds kon worden bepaald uit welk beslag en van welk moederdier het afkomstig was;

b) het moederdier nog gedurende ten minste zes maanden na de geboorte heeft geleefd;

c) het moederdier niet met BSE is besmet en er evenmin van wordt verdacht met BSE te zijn besmet;

d) het beslag waarin het dier is geboren, en alle beslagen waarvan het dier ooit deel heeft uitgemaakt, in aanmerking komen.

Transport

4. Deel Cvan het in bijlage F, model I, van Richtlijn 64/432/EEG van de Raad (1) bedoelde gezondheidscertificaat wordt aangevuld met de volgende woorden:

„De dieren voldoen aan de voorschriften van bijlage I, punten 1, 2 en 3, bij Beschikking 2001/376/EG van de Commissie”.

5. De dieren moeten in vergezelde voertuigen rechtstreeks worden vervoerd naar een arena of daaraan verbonden voorzieningen als bedoeld in artikel 2, lid 3.

6. Het vervoer moet zo zijn geregeld dat de dieren kunnen worden vervoerd met inachtneming van de voorschriften van Richtlijn 91/628/EG van de Raad (2), zonder dat het zegel moet worden verbroken. In uitzonderlijke gevallen mag het zegel worden verbroken om redenen die verband houden met het welzijn van de dieren. In dat geval moet er onmiddellijk een officiële dierenarts worden bijgeroepen om de dieren te identificeren en het voertuig opnieuw te verzegelen.

7. Portugal stelt, via het Animo-systeem, de bevoegde autoriteit van de plaats van bestemming en alle lidstaten van doorvoer in kennis van elke zending. De woorden „Vechtstieren overeenkomstig artikel 3 van Beschikking 2001/

376/EG van de Commissie” dienen in de Animo-boodschap te zijn vervat.

Maatregelen in de lidstaat van bestemming

8. De lidstaat van bestemming dient de bevoegde autoriteit van de plaats van oorsprong in kennis te stellen van de aankomst van de zending door een kopie van het officiële certificaat als bedoeld in punt 4, ondertekend door de bevoegde autoriteit van de plaats van bestemming, per fax of op een andere wijze te versturen naar de bevoegde autoriteit van de plaats van oorsprong.

9. De dieren moeten in afwachting van het stierengevecht worden afgezonderd in aan de arena verbonden voorzie- ningen als bedoeld in punt 5.

10. Indien de dieren niet bij het stierengevecht worden gedood, moeten zij onmiddellijk na het evenement en in elk geval binnen tien dagen na aankomst worden gedood of overeenkomstig het bepaalde in de punten 13 tot en met 17 naar Portugal worden teruggezonden.

11. De karkassen van de dieren moeten worden vernietigd overeenkomstig het bepaalde in bijlage I, punt 3, van Beschikking 2000/418/EG (3) voor de behandeling van gespecificeerd risicomateriaal.

12. De transportvoertuigen en alle aan de arena's verbonden voorzieningen waar de vechtstieren verblijven, moeten worden gereinigd en ontsmet zodra de dieren zijn afgevoerd.

(1) PB 121 van 29.7.1964, blz. 1977/64.

(2) PB L 340 van 11.12.1991, blz. 17.

(3) PB L 158 van 30.6.2000, blz. 76.

(8)

Maatregelen voor de terugzending van vechtstieren naar Portugal

13. Deel Cvan het in bijlage F, model 1, van Richtlijn 64/432/EEG bedoelde gezondheidscertificaat wordt aangevuld met de volgende woorden:

„De dieren van oorsprong uit Portugal voldoen aan de voorschriften van bijlage II, punten 1, 2 en 3, bij Beschikking 2001/376/EG van de Commissie”.

14. Het dier moet in een vergezeld voertuig rechtstreeks worden vervoerd van de arena of daaraan verbonden voorzie- ningen naar het bedrijf in Portugal vanwaar het dier oorspronkelijk werd verzonden.

15. Het vervoer moet zo zijn geregeld dat de dieren kunnen worden vervoerd met inachtneming van de voorschriften van Richtlijn 91/628/EG, zonder dat het zegel moet worden verbroken. In uitzonderlijke gevallen mag het zegel worden verbroken om redenen die verband houden met het welzijn van de dieren. In dat geval moet er onmiddellijk een officiële dierenarts worden bijgeroepen om de dieren te identificeren en het voertuig opnieuw te vergezelen.

