Natuurindicatoren 2012
De nieuwe digitale publicatie rond natuurindi-catoren steekt in 2012 niet alleen in een nieuw kleedje, maar is ook opgebouwd rond een nieuw kader. Er is dit jaar namelijk gekozen om enkel indicatoren op te nemen waarvoor op Vlaams en/of Europees niveau een beleids-doel is geformuleerd (MINA- 4, PACT 2020, Europese Biodiversiteitsstrategie 2020) en die daarom prioritaire natuurindicatoren worden genoemd. Naast de omschrijving van de in-dicator worden, indien relevant, de trend, het doelbereik en de doelverwachting afzonderlijk weergegeven. De beoordeling van de trend gebeurt op basis van een statistische trend-analyse.
Een aantal indicatoren uit de vorige versies zijn weggelaten en er zijn een aantal nieuwe opgenomen. Zo komt er een extra klimaatin-dicator ‘piekmoment van stuifmeelproductie’ aan bod en is ook een aanvullende indicator rond uitheemse diersoorten ontwikkeld. Deze laatste indicator geeft een beeld van de aan-wezigheid van voor de biodiversiteit proble-matische uitheemse soorten in Vlaanderen en het aandeel hiervan dat zich invasief gedraagt in de natuur. Daarnaast zijn ook twee nieuwe indicatoren rond ontsnippering opgenomen. De indicator ‘ontsnippering transportwegen’ geeft de hoeveelheid en kwaliteit van de huidige ontsnippering langs Vlaamse gewest-wegen weer en de indicator ‘ontsnippering planologisch groengebied’ volgt de versnip-pering van de groene bestemmingen volgens het Gewestplan op.
Ook het thema draagvlak en recreatie is uitge-breid met nieuwe indicatoren rond stadsbos-sen, toegankelijkheid van bossen en speelzo-nes in bossen.
Deze prioritaire indicatoren en een meer uitgebreide set zijn op de website Natuurindi-catoren (www.natuurindiNatuurindi-catoren.be ) te raad-plegen. Deze website bevat voor elke indicator een fiche met cijfermateriaal en beknopte achtergrondinformatie.
www.inbo.be
Heidi Demolder, heidi.demolder@inbo.be
Uit INBO-onderzoek blijkt dat het aantal ratten dat resistent tegen
bestrijdings-middelen geboren wordt gedurende de laatste 10 jaar is toegenomen.
Meer en meer ratten zijn drager van een genetische wijziging of mutatie waardoor
ze vanaf de geboorte resistent zijn. Hierdoor sterven ze niet altijd na opname van
een normale dosis vergif.
In Vlaanderen is resistentie voornamelijk gekoppeld aan twee verschillende mutaties.
Vooral in Oost- en West-Vlaanderen steeg het gemiddelde percentage gemuteerde ratten tot net boven de 50 %. Koploper in die provincies is het bekken van de Bovenschelde met 80 % resistente ratten. Zulk genetisch voordeel in combinatie met de voortplantingsdrang van de bruine rat houdt het risico in dat de bestrijding ontoereikend wordt.
In Limburg en Vlaams-Brabant was er een afname van het aantal resistente ratten in het Maasbek-ken en een status quo in het DemerbekMaasbek-ken. Bovendien vonden we in Maaseik een nieuwe, derde, genetische mutatie die aanleiding geeft tot resistentie. Deze mutatie, niet eerder geregistreerd in België, komt vooral voor in Denemarken, Duitsland en recent ook in Nederland. In de provincie Antwerpen komt nagenoeg geen resistentie voor.
Ratten zijn van alle tijden, net als de problemen die ze veroorzaken.
Vroeger werden ratten bestreden met allerlei chemische cocktails. Vandaag de dag gebeurt de bestrijding van de bruine rat met vergif op basis van anticoagulantia. Dergelijke anticoagulantia zijn wegens hun trage werking en het bestaan van een tegengif relatief veilig voor de mens. Ze remmen de bloedstolling waardoor de ratten uiteindelijk sterven.
Meer weten?
INBO rapport: INBO.R.2012.35
Koning rat wordt resistenter
Kristof Baert, kristof.baert@inbo.be