• No results found

HANDHAVINGSARRANGEMENT MERWEDE-LINGE LIJN

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "HANDHAVINGSARRANGEMENT MERWEDE-LINGE LIJN"

Copied!
9
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

“MERWEDE-LINGE LIJN”

De gemeenten

Dordrecht, Sliedrecht, Hardinxveld-Giessendam, Gorinchem, Giessenlanden, Leerdam en Geldermalsen

Nederlandse Spoorwegen N.V.

Politie Zuid-Holland Zuid Politie Gelderland Zuid

Korps Landelijke Politiediensten Dienst Spoorwegpolitie

Openbaar Ministerie, Arrondissement Dordrecht Openbaar Ministerie, Arrondissement Arnhem

(2)

De ondergetekenden:

de gemeente Dordrecht, ten deze rechtsgeldig vertegenwoordigd door de heer C.H.A.J.

van Netten, programmadirecteur veiligheid van de gemeente Dordrecht, daartoe gemachtigd door de burgemeester,

de gemeente Sliedrecht, rechtsgeldig vertegenwoordigd door de burgemeester,de heer M.

C. Boevée,

de gemeente Hardinxveld-Giessendam, ten deze rechtsgeldig vertegenwoordigd door de heer J. Huisman, wethouder Verkeer en Vervoer, daartoe gemachtigd door de

burgemeester,

de gemeente Gorinchem, rechtsgeldig vertegenwoordigd door de burgemeester, de heer P. IJssels,

de gemeente Giessenlanden, rechtsgeldig vertegenwoordigd door de burgemeester, mevrouw E. Boot,

de gemeente Leerdam, rechtsgeldig vertegenwoordigd door de burgemeester, de heer M.

van Veelen,

de gemeente Geldermalsen, rechtsgeldig vertegenwoordigd door de burgemeester, de heer mr. S.W. van Schaijck,

de Nederlandse Spoorwegen N.V., rechtsgeldig vertegenwoordigd door de regiodirecteur NS Commercie, de heer H.I. van Tongeren

de regiopolitie Zuid-Holland Zuid, rechtsgeldig vertegenwoordigd door de districtschef, mevrouw G. Willink,

de regiopolitie Gelderland Zuid, rechtsgeldig vertegenwoordigd door de districtschef, de heer drs. J. Vroege,

het Korps landelijke politiediensten, dienst Spoorwegpolitie, rechtsgeldig vertegenwoordigd door het plaatsvervangend diensthoofd, de heer P.C. van Haasteren,

het openbaar Ministerie, arrondissementsparket Dordrecht, rechtsgeldig vertegenwoordigd door de hoofdofficier van justitie, de heer mr. H.C.D. Korvinus,

het openbaar Ministerie, arrondissementsparket Arnhem, rechtsgeldig vertegenwoordigd door de hoofdofficier van justitie, de heer mr. A.O. van der Kerk,

tezamen te noemen partijen

(3)

constaterende:

- dat een substantieel deel van de reizigers en spoorwegpersoneel op de Merwede- Linge lijn in een belevingsonderzoek gehouden in 2001 blijk gaf van

onveiligheidsgevoelens, vooral in de avonduren;

- dat de sindsdien door de partijen in gezamenlijkheid genomen maatregelen om de omstandigheden die leiden tot onveiligheidsgevoelens van reizigers en

spoorwegpersoneel te verbeteren nog niet zijn geëvalueerd;

- dat in 2003 per station een probleemanalyse1 is opgesteld (zie bijlage 1) en nog niet alle voorgenomen maatregelen zijn gerealiseerd;

- dat er behoefte is bij partijen aan het expliciteren en vastleggen van doelstellingen en maatregelen,

overwegende:

- dat alle partijen de sociale veiligheid op en rond de Merwede-Linge lijn als een gezamenlijke verantwoordelijkheid ervaren;