16. De lidstaat van waaruit het dier wordt verzonden, stelt, via het Animo-systeem, de bevoegde autoriteit van de plaats van bestemming in Portugal en alle lidstaten van doorvoer in kennis van elke zending. De woorden „Vechtstieren overeenkomstig artikel 3 van Beschikking 2001/376/EG van de Commissie” dienen in de Animo-boodschap te zijn vervat.

17. Portugal stelt de bevoegde autoriteit van de plaats van de arena in kennis van de aankomst van de zending door een kopie van het officiële certificaat als bedoeld in punt 4, ondertekend door de bevoegde autoriteit van de plaats van bestemming, per fax of op een andere wijze te versturen naar de bevoegde autoriteit van de plaats van de arena.

Protocollen

18. De lidstaat van bestemming dient gedetailleerde protocollen te hebben vastgesteld voor:

a) de controles bij aankomst van elk dier, met name met betrekking tot het verbreken van het zegel van de transportvoertuigen, de certificaten en de identificatie van de dieren;

b) de Animo-boodschappen en de maatregelen als bedoeld in punt 8;

c) de controles op het houden en het hanteren van de dieren vóór, tijdens en na het evenement;

d) de controles dat de dieren hetzij zijn gedood, hetzij zijn teruggezonden overeenkomstig de punten 13 tot en met 17;

e) indien de dieren worden gedood, controles dat de karkassen en alle andere lichaamsdelen, met inbegrip van de huid, worden vernietigd en niet in de voedsel- of de voederketen, noch in meststoffen terechtkomen;

f) indien de dieren worden teruggezonden, controles met betrekking tot het terugzenden van de dieren naar Portugal, met inbegrip van de verzegeling van de voertuigen, Animo-boodschappen en de ontvangst van de in punt 17 bedoelde boodschappen,

g) het schoonmaken en ontsmetten van de transportvoertuigen en de aan de arena's verbonden voorzieningen waar de dieren worden ondergebracht;

h) de registratie bij de arena en in de daaraan verbonden voorzieningen;

i) de maatregelen in geval van onregelmatigheden.

(9)

BIJLAGE II

A. VOORWAARDEN

voor de verzending van vleesmeel, beendermeel en vleesbeendermeel van zoogdieren, en van diervoeders en meststoffen die dergelijk materiaal zoals bedoeld in artikel 5 bevatten

1. Het materiaal dient vergezeld te gaan van een officieel certificaat volgens het model in deel B van deze bijlage.

2. Op alle recipiënten dienen duidelijk zichtbaar de woorden „Niet voor vervoedering — uitsluitend voor verbranding” te worden aangebracht in de talen van de lidstaat van oorsprong, van bestemming en van doorgang en, wanneer het materiaal binnen een recipiënt in grote zakken verpakt is, moeten deze ook van het bovengenoemde opschrift voorzien zijn.

3. Het materiaal moet worden vervoerd in officieel verzegelde, gesloten containers op zodanige wijze dat elk verlies van materiaal wordt voorkomen, en moet rechtstreeks worden vervoerd naar een verbrandingsinstallatie zoals bedoeld in artikel 5, lid 2.

4. Portugal dient, via het Animo-systeem, de bevoegde autoriteit van de plaats van bestemming en alle lidstaten van doorgang ervan in kennis te stellen dat een zending onderweg is, met gebruikmaking van de codes die zijn vastgesteld in titel I, hoofdstuk I.3, punt 12.02, en in titel III, punt D4.01 van Beschikking 93/70/EEG van de Commissie (1). De woorden „Niet voor vervoedering — uitsluitend voor verbranding” moeten in de Animo-boodschap zijn vervat.

5. De lidstaat van bestemming dient de bevoegde autoriteit van de plaats van oorsprong in kennis te stellen van de aankomst van de zending door een kopie van het officiële certificaat zoals bedoeld in punt 1, ondertekend door de bevoegde autoriteit van de plaats van bestemming, per fax of op een andere wijze te versturen naar de bevoegde autoriteit van de plaats van oorsprong.

