• No results found

| MACHT NEDERLAND

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "| MACHT NEDERLAND"

Copied!
34
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)
(2)

M a c h t i n N e d e r l a n d

redactie en adm inistratie Prins H endrikkade 104

1011 AJ A m sterdam Telefoon 020-6242000

Fax 020-6264357

H oofdredacteur Frank van Dalen

E indredacteur Wibo van Om m eren

R edacteuren Stan Stevens Cedric Stalpers

A bonnem entenverw erving W ilfred d e Bruijn

Christiaan Hoos

D ru k w erk Drukkerij J. Sikkema

W arffum

Liberté Egalité Fratem ité is het onafhankeli jk politiek kaderblad van d e Jongeren Organisatie Vrijheid en Democratie (JOVD).

LEF verschijnt vier keer per jaar. Een abonnem ent kost fl. 25,00 op jaarbasis. Indien lopende het jaar een a b o n n e m e n t g e n o m e n w ordt, w orden reeds verschenen num m ers u it dat jaar nagezon­ den. Losse exemplaren kosten fl. 7,50 p er stuk.

A lle a rtik e le n w o rd e n op persoonlijke titel geschreven. Niets uit deze uitgave mag, op welke wijze dan ook, w orden overgenom en zo n d er schrif­ telijke toestem m ing van de auteurs én redactie.

ISSN 0925-9236

I N H O U D

1 1 e j a a r g a n g n r . 3 9 3 e k w a r t a a l 1 9 9 3

MACHT IN NEDERLAND

4

Vakbeweging heeft m edezeggenschap,

geen macht

Jo h an S tek elen b u rg

9

Invloed vakbew eging een verrijking

voor de Nederlandse democratie

m r. A n to n v a n d e W este rla k en

1 3 Spreiding van macht en verantwoor­

delijkheid

prof. drs. J. W eiten b e rg

1 7 Spreiden van verantwoordelijkheden

als uitgangspunt voor machtsuit­

oefening

drs. W .G. v a n V elzen

21

D en Haag leidt onder gebrek aan visie

B ert Blasé

26

Kiezen en gekozen worden

p a s s ie f k ie s r e c h t v ra a g t o m actiev e k ie z e rs H.B.J. S ch o em ak er

31

Zo gewonnen, zo geronnen

K oen P e te rsen

(3)

M a c h t i n

N e d e r l a n d

REDACTIONEEL

Volgend jaar heeft de N ederlandse burger w eer drie keer d e mogelijkheid om zijn of haar eigen vertegenw oordiging te kiezen in respectievelijk de gem eenteraad, de Tweede Kamer en het Europees Parlement.

De vertegenw oordigende lichamen vorm en dan w eer een afspiegeling van de maatschappij. Tenminste; zo zou het m oeten zijn.

Deze LEF gaat niet over het gat tussen de burger en gekozene, ofwel de vraag in hoeverre een vertegenw oordigend lichaam na een verkiezing een afspiegeling vorm t van de maatschappij.

Wel is als insteek gekozen voor de m acht van de vertegenw oordigende lichamen. Hoewel ze theoretisch de meeste macht hebben, kunnen deze licham en niet functioneren zo n d er een intensief sam enspel m et belangenorganisaties, politieke partijen en andere maatschappelijke groeperingen. En juist dit noodzakelijke sam enspel kan de machtspositie van de vertegenw oordigende lichamen aantasten. Dit kan zelfs zo ver gaan dat de m acht zodanig verschuift d at andere partijen in het politieke en bestuurlijke veld de werkelijke m acht naar zich toe w eten te trekkeh.

Deze LEF bevat een zevental inbrengen w aarin op d it fenomeen w ordt ingegaan. Er is bew ust gekozen voor vertegenw oordigers uit het m aatschappelijke m iddenveld en de bestuurlijke zijde van politiek partijen. Geen zittend kam erlid of regerend m inister derhalve, m aar wel CDA- voorzitter van Velzen, de toekom stig lijsttrekker van de N ieuw e Partij, de voorzitters van het FNV en CNV en de directeur van het NCW.

CDA-voorzitter van Velzen geeft zijn visie vanuit het CDA, dé partij als constante machtsfactor in het huidig politiek bestel en het maatschappelijke m idden. De heer Blasé zoekt de legitimatie van zijn N ieuw e Partij in de, zijns inziens, noodzaak tot verandering. V erandering onderm eer als het gaat om de eenzijdige opstelling van vertegenw oordigende organisaties.

De heren Stekelenburg (FNV), van de W esterlaken (CNV) en professor W eitenberg (NCW) gaan ieder vanuit de eigen organisatie en d e plaats die zij inneem t in het m aatschappelijk bestel, in op de rol van vakbeweging en werkgeversorganisaties in de N ederlandse democratie.

Een analyse van de invloed van de m edia is van de hand van JOVD- voorzitter Petersen. Een ander artikel in deze LEF kom t van de heer Schoemaker. Als secretaris van de Vereniging van Plaatselijke Politieke Groeperingen positioneert hij de plaatselijke politieke partij in de N ederlandse politieke realiteit en tracht hij m enig vooroordeel weg te nemen. Of de plaatselijke politieke partij inderdaad de door de landelijke partijen gebeten hond is, w ordt ter beoordeling aan de lezer overgelaten.

Frank van Dalen H oofdredacteur

(4)

T _ ^ -I

M a c h t i n N e d e r l a n d

VAKBEWEGING HEEFT MEDEZEGGEN­

SCHAP, GEEN MACHT

Johan Stekelenburg

Hoe groot is de m acht van de vakbew eging? Bij die vraag m oet ik altijd even glim lachen. De vakbew eging voelt zich n iet zo m achtig. In de behartiging van de belan g en van w erknem ers en u itk e rin g s g e re c h tig d e n b e v in d t zij zich m eestal aan de v ra g e n d e k a n t v an h et onderhandelingsproces. H et zijn de p o litiek en econom isch m achtigen - de w erk elijk m achtigen d us - van w ie de vervulling van h aar w ensen m oet kom en. D at neem t overigens n iet w eg d at in de belevingsw ereld van m enigeen de vakbew eging w el d eg elijk 'm ac h t' heeft. De arbeidsw etgeving en de in stitu ties van de overlegeconom ie h e b b en h aar enige invloed gegeven, w aardoor de w erk elijk m achtigen geen vrij spel m eer hebben. Zij zijn gedw ongen op m enig m om ent overeenstem m ing te b ereik en m et de vakbew eging. En als die overeenstem m ing u itb lijft om dat ze te w einig tegem oet kom en aan h aar w ensen, dan h eet h e t 'd e m acht van de vakbew eging', terw ijl in w erk elijk h eid gaat h et om de m edezeggenschap van w erknem ers en h u n vertegenw oordigers. H et gaat dus om de dem ocratische v erh o u d in g en in de sociaal-econom ische sector van de sam enleving.

Er z it een co n ju n ctu u rb ew eg in g in de w aardering van de vakbeweging. Z o'n acht jaar geleden zag m enigeen de toekomst van de v akbew eging no g som ber in. H aalt d e vakbeweging het jaar 2000 wel, zo vroeg m en zich destijds af. V andaag de dag ziet die toekomst er beduidend florissanter uit. De sfeer van doem denken is weg. De ledentallen nem en w eer toe en zelfs d e organisatiegraad stijgt enigszins. De vakbew eging w ordt daardoor m eer serieus genom en, al kan er af en toe nog een oprisping over d e representativiteit van de vakbew eging van w erkgevers of politici w orden w aargenom en. N iem and twijfelt eraan of d e vakbeweging gaat m et opgeheven hoofd de 21ste eeuw in. Alleen w ordt n u regelmatig de 'm acht' van de vakbew eging ter discussie gesteld, alsof de vakbeweging onverantw oord m et de in d e loop d er decennia verw orven invloed en medezeggenschapsm ogelijkheden om zou gaan. Impliciet zit zo'n opvatting v e rw e rk t in d e a an b e v e lin g en v an d e commissie-Buurmeijer over de toekomst van het stelsel van sociale zekerheid. En eigenlijk ook in het w antrouw en van m inister De Vries van Sociale Zaken en W erkgelegenheid, van w a a ru it d e re c e n te d re ig in g m e t d e

loonm aatregel is voortgekomen.

Met de rug naar de vakbeweging

Deze opvattingen in de politieke omgeving, w aarbinnen de vakbew eging haar w erk moet doen, houden in onvoldoende m ate rekening m et de werkelijkheid, zoals wij die waarnemen. D aardoor w ordt er ook - naar ons gevoel - onvoldoende rekening w ordt gehouden met de opvattingen zoals die in vakbondskring leven. En w ordt w eerstand tegen bepaalde onderdelen van het politieke beleid uitgelegd als het inzetten van vakbondsm acht. Nog niet zo lang geleden, begin jaren tachtig, verw eet de vakbeweging de politiek te regeren m et de rug naar haar toe. De centrum -rechtse kabinetten van destijds lieten zich niet zoveel gelegen liggen aan het oordeel van de vakbeweging. Ze probeerden ook buiten de invloed van de v a k b e w e g in g om , b u ite n d e Sociaal- Economische Raad om, adviezen in te winnen ov er h et in d u strie b e le id , d e n k aan de C o m m issie -W a g n e r, of o v e r h et te c h n o lo g ie b e le id en h e t s te ls e l v an gezondheidszorg. D enk aan de Commissies- Dekker. De vakbeweging van destijds heeft dat ervaren als een breuk met het verleden, zoals

(5)

M a c h t i n

N e d e r l a n d ~|~

wellicht op het breukvlak van de zeventiger en ta c h tig e r ja re n d e o p s te llin g v a n d e v a k b e w e g in g te g e n o v e r d e so cia a l- economische werkelijkheid door de politiek als een afscheid van het verleden w erd beschouwd. Ik wil die zelf-kritiek wel uiten. In de dan naderende economische crisis, die de ernstigste van na d e oorlog kan w orden genoemd, pakt de vakbeweging niet het akkoord d at voor handen ligt. Een 'bijna akkoord' is 'geen akkoord', zo moet Wim Kok in 1979 ervaren. In de keuze tussen w erk en inkom en moet voor de vakbeweging uiteindelijk het inkom en het zw aarste accent krijgen en d at is voor de w e rk g e v e rs en v o o r d e re g e rin g n iet aanvaardbaar. V anaf d a t m om ent is de bereidheid van werkgevers en overheid om m et de vakbeweging tot centrale afspraken te kom en b eduidend m inder.

