• No results found

‘Nieuwe monopolisering dreigt in communicatiesector’ 2

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "‘Nieuwe monopolisering dreigt in communicatiesector’ 2"

Copied!
12
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

N

IEUWS

-

EN PUBLICATIEBLAD VAN DE

O

NAFHANKELIJKE

P

OST EN

T

ELECOMMUNICATIE

A

UTORITEIT

2

Mei 2003 nr.

De telecommunicatiesector is veel méér dan telefonie alleen. In de traditionele marktsegmenten treedt stagnatie op. Toch groeit de sector als geheel nog steeds, met name dankzij (breedband-)internet en overige datadiensten (incl. SMS). De aandacht van veel aanbieders concentreert zich nu vooral op grote bedrijven. Een tendens naar verdere concentratie wordt zichtbaar. Deze ontwikkelingen onderstrepen de noodzaak van scherp en slagvaardig toe-zicht op het totstandkomen van daadwerkelijke concurren-tie, ook op de kwaliteit van diensten.

De onzekerheid voor marktpartijen wordt versterkt door steeds langer durende procedures voor de rechter. De

doorlooptijd van OPTA-zaken bij de rechtbank Rotterdam is in 2002 met gemiddeld zeven maanden toegenomen naar twintig maanden. De bestuursrechter toetst besluiten van OPTA integraal en heeft daarvoor lange behandeltermijnen nodig. Een effectieve beroepsgang is cruciaal voor een adequaat toezicht, het consumentenbelang, het publiek belang en het investeringsklimaat. OPTA pleit voor het overslaan van de bezwaarfase en een gespecialiseerde beroepsinstelling. 

Visie op telecommunicatie- en postmarkt 2003

OPTA: T

ELECOMMUNICATIEMARKT ONVOLDOENDE TRANSPARANT

3

G

EDRAGSCODE VOOR

SMS-DIENSTEN

4

AMM-

AANWIJZING HUURLIJNEN NOG STEEDS VAN KRACHT

5

M

EER CONCURRENTIE

DSL

DOOR REFERENTIE

-

AANBOD

6

P

ROJECT

M

ARKTANALYSES VAN START

8

B

ESLISSING

OPTA

OPENBAARMAKING OVEREENKOMSTEN

10

R

ECHTERLIJKE UITSPRAKEN IN PROCEDURES

UPC-C

ANAL

+

10

I

MPLEMENTATIE

SMS

VASTE NET GEDOOGD

11

F

INANCIËLE CONCESSIERAPPORTAGE

TPG

OPENBAAR

12

De telecommunicatiesector heeft het ook in 2002 niet gemakkelijk gehad. Waar de algemene economische groei stagneerde, groeide de telecommunicatiesector in zijn geheel nog wel. De meest recente cijfers van het CPB wijzen op een reële omzetgroei van 3,25%, terwijl de reële omzet in de totale ICT-sector in 2002 met 2% daalde. ‘Het gaat beter, maar we zijn er nog lang niet,’ aldus OPTA-voorzitter Jens Arnbak bij de presentatie van de ‘Visie op de markt’ medio mei in Nieuwspoort.

(2)

De onzekerheid voor consumenten wordt in de hand gewerkt door het gebrek aan transparantie in het aanbod van concurrenten, twijfels over de leveringszekerheid en betrouwbaarheid van communicatiediensten. Het is zaak om deze onzekerheden weg te nemen, door geschikte regels in de nieuwe wet en scherp markttoezicht van OPTA.

BREEDBAND

Het Internetverkeer wordt meer en meer via datanetten afgewikkeld in plaats van via het telefoonnet.

Waar breedbanddienstverlening via het telefoonnet van KPN loopt, zet OPTA een breed scala aan instrumenten in om de bijbehorende mededingingsproblemen het hoofd te bieden. Waar breedbanddienstverlening via datanetten loopt, heeft OPTA nu nog niet het instrumentarium om eerlijke concurrentieverhoudingen te handhaven. Op de consumentenmarkt en de markt voor het MKB valt vooral de concentratie van internetdienstenaanbieders (ISP’s) rond slechts enkele aanbieders van netwerktoegang op. Bovendien bieden kabelexploitanten, ondanks eerdere toezeggingen, nog steeds geen toegang aan onafhanke-lijke ISP’s. De grootzakeonafhanke-lijke gebruiker geniet de meeste aandacht van aanbieders van communicatienetten en -diensten. Er moet voor worden gewaakt dat de consument en het MKB worden geconfronteerd met verschraling van het aanbod.