6. De lidstaat van bestemming dient gedetailleerde protocollen te hebben vastgesteld voor:

a) de controles bij aankomst, opslag en verplaatsing van elke zending, met name met betrekking tot het verbreken van het zegel van de containers en de toetsingscontrole van het gewicht;

b) de controles van de certificaten en de Animo-boodschappen;

c) de in punt 5 bedoelde maatregelen;

d) de controles op het schoonmaken van de containers;

e) de controles op de verbranding van het materiaal;

f) de registers van de verbrandingsinstallatie;

g) de maatregelen in geval van onregelmatigheden.

B. OFFICIEEL CERTIFICAAT

voor vleesmeel, beendermeel en vleesbeendermeel van zoogdieren en voor diervoeders en meststoffen die dit materiaal bevatten, bestemdvoor verbranding

Lidstaat van bestemming: ...

Referentienummer van het officieel certificaat: ...

Lidstaat van oorsprong: ...

Bevoegd ministerie: ...

Dienst die het certificaat afgeeft: ...

(1) PB L 25 van 2.2.1993, blz. 34.

(10)

I. IDENTIFICATIE VAN DE ZENDING

Aard van de verpakking:...

Aantal colli (2):...

Nettogewicht: ...

II. HERKOMST VAN DE ZENDING

Adres van de inrichting: ...

III. BESTEMMING VAN DE ZENDING

De dierlijke afvallen van zoogdieren worden verzonden

van: ...

(plaats van inlading)

naar: ...

(land en plaats van bestemming)

met het volgende vervoermiddel:

Type: ...

Voertuigkenteken of naam van het schip:...

Nummer van het zegel: ...

Naam en adres van de afzender:...

Naam en adres van de geadresseerde:...

VERKLARING

Ondergetekende, officieel dierenarts, verklaart dat het bovenbeschreven product vleesmeel, beendermeel of vleesbeendermeel van zoogdieren dan wel diervoeders of meststoffen met dit materiaal bevat en dat dit product geen andere bestemming dan verbranding mag krijgen.

Het materiaal bevat geen materiaal van runderen waarvan vermoed wordt dat ze met BSE zijn besmet of waarbij BSE is bevestigd, noch van andere runderen die zijn gedood in het kader van een maatregel voor de uitroeiing van BSE.

Gedaan te... ,

(plaats) op ...

(datum)



Stempel (3) . . . . (handtekening van de officiële dierenarts) (3)

...

(naam in hoofdletters, titel en hoedanigheid)

(2) Slechts in te vullen indien niet in bulk.

(3) Handtekening en stempel moeten worden aangebracht in een andere kleur dan die van de gedrukte tekst.

(11)

BIJLAGE III

1. De onderstaande producten mogen op grond van het bepaalde in de artikelen 7 en 8 uit Portugal worden uitgevoerd:

a) aminozuren en peptiden, vervaardigd uit huiden en vellen door middel van een procédé waarbij het materiaal wordt blootgesteld aan een pH van 1 tot 2, gevolgd door een pH van meer dan 11, gevolgd door een hittebehandeling bij 140 °Cgedurende 30 minuten bij een druk van 3 bar;

b) talg en talgproducten, vervaardigd uit voor menselijke consumptie geschikt dierlijk materiaal waarop één van de in bijlage I van Beschikking 1999/534/EG van de Raad (1) omschreven procédés is toegepast. Het procédé moet zijn gevalideerd overeenkomstig de procedures van bijlage III bij Beschikking 1999/534/EG;

c) van talg afgeleide producten door middel van een van de in bijlage II van Beschikking 1999/534/EG omschreven procédés.

2. De punt 1, onder b), bedoelde producten moeten na productie worden gefiltreerd.

3. Runderen die symptomen van BSE vertonen, mogen niet als uitgangsmateriaal voor de vervaardiging van de in punt 1 bedoelde producten worden gebruikt.

4. De volgende weefsels mogen niet worden gebruikt voor de vervaardiging van de in punt 1 bedoelde producten:

schedel, wervelkolom, hersenen, ruggenmerg, ogen, tonsillen, zwezerik, maag en darmen, en milt.