Het Akkoord van W assenaar, van 1982, w ordt als een keerpunt in het overlegklimaat gezien. Er w ordt de laatste tijd regelm atig aan herinnerd. H et zou de definitieve doorbraak naar een decentrale onderhandelingsstructuur m arkeren en het 'prim aat' van zelfregulering van de sociale partners in de sfeer van de arbeidsverhoudingen bevestigen. Ik ben het m et d ie o p v a ttin g , zij h et m et enige nuanceringen, eens. De FNV heeft in 1982 haar opvatting over de betekenis van centraal overleg niet opgegeven, zoals zij die ook vandaag nog niet heeft prijsgegeven. N et als nu spelen er in het m idden van de jaren tachtig onderw erpen, die om een consensus vragen tussen overheid en sociale partners. Zoals het industriebeleid, zoals bezuinigingen in de sociale zekerheid, en zoals bestrijding van d e werkloosheid. De FNV ontkent daarm ee niet de maatschappelijke trend naar decentralisatie. Integendeel, zij aanvaardt die trend, zoals ze ook de tren d naar individualisering aanvaardt. M aar die trends kunnen niet tot in het oneindige w orden doorgetrokken.

Verbindingsschakels

Iedereen voelt op zijn klompen aan dat - hoezeer in d iv id u a lis e rin g , d e c e n tra lis a tie en deregulering ook w orden om arm d - de grote maatschappelijke problem en van vandaag niet

alleen in afzonderlijke bedrijven of huishoudens zijn op te lossen. En ook niet door de politiek als een door individuele burgers gekozen bestuur boven al die afzonderlijke bedrijven en huishoudens, zonder iets daartussen. Die afzonderlijke bedrijven en huishoudens hebben sam enwerkingsverbanden gevormd om politici tussen d e verkiezingen door op de hoogte te houden van hu n opvattingen. Tegelijkertijd e rv a re n p o litic i d e n o o d z a a k v an verb in d in g ssch ak els m et d e in d iv id u ele burgers om hen te betrekken bij de oplossing van de grote m aatschappelijke vraagstukken, w a a rv a n er v ele v o o ra fg a a n d a an de verkiezingen niet voldoende in aard en omvang zijn ingeschat.

De vakbeweging wil zo 'n verbindingsschakel zijn. H et moet ook voor d e politiek belangrijk zijn de vakbeweging als zodanig te beschouwen. Zij staat immers voor een grote groep van werknem ers, zij is een open en democratische organisatie en zij kan - door het geven of onthouden van haar instem m ing - een grote invloed uitoefenen. Bovendien blijkt zij, als zij zich daartoe uitgedaagd ziet, grote groepen m e n se n te k u n n e n m o b ilis e re n . De vakbeweging is derhalve een factor van belang die niet kan w orden genegeerd. H et is beter d aar op voorhand mee rekening te houden, dan d aar door botsingen bij herhaling op te w o rd e n g eatten d e erd . De o p e n h eid en dem ocratie binnen de vakbeweging staan er daarnaast borg voor d at voor misbruik van de vakbondsinvloed niet hoeft te w orden gevreesd.

Er moet geen m isverstand over bestaan, in een samenleving hoort - op tal van terreinen - het prim aat bij de politiek te liggen. M aar van politici m ag w orden verw acht dat ze de maatschappelijke verhoudingen kennen. De vakbeweging begrijpt d at sommige politici, zeker als ze haast hebben, balen van de stroperigheid die het gevolg kan zijn van zorgvuldig overleg m et het 'maatschappelijk m iddenveld'. M aar d at m ag geen overweging zijn om dat overleg achterwege te laten. Eerder moet er verandering w orden aangebracht in de bestaande 'politieke cultuur' die zich heeft ontwikkeld, w aarvan de vakbeweging zeker

(6)

j p M a c h t i n N e d e r l a n d

niet d e belangrijkste sm aakm aker is geweest. Veel van de kritiek die m idden dit jaar in het rapport 'Raad op m aat' is verw oord, snijdt dan ook hout. Hoe vaak w ordt im m ers overleg niet beschouw d als een mogelijkheid de eigen opvattingen nog eens breed uiteen te zetten, zonder de noodzaak te voelen m et anderen tot overeenstem m ing te m oeten komen? Hoe vaak w ordt niet als enige conclusie aanvaard dat 'we het kennelijk niet eens zijn': 'the agreem ent to d isa g re e '? W aarn a a n d e re n h et m ogen uitzoeken. Hoe vaak w orden commissies niet ingesteld of onderzoeksopdrachten verstrekt, enkel en alleen om het gezichtsverlies van een d er partijen te beperken? De politieke cultuur, m aar ook de overlegcultuur zit er vol mee. Zo is voor de buitenw acht de 'overlegeconomie' een doel in zichzelf gew orden, in plaats van een instrum ent om sociaal-economische problemen van een oplossing - in ieder geval van een oplossingsrichting - te voorzien.

De commissie-Buurmeijer

De FNV aanvaardt die kritiek van 'Raad op m aat', m aar wil daarm ee niet zonder m eer naar een situatie waarbij het prim aat van de politiek zodanig w ordt uitgelegd, d at de betekenis van h e t o v e rle g m e t h e t m a a ts c h a p p e lijk m id d e n v e ld w o r d t o n tk e n d . De 'overlegeconom ie' kan w orden verw eten zich onvoldoende aan de in de jaren tachtig bestaande algem ene politieke cultuur te hebben onttrokken. De analytische beschouwingen van de commissie-Buurmeijer zijn d aar - w at b ijv o o rb e e ld d e te r u g d r in g in g v a n ziekteverzuim en arbeidsongeschiktheid betreft - helder in. M aar het kan haar niet w orden verw eten geen aandacht te hebben gegeven aan de werkelijke problemen.

Binnen de 'overlegeconom ie' is er bijvoorbeeld wel degelijk veel aandacht geweest voor de volume-ontwikkeling in de sociale zekerheid. V anuit het gevoel van m aatschappelijke betrokkenheid en verantwoordelijkheid heeft de vakbew eging vanaf het eind van de jaren z e v e n tig d e FN V re g e lm a tig h e t volum eprobleem aan de orde gesteld. Door de jaren tachtig heen is voortdurend geham erd op d e n o o d z a a k v a n h e t n e m e n v an

voorzorgsm aatregelen om d e instroom n aar de WAO te beperken en om d e uitstroom te bevorderen. Voor d at pleidooi is geen gehoor geweest. Ook van de kant van de politiek en w erkgevers is er die aandacht geweest. Zij o e fe n d e n z w a re d r u k u it om d o o r 'p rijs m a a tre g e le n ', d o o r b e p e rk in g van uitkeringsrechten, niet d e om vang m aar de kosten van de arbeidsongeschiktheid terug te dringen. En d at heeft bij de vakbew eging geen gehoor gevonden. Als d e regering in 1991 - in plaats van zich voort te laten drijven door het spierballenvertoon van de CDA-fractie - enige subtiliteit aan d e dag had gelegd, zou het erin zijn geslaagd de opvattingen bij elkaar te brengen. H et klim aat was er toen rijp voor. Veel schade in de arbeidsverhoudingen, in het vertrouw en in de politiek in het algemeen, zou daardoor zijn voorkomen.

G edurende de gehele periode nadien heeft de vakbeweging nog bij herhaling aangedrongen op het intrekken van de kabinetsvoorstellen. Daarbij is aangeboden mee te w erken aan een ingrijpende wijziging van het stelsel van sociale zekerheid, zo d an ig d a t niet lan g er het v e rstre k k e n v an u itk e rin g e n m a a r het b e v o rd e re n v an d e d e e ln a m e aan h et arbeidsproces voorop zou komen te staan. Een uitkering zou niet het begin m aar het sluitstuk zijn van pogingen mensen aan het arbeidsproces te laten deelnemen. Ook daarvoor zijn de politici doof geweest. H et kan tegen deze achtergrond de vakbeweging niet w orden verw eten dat ze vervolgens naar alternatieven is gaan zoeken om d e b e la n g e n v a n w e rk n e m e rs en uitkeringsgerechtigden zo goed mogelijk te behartigen. Des te zotter is d at verwijt in de w e te n s c h a p d a t a lle rle i c o m m e rc ië le verzekeringsm aatschappijen klaar stonden om in het gat d at door de overheid is geslagen te springen. H et valt evenm in goed in te zien, w aarom het handelen van de vakbew eging - zoals H et Parool d estijds d e ed in een hoofdredactioneel com m entaar - als in strijd m et d e spelregels van de parlem entaire democratie moet w orden beschouw d en dat van commerciële verzekeraars niet.