- dat sociale veiligheid een belangrijk aspect is van de kwaliteit van het openbaar vervoer, voor zowel reizigers als medewerkers;

- dat de gemeenten en de Nederlandse Spoorwegen waarde hechten aan het

verbeteren of op zijn minst behouden van het huidige veiligheidsniveau en het aanzien van de stations en stationsomgeving, aangezien deze mede bepalend zijn voor het imago van de gemeenten en de Nederlandse Spoorwegen;

- dat, om maximaal effect van de inspanningen van betrokken partijen te bereiken het noodzakelijk is om integrale afspraken te maken over het verbeteren of op zijn minst behouden van het veiligheidsniveau op en het aanzien van de stations en de

stationsomgeving,

komen het navolgende overeen:

1. Verbeteren of behouden van het sociale veiligheidsniveau op de Merwede-Linge lijn.

De hoofddoelstelling die partijen gezamenlijk nastreven luidt: het verbeteren of op zijn minst behouden van de sociale veiligheid op en rond de stations aan de spoorlijn tussen Dordrecht en Geldermalsen.

Partijen spreken af welk veiligheidsniveau zij aanvaardbaar achten uitgedrukt in de volgende indicatoren:

- kwalitatief: voldoende gevoel van veiligheid onder reizigers uitgedrukt in het

percentage reizigers en spoorwegpersoneel dat de veiligheid op en rond het spoor beoordeelt met het cijfer 7 of hoger zowel overdag als in de avonduren;

- kwantitatief: het aantal incidenten waarbij een onderscheid wordt gemaakt in drie categorieën conform de ABC incidentenindicatie Sociale Veiligheid van de Nederlandse Spoorwegen:

1. A-incidenten met een hoog veiligheidsrisico. Bij deze incidenten is sprake van een strafbaar feit en zijn de regels uit het Strafrecht en Algemene Plaatselijke

Verordeningen van kracht. Het handhaven van deze regels valt buiten de competentie van de NS. Hier komt de politie in actie en mogelijk in een later stadium het OM.

2. B-incidenten met een gemiddeld veiligheidsrisico. Deze incidenten hebben betrekking op overtredingen, vandalisme en verstoring van de orde, rust en veiligheid en een goede bedrijfsgang en vallen binnen de competentie van

Bijzondere opsporingsambtenaren (BOA’s) van de NS en de Stichting Veiligheid en Toezicht;

1De gemeente Dordrecht neemt sinds 2004 deel aan het samenwerkingsverband van partijen. In deze gemeente moet de analyse nog worden uitgevoerd.

(4)

3. C-incidenten met een laag veiligheidsrisico. Deze incidenten hebben betrekking op het naleven van huisregels van de NS en mogelijke winkelexploitanten en vallen binnen de competentie van de NS-medewerkers en medewerkers van de Stichting Veiligheid en Toezicht.

Zie voor een verdere toelichting op de ABC incidentenindicatie bijlage 2.

Het gewenste veiligheidsniveau wordt definitief vastgesteld op basis van de uitkomsten van een nulmeting die uiterlijk in het voorjaar van 2005 zal worden gehouden.

2. Hoofdlijnen aanpak realisatie hoofddoelstelling

Partijen spreken af het streefniveau te willen realiseren of behouden door middel van:

- maatregelen die bijdragen aan een schone, hele en veilige omgeving op en rond het spoor;

- een effectieve integrale aanpak van incidenten op en rond het spoor;

- inzet van toezichthoudend en handhavend personeel.

2.1 Schoon, heel en veilig

Afhankelijk van verantwoordelijkheden en bevoegdheden formuleert iedere partij haar eigen specifieke doelstellingen die bijdragen aan een schone, hele en veilige omgeving op en rond de stations. Deze doelstellingen worden vertaald in maatregelen en resultaten die meetbaar, realistisch en tijdgebonden zijn.2

Voor zover dat redelijkerwijs van partijen kan worden verwacht, stellen partijen voldoende menskracht en middelen ter beschikking om de maatregelen te realiseren.

