VVD-beleid
p a k t e n2 5
E K B»
werkgelegenheid succes
Het beleid van het kabinet werpt mede dankzij de inzet van de VVD-bewindslieden op verschillende terreinen vruchten af. Zo ontwikkelt zich de zogeheten l/A-ratio - dat is de verhouding tussen het aantal werkenden en het aantal niet werkenden - gunstig. De werkgelegenheid neemt snel toe en dat is niet alleen te danken aan de opleving van de internationale conjunctuur. Het is mede het gevolg van het door de VVD jaren voorgestane en door dit kabinet geëffectueerde beleid van lastenverlichting en deregu lering, en van de aanpassingen in de sociale zekerheid. Wat de lastenverlichting betreft heeft het kabinet niet alleen de grootste lastenverlichtingsoperatie gerealiseerd sinds Napoleon, maar het heeft dit ook in zeer korte tijd gedaan. In de eerste twee jaar van haar functioneren zal de rege ring negen miljard structureel aan burgers en bedrijven hebben teruggegeven, zoals in het regeer akkoord voor de gehele kabinetsperiode is voorzien.
De wijzigingen in het stelsel van sociale zekerheid, onder meer op het gebied van de arbeids ongeschiktheid, leiden er toe dat de premies kunnen dalen. De VVD juicht dit toe omdat het goed is voor de werkgelegenheid.
Als gevolg van deze gunstige ontwikkelingen heeft het kabinet besloten, onder de voorwaarden dat de l/A-ratio verder verbetert en dat de voorgenomen bezuinigingsmaatregelen op het gebied van de sociale zekerheid per 1 januari 1996 worden ingevoerd en de daarmee samenhangende bezuinigingen worden gerealiseerd, in 1996 de lonen en de uitkeringen te koppelen. Dit kan ook een bijdrage leveren aan de in het Regeerakkoord overeengekomen "evenwichtige inkomens ontwikkeling". Voor de VVD-fractie blijft overeind dat er in de periode '96 - '98 gemiddeld een halve koppeling wordt toegepast. De VVD-fractie realiseert zich dat van de koppeling een negatief effect op de werkgelegenheid uit kan gaan. Pas als aan alle voorwaarden is voldaan kan de VVD echter met de koppeling voor 1996 instemmen. Het definitieve oordeel zal de fractie in augustus vellen als het volledige inkomensbeeld bekend is en het duidelijk is of aan de gestelde voorwaarden kan worden voldaan.
Frits Bolkestein
Inburgeringscontracten
Op 27 april is in de Tweede Kamer gesproken over inburgeringscontracten voor nieuwkomers in Nederland. De VV D acht het van groot belang dat nieuwkomers zo snel mogelijk volwaardige medeburgers worden.
Daarom is in het regeerakkoord bepaald dat er inburgeringscontracten voor nieuwkomers komen inclusief de daarbij behorende sancties. W e onderscheiden de volgende groepen nieuw komers:
- traditionele nieuwkomers (gezinshereniging/ gezinsvorming);
- verblijfsgerechtigden: asielzoekers met een A-status dan wel een vergunning tot verblijf (vtv);
- personen met een voorlopige vergunning tot verblijf (vvtv) (bijvoorbeeld Bosniërs). Deze groepen komen in aanmerking voor het inburgeringstraject voorzover zij in een achter standssituatie dreigen te geraken.
De gemeenten zijn verantwoordelijk voor de inburgering. Zij verplichten zich de nieuwko mers cursussen aan te bieden, waarin maat schappelijke oriëntatie, Nederlandse les en beroepenoriëntatie worden gegeven. Het kabinet stelt voor te beginnen met die groep die een bijstandsuitkering krijgt (personen met een A-status en een vtv). Een verplicht contract met sancties is nu namelijk alleen mogelijk bij die nieuwkomers die afhankelijk zijn van een uitkering (bijstand).