Het voorbeeld van de WAO-crisis is d an ook meer een voorbeeld van de onmacht van politiek

(7)

en sociale partners om het m et elkaar eens te w orden, dan bijvoorbeeld het ontkennen van maatschappelijke problem en of van 'de macht van de vakbeweging'.

Regie-aanwijzingen

Eind vorig jaar heeft de SER unaniem een advies a a n v a a rd o v e r C o n v e r g e n tie en Overlegeconomie. In dat advies bekennen so ciale p a rtn e rs zich o p n ie u w to t d e overlegeconomie. Zij zien dat als een w aardevol goed. Zij m enen d at door versterking van het 'collectieve aanpassingsverm ogen' langs de weg van advisering, van afstem m ing door overleg en van sam enw erking bij de uitvoering van beleid, N ederland op het buitenland een voorsprong kan krijgen. U iteraard m oeten dan wel de eerder genoem de nadelen w orden overw onnen en m oet d e verantwoordelijkheid voor een belangrijk deel van de uitvoering in bedrijven en bedrijfstakken w orden gelegd. De regie-aanwijzingen w orden op centraal niveau g e g ev e n . B in n en o n d e rn e m in g e n en bedrijfstakken w ordt daar dan - binnen de eigen mogelijkheden - invulling aan gegeven. De overeenstem m ing binnen de SER over deze benadering kan w orden toegeschreven aan de erkenning van de grote problem en, zoals de Europese eenw ording en de noodzaak van a a n p a k v a n h e t m ilie u , w a a rv o o r d e samenleving staat. M aar op de achtergrond speelt ook het verzanden mee van grote operaties die achtereenvolgende kabinetten in gang hebben willen zetten. H et verzanden is veroorzaakt door een gebrek aan draagvlak in de samenleving, in een aantal gevallen in het bijzonder onder de sociale partners. Hier kon je zien w at een beroep op het prim aat van de politiek vermag.

poütieke onm acht om d at maatschappelijk m iddenveld correct bij de oplossing van de problem atiek te betrekken. H et is voor mij dan ook een raadsel, w aarom de minister van Sociale Zaken en W erkgelegenheid - gelet op de grote structurele economische problem en van dit m om ent - juist nu door de dreiging m et een loonm aatregel de confrontatie m et d e sociale partners zoekt.

Investeren in de overlegeconomie

De politiek zou m eer m oeten investeren in de overlegeconomie. N ederland heeft nog steeds een stelsel van arbeidsverhoudingen, d at zich duidelijk onderscheidt van het Amerikaanse, het Engelse en het Japanse. H et is belangrijk de sterke kanten ervan te willen zien. Tegenover d e u ite rs t flexibele d o ch v e rsp lin te rd e arbeidsverhoudingen in d e Verenigde Staten en te g e n o v e r d e p e r c o n c e rn s te r k g e c e n tra lis e e rd e a r b e id s v e r h o u d in g e n , w a a rb in n e n d e k e u z e v rijh e id v a n d e individuele w erknem er uiterst beperkt is, heeft N ederland een stelsel van arbeidsverhoudingen waarbij de sociale partners bereid zijn over de grenzen van het directe eigen belang heen te kijken, als ze d aar door de overheid toe w orden u itg e n o d ig d of u itg e d a a g d . D o o r d e overlegeconom ie w orden sociale partners betrokken bij de verwezenlijking van sociaal- economische doelstellingen, w aardoor een d o e lm a tig e r v e rlo o p v a n h e t so cia a l- economisch proces w ordt bevorderd en waarbij ook nog eens rekening w ordt gehouden met randvoorw aarden die voortvloeien u it het milieu en u it het streven naar emancipatie. Zo bekeken kan overleg m et sociale partners dan ook niet als een blok aan het been w orden beschouw d van de politiek.

Als d e p o litie k zelf tw ijfelt aan h a ar mogelijkheden de sam enleving te maken, dan moet ze niet grote operaties in gang gaan zetten - zelfs niet op de terreinen w aar het prim aat van de politiek niet w ordt betwijfeld - zonder zich van een gedegen draagvlak in de samenleving te verzekeren. Dan juist behoort ze erin te investeren. W ant w at zich vaak ogenschijnlijk aandient als de m acht van het maatschappelijk m iddenveld, is niet zelden een resultaat van

Uit het voorgaande m ag niet w orden afgeleid dat de vakbeweging alles het liefst bij het oude laat, terwijl het beroep op d e sociale zekerheid een enorm e om vang heeft aangenom en, de concurrentiekracht van het bedrijfsleven aan het inboeten is en als gevolg d aarv an werkgelegenheid w ordt afgebroken. En dat alles onder een lofzang op de SER en de overlegeconomie, die in ieder geval de situatie w aarin N ederland thans verkeert niet hebben

(8)

X_[

t

-E

M a c h t i n N e d e r l a n d

kunnen voorkomen. Die ind ru k is onjuist. De vakbew eging vindt d at binnen een herijkte overlegeconomie de 'actoren' in het stelsel van arbeidsverhoudingen elkaar regelm atig de m aat m ogen nemen. Dat ze even bij elkaar m ogen afrekenen. Dat ze, als doelstellingen niet w orden gehaald, ingrijpende m aatregelen over zichzelf afroepen. En d at is w at anders d an d e huidige situatie, waarbij de politiek - lees d e commissie-Buiirmeijer, lees m inister De Vries - tegenover de sociale partners staat. W aarbij d e p olitiek d e sociale p artn ers regelm atig direct of indirect onm acht verwijt, zonder zich te vergewissen van de oorzaken daarvan. En waarbij, laat ik d aar m aar eerlijk in zijn, de sociale partners regelm atig tegenover d e p o litie k s ta a n , h u n o n d e rlin g e m achtsverhoudingen daarbij negerend.

Vernieuwing van de economie

noodzakelijk

De kom ende m aanden zijn cruciaal voor d e N ederlandse arbeidsverhoudingen. Sociale partners m oeten m et elkaar n aar wegen zoeken om d e noodzakelijke vernieuw ing van de economie te bewerkstelligen. Daarbij hebben ze ook de opdracht zoveel mogelijk m ensen te laten deelnem en aan het arbeidsproces. De

huidige opstelling van het kabinet helpt d aar niet echt bij. De dreigende loonmaatregel dw ingt w erkgevers en w erknem ers, die beiden d a araa n geen behoefte hebben, w el tot o n d e r h a n d e le n , m a a r d e 'fla n k e r e n d e m aatregelen' die het kabinet daarbij tevens in h et vooruitzicht heeft gesteld, heeft de onderhandelingspositie van de vakbeweging verzwakt. H et pakket van m aatregelen - v e rs o e p e lin g v a n a rb e id s w e tg e v in g , v e rru im in g v an d e m o g elijk h ed en v an commerciële arbeidsbemiddeling, versoepeling van de ontslagm ogelijkheden en het beperken van d e m ogelijkheid v an h et algem een verbindend verklaren van afspraken tussen w erkgevers en w erknem ers - betekent zow at d e vervulling van het com plete verlanglijstje van werkgevers. Tegen die achtergrond moet de vakbew eging - als het een beetje wil langs de w eg van het overleg - de w erkgevers bewegen tot het scheppen van m eer werkgelegenheid. Als de kracht van de argum enten, die de vakbeweging straks op tafel zal leggen, faalt, als ook het beroep op de m aatschappelijke verantwoordelijkheid van de w erkgevers faalt, dan zal w eer voor iedereen duidelijk w orden w aar de m acht in onze sam enleving echt zit. En m ag d e politiek zich v erw ijten d a t ze onvoldoende heeft gedaan om de krachten met de vakbew eging te bundelen om - bijvoorbeeld - de werkloosheid te bestrijden.

Johan Stekelenburg is voorzitter van de Federatie Nederlandse Vakbeweging, de FNV.

(9)

M a c h t i n N e d e r I a n d

INVLOED VAKBEWEGING,

EEN VERRIJKING VOOR DE

NEDERLANDSE DEMOCRATIE

Anton Westerlaken

De vakbew eging vervult een belangrijke ro l in h et N ederlandse po litiek -b estu u rlijk e klim aat. Sterker nog, h et sociaal-econom isch leven in N ederland is b ijn a o n d en k b aar zo n d er de b estu u rlijk e invloed van de organisaties van w erknem ers. W erknem ersverenigingen die sam en m et de clubs van w erkgevers en de overheid h eb b en gezorgd voor één van de m eest stabiele en w elvarende dem ocratieën in de w ereld. Toch w o rd t er in som m ige p olitieke kringen nogal eens geklaagd over de invloed van w erknem ersorganisaties op h et besluitvorm ingsproces. Politici, zo w o rd t gesteld, zijn gekozen door de N ederlandse bevolking en h u n invloed is ongeveer evenredig aan h et aantal m ensen d at op h en gestem d heeft. Bij vakbonds-bestuurders zou d it n iet h et geval zijn , terw ijl zij relatief veel invloed op de besluitvorm ing zo u d en hebben. D oor som m igen w o rd t dan over een 'dem ocratisch tek o rt' gesproken. A nderen b ep leiten op b asis van deze argum enten een hern ieu w d 'p rim aat van de politiek '.