2.2 Integrale aanpak van incidenten

Partijen garanderen een effectieve aanpak van incidenten door het verlenen van

spoedassistentie bij A-incidenten, het doen van aangiften en de inzet van toezichthoudend en handhavend personeel.

2.3 Inzet toezichthouders en bijzondere opsporingsambtenaren (BOA’s)

Partijen spreken af zorg te dragen voor de inzet van voldoende toezichthoudend en handhavend personeel. Hiermee dragen partijen bij aan een het gevoel van veiligheid bij reizigers en spoorwegpersoneel en een effectieve aanpak van incidenten.

De mate van inzet van toezichthoudend en handhavend personeel wordt bepaald door het aantal en de aard van de incidenten. Deze worden geregistreerd volgens de ABC

incidentenanalyse van de NS. Bij een toenemend aantal incidenten garanderen partijen afhankelijk van de aard van de incidenten extra toezichthoudend en/of handhavend personeel.

2.4 Plan van aanpak

Maatregelen en inzet van toezichthoudend en handhavend personeel worden eind 2004 en daarna jaarlijks vastgelegd in een plan van aanpak3 en jaarlijks vastgesteld door de stuurgroep Merwede-Linge lijn.

2Sommige maatregelen kunnen alleen in gezamenlijkheid worden uitgevoerd omdat er sprake is van meerdere

zogenaamde ‘probleemhouders’ zoals het geval bij het verwijderen van fietswrakken, weesfietsen en verkeerd geparkeerde fietsen). In dat geval fungeert de eerstverantwoordelijke probleemhouder als ‘trekker’. In geval van het verwijderen van fietswrakken, weesfietsen en verkeerd geparkeerde fietsen zijn dat bijvoorbeeld de gemeenten.

3De gemeente Dordrecht stelt begin 2005 een apart plan van aanpak op voor haar eigen stations.Dit plan van aanpak dient als bijlage bij dit Handhavingsarrangement tezamen met het plan van aanpak van de overige gemeenten.

(5)

2.5 Organisatie

Om het plan van aanpak te realiseren is een projectorganisatie ingericht die in de loop van 2005 of 2006 overgaat in een samenwerkingsstructuur voor onbepaalde tijd. De

projectorganisatie omvat:

- een stuurgroep Merwede-Linge lijn waarin alle partijen zijn vertegenwoordigd;

- een kerngroep die beslissingen voorbereidt in de stuurgroep, die budgethouder is, en de voortgang bewaakt van de uitvoeringsplannen;

- een operationele werkgroep waaraan alle betrokken medewerkers op uitvoeringsniveau deelnemen.

De leden van de werkgroep worden gekozen op basis van hun functie. De

werkzaamheden die voortvloeien uit het plan van aanpak sluiten hierbij aan. Partijen nemen samenwerkingsafspraken en maatregelen op in de reguliere werkprocessen.

Zie voor een organigram en verdere details over de organisatie bijlage 3.

2.6 Financiën

De deelnemende gemeenten dragen jaarlijks bij in de kosten van de inzet van de bijzondere opsporingsambtenaren (BOA’s) en de administratieve ondersteuning en coördinatie van het samenwerkingsverband.

De kerngroep zendt jaarlijks vóór 1 april een ontwerpbegroting voor het komende begrotingsjaar toe, voorzien van een behoorlijke toelichting aan de colleges van B&W, politie Zuid-Holland Zuid en Gelderland Zuid en NS. De begroting wordt in de stuurgroep ieder jaar vóór 1 september vastgesteld. De rekening wordt in verband met de

jaarrekening door de stuurgroep vóór 1 juni aan de bijdragende partijen toegezonden.