De VVD-fractie is van mening, dat alle groepen nieuwkomers in aanmerking moeten komen voor een inburgeringscontract.
Dus ook mensen met een vvtv. Het blijkt name lijk dat een groot aantal mensen van deze groep in Nederland blijft. Het contract mag evenwel
geen beletsel zijn voor het terugsturen naar het land van herkomst als de situatie daar is verbeterd.
Minister Dijkstal zei de Kamer toe met een nader standpunt over de positie van de vvtv'ers te komen.
Het is niet eenvoudig nieuwkomers die via gezinshereniging en gezinsvorming naar Nederland komen, een sanctie op te leggen (artikel 8 van het Verdrag tot Bescherming van de Rechten van de Mens verbiedt waarschijnlijk intrekking van de verblijfsvergunning). De W D is van mening, dat een Inburgeringswet nodig is. Daarin moeten alle rechten en plichten voor de betrokkenen worden vastgelegd. Zo kan een sluitende aanpak voor alle nieüwkomers worden gerealiseerd.
Inlichtingen:
Henk Kamp 070-3183898
VVD-kamerleden
geridderd
Op vrijdag 28 april zijn benoemd tot Ridder in de Orde van de Nederlandse Leeuw de fractieleden:
mw. S. van Heemskerck Pillis-Duvekot drs. F.W. Weisglas
mr. A.H. Korthals mr. A J. te Veldhuis
167
V A N BIN N EN H O FPrestatiebeurs
Het wetsvoorstel prestatiebeurs vloeit voort uit de afspraken die in augustus 1994 in het regeerakkoord zijn gemaakt. Bij de behandeling van het wetsvoorstel "Student op twee benen" in de Kamer juni vorig jaar heeft de VVD-fractie het idee van de prestatiebeurs gelanceerd. Het Wetsvoorstel Prestatiebeurs heeft een belangrijke impact, alleen al omdat hiermee structureel 1 miljard gulden gemoeid is. De rode draad:
1 . Nieuwe studenten krijgen vanaf het studiejaar 1995-1996 te maken met een voorwaardelijk te verstrekken lening. Studenten die twee jaar na beëindiging van de formele cursusduur afstuderen - deze is als regel vier jaar - krijgen de voorwaardelijke lening alsnog omgezet in een beurs. Studenten die hierin niet slagen, krijgen de voorwaardelijke lening omgezet in een definitieve lening. In de wet wordt dit het "diplomamodel” genoemd.
2 . Voor de propadeuse geldt een afzon derlijke systematiek. Eerstejaars
studenten moeten krachtens het w ets voorstel tenminste 50% van de voor dat jaar geldende studiepunten halen. Indien zij daarin slagen, krijgen zij de voorwaar delijke lening voor dat jaar in een beurs omgezet.
3. De formele duur van de gemengde
studiefinanciering (voorwaardelijke beurs en lening) wordt teruggebracht tot de formele cursusduur. Hierna kunnen studenten maximaal nog drie jaar van de overheid lenen, waarvoor na afloop van de studie rente moet worden betaald.
4. Het leeftijdcriterium van 18 jaar in de
studiefinanciering wordt voor het hoger onderwijs ingeruild voor een opleiding- gebonden criterium.
Dit betekent dat studenten die jonger dan 18 jaar zijn wél in aanmerking komen voor studiefinanciering maar scholieren in het voortgezet onderwijs van 18 jaar en ouder niet meer.
5. Het overgangsrecht in de Wet
Kinderbijslag voor 18 jaar en ouder (AKW 18+) wordt afgeschaft, zij het dat bestaande gevallen een beperkte over gangsregeling krijgen.