Ten onrechte. W ant deze, op het eerste gezicht alarm erende, begrippen gaan uit van een é é n z ijd ig e o p v a ttin g o v e r d e m o c ra tie . Democratie w ordt in deze opvatting namelijk beperkt tot het dom ein van politici. Ik vind dat we politiek breder m oeten zien.

D aarnaast getuigt het gebruik van een begrip als 'democratisch tekort' van weinig inzicht in de kern van de vakbondstaak en de rol van de vakbew eging in het politiek-bestuurlijke besluitvormings-proces in N ederland.

Sociale democratie

De klassieke opvatting over dem ocratie legt de nadruk op het politieke besluitvormingsproces. Door de vernauw ing van het begrip politiek tot de sfeer van de overheid (c.q. de relatie staats­ burger) is het zicht op dem ocratie als m aatsch ap p elijk e activ iteit o n d u id elijk er geworden. En dat is jammer, w ant daar gaat het in mijn ogen juist om. H et gaat niet alleen om een politieke democratie, m aar ook om een 'socialedem ocratie'.M eteensocialedem ocratie bedoel ik het bestaan en respecteren van de authentieke rechten van burgers en hun o rg an isaties om tak en , d ie h u n eerste verantwoordelijkheid raken, u it te voeren en

daarop aangesproken te w orden. Een sociale dem ocratie gaat uit van de opvatting dat m ensen verantwoordelijke, sam enw erkende individuen zijn die juist door die sam enwerking vorm geven aan de m aatschappelijke ordening. De overheid moet dit erkennen en er op uit zijn daartoe mogelijkheden en voorw aarden te scheppen.

Een gedifferentieerde sam enleving als de onze kan in mijn visie slechts bestuurd w orden als er taken en verantw oordelijkheden w o rd en overgelaten aan burgers en hun organisaties. Zo w orden burgers en h u n organisaties aangesproken op hu n verantwoorde-lijkheden en w orden deze verantw oordelijkheden niet zonder m eer overgenom en door de politiek. De w aarde van dergelijke organisaties ligt zowel op het niveau van het groepsbelang als in het maatschappelijk belang. De w aarde ligt ook in het feit d at door deze organisaties verschillende m aatschappelijke processen op elkaar w orden afgestemd. Ze hebben een (schakel-)functie tussen politiek, marktsector en burgers.

"Het openbaar bestuur functioneert daardoor niet op een te grote afstand van de burgerij, het bedrijfsleven niet te ver van de consumenten, allerlei initiatieven van de burgers krijgen

(10)

daard o o r sneller aandacht d an w anneer zij in d e w achtkam er van het parlem ent hadden m oeten plaatsnem en".(1) Juist in een steeds complexer w ordende sam enleving m oeten individuen (de kans krijgen) zich (te) bundelen in m a a ts c h a p p e lijk e o rg a n is a tie s m et zelfstandige taken en verantwoordelijkheden.

Vakbeweging democratisch

Tot de organisaties die ik hierboven besprak, w ordt, naast consum entenorganisaties, de m ilieubeweging en werkgevers-organisaties, o o k d e v a k b e w e g in g g e re k e n d . De v ak b ew eg in g in N e d e rla n d b e sta a t u it vakorganisaties van een hoog democratisch gehalte. H et zijn organisaties van, voor en door burgers. H et zijn organisaties m et een gekozen bestuur, m et bestuurders die aan hu n leden verantw oording m oeten afleggen en zonodig door die leden kunnen w orden teruggefloten. V eel v a k e r d a n b ijv o o rb e e ld g ek o zen volksvertegenwoordigers. Vakorganisaties zijn van ouds af aan van onderaf opgebouwd, vanuit het gezichtspunt van de leden. Die leden zijn m ondige burgers. Burgers die dagelijks werken in b e d rijv e n en in s te llin g e n , d ie uitkeringsgerechtigd of gepensioneerd zijn, m aar die allemaal deel uitm aken van de N ederlandse samenleving. M ensen dus, die te m aken hebben m et beslissingen die op alle niveaus plaatsvinden: In de bedrijven, op bedrijfstak niveau, m aar ook in d e politiek. Die individuele leden vorm en de basis; de achterban die zijn bestuurders 'voedt' m et ervaringen en meningen. Als er één categorie m ensen is die w eet w at er sociaal-economisch speelt in N ederland, dan zijn d at d e bestuurders van vakorganisaties. Zij horen, direct, van hu n leden w at er speelt in de bedrijven en in de dagelijkse leefom geving. Zij hebben contacten m et w erkgevers en politici. Zij spreken m et deskundigen. Daarom kunnen bestuurders van v a k o rg a n is a tie s w a t m ij b e tre ft oo k 'd e m o c ra tis c h e d e s k u n d ig e n ' w o rd e n genoemd.

B e s tu u rd e rs d ie n e n o v e r d e n o d ig e p ro fe s sio n a lite it te b e sc h ik k e n om als deelnem ers in overlegcircuits te kunnen deelnemen. Bij de meeste vakorganisaties zijn b estu u rd ers d aaro m full-tim e in dienst.

~j ~ ^ ^ M a c h t i n N e d e r l a n d

Tegelijkertijd dienen de bestuurders rekening te houden m et het herkenbaar en bereikbaar zijn v o o r h u n le d e n . Bij d e m e e ste vakorganisaties werken de bestuurders daarom voor een district of een sector, w aarin zij w orden bijgestaan door (kader)leden die w erkzaam zijn in dat district of die sector. Dit is de w aarborg voor herkenbaarheid en bereikbaarheid naar de leden toe. Uit ervaring w eet ik d at bij de N ederlandse vakorganisaties, en zeker bij het CNV, hard w ordt gew erkt om aan deze c o m b in a tie v a n p ro f e s s io n a lite it en herkenbaarheid gestalte te geven. V oortdurend w ordt getracht d it nog verder te verbeteren.

Maatschappelijke organisatie

De vakbonden in N ederland bestaan u it breed georiënteerde organisaties. O m dat de belangen van hun leden niet alleen op bedrijfs(tak) niveau liggen zijn de m eeste sectoraal georganiseerde vakbonden aangesloten bij een vakcentrale. N a a s t h e t c o ö rd in e re n v a n d e cao- onderhandelingen in d e diverse sectoren, houden deze vakcentrales zich onder m eer bezig m et zaken als sociale zekerheid, onderwijsbeleid, arbeidsvoorzieningsbeleid, arbeidsom standigheden, milieu, belastingen en em an cip atie. In vele zak en d ra g e n zij bestuurlijke (mede-)verantwoordelijkheid of zij adviseren. Vakcentrales zijn er d us niet alleen voor bedrijfstak-overstijgende zaken, m aar ook vanuit d e visie dat d e N ederlandse w erknem er m éér is dan een loonslaaf. Vakbonden en vakcentrales vorm en daarm ee d e uiterlijke o rg an isatiev o rm en v an w at, b red er, de vakbeweging genoem d wordt.

Binnen de vakbeweging leeft d e uitdrukkelijke w e n s om m a a ts c h a p p e lijk e (m ed e-) verantw oordelijkheid te nem en voor die zaken die de leden raken. En dat reikt v erd er dan d ire c te b e la n g e n b e h a rtig in g . H e t CNV bijvoorbeeld, w erkt aan vernieuw ing en verbetering van de hele m aatschappij, zodat alle m ensen in vrijheid en op voet van gelijkheid kunnen leven. M ensen zijn verantw oordelijk voor elkaar en moeten eikaars kwaliteiten erkennen. H et CNV w erkt vanuit een visie op de hele samenleving. Die visie staat in een p ro g ram m a d a t w o rd t g o e d g ek e u rd en gedragen d oor de leden. Die visie gaat uit van

(11)

w a t h ie rb o v e n w e rd a a n g e g e v e n m et betrekking tot democratie: de opvatting dat m ensen verantwoordelijke, sam enw erkende personen zijn, die juist door die sam enwerking vorm geven aan de m aatschappelijke ordening. Dat er taken en verantw oordelijkheden moeten w orden overgelaten aan burgers en hun organisaties. En d at de overheid dit moet erkennen en daartoe de randvoorw aarden dient te scheppen. De vakbew eging is daarom niet alleen belangenbehartiger in de enge zin des w o o rd s . Zij b e s ta a t oo k als b re d e maatschappelijke organisatie m et een visie op de samenleving en de bereidheid bestuurlijke verantwoordelijkheid te dragen.

Betrouwbare overlegpartner

Het N ederlandse sociaal-economische bestel w ordt gekenm erkt door overleg tussen de o v e rh e id en d e b e la n g h e b b e n d e n : d e overlegeconomie. Alleen d e W D is afstand aan het nem en blijkens uitlatingen van Bolkestein en het initiatiefwetsvoorstel tot afschaffing van de (adviesplicht) van de Sociaal Economische Raad (SER). Het is opvallend dat d e b e la n g rijk ste N e d e rla n d s e p o litie k e strom ingen zich steeds konden vinden en herkennen in die overlegeconomie. Zelfs de wettelijke vastlegging ervan, de W et op de Bedrijfsorganisatie (waaruit o n d erm eerd e SER voortkwam), kon bij haar totstandkom ing op een brede instem m ing rekenen. De behoefte aan c o n tin u ïte it en b e tro k k e n h e id van maatschappelijke organisaties is kenm erkend voor het N ederlandse dem ocratische stelsel. Raadpleging van sociale partners kan de legitimatie van genom en (overheids-)besluiten versterken. Essentieel is dat, krachtens de Wet op de Bedrijfsorganisatie, de overheid uitm aakt wie haar officiële gesprekspartners zijn. Er is d us geen sprake van d at organisaties van werkgevers en werknem ers de overheidsmacht beperken. Het verwijt van corporatism e of het pleidooi voor een prim aat van de politiek is daarom geenszins terecht, zolang de overheid en haar instellingen het algem een belang naar behoren behartigen.