(1) PB L 204 van 4.8.1999, blz. 37.

(12)

BIJLAGE IV

DATE-BASED EXPORT SCHEME (DBES) (AAN EEN DATUM GERELATEERDE UITVOERREGELING)

Algemene voorwaarden

1. Vers vlees zonder been, verkregen van in Portugal geslachte runderen, en met dat vlees vervaardigde producten als bedoeld in artikel 11, lid 1, onder b), c) en d), mogen overeenkomstig artikel 11 uit Portugal worden verzonden op voorwaarde dat het gaat om voor de DBES in aanmerking komende dieren die na 1 juli 1999 zijn geboren.

2. Voordat met de verzending ingevolge punt 1 een begin mag worden gemaakt, moet Portugal een programma voor het doden en verbranden van alle na 1 juli 1999 geboren nakomelingen van moederdieren waarbij besmetting met BSE is bevestigd, ten uitvoer hebben gelegd en effectief doen toepassen.

3. Elk beslag waaruit dieren in het kader van de DBES ter slacht worden gezonden, moet aan regelmatige officiële inspecties worden onderworpen teneinde na te gaan of aan de voorwaarden van de DBES is voldaan. De eerste inspectie moet bevredigende resultaten hebben opgeleverd voordat dieren uit het betrokken beslag voor de slacht in het kader van de DBES worden aanvaard.

Voor de DBES in aanmerking komende dieren

4. Een rund komt in aanmerking voor de DBES indien het in Portugal is geboren en gehouden en indien op het tijdstip van het slachten wordt aangetoond dat aan de onderstaande voorwaarden is voldaan:

a) het dier kon zijn leven lang duidelijk worden geïdentificeerd, met name door een oormerk als bedoeld in artikel 3, onder a), van Verordening (EG) nr. 1760/2000 (1) aan te brengen, zodat steeds kon worden bepaald uit welk beslag en van welk moederdier het afkomstig was; onverminderd eventuele afwijkingen ingevolge artikel 4, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1760/2000, moet het oormerk uiterlijk 20 dagen na de geboorte worden aangebracht;

b) het unieke oormerknummer van het dier, de datum en het bedrijf van geboorte en alle verplaatsingen na de geboorte zijn geregistreerd in een officieel computersysteem voor identificatie en tracering; de identiteit van het moederdier is bekend;

c) het dier is ouder dan zes, doch jonger dan dertig maanden, waarbij de leeftijd wordt bepaald op basis van de in een officieel computerbestand geregistreerde geboortedatum;

d) de bevoegde autoriteit heeft aan de hand van de door haar verkregen en door haar geverifieerde bewijsstukken geconstateerd dat het moederdier nog gedurende ten minste zes maanden na de geboorte van het in aanmerking komende dier heeft geleefd;

e) het moederdier is niet met BSE besmet en wordt er evenmin van verdacht met BSE te zijn besmet.

Controles in Portugal

5. Wanneer een voor slachting aangeboden dier of enige met die slachting verband houdende omstandigheid niet in overeenstemming is met het bepaalde in deze beschikking, wordt het dier automatisch afgewezen. Indien die informatie pas na het slachten beschikbaar komt, stopt de bevoegde autoriteit onmiddellijk met het afgeven van certificaten en trekt zij alle reeds afgegeven certificaten in. Indien de verzending reeds heefs plaatsgevonden, stelt de bevoegde autoriteit onmiddellijk de bevoegde autoriteit van de plaats van bestemming van een en ander in kennis. De bevoegde autoriteit van de plaats van bestemming treft de nodige maatregelen.

6. Voor de DBES in aanmerking komende dieren worden geslacht in slachthuizen die niet worden gebruikt voor het slachten van runderen die niet in aanmerking komen voor de DBES.

7. De bevoegde autoriteit ziet erop toe dat de in de uitsnijderijen toegepaste methoden garanderen dat de onderstaande lymfklieren zijn verwijderd: Lnn. Poplitei, Lnn. ischiatici, Lnn. inguinales superf., Lnn. inguinales profund., Lnn. iliaci later., Lnn. iliaci medial., Lnn. renales prefemoral., Lnn. lumbales, Ln. costocervicalis, Lnn. sternales, Lnn. prescapu- lares, Ln. axillaris en Lnn. cervicales profund.