A m e n d e m e n t e n en m o t ie s Samen met de woordvoerders van de coalitiepartners, Rik van der Ploeg (PvdA) en Bert Bakker (D '66), diende Monique de Vries een aantal amen dementen en moties in. De belangrijkste: 1 . De in de toelichting bij het wetsvoor stel per 1997 aangekondigde verzwaring van de prestatienorm voor het eerste jaar van 50% naar 70% is te zwaar. De propadeuse heeft niet alleen een selecte rende maar ook een oriënterende en verwijzende functie. Zonder dat er meer
zicht is op een goede studeerbaarheid van de programma's aan universiteiten en hogescholen, is een dergelijke verho ging ongewenst. Via een amendement werd geregeld dat de studeerbaarheid van te voren met de Kamer wordt geëvalueerd, alvorens de regering - met uitdrukkelijke instemming van de Kamer - besluit om de prestatienorm te verho gen naar 7 0 % .
2 . In verband met de door de regering
nagestreefde duidelijkheid en rechtsze kerheid voor studenten gedurende de gehele studie, is het ongewenst dat voor de huidige generatie studenten in 1997 de jaarlijkse temponorm van 50% naar 70% wordt verhoogd. Via een w ijzi gingsvoorstel wordt deze verhoging ongedaan gemaakt.
3 . Studenten moeten de mogelijkheid
krijgen hun studie gedurende een jaar te onderbreken, waarbij zowel de studie financiering als de "klok" van de presta tiebeurs een jaar wordt stilgezet. Op die manier kunnen studenten een jaar wijden aan een (buitenland)stage, werk, een bestuursactiviteit, of iets anders.
4 . Snelle studenten, die weliswaar in de
propadeuse achter blijven maar uiteinde lijk toch binnen vier jaar weten af te studeren, moeten hun lening in het eerste jaar alsnog kwijtgescholden krijgen.
5. De abrupte beëindiging van het
overgangsrecht in de kinderbijslag voor 18 jaar en ouder leverde veel discussie stof op. Het betekent een grote aanslag op scholieren en studenten die het komend studiejaar van plan zijn gebruik te maken van het niet door de overheid bekostigde onderwijs. Daarbij moet gedacht worden aan het particulier onderwijs, de Open Universiteit, het leerlingwezen en buitenlandse scholen en universiteiten. Alhoewel deze voor zieningen vaak niet door de overheid worden bekostigd, voorzien zij blijkens het grote gebruik ervan wel degelijk in een behoefte. Ook de instellingen zelf zullen een aanzienlijke aderlating krijgen door de abrupte beëindiging van het overgangsrecht. In verband hiermee diende de woordvoerder mede namens de coalitiepartners een amendement in, dat het overgangsrecht voor deze cate gorie studerenden met een jaar verlengt. Dit lijkt niet erg lang, maar gelet op de budgettaire problemen van de overheid zit er niet meer in.
Met het amendement is incidenteel voor 1996 een aanzienlijk bedrag gemoeid. Tegelijk werd de regering gevraagd te studeren op alternatieve voorzieningen, waaronder verruiming van de bestaande fiscale aftrek en het instellen van een
"leerbank" voor talentvolle studenten. Hiervoor zal in beginsel op de OC&W- begroting een alternatieve dekking moeten worden gevonden. Het totale uitgavenkader van 1 miljard gulden blijft daarmee overeind.
Op het AKW 18+-amendement na kondigde minister Ritzen aan zich niet tegen aanname van de amendementen en moties van de coalitiepartijen te zullen verzetten. De oppositionele w ijzi gingsvoorstellen, die in belangrijke mate afbreuk deden aan de prestatiebeursge dachte, werden daarentegen door hem ontraden.
Inlichtingen:
Monique de Vries, tel: 070-3182894.
Schengen
Schiphol en Schengen stonden vorige week opnieuw centraal in een algemeen overleg.
De staatssecretarissen Schmitz (PVDA) en Patijn (VVD) werden onder vuur genomen. Zij stelden namelijk dat op Schiphol twee pieren in respectievelijk januari 1997 en wellicht nooit gereed zijn voor de uitvoering van het Schengen verdrag.