3. Effectieve integrale aanpak incidenten

3.1 Spoedassistentie

De Spoorwegpolitie van het KLPD en indien de komst van deze niet kan worden afgewacht, de regiopolitie garanderen spoedassistentie aan toezichthoudend en

handhavend personeel van de Stichting Veiligheid en Toezicht en de NS in geval van A- incidenten. Dit is conform het protocol Spoedassistentie (bijlage 4).

3.2 Geweldsprotocol

De NS en de Stichting Veiligheid en Toezicht zeggen toe dat medewerkers die tijdens de uitoefening van hun functie worden geconfronteerd met geweld of andere strafrechtelijke feiten altijd aangifte doen bij de politie. Deze aangifte wordt door de Spoorwegpolitie of regiopolitie in principe direct opgenomen.

De aangever – voor zover dit een NS medewerker betreft - wordt, indien gewenst, bij de afwikkeling van de aangifte ondersteund door de afdeling Risicobeheer en Schaderegeling van NS Reizigers.

3.3 Vervolging

Verdachten van strafbare feiten op en rond de stations worden vervolgd door het

Openbaar Ministerie (OM). Het OM levert maatwerk voor de processen verbaal die hierop betrekking hebben en dat kan lik op stuk beleid zijn.

De politie en het Openbaar Ministerie behandelen aangiften van geweld tegen NS personeel en medewerkers van de Stichting Veiligheid en Toezicht op een vergelijkbare wijze als aangifte van geweld tegen ‘ambtenaren in de bediening van hun functie’. Het OM houdt bij het vervolgen rekening met het feit dat dit een strafverzwarende omstandigheid is.

(6)

3.4 Huisvesting

Op het station in Sliedrecht heeft de NS een locatie ingericht en beschikbaar gesteld voor de huisvesting van de toezichthouders van de Stichting Veiligheid en Toezicht.

De gemeente Gorinchem opent in 2005 in de nabije omgeving van het station Gorinchem een ruimte voor toezichthouders.

3.5 Inzet toezichthouders en bijzondere opsporingsambtenaren (BOA’s)

Per 1 juli 2004 tot en met 31 december 2005 hebben gemeenten gezamenlijk een contract afgesloten met de Stichting Veiligheid en Toezicht gevestigd in Gorinchem voor de inzet van toezichthouders en bijzondere opsporingsambtenaren (BOA’s) op de lijn Dordrecht – Geldermalsen. Het betreft 500 uur in 2004 en 750 uur in 2005. De inzet van

toezichthouders en BOA’s is afhankelijk van het aantal en de aard van de incidenten (indeling conform de ABC incidentenindicatie).

Voor de periode na 1 januari 2006 maken gemeenten nieuwe afspraken over inzet van toezichthouders en BOA’s door gemeenten. Dan worden ook de mogelijkheden bekeken van samenwerking tussen de Stichting Veiligheid en Toezicht en de afdeling Toezicht van de gemeente Dordrecht.

3.6 Vervoer toezichthouders en BOA’s

De NS verstrekt toezichthouders en BOA’s een geldig vervoersbewijs voor de spoorlijn Dordrecht – Geldermalsen.

4. Communicatie

Partijen komen overeen om gezamenlijk op te trekken in de externe communicatie.

Partijen streven naar een eenduidige en consistente berichtgeving in de media. Speciale doelgroepen zijn de reizigers op de spoorlijn tussen Dordrecht en Geldermalsen en inwoners van betrokken gemeenten. Deze worden via de media of andere kanalen

geïnformeerd over de maatregelen en de resultaten. In de externe communicatie voert de Kerngroep van het samenwerkingsorgaan Merwede-Linge lijn de regie.

De veiligheid op en rond de stations aan de Merwede-Linge lijn en de samenwerking tussen partijen staat ten minste één maal per jaar op de agenda van het driehoeksoverleg van politie, OM en gemeenten.