Betrokkenheid van d e sociale partners heeft daarnaast aantoonbaar meegewerkt aan een

M a c h t i n

N e d e r l a n d e r

beheerste loon- en prijsontwikkeling. Zie de w erkdocum enten 41 en 57 van het Centraal Planbureau (CPB). Resulterend in m eer dan 600.000 arbeidsplaatsen in de afgelopen tien jaar. De stabiele arbeidsverhoudingen in N ederland zijn niet in de laatste plaats te danken aan de inzet van de vakbeweging om niet alleen op korte termijn voor de eigen achterban su c c e sse n te b o e k e n , m a a r om ook verantw oordelijkheid te d rag en voor de ontwikkeling en het welzijn van de gehele samenleving. Je kunt stellen dat de ambitie van d e N e d e rla n d s e v a k b e w e g in g om als m aatsch ap p elijk e o rg an isatie e rk en d en g e h o o rd te w o rd e n , om m e d e ­ verantwoordelijkheid te dragen, een belangrijke bijdrage is aan d e voor de dem ocratie zo noodzakelijke sociaal-economische stabiliteit. In deze zaken heeft de vakbeweging zich door de jaren heen als een betrouw bare partner opgesteld en de wil daartoe blijft voor w at het CNV betreft aanwezig. Ik roep daarbij de resolutie van de algemene vergadering van het CNV van 22 juni 1993 in herinnering, waarin wij ons bereid tonen de contractloonstijging te verrekenen met hetgeen ten aanzien van andere (voor het CNV niet m inder belangrijke) zaken als participatie, duurzaam heid en solidariteit w ordt afgesproken (2).

Rijke democratie

Eerder gaf ik aan d at de vakbeweging niet slechts uit enge belangenbehartigers bestaat, m aar vooral u it b red e m aatschappelijke organisaties m et w aarden en norm en van grote g ro e p e n b u rg e rs . De v a k b e w e g in g is democratisch georganiseerd en weerspiegelt de visie op individu en samenleving van haar leden. De vakbew eging vervult ook een m aatschappelijke rol: die van schakel tussen de sferen van overheid, economie en burger. Daarom kan je stellen d at de overheid, w anneer zij spreekt m et de vakbeweging, niet alleen m et de belangenbehartigers van de werknem ers praat m aar ook m et de vertegenw oordigers van grote groepen burgers. Meer dan zestig procent van de niet georganiseerde werknemers wil dat de vakbonden CAO's afsluiten (V U / UvA januari 1993).

Een gesprek met de vakbeweging is voor de

(12)

. JI M a c h t i n N e d e r l a n d

politiek ruim te m aken voor een belangrijke schakel in d e samenleving. Zo'n gesprek vergroot daarm ee d e participatie van de N e d e rla n d s e w e rk z a m e en u itk e r in g s ­ g e re c h tig d e b u r g e r s a a n h e t besluitvorm ingsproces.

Advisering door en m edebestuur van de vakbew eging versterken de stabiliteit van de N ed erlan d se sociaal-econom ische verhou­ dingen.

Een d e m o c ra tie d ie op een d erg elijk e betrokkenheid en stabiliteit kan rekenen, is een rijke democratie.

H et vraagt lef d it te onderkennen. Het vraagt vooral lef d it te blijven stimuleren.

(1) E.J.J.M. Kimman, “Het maatschappelijk midden”, in Vlees opbotten: over structuur en

participatie in vakbondsland. Kampen, 1992, p. 116 en verder

(2) Concept-resolutie n.a.v. reacties op het concept sociaal-economisch program van het CNV 1994-1998, Oostkapelle, 22 juni 1993.

mr. Anton Westerlaketi is voorzitter van de vakcentrale CNV.

(13)

M a c h t i n N e d e r l a n d

SPREIDING VAN MACHT EN

VERANTWOORDELIJKHEID

prof. drs. J. Weitenberg

Monopoliemacht

De essentie van de m ark t is concurrentie tu ssen m in of m eer gelijkw aardige partijen. In die zin zijn m ark t en m acht tegenstellingen. W elisw aar zoekt elk individuele b ed rijf n aar 'n ich e s' in de m arkt, w aar ze op b asis van bijvoorbeeld een bijzondere kw aliteit m onopolist k u n n e n zijn, m aar ook in die 'n ich es' w erk t de rest van de m arkt door: de specialisten k u n n e n voor h u n bijzondere k w aliteit n iet elke p rijs vragen.

Ook octrooien, die in feite een monopoliepositie geven, zijn altijd tijdelijk. (De rijksoctrooiwet kent als standaardterm ijn, vanaf het m om ent van indiening, een bescherm ing van 20 jaar.) Een goede m arktw erking vereist d at dergelijke monopolies steeds w eer w orden afgebroken. Ook het hele streven van '1992' was het wegnemen van handelsbarrières in de EG: hoe m inder beschermde 'machts'-posities, hoe lager de prijzen. En lagere prijzen hangen sam en met lagere kosten, dus met toegenom en efficiency, dus met een goede kans op een toename van de welvaart. In Schumpeters definitie van het kapitalisme, 'creatieve destructie', zit eenzelfde soort tegenstelling: opbouw en en afbreken horen onlosmakelijk bij elkaar, m acht is nodig, m aar alleen acceptabel als het tijdelijk is.

Trias Politica

Dit w antrouw en tegenover monopolie-macht is zeker niet beperkt tot het dom ein van de marktkrachten. Ook in het dom ein van de overheid, in het staats- en bestuursrecht, is het 'ordenen van de m acht' een centraal thema. De Trias Politica beoogt im m ers de scheiding d er m achten in een drietal delen, die tot elkaar v e ro o rd e e ld zijn: d e w e tg e v e n d e , d e rechtsprekende en de uitvoerende macht. Met die driedeling is het verhaal niet afgelopen: in het wetgevingsproces zijn er aparte taken voor ministers en ministeries aan de ene kant en voor het Parlem ent aan de andere kant. Het Parlement op zijn beurt is ook geen monolithisch orgaan, m aar kent coalitie- en oppositiepartijen,

kent een Eerste en een Tweede Kamer en w ordt om de -in beginsel- vier jaar kritisch door de kiezers beoordeeld. In de rechtszaal is een d u id e lijk e ta a k - en d a a rm e e ook m achtsverdeling tussen de rechter, de officier van Justitie en de advocaat.

Pluriformiteit

N aast het bedrijfsleven (de m arkt) en de overheid kent de m aatschappij nog vele andere organisatievorm en. Met nam e het m iddenveld is van belang, het geheel van organisaties waarin burgers en bedrijfsleven zich verenigd hebben. En als in de dom einen van de m arkt en de overheid m achtsdeling zo'n centraal pu n t is, zou het onlogisch zijn om te denken dat er in het m iddenveld heiligen verblijven, die in hun functioneren niet w orden aangetast door monopoliemacht. Ook in het m iddenveld van de maatschappelijke organisaties is een zekere ordening van de m acht d us nodig. W at de concurrentie op de m arkt doet en de 'checks and balances' binnen de overheid, moet p lu r if o r m ite it in h e t m id d e n v e ld bewerkstelligen. H et is al genoeg als burgers en bedrijven verplicht onder een overheid vallen, o n d e r één o v e rh e id . W at b e tre ft h u n belangenbehartiging of hu n belangstellingen en hobby's is het goed en zelfs noodzakelijk dat ze kunnen kiezen uit m eer mogelijkheden.

Overheidsmacht kent onvoldoende

‘checks and balances’

In dit hele spel om de m acht verkeert de

(14)

X_tr-E

M a c h t i n N e d e r l a n d

overheid in een nadelige positie: bedrijven en maatschappelijke organisaties kunnen naar hartelust m et elkaar concurreren om de gunst van de klanten en de leden, overheden kunnen d at veel m inder tot niet. W anneer m ensen v lu c h te n -als a s ie lz o e k e r of als b e la s tin g v lu c h te lin g - n a a r een a n d e r overheidsterritoir w ordt dat als ernstiger gezien, dan w anneer iem and overstapt naar een andere leverancier of naar een andere vereniging.

M aar er zijn nog veel m eer redenen w aardoor de overheidsm acht, Trias Politica of niet, een bijzondere m acht is. H et zijn alleen overheden die het zich kunnen veroorloven om jaren of zelfs decennia lang 'rood te staan', m et een constant financieringstekort en een grote staatsschuld. H et zijn alleen overheden die zich in hu n beleid k unnen concentreren op nieuw e plannen en beloftes in plaats van op de uitvoering van eerdere plannen en beloftes. Het zijn alleen overheden, w aard e uiteindelijke controle geacht w ordt plaats te vinden door één rode stip in de vier jaar. Een rode stip w aarm ee d e N ederlandse kiezer zijn m ening m oet uitspreken over de besteding van 1.000 m ld gulden, het totaal van de collectieve m iddelen gedurende één kabinetsperiode. De interne 'checks and balances' van de overheid hebben dus duidelijke beperkingen.

En ondanks privatisering,

deregulering...