Dit betekent dat de kamer eerder verkeerd geïnformeerd is door de beide staatssecretarissen. Voordat het overleg begon boden zij hiervoor reeds hun verontschuldigen aan de kamer aan. De VVD fractie steunt geen motie van wantrouwen tegen de bewindslieden die het CDA overweegt in te dienen. In het overleg werd ook gesproken over het huidige controlesysteem op het vliegveld.
Het magneetpasjessysteem dat in het kader van Schengen zou worden inge voerd bleek niet te werken en zou worden vervangen door een complex systeem.
In het algemeen overleg hebben de staatssecretarissen Schmitz en Patijn
toegezegd dat de paspoortcontrole 2 terugkomt op Schiphol. Hiertoe gaan zij
overleg voeren met de overige Schengen partners.
C o n t ro le
De woordvoerder Frans Weisglas sprak zijn zorg uit over de marechaussees die nodig zijn voor de controle. Een aantal mensen van de marechaussee zijn onttrokken aan het mobiel vreemdelin gentoezicht. Patijn en Schmitz hebben echter toegezegd dat zij hun uiterste best zullen doen om zo min mogelijk mensen bij het vreemdelingentoezicht te onttrekken.
Inlichtingen:
167
TOT BUITENPOST
Chemische
wapens
Na 25 jaar onderhandelen is in 1993 het VN-verdrag tot stand gekomen
betreffende het verbod op de ontwikke ling, de produktie, de voorraadvorming en het gebruik van chemische wapens. Het verdrag reikt verder dan het Gasprotocol van 1925, dat slechts het gebruik van chemische wapens verbiedt. Het verdrag past in het internationale streven naar uitbanning van massaver nietigingswapens. Voor de uitvoering van het verdrag, ook wat betreft het controleregime, bestaat een breed draagvlak bij de Nederlandse industrie. Afgelopen week vond de behandeling plaats van dit verdrag en de daaraan gekoppelde uitvoeringswet.
De woordvoerder Theo van den Doel benadrukte in zijn maidenspeech dat de aanslag door de sekte van de ‘Hoogste Waarheid' in de metro van Tokio de wereld duidelijk maakt dat ook in 1995 het gebruik van het chemische wapen door extremistische of terroristische groeperingen niet wordt geschuwd. Hij pleitte voor aanscherping van de uitvoe ringswet, waardoor onmiddellijk kan worden opgetreden tegen malafide prak tijken op dit gebied. Immers, zo hebben de ontwikkelingen in Japan uitgewezen gaat het hier om een direct gevaar voor de volksgezondheid en de nationale veiligheid. Namens de VVD-fractie toonde hij zich bezorgd over de aanwe zigheid van grote aantallen chemische wapens in Rusland en de andere voorma lige sovjetrepublieken. In een gezamen lijk door de coalitiepartijen ingediende motie, wordt de regering verzocht om zich extra in te spannen om de vernieti ging van chemische wapens op het grondgebied van de voormalige Sovjet unie zo snel mogelijk te realiseren. Ofschoon de uitvoeringswet in goede samenwerking met het bedrijfsleven tot stand is gekomen, leidt de wet tot extra regelgeving en werklast vooral voor de chemische industrie. Daarom verzocht de woordvoerder de staatssecretaris van Economische Zaken om de werklast, die rechtstreeks voortvloeit uit deze wet, na drie jaar te evalueren.
Tot slot benadrukte de woordvoerder dat de wet pas van kracht wordt als 65 landen het verdrag hebben geratificeerd. Zo ver is het nog lang niet. Zowel de Nederlandse regering als de Europese Unie zullen hun contacten moeten gebruiken om zoveel mogelijk landen er toe te bewegen het verdrag te ratificeren. Kamerbreed werd de regering lof toege zwaaid voor de Nederlandse inbreng tijdens de totstandkoming van het chemisch wapenverdrag. Het is mede
daaraan te danken dat de uitvoeringsor ganisatie die toeziet op de naleving van het verdrag in Den Haag wordt gevestigd. Inlichtingen:
Theo van den Doel, 070-3182891
Marktwerking
Donderdag 27 april is door de Commissie Economische Zaken een algemeen over leg gevoerd met de minister van Economische Zaken over de notitie ‘dere gulering, marktwerking en wetgevings kwaliteit'.