8. Aan de hand van een officieel traceringssysteem moet vlees tot het tijdstip van slachten kunnen worden getraceerd tot bij het voor de DBES in aanmerking komende dier of, na het uitsnijden, tot bij de dieren die bij het uitsnijden deel uitmaakten van dezelfde partij. Na het slachten worden etiketten aangebracht aan de hand waarvan vers vlees en vleesproducten als bedoeld in artikel 11, lid 1, onder b) en c), kunnen worden getraceerd tot bij het in aanmerking komende dier, teneinde indien nodig de betrokken zending uit de markt te kunnen nemen. Voor voeder voor als huisdier gehouden carnivoren moet tracering mogelijk zijn op basis van de begeleidende documenten en de geregistreerde gegevens.

9. Alle goedgekeurde voor de DBES in aanmerking komende karkassen worden voorzien van een individueel nummer dat gerelateerd is aan het oormerknummer.

(1) PB L 204 van 11.8.2000, blz. 1.

(13)

10. Portugal stelt gedetailleerde protocollen op betreffende:

a) tracering en controles vóór het slachten;

b) controles tijdens het slachten;

c) controles tijdens de vervaardiging van voeder voor als huisdier gehouden carnivoren;

d) etikettering en certificering na het slachten tot op de plaats van de verkoop.

11. De bevoegde autoriteit zet een regeling op voor de registratie van de gegevens betreffende de overeenstemmingscon- troles, teneinde te kunnen aantonen dat die controles zijn verricht.

De inrichting

12. Om te worden erkend moet een inrichting, onverminderd alle andere bij deze beschikking vastgestelde eisen, een systeem ontwerpen en toepassen aan de hand waarvan voor de DBES in aanmerking komend vlees en/of voor de DBES in aanmerking komende producten kunnen worden geïdentificeerd, en aan de hand waarvan alle vlees kan worden getraceerd tot bij het voor de DBES in aanmerking komende dier of, na het uitsnijden, tot bij de dieren die bij het uitsnijden deel uitmaakten van dezelfde partij. Het systeem moet garanderen dat alle vlees en alle producten in elk stadium kunnen worden getraceerd en de geregistreerde gegevens moeten ten minste twee jaar worden bewaard.

Gedetailleerde gegevens over het toe te passen systeem worden door de directie van de inrichting schriftelijk aan de bevoegde autoriteit bezorgd.

13. De bevoegde autoriteit evalueert, erkent en bewaakt het door de inrichting ingestelde systeem, teneinde erop toe te zien dat de verschillende categorieën volledig gescheiden worden gehouden en dat tracering in alle richtingen mogelijk is.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

1. Gelet op hun wederzijdse belangen en economische doelstellingen op middellange en lange termijn verbinden de overeenkomstsluitende partijen zich ertoe een zo ruim mogelijke

Bij deze verordening worden technische instandhoudingsmaat- regelen vastgesteld die gelden voor de vaartuigen die de vlag van de lidstaten voeren en in de Gemeenschap zijn

(34) Voor de overige 70 % van de invoer uit China waarvoor geen medewerking werd verleend, dienden de bevin- dingen gebaseerd te worden op de beschikbare gegevens overeenkomstig

Overwegende dat ervoor gezorgd moet worden dat de uitvoering van de in deze verordening vervatte maatrege- len er niet toe leidt dat, met name door begunstiging van bepaalde

(159) Vervolgens merkt de Commissie op dat de specifieke pensioenrechten welke tot aan de hervorming zijn opge- bouwd door werknemers die zijn aangenomen voor het transport en

Aangezien het over het algemeen tot de verantwoor- delijkheid van de sociale partners behoort om tot loonontwikkelingen te komen die verenigbaar zijn met de totstandbrenging

(93) Op basis van bovenstaande gegevens wordt geoordeeld dat de invoer van het betrokken product uit andere derde landen geen ernstige gevolgen had voor de economische situatie van

Intrinsiek veilige elektrische systemen of onderdelen daarvan behoren tot categorie „ia” indien zij voldoen aan de vereisten voor intrinsiek veilig elektrisch materieel van