5. Evaluatie en monitoring

5.1 Monitoring

De Kerngroep van de Merwede-Linge lijn is verantwoordelijk voor:

- monitoren van de voortgang van het plan van aanpak en bijbehorende

uitvoeringsplannen. Dit vindt plaats in de Werkgroep Merwede-Linge lijn. Deze werkgroep komt ieder kwartaal bij elkaar;

- monitoren van het sociale veiligheidsniveau aan de hand van:

o het aantal en de aard van de incidenten; deze wordt ieder kwartaal geregistreerd volgens de ABC incidentenindicatie;

o het veiligheidsgevoel van reizigers en spoorwegpersoneel; dit wordt jaarlijks gemeten.

5.2 Evaluatie

Op basis van de uitkomsten van de monitoring evalueert de Kerngroep jaarlijks:

• de mate waarin de in het plan van aanpak overeengekomen inspanningen en voorgenomen maatregelen door betrokken partijen zijn gerealiseerd;

• de mate waarin de in het plan van aanpak gestelde doelen zijn gerealiseerd;

• de mate waarin de maatregelen effect hebben en het streefniveau sociale veiligheid is bereikt of gehandhaafd.

(7)

De Kerngroep rapporteert hierover jaarlijks in een voortgangsrapportage aan de Stuurgroep Merwede-Linge lijn. Dit kan aanleiding zijn om het plan van aanpak aan te passen. Dat geldt ook voor niet eerder geconstateerde problemen.

De eerste evaluatie vindt plaats in het voorjaar van 2006.

5.3 Nulmeting

Om het huidige veiligheidsniveau in kaart te brengen vindt de volgende nulmeting plaats:

- kwalitatief: er vindt een enquête plaats onder reizigers en spoorwegpersoneel in het eerste kwartaal van 2005 of eerder. Geënquêteerden worden gevraagd hun gevoel van sociale veiligheid uit te drukken in een rapportcijfer.

- kwantitatief: in kaart brengen van incidenten over het eerste halfjaar van 2004 conform de incidentenindicatie Sociale Veiligheid van de Nederlandse Spoorwegen. NS, politie en KLPD en de Stichting Veiligheid en Toezicht leveren hiervoor gegevens aan.

De Kerngroep Merwede-Linge lijn voert de regie over de nulmeting.

5.4 Centraal informatiepunt

Politie, NS, KLPD en de Stichting Veiligheid en Toezicht werken samen om het aantal incidenten en de aard van de incidenten op de spoorlijn Dordrecht-Geldermalsen zo goed mogelijk in kaart te brengen (conform de ABC incidentenindicatie). Hiervoor wordt een Centraal Informatiepunt Merwede-Linge lijn opgericht waarover de politie de regie voert.

De bepalingen gesteld bij of krachtens de wet politieregisters en de Wet bescherming persoonsgegevens worden door het Centraal Informatiepunt Merwede-Linge lijn in acht genomen.

6. Slotbepalingen

6.1 Looptijd handhavingsarrangement

Dit handhavingsarrangement geldt tot en met het jaar 2006. Het treedt in werking met ingang van de dag waarop het arrangement is ondertekend. Na afloop van de

geldigheidsperiode wordt het handhavingsarrangement stilzwijgend verlengt met telkens een nieuwe periode van vier jaar conform de raadsperiode.

6.2 Opzegging handhavingsarrangement

Het is niet mogelijk voor de deelnemende gemeenten om het handhavingsarrangement eenzijdig op te zeggen. Alleen een meerderheid van gemeenten kan het

handhavingsarrangement, met redenen omkleed, schriftelijk opzeggen met inachtneming van een opzegtermijn van 2 jaar in verband met de uit het handhavingsarrangement voortvloeiende financiële en personele consequenties. Voor de overige partijen geldt eveneens een opzegtermijn van 2 jaar.

6.3 Wijzigingen handhavingsarrangement

Indien een of meer bepalingen van dit handhavingsarrangement ten gevolge van nieuwe of gewijzigde regelgeving ongeldig blijken te zijn of wanneer onvoorziene omstandigheden tot aanpassing nopen, treden partijen in overleg met elkaar om het

handhavingsarrangement zodanig te wijzigen dat het geen ongeldige bepalingen meer bevat.