Door beperkte verdere investeringen van de aanbieders van telefonie via Carrier-(pre-)selectie in dienstverlening en in verdere uitrol van eigen netten is wellicht op de korte termijn geen grote verruiming van keuze voor de consument te verwachten.

Dat betekent dat bescherming van de consument, zolang die nog geen keuze heeft, onverminderd op de agenda van OPTA blijft staan. Een ander aandachtspunt is het risico van verschraling van de bestaande dienstverlening, zowel in aanbod als in kwaliteit. Transparantie van dienstverle-ning voor consumenten blijkt voor veel consumenten over-stapdrempels te verlagen. Het huidige instrumentarium van OPTA om actief de transparantie in de markt te vergroten is beperkt. Een 1-op-1 implementatie van de EU-richtlijnen in de nieuwe wetgeving zou dit aanmerke-lijk verbeteren.

INVOERING NIEUWEEU-REGELS

De vorig jaar vastgestelde nieuwe EU-richtlijnen moeten uiterlijk op 25 juli 2003 in nationale wetgeving zijn ingevoerd. Het is maar de vraag of dat lukt.

Nieuwe communicatiemarkten zijn gebaat bij een snelle toepassing van duidelijke regels. Gedoseerd toezicht staat daarbij voorop: stevig als het moet en soepel wanneer het kan. Hiertoe kennen de nieuwe Europese regels de

natio-nale toezichthouder meer bestuursruimte toe. Het is dus cruciaal dat de Nederlandse wet de Europese normen één op één overneemt, zodat de toezicht-houder voldoende ruimte heeft om maatwerk te kunnen bieden. Telecombedrijven willen voor-spelbare harmonisatie en doel-gerichte regels die gelden voor de héle Europese Unie. Zonder deze aansluiting op de interne markt in Europa wordt het Nederlandse investerings- en vestigingsklimaat geschaad. Een ander wetsvoorstel, de zogenoemde Kabelwet, ligt al

lang vóór in de Tweede Kamer. Dit voorstel zal de moge-lijkheid bieden om toegang voor internetaanbieders tot omroepnetten met een machtspositie af te dwingen. Het wetsvoorstel voor de implementatie van de EU-richtlijnen opent de mogelijkheid om toegang tot dominante data-netten te verplichten. Beide wetsvoorstellen moeten even-wel nog behandeld worden in het parlement. Dit illustreert het feit dat op terreinen waar de ontwikkelingen van de markt en technologie aantoonbaar verschuiven, wetgeving en bijgevolg ook adequaat toezicht snel achterblijven. De nieuwe regels zijn hard nodig, terwijl juist nu grote vertraging dreigt.

Een snelle, doch adequate implementatie van de Europese richtlijnen is ook met het oog op de belangen van de consument essentieel.

FUSIEWETNMA EN OPTA

De Nederlandse Mededingingsautoriteit (NMa) en OPTA hebben aangekondigd hun krachten te willen bundelen in één organisatie, liefst zo snel mogelijk. Dit mede gezien de uitgangspunten van de nieuwe Telecommunicatiewet die meer gebaseerd is op de principes van het algemene mededingingsrecht.