Dit structurele gebrek van de overheid aan intern evenwicht is een belangrijke reden om de overheid zo m in mogelijk taken te geven. Daarbij kan m en er vanuit gaan d at ook als m en de overheid zo m in mogelijk te doen geeft, er nog altijd m eer dan genoeg voor haar overblijft. Zeker in een complexe samenleving en een dichtbevolkt land als N ederland zal er altijd genoeg te regelen zijn. Bovendien is het duidelijk d a t grote delen van h et onderw ijs, d e gezondheidszorg en de sociale zekerheid zich niet lenen voor gewone concurrentie. H et zijn merit-goederen, waarbij het gevaar van onder- consum ptie op zou treden, w anneer men de produktie en consum ptie ervan geheel aan de m arkt zou overlaten. Ook op andere gebieden

is er sprake van zgn. positieve externe effecten, die niet in de prijs tot uitdrukking komen en vaak ookniet geïnternaliseerd kunnen worden. D aarnaast zijn er de echte collectieve goederen, zoals defensie, dijkenbouw en rechtspraak, w aaraan niem and zich kan onttrekken en die niet pondsgewijs op de m arkt kunnen w orden gebracht. Soms zijn de risico's te groot om ontwikkelingen aan de m arkt over te laten. En soms zijn er zgn. natuurlijke monopolies, waarbij de overheid noodzakelijkerwijs op z'n m inst een to ezich th o u d en d e rol m oet - eventueel: laten - vervullen. Er zijn dus uiteenlopende taken die de overheid moet vervullen, en die alle een verschillende beoordeling en m aatvoering vereisen.

Beleidsconcurrentie?

G e m e e n s c h a p p e lijk k e n m e rk v a n d e aktiviteiten van de overheid is d at zij zich niet lenen voor volledige concurrentie d at leidt er toe dat ook concurrentie tussen overheden - de zg n . b e le id s c o n c u r re n tie - a a n flin k e b e p e r k in g e n o n d e rh e v ig is. D eze b e leid sc o n cu rre n tie v lo eit v o o rt u it de in te rn a tio n a lis e rin g en in te rg ra tie v an s a m e n le v in g e n , w a a a r d o o r o v e rh e d e n gedw ongen w orden zich m eer aan elkaar te spiegelen. In zijn boek 'Kapitalism e contra kapitalism e' w aarschuw t Michel Albert er al voor d at deze beleidsconcurrentie kan leiden tot het afglijden van het 'Rijnlandse kapitalisme' naar een vorm van 'casino-kapitalism e'. Ook d e b r o o d n o d ig e s a n e r in g v a n o n ze verzorgingsstaat m oet niet doorslaan in de richting van het Anglo-Amerikaanse model. Internationalisering en beleidsconcurrentie zijn in deze dus nuttige signalen, m aar kunnen niet de oplossing voor het probleem van de juiste taakverdeling tussen m arkt, overheid en m iddenveld leveren.

Geen blauwdruk

H et zou mooi zijn w anneer er een eenvoudig recep t w as vo o r d e o p d e lin g v an het maatschappelijk w erkterrein over d e drie verschillende dom einen van markt, overheid en m iddenveld. Dat is echter niet mogelijk. De w ereld is in beweging. Er ontstaan niet alleen n ie u w e te c h n o lo g ie ë n en n ie u w e

(15)

M a c h t i n N e d e r l a n d

demografische verhoudingen, m aar ook nieuwe consumenten- en kiezersvoorkeuren en nieuwe beleidsinstrum enten. Voor d at laatste kan gewezen w orden op convenanten, public- p r iv a te - p a r tn e r s h ip s , tr ip a r tie te bestuursstructuren en horizonwetgeving. Er komen ook nieuw e technieken beschikbaar, die bijvoorbeeld rekening rijden en het koppelen van data-bestanden mogelijk maken, w at geheel nieuwe mogelijkheden voor overheidsoptreden geeft. Al is een ideale structuur m et deze perm anente veranderingen niet aan te geven, wel kan w orden vastgesteld dat het principe van de m achtsdeling altijd van belang zal blijven.

S c h e id in g b e le id s v o rm in g -

uitvoering

Een b e la n g r ijk o n d e rd e e l v a n d e z e machtsdeling, de scheiding van beleidsvorming en uitvoering, biedt nog een goede mogelijkheid om de overheid in om vang te beperken. De oude wijsheid van de Trias Politica w erd veel te weinig in het oog gehouden bij de enorme taakuitbreiding die d e overheid kreeg, toen de klassieke grondrechten w erden uitgebreid m et de sociale grondrechten. Algemeen is aanvaard dat de overheid niet alleen nachtw aker moet zijn, m aar ook aktief en aktiverend. M aar de scheiding tussen beleidsvorm ing en wetgeving enerzijds en uitvoering anderzijds m oet veel verder w orden doorgetrokken. De voorstellen van de Commissie Wiegel, als onderdeel van d e b e s tu u r lijk e v e rn ie u w in g , om departem enten vergaand af te slanken en veel u itv o e re n d w e rk a a n z e lf s ta n d ig e agentschappen over te laten, verdienen dan ook alle w aardering.

Die u itv o e re n d e a g e n ts c h a p p e n z u lle n bestuurd m oeten w orden. In die besturen zal m en in zekere mate van countervailing powers g e b ru ik m o e te n m a k e n en z a l m en v e rte g e n w o o rd ig e rs v a n v e rs c h ille n d e relevante groepen kunnen opnem en. H et voorbeeld van Zw eden, m et ministeries van zo'n 200 beleidsambtenaren, laat zien hoe ver men hiermee kan gaan. H et Zweedse voorbeeld laat evenzeer zien, hoezeer men op moet passen dat het systeem d at niet op andere punten gaat

uitdijen.

N u hoeft m en niet altijd aan agentschappen te denken bij uitvoerende taken. H et N ederlandse onderwijs en de ontw ikkelingssam enwerking laten zien dat ook maatschappelijke organisaties op d at soort terreinen goed uitvoerend werk kunnen doen. En zelfs m oeten doen. Ten eerste om dat het in het kader van de m achtsdeling goed is om zo veel mogelijk partijen te hebben die hun partijtje mee kunnen blazen in de uitvoering van m aatschappelijke taken. M aar d a a r n a a s t o o k in h e t k a d e r v a n d e verantwoordelijkheidsverdeling.

Samenwerking en

maatschappelijke zelfregulering

Totale m achtsdeling leidt tot een totale atom isering van de samenleving. Individuen hebben echter m et elkaar te m aken, en niet alleen als concurrenten. H et individu kan wel zijn stoepje schoon houden m aar niet het plantsoen om de hoek. H et individu kan zich wel verzekeren, m aar ais iedereen alleen m aar voor zijn eigen risico's hoeft op te draaien, blijven sommige m ensen onverzekerd. En er zijn sommige schades waarbij een financiële uitkering niet voldoende soelaas biedt. Het is ondenkbaar dat de overheid al deze boven­ individuele verantwoordelijkheden op zich zou nemen. Zoals het verkeerd zou zijn w anneer de overheid alle hiervoor aangeduide activiteiten op zich zou nemen, die niet geheel aan de m arkt kunnen w orden overgelaten. W anneer m en zich voor de maatschappelijke machts- en verantw oordelijkheidsverdeling beperkt tot de tweedeling overheid - m arkt, krijgt m en óf een te grote overheid óf een tekort aan collectieve zorg en goederen.

Niet alle activiteiten die de reikwijdte van het individu overstijgen, m oeten d u s aan de overheid w orden toevertrouw d. N u hoeft het niet veel moeite te kosten om dit inzicht in de praktijk te brengen, w ant individuen verenigen zich al spontaan, niet alleen in bedrijven en politieke partijen, m aar ook nog in talloze a n d e re o rg a n is a tie v o rm e n . In a l d e z e organisaties kom t een zekere onderlinge solidariteit en mede-verantw oordelijkheid tot

(16)

.J_ “ M a c h t i n N e d e r l a n d

uitdrukking. Zelfs belangenorganisaties als vakbonden en w erkgeversorganisaties doen veel m eer d an alleen lobbyen, zeker in de West- Europese sociale markteconomieën. Tussen hun led en v in d t ook een zek ere m ate van 'herverdeling' plaats, steunen de sterkeren de zwakkeren.

Commerciële lobby of middenveld

De overheid zal gebruik m oeten m aken van het z e lf - r e g u le r e n d v e rm o g e n d a t in d e m aatschappij aanw ezig is. M aatschappelijke organisaties m oeten niet in een positie w orden gedw ongen w aarin ze alleen nog h u n pure eigenbelang k u n n en nastreven. D aarm ee zouden ze tot commerciële lobbyorganisaties w orden, die in de m arktsector thuishoren. Ze zullen integendeel ertoe m oeten w orden aangezet om actief mee te denken en te doen in h e t m a a ts c h a p p e lijk d e b a t en d e m a atsc h ap p e lijk e v e ra n tw o o rd e lijk h e id s­ verdeling. N atuurlijk m oet de politiek niet de gevangene w orden van de vele adviesorganen die eerst h u n oordeel en opvattingen moeten geven alvorens d e politieke besluitvorm ing kan w orden afgerond. Bij het saneren van deze adviespraktijk m oeten we evenwel niet naar

h e t a n d e re u ite rs te d o o rs la a n en alle advieslicham en afschaffen. Dat laatste zou wellicht wel de helderheid van de politieke besluitvorm ing ten goede kom en, m aar niet de kwaliteit. Evenmin zou zo 'n rigoureus besluit b ijd ra g e n a a n h e t s c h e p p e n v a n een m aatschappelijk draagvlak d at nodig is voor de acceptatie en uitvoering van de politieke besluiten.