(8)

Aldus overeengekomen het Handhavingsarrangement Merwede-Linge lijn, getekend in zeventienvoud,

te Gorinchem, op 25 oktober 2004,

de gemeente Dordrecht, ten deze rechtsgeldig vertegenwoordigd door de heer C.H.A.J.

van Netten, programmadirecteur veiligheid van de gemeente Dordrecht, daartoe gemachtigd door de burgemeester,

de gemeente Sliedrecht, rechtsgeldig vertegenwoordigd door de burgemeester,de heer M.

C. Boevée,

de gemeente Hardinxveld-Giessendam, ten deze rechtsgeldig vertegenwoordigd door de heer J. Huisman, wethouder Verkeer en Vervoer, daartoe gemachtigd door de

burgemeester,

de gemeente Gorinchem, rechtsgeldig vertegenwoordigd door de burgemeester, de heer P. IJssels,

de gemeente Giessenlanden, rechtsgeldig vertegenwoordigd door de burgemeester, mevrouw E. Boot,

de gemeente Leerdam, rechtsgeldig vertegenwoordigd door de burgemeester, de heer M.

van Veelen,

de gemeente Geldermalsen, rechtsgeldig vertegenwoordigd door de burgemeester, de heer mr. S.W. van Schaijck,

de Nederlandse Spoorwegen N.V., rechtsgeldig vertegenwoordigd door de regiodirecteur NS Commercie, de heer H.I. van Tongeren,

de regiopolitie Zuid-Holland Zuid, rechtsgeldig vertegenwoordigd door de districtschef, mevrouw G. Willink,

(9)

de regiopolitie Gelderland Zuid, rechtsgeldig vertegenwoordigd door de districtschef, de heer drs. J. Vroege,

het Korps landelijke politiediensten, dienst Spoorwegpolitie, rechtsgeldig vertegenwoordigd door het plaatsvervangend diensthoofd, de heer P.C. van Haasteren,

het openbaar Ministerie, arrondissementsparket Dordrecht, rechtsgeldig vertegenwoordigd door de hoofdofficier van justitie, de heer mr. H.C.D. Korvinus,

het openbaar Ministerie, arrondissementsparket Arnhem, rechtsgeldig vertegenwoordigd door de hoofdofficier van justitie, de heer mr. A.O. van der Kerk,

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

1 Bij deze optie zou de retorische functie van het vers aan het eind van de Galatenbrief zijn om nog eenmaal Paulus’ eigen manier van denken en doen te contrasteren met die van

Maar nee: we kunnen niet accepteren dat de zorgkosten zo ver op- lopen dat ze voor mensen niet meer betaalbaar

Tijdens zijn algemene audiëntie op de 50 ste Werelddag van de Aarde herhaalde paus Franciscus dat we van koers moeten veranderen: ‘We zijn geroepen om zorg en

Het dragen van een baby is niet alleen praktisch voor ouders maar ook een hulpmiddel bij het ondersteunen van de baby in een natuurlijke houding, bij het kalmeren van een onrustige

Burgemeester en wethouders van de gemeente Velsen maken bekend dat zij in de periode van 4 februari 2012 tot en met 10 februari 2012 de volgende aanvragen voor

Het leren dragen van je baby in een draagdoek kan al tijdens de ziekenhuisopname door onze kinderfysiotherapeuten op de afdeling.. Natuurlijk kan dit ook thuis, daarvoor kun je

– En in Jezus Christus, zijn enige Zoon, onze Heer, – die ontvangen is van de heilige Geest, – geboren uit de maagd Maria, – die geleden heeft onder Pontius Pilatus,

Verus, vereniging voor christelijk onderwijs en VKO, centrum voor katholiek onderwijs hechten grote waarde aan een veilige schoolomgeving, zowel in fysiek als in sociaal opzicht..