De VVD-woordvoerder Johan Remkes onderstreepte het belang van de drie doelstellingen van de operatie: - terug naar wat strikt nodig is, - versterken van de marktwerking en - verbetering van de kwaliteit van wet- en regelgeving. Remkes wees erop, dat al jaren gespro ken wordt over deregulering en een terugtredende overheid, maar dat de praktijk is, dat meer en meer regelingen ingevoerd worden en dat de regelingen bovendien steeds ingewikkelder worden. De aanpak binnen het kabinet, waar een speciale ministeriële commissie in het leven is geroepen, wordt door Remkes ondersteund, maar hij vroeg zich af of dit voldoende is. Wellicht zou ook in de Kamer een commissie ingesteld moeten worden. Deze commissie kan vanuit de Kamer het proces begeleiden. Minister Wijers onderstreepte de visie dat niet alleen het kabinet, maar ook de Kamer doordrongen moet zijn van het belang van deze operatie.
Het kabinet heeft een eerste lijst gepu bliceerd met wetten en regeling die getoetst gaan worden in de loop van dit jaar. Deze eerste selectie wordt door de VVD-fractie ondersteund. Remkes maakte daarbij wel de kanttekening dat in de komende tijd met name kritisch naar de regelingen op de terreinen van Sociale Zaken, de arbeidsmarkt en het milieubeleid gekeken moet worden. Het moet mogelijk zijn om met minder belemmerende regelingen een gelijk
waardig beleid te voeren. Ook wees hij op de Europese regelgeving. Deze vormen vaak een belemmering voor de economische en sociale dynamiek. Daarbij komt, dat wij in Nederland vaak verder gaan, dan op basis van de Europese regelingen noodzakelijke is, zo stelde Remkes.
Inlichtingen:
Johan Remkes, 070-3182883
Koerdisch
Parlement
De oprichting van het zogenaamde Koerdische parlement in Ballingschap stond afgelopen woensdag ter discussie. De woordvoerder Jan-Dirk Blaauw veroordeelde het besluit niet van de regering om de oprichting van het zoge naamde Koerdisch parlement in balling schap niet te verbieden. "Wij hebben een eewenlange traditie van vrijheid van vereniging en vergadering. Zolang men de wet niet overtreedt erkennen we dit recht." Wel heeft de woordvoerder erop gewezen dat alle middelen gebruikt moeten worden om escalatie van het conflict te voorkomen. Turkije is een belangrijke bondgenoot en handelspart ner van Nederland.
Om deze spanningen af te laten nemen deed de woordvoerder de volgende suggesties:
- De oprichting van een Europees oplei dingsinstituut voor Islamitische gees telijken en de ontwikkeling van inbur geringscontracten voor Imams. Dit om de ontwikkeling van een seculiere Islam te stimuleren.
- Het onmogelijk maken dat mensen
een dubbele nationaliteit hebben, dit ® kan leiden tot dubbele loyaliteiten. O
- De PKK is een terreurorganisatie. Gecontroleerd moet worden of leden van het Koerdisch parlement in ballingschap voorkomen op de lijst van Interpol zoals door sommigen beweerd wordt.
Minister Van Mierlo verklaarde graag de betrekkingen met Turkije te verbeteren. Minister Dijkstal zei al het mogelijke te doen om de verhoudingen met en tussen de Koerdische en Turkse gemeenschap pen te verbeteren. Ook verklaarde de regering elke keer opnieuw een afwe ging te maken tussen het naleven van de grondwet en de handhaving van de openbare orde.