Machtsevenwicht

P erio d iek e d o o rlich tin g via b estu u rlijk e vernieuw ing en parlem entaire enquêtes kan d a n ook n u ttig en n o d ig zijn, n et als v e rk ie zin g e n , v e re n ig in g sd e m o c ra tie en concurrentie. Dat soort prikkels is nodig om een verstarring te voorkomen. W aar verstarring toe kan leiden is tijdens de Franse Revolutie gebleken. O p zich w as de m aatschappelijke kaalslag die toen optrad te begrijpen, m aar ze schoot door. N et zo m in als het bij concurrentie de bedoeling is alle concurrenten 'er onder te sch o ffelen ', m o et er bij d e p e rio d ie k e doorlichtingen te veel w orden afgebroken. In een te grote ijver om m achtsposities af te breken w orden dan nieuw e monopolies gecreëerd. Overheid, m arkt en m iddenveld zullen elkaar in evenwicht m oeten houden. Daartoe zijn drie sterke partijen nodig.

x ..

prof. drs J. Weitenberg is algemeen directeur van het Nederlands Christelijk Werkgeversverbond, het NCW.

(17)

M a c h t i n

SPREIDEN VAN VERANTWOORDELIJK­

HEDEN ALS UITGANGSPUNT VOOR

MACHTSUITOEFENING

drs. W.G. van Velzen

H et CD A-beginsel van gespreide verantw oordelijkheid bevordert d at er verschillende m achtscentra in onze sam enleving bestaan, w aarm ee m ensen zich k u n n e n identificeren. Deze m achtscentra vorm en een tegenw icht tegen de p olitieke m acht van de staat. Spreiding van macht, dat is w aar het CD A voor staat. D at vraagt om erkenning van de rol van h et m aatschappelijk m iddenveld en de organisatie van de burgers als tegenw icht voor een allesoverheersende overheid of een volstrekt geïndividualiseerde sam enleving.

De aanval op het m aatschappelijk m iddenveld lijkt echter geopend. Vooral de W D lijkt een v e ld to c h t te g e n d e m a a ts c h a p p e lijk e organisaties te zijn begonnen. De polem iek van W D -f ractievoorzitter B olkenstein m et de SER- voorzitter kan als voorbeeld dienen. En ook de onderw ijs-organisaties m oeten het bij de fractievoorzitter ontgelden. De parlem entaire enquête over de uitvoering van de sociale zekerheid leek aanvankelijk ook die sfeer uit te gaan adem en en d e rap p o rten over de staatkundige vernieuwing w orden door liberale partijen als de W D en D66 aangegrepen om af te rek en en m et d e m ach tsp o sities van v a k b e w e g in g , w e rk g e v e rs - en w e rk n e m e rs o rg a n is a tie s , o m ro e p e n , onderwijskoepels en andere maatschappelijke organisaties die gezichtsbepalend zijn in de samenleving.

Verkeerde hypothesen

Daarbij lijken d e tegenstanders van het maatschappelijk m iddenveld zich te bedienen van twee verkeerde hypothesen. H et CDA zou zich het prim aat van de politiek te weinig aantrekken, door teveel accent te leggen op het b e re ik en van o v e re e n s te m m in g tu s se n o rg an isaties en d e o v e rh e id of tu ssen organisaties onderling. Een tw eede hypothese w aarvan tegenstanders van de rol van het maatschappelijk m iddenveld uit gaan is het gebrek aan verteg en w o o rd ig in g van de

m aatschappelijke organisaties. Daarbij w ordt gewezen op het teruggelopen ledental. Degenen die besluiten nem en zouden zich niet m eer baseren op legitimatie van de achterban. Gespreide verantw oordelijkheid - en daarm ee w aardering voor maatschappelijke organisaties - is een uitgangspunt, een kernbegrip in het CDA-denken. M ensen hebben verschillende talenten en m ogelijkheden in een samenleving m et een g ro te v e rs c h e id e n h e id a a n verantwoordelijkheden. Daarom is er voor ieder mens en elke organisatie in de sam enleving een specifieke taak weggelegd. Te m enen dat de sam enleving zonder particulier initiatief en organisaties van m ensen kan, is een groot m isverstand. H et leidt onherroepelijk tot een roep tot een grote rol van de overheid in de samenleving. Cruciaal in het CDA-denken is dat de taak van de overheid even essentieel als beperkt is. Die overheidstaak is niet in alle tijden gelijk. Wij verlangen niet terug naar de liberale Nachtwakersstaat. Wie nu naar het milieu kijkt w eet dat een actieve houding van overheid op d it terrein op zijn plaats is. Dat g e ld t e v e n z o v o o r h e t te r r e in v an werkgelegenheid. N iet alles kan zonder m eer aan de m arkt w orden overgelaten. De overheid moet zorgen voor afdoende voorw aarden w aarin het bedrijfsleven zich kan ontwikkelen. M aar tegelijkertijd is duidelijk d at op andere terreinen een herijking van de taak van de overheid plaats m oet vinden.

(18)

. JI M a c h t i n N e d e r l a n d

‘Wat echt telt’

In het CDA-conceptverkiezingsprogram m a "W at echt telt", w ordt voorgesteld om de taak van d e overheid op het terrein van de volkshuisvesting, welzijnswerk en onderwijs te beperken. De afbouw van subsidies in de volkshuisvesting en de studiefinanciering zijn hiervoor concrete uitw erkingen. Inm iddels is het denken over kerntaken gem eengoed geworden. H et CDA heeft onder mijn leiding in de afgelopen jaren niet alleen over het principe gediscussieerd, m aar vooral ook over de inhoudelijke invulling van deze kerntaken. Welke taken moet de overheid op zich nem en, w e lk e la a t ze a a n d e b u r g e r s en m aatschappelijke organisaties over. In de verzorgingsstaat heeft de overheid veel taken van de burger en de organisaties van de burger o v erg en o m en . D at p ro ces m o et n u in om gekeerde richting verlopen. H et huidige kabinetsbeleid op d it terrein verdient ook ondersteuning. De Rijksuitgavenquote daalt, het aantal rijksam btenaren idem, er is een forse im puls gegeven aan de decentralisatie en de discussie over bestuurlijke vernieuw ing is losgetrokken en gelukkig aanzienlijk verruim d. Duidelijk is d at daarnaast de overdracht van taken en verantw oordelijkheden ook naar de m a a ts c h a p p e lijk e o rg a n is a tie s , z o als w erkgevers- en w erk n em erso rg an isaties, onderw ijsorganisaties, organisaties in het welzijnsveld en d e volksgezondheid moet lopen, teneinde de verstatelijking terug te dringen. H et CDA ziet d it tevens als een geneesm iddel voor de overbelaste democratie. W aar in deze ingew ikkelde samenleving veel beslissingen afhangen van de bereidheid van velen deze ook uit te voeren, is niem and m eer echt aanspreekbaar of verantwoordelijk. H et draagvlak in de sam enleving voor ingrijpende overheidsbeslissingen neem t af, terwijl de twijfel toeneemt of d e politiek nog wel in staat is grote maatschappelijke vraagstukken op te lossen. Burger en overheid raken vervreem d van elkaar. H et gehele complex d at overheid heet, w ordt geplaagd door verzakkingen in de fundam enten van het gezag. Burgers zien Den Haag, Brussel of de gem iddelde provinciestad als een randverschijnsel. En voor de burger kent het gemeentehuis veelal blinde deuren

w a a r hij zijn h o o fd te g e n sto o t. S p re e k w o o rd e lijk zijn d e m u re n d ie corresponderen m et verschillende kastjes. Het eindresultaat is d at d e gezaghebbende positie van de overheid aangetast is. H et overdragen van verantw oordelijkheden naar organisaties van de burger m ag niet leiden tot situaties die qua werkwijze nauwelijks onderscheidend zijn van die van de overheid. Dat betekent dat via een aantal instrum enten de burger zeggenschap m oet houden in zijn of haar organisaties; niet door gekunstelde overheidsregelingen, m aar door het scheppen van ruim te in regelgeving om een eigen beleid te kunnen voeren; door de financiële relatie van onderop te laten lopen (dus ook bijdragen van deelnemers): door de instellingen te verp lich ten tot openbare verantw oording e.d..

In de vele CD A-rapporten op het terrein van de verantwoordelijke sam enleving is dit nader toegelicht. H et valt te betreuren d at liberalen in de afgelopen jaren op grond van louter partij­ politieke overwegingen zich niet bij deze g e d a c h te g a n g v a n h e t CD A h e b b e n aangesloten. Ik verwijs bijvoorbeeld n aar het CDA-rapport "de school aan de ouders".