Inlichtingen:
OPINIE
Nederland gebaat bij stabiele omgeving
Op 22 april jl. hield Frits Bolkestein tijdens een VVD-themadag over het Nederlandse veiligheidsbeleid en defensie. Onderstaand een beknopte weergave.
"Het vertrek van de Russische troepen uit Centraal- en Oosteuropa en het uiteenvallen van de Sovjet Unie bete kende het einde van de directe militaire bedreiging van West-Europa. Dit neemt niet weg dat Rusland zowel op conven tioneel als nucleair gebied nog steeds de grootste macht op het Europese conti nent is. De hervormingen in Rusland zijn praktisch gestagneerd en de strijd lijkt steeds meer te worden beslist in het voordeel van de conservatieven.
Rusland heeft de afgelopen jaren op het gebied van de wapenbeheersing verschillende verdragen gesloten. Het CSE-verdrag dat de vernietiging van grote hoeveelheden wapensystemen regelt, is door bijna alle Westerse landen uitgevoerd. Rusland dreigt zich nu niet aan het verdrag te zullen houden als de NAVO de Oosteuropese landen tot het bondgenootschap toelaat. Ook de Salt- verdragen over de reductie van kernwa pens zijn nog niet volledig uitgevoerd. Rusland is een instabiele, militaire groot macht met een autocratische en nationa listische traditie, waar het Westen terdege rekening mee dient te houden. Een goede verhouding met Rusland is in Westers belang maar dat mag niet leiden tot het verzwakken van de eigen defen- sie-inspanningen. Alleen de VS kan tegenwicht bieden tegen Rusland. De NAVO en de transatlantische band blij ven daarmee het plechtanker voor de Nederlandse veiligheidspolitiek. N A V O - u it b r e i d i n g
De gewijzigde opstelling van de Europese Unie, de nieuwe politieke situatie in de Verenigde Staten en de ontwikkelingen in Rusland zijn de rede nen dat de uitbreiding van de NAVO weer hoog op de agenda staat. Maar voordat men nieuwe leden in het bond genootschap opneemt zal toch eerst de vraag moeten worden beantwoord of de lidstaten de hieraan verbonden verplich tingen ook willen nakomen. W at moet worden voorkomen is dat door gebrek aan geloofwaardigheid het bondgenoot schap verwatert, waardoor de N AVO - als politieke organisatie - aan betekenis inboet. Het toelaten van Polen tot de NAVO, zonder dat de vraag door de lidstaten is beantwoord of men ook bereid is de Boeg, de grensrivier tussen Polen en Wit-Rusland te verdedigen, leidt tot erosie van het Atlantisch bond genootschap. Een maatschappelijk debat erover -voorafgaande aan de politieke besluitvorming - is gewenst. Immers, het gaat niet alleen om nieuwe verplichtin gen die financiële consequenties zullen
hebben. Maar ook om een eventuele inzet van mensen met de daaraan verbonden risico's ver buiten het eigen grondgebied.
Verderis en blijft de NAVO voor Moskou een internationale, geïntegreerde vecht machine. Rusland heeft nu de geringste omvang sinds Tsaar Peter de Grote. De gevoelens van frustratie en onzekerheid die daardoor zijn ontstaan, zouden worden versterkt indien de NAVO wordt uitgebreid tot aan de grens van
Witrusland en de Oekraïne. Wij moeten het risico onder ogen zien dat uitbrei ding van de NAVO een ’self-fulfilling prophecy' wordt, in die zin dat we daar door de agressor krijgen die wij juist willen voorkomen.
W EU
Volgend jaar zal over de toekomst van de W EU moeten worden beslist. Aangezien de EU-lidstaten nooit een veiligheidsgarantie zonder behulp van de NAVO gestand kunnen doen, ligt het meest voor de hand dat de W EU opgaat in de tweede pijler van de EU. De geïn tegreerde WEU kan dan vervolgens worden omgevormd tot een militair advies- en coördinatie orgaan van de EU. Dan kan de WEU in zijn huidige vorm op houden te bestaan als in 1998 het W EU-verdrag afloopt. Indien de Europese Unie tot gemeenschappelijk militair optreden besluit, kan zij een beroep doen op de EU-leden van de NAVO. Het nieuwe NAVO-concept dat juist om die reden is ontworpen, biedt ook de mogelijkheid voor militair optre den van Europese landen met behulp van NAVO-infrastructuur.
Natuurlijk is dit alleen te verwerkelijken als ook Frankrijk zich hier voor openstelt. De verhouding tussen Frankrijk en de N AVO is nog steeds onbevredigend. Reeds vorig jaar heeft de VVD het idee geopperd de functie van de hoogste militaire NAVO-commandant voor een Europeaan te bestemmen. De functie van secretaris-generaal van de NAVO, die tot nu toe altijd door een Europeaan is vervuld, zou dan door een Amerikaan kunnen worden bekleed. Dit voorstel wint aan actualiteit nu de positie van de huidige secretaris-generaal steeds meer omstreden wordt.
De taken van de krijgsmacht en de daar bij behorende middelen zijn vastgelegd in de Prioriteitennota. De VVD kiest voor onverkorte uitvoering van die nota. Naast de NAVO-taken levert Nederland ook een behoorlijke bijdrage aan vredes operaties. Hierbij ondersteunt defensie op een actieve manier het
buitenlands-en veiligheidsbeleid van deze regering. Nederland staat op de achtste plaats van de troepenleveranciers van de VN. Maar niet elk beroep op Nederland kan zonder meer worden gehonoreerd. Allereerst dient de inzet van onze krijgsmacht het nationale belang te dienen. De ene keer kan dit een bijdrage zijn om de interna tionale rechtsorde te handhaven. De andere keer kan dit zijn gebaseerd op solidariteit met onze bondgenoten. In de tweede plaats zijn de middelen beperkt. Nederland dient wanneer het deelneemt aan VN-vredesoperaties, ook bij de poli tieke en militaire besluitvorming te worden betrokken. Het feit dat Nederland wel een grote bijdrage in Bosnië levert, maar niet bij de Contact groep is betrokken, moet voor ons een les zijn. Bij toekomstige operaties moet de betrokkenheid bij de besluitvorming voorwaarde zijn, voordat er sprake van het leveren van troepen kan zijn. De kosten van vredesoperaties vormen een forse last voor de begroting van defensie. De bijdrage van
Ontwikkelingssamenwerking voor de uitvoering van vredesoperaties in ontwikkelingslanden biedt onvoldoende soelaas. In het kader van de herijking van het buitenlands beleid dient voor de financiering van vredesoperaties een structurele oplossing te worden geko zen. Nu de krijgsmacht bij uitstek als instrument van buitenlands beleid wordt ingezet, mag de minister van defensie hiervoor niet de rekening gepresenteerd krijgen.
D e fe n s ie b u d g e t
De defensiebudgetten zijn de laatste jaren fors afgenomen. Een moderne en geloofwaardige krijgsmacht vereist ook een verantwoord investeringspercen- tage. Ook om die reden kan niet verder op defensie worden bezuinigd. De Novemberbrief mag de uitvoering van de Prioriteitennota dan ook niet aantas ten. Het is niet voor niets dat de minister van defensie heeft aangegeven dat verdere bezuinigingen alleen op een verantwoorde manier door verhoging van doelmatigheid en efficiency kunnen worden behaald. Dit betekent dat het bezuinigingsbedrag zoals vermeld in het Regeerakkoord niet geheel kan worden gehaald. Immers de aanschaf van de Apache valt wellicht zo'n 170 miljoen goedkoper uit dan voorzien, maar met incidentele meevallers kan men geen structurele gaten dichten."