Samen m et andere partijen staat het CDA voor de uitdaging de overheid beter te doen functioneren. Dat betekent: m inder taken met m inder m ensen m aar beter uitvoeren. W ieden in het w oud van allerlei uitvoeringsregelingen. Inkorten van allerlei inspraakprocedures en adviesterm ijnen en het versnellen van de besluitvorm ingsprocedures. H et openbaar bestuur d us doorzichtig m aken voor de burger en h e t p u b lie k e lijk a fle g g e n v an verantw oording door de bestuurder aan belang laten winnen. De Editie Schuurm an en Jordens van de N ederlandse W etgeving is in acht jaar v e rd u b b e ld ! V e rs te rk e n v a n d e handhaafbaarheid van wet- en regelgeving en het dichter bij de burger brengen van het openbaar bestuur door het kiezen van de juiste schaal w aarop een taak uitgevoerd kan worden. D a a rn a a s t g a a t h e t om een a n d e re w e rk v e rd e lin g tu s s e n v o lk s v e r te g e n ­ w oordigers en het openbaar b e stu u r in gemeentelijk, provinciaal en landelijk bestuur. Volksvertegenwoordigers m oeten m eer met

(19)

hu n gezicht naar de sam enleving staan; luisteren naar w at d aar leeft; m eer afwegen van belangen zijn, controleur en aanjager van de bestuurder zijn in plaats van het accent vooral te le g g e n o p h u n g e d e e ld e v e ra n tw o o rd e lijk h e id om d e w e t- en regelgeving te ontwikkelen.

Herstelde verantwoordelijkheid

De C D A -lijn v a n m e e r e ig en verantw oordelijkheid en van herstel van rech ten en p lich ten krijgt steed s m eer weerklank. We zien d at bijvoorbeeld op het terrein van sanering van de overheidssubsidies, op h et terrein van de a an p a k van de werkloosheid en de hernieuw ing van de ABW. N ochtans valt er nog veel te doen. H et CDA wil dat de burger m eer eigen verantwoordelijkheid krijgt en zelf m eer financiële keuzen kan maken en dat de herverdelende rol van de rijksoverheid kleiner w o rd t. O nlangs heeft h et CDA uitgesproken d at in de sociale zekerheid een verdere invulling gegeven m oet w orden aan de versterking van eigen verantwoordelijkheid van w erkgevers en werknem ers. De overdracht van w erknem ersverzekeringen naar de sociale partners is hiervan een voorbeeld. De eerste resultaten van de nieuw e Ziektewet waarbij grotere verantwoordelijkheid w ordt gelegd bij z o w el d e b ra n c h e als d e in d iv id u e le ondernem er zijn bem oedigend. H et blijkt dat als we de anonim isering doorbreken en grotere verantw oordelijkheid leggen bij de direct betrokkenen er ook im pulsen kom en tot k o ste n b e h e e rsin g . D it zo u ook v e rd e r uitgew erkt kunnen w orden bij bijvoorbeeld de WAO. H et overdragen van de Ziektewet aan de sociale partners en het opnem en van een enkele regeling in het Burgerlijk W etboek is een tw eede voorbeeld. De uitkom sten van de enquête naar de sociale zekerheid bieden d a a ro m g o e d e a a n k n o p in g s p u n te n om verantw oordelijkheden w eer te herstellen. Dat betekent herw aardering voor de rol van de sociale partners en het bedrijfsleven. Het CDA is voorstander van het m eer rekening houden met het arbeidsverleden in de sociale zekerheid. In de gezondheidszorg pleiten we voor meer eigen verantwoordelijkheid in een vorm van eigen risico's; in de landbouw zouden mensen

M a c h t i n N e d e r l a n d

op basis van norm stelling door de overheid zelf inhoud kunnen geven aan hu n milieubeleid in plaats van via allerlei bureaucratische regels. We m oeten verm ijden d at w e op het terrein van het milieubeleid over 10 jaar voor dezelfde uitvoeringsproblem en kom en als thans m et de sociale zekerheid.

In het onderwijs pleiten we voor de school aan de ouders, dat wil zeggen een veel grotere eigen verantw oordelijkheid van de school voor de inrichting van het onderwijs in plaats van de circulaires uit Zoetermeer.

O p het terrein van het openbaar bestuur b ep leiten w e een g ro tere financiële en beleidsm atige m edeverantw oordelijkheid van de gem eenten bij d e uitvoering van de Bijstandswet.

Herstel van verantwoordelijkheid, of nog beter gezegd m eer spreiding van verantw oordelijk­ heden in de sam enleving, zal de kom ende jaren een reusachtige opgave zijn. M aar het is de enige mogelijkheid om duidelijk te m aken dat de leefbaarheid en de vitaliteit van een sam enleving alleen gegarandeerd kan w orden als m ensen voor elkaar en in solidariteit verantw oordelijkheid nemen.

Overlegeconomie

N aar mijn stellige overtuiging is de aanval van de VVD op de overlegeconomie een oorlog aan h et v e rk e e rd e fro n t. H et N e d e rla n d s e bedrijfsleven gedijt het beste in een klimaat van sociale rust. De kracht van het N ederlandse stelsel is nu eenm aal d at loonm atiging bereikt w ordt door overleg, in plaats van door een b o tte m a c h ts u ito e fe n in g d o o r een loonm aatregel af te kondigen. Het CDA voelt niets voor een confrontatie-politiek. N ederland w o rd t in te rn a tio n a a l h o o g aan g eslag en vanw ege zijn relatieve arbeidsrust. Dat is een belangrijk concurrentievoordeel. O ok het sociale onderscheidt zich in het algem een niet door grote conflicten of tegenstanden. Eén en ander is te danken aan het feit d at ons sociaal- economisch leven gekenm erkt w ordt door rede en overleg. H et CDA vindt d at de SER als overleg- en adviesforum - m ede gelet op de vorm ing van m aatschappelijke consensus - een belangrijke functie heeft. N atuurlijk zijn aanpassingen altijd noodzakelijk. Zo moet ons

(20)

M a c h t i n N e d e r l a n d

inziens de adviesplicht aan een term ijn gebonden w orden en dient het kabinet gerichter advies te vragen, door u it te gaan van voorgenom en beleidsvoornem ens en kan het aantal them a's w aarover advies gevraagd w ordt, w orden beperkt.

Geen overheidsf ilialen

N atuurlijk is niet alles perfect. Maatschappelijke organisaties m ogen niet afhankelijk zijn van de overheid. Onderw ijsorganisaties m oeten niet m et hu n gezicht naar Zoeterm eer staan, m aar naar de ouders. M aatschappelijke organisaties m ogen geen overheidsfilialen zijn. Zij hebben recht en de verplichting om zelfstandig te zijn, om een eigen profiel te hebben m et een eigen agenda. Iedere organisatie m et inzet, identiteit en draagvlak draagt bij tot versterking van de kw aliteit van de samenleving. In gezin en kerk, ondernem ing en vakorganisatie, school en actiegroep ligt de basis voor een sam enleving w aar de m ensen zich verantw oordelijk voelen v o o r elk aar. B u rg ers, m a atsc h ap p e lijk e verbanden en overheid hebben een eigen rol en inbreng.

W aar wij met het liberalisme verschillen is dat het christen-dem ocratisch persoonsbegrip niet de individuele vrijheid van de mens centraal

stelt, m aar zijn sociale verantw oordelijkheid in het m id d elp u n t plaatst. H et dragen van verantw oordelijkheid, of dat nu in het kabinet is of in een college van burgem eester en w ethouders, m ag dus niet ingegeven zijn vanuit eigenbelang. In een sam enleving m ag het recht van de sterkste toch niet gelden. Evenmin mag de overheid een allesom vattende taak hebben.

Omgaan met macht

Een partij als het CDA die op vele plaatsen - gem eentelijk, p ro v in ciaal en lan d elijk - verantw oordelijkheid draagt voor het bestuur, w ordt soms te gemakkelijk verbonden m et het begrip macht. Als voorzitter van het CDA heb ik de overtuiging dat het CDA sam en m et anderen m acht uitoefent. In het kabinet, het parlem ent, staten, colleges en gem eenteraden, m aar altijd samen m et anderen. Het etiket macht doet dan ook onrecht aan de pluriform iteit van de gezagsuitoefening en d e verschillende niveaus w aarop d at plaatsvindt.

De machtsuitoefening w ordt verder gelimiteerd d o o r ons u itg a n g s p u n t v an g e sp re id e verantwoordelijkheid. De politiek heeft het niet a lle e n v o o r h e t z e g g e n . B u rg e rs en m aatschappelijke organisaties zijn van groot belang. Ik hoop dat ook in de W D en onder de V V D -jo n g eren d e m a a ts c h a p p e lijk e organisaties - of d at nu het CNV is of N atuurm onum enten, het VNO of Am nesty - een beetje m eer w aardering krijgen dan nu het geval is.

drs. W.G. van Velzen is voorzitter van het Christen Democratisch Appèl, het CDA.

x ...

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Dit geval doet zich evenwel evenzeer en in de praktijk, naar ik meen, veelvuldiger voor, indien de moedermaatschappij niet alle, maar alleen de groote

Welke impact had covid-19 op asset allocatie, wat was de beste asset allocatie beslissing en welke kansen en bedreigingen zien de winnende asset managers voor 2022..

het nodig dat de praktijkvoering beter wordt ge'l'n- specteerd. Het niveau van de beroepsuitoefening zou ermee zijn gebaat wanneer de geneeskundige inspecties dit

[r]

Ook kan er voor een combinatie met een andere route gekozen worden, dit noemen we een brede route?. * ondernemen

Deze studie bekijkt het effect van drie kenmerken van productportfolio (breedte, diepte, innova- tiviteit) en twee kenmerken van merkportfolio (portfolio omvang en positionering)

Dit jaar is er één vacante plaats voor het bestuur vrij, indien er meerdere kandidaten zijn zal er Op het souper gestemd worden door de aanwezige leden welke

Schäfer, Das Buch des Lübeckischen Vogts auf Schonen, Hansische Geschichts­.. quellen,