OPTA en de NMa zijn samen veel slagvaardiger en effectie-ver in staat om relevante markten af te bakenen en pas-sende middelen in te zetten om, daar waar de wetgever en markt wensen, de concurrentie te bevorderen. Daarvoor is nodig dat op korte termijn een fusiewet naar de Kamer wordt gestuurd, opdat de NMa eveneens de status van Zelf-standig Bestuurs Orgaan (ZBO) verkrijgt. OPTA heeft die sta-tus al. Alleen zo kunnen de NMa en OPTA verder gaan op de weg van de inrichting van een gezamenlijke organisatie.  De complete tekst van de ‘Visie op de markt’ en het jaar-verslag 2002 staan op de website van OPTA: www.opta.nl

(3)

Colofon

Eindredactie:

Toine Asselbergs

Redactie, onder andere:

Jasper van Delft Rob van Eijl Gertrude Langedijk Stefan Wijers

Fotografie:

Kelle Schouten

Illustraties:

Arend van Dam

Grafische productie:

Herbschleb & Slebos

Drukwerk: Teunissen, Amsterdam Redactieadres, abonnementen en adreswijzigingen: Postbus 90420, 2509 LK Den Haag Telefoon (070) 315 35 64 Telefax (070) 315 35 01 E-mail: mail@opta.nl

OPTA Connecties is het nieuwsblad van de Onafhankelijke Post en Tele-communicatie Autoriteit. OPTA wil met deze uitgave onder meer berei-ken dat de organisaties in de markt voor telecommunicatie en post op gelijke voet geïnformeerd zijn over de ingenomen standpunten, gedane uitspraken en nieuwe ontwikkelingen in verband met het werk van OPTA. Reacties op de inhoud van dit blad zijn van harte welkom.

Connecties wordt met grote zorg-vuldigheid samengesteld. Om de leesbaarheid te bevorderen zijn juridische zinsneden vaak vereen-voudigd weergegeven. Soms betreft het ook delen van of uit-treksels uit wetteksten. In al deze gevallen is het verstandig de originele teksten te raad-plegen. Aan de artikelen in Connecties kunnen geen rechten worden ontleend.

Missie OPTA

OPTA stimuleert bestendige con-currentie in de telecommunicatie- en postmarkten. Dat wil zeggen: een duurzame situatie waarin particuliere en zakelijke eind-gebruikers een keuze kunnen maken tussen aanbieders en tussen diensten, zodanig dat het prijs- en kwaliteitsaanbod op de diverse deelmarkten tot-standkomt door effectieve markt-prikkels. Bij onvoldoende keuze beschermt OPTA eindgebruikers.

OPTA beschouwt de telecommunicatie-markt pas in voldoende mate transparant als informatie over het aanbod, prijs, kwaliteit en voorwaarden eenvoudig beschikbaar, duidelijk, volledig én vergelijkbaar is.

ONDERZOEK

OPTA heeft onderzoek laten doen door het onderzoeksbureau ‘Research voor Beleid’ onder consumenten en bedrijven voor de markten vaste telefonie, mobiele telefonie en internet. Het onderzoek is opgezet vanuit twee invalshoeken: ‘Wat is de ervaren transparantie?’ en ‘Wat is de werkelijke mate van transparantie?’ De door de eindgebruiker ervaren trans-parantie is onderzocht door middel van een telefonische enquète. Uit de uitkom-sten blijkt wat eindgebruikers vinden van de informatie over aanbod, prijs, kwali-teit en voorwaarden bij het zoeken naar een alternatieve telecommunicatiedienst. Daarnaast is de werkelijke mate van transparantie onderzocht. Het onder-zoeksbureau heeft hierbij zelf informatie verzameld onder meer via ‘mystery shop-ping’ (zich als klant voordoen in winkels) en via internet.

RESULTATEN

Uit het onderzoek naar de werkelijke mate van transparantie blijkt dat infor-matie die bedrijven en consumenten kun-nen verkrijgen onvoldoende transparant is. Prijsinformatie is weliswaar goed beschikbaar, maar wel slecht vergelijk-baar. Informatie over aanbod,

voorwaar-den en kwaliteit is beperkt of nauwelijks beschikbaar en dan ook nog slecht ver-gelijkbaar. Uit de telefonische enquète blijkt echter dat eindgebruikers die zich oriënteren de informatie veelal wel als transparant ervaren en tevreden zijn over de beschikbare informatie. Uit de telefo-nische enquète blijkt echter ook dat con-sumenten en bedrijven zich heel beperkt oriënteren en als ze zich al oriënteren wordt er veelal niet meer dan naar één aanbieder of alternatief aanbod gekeken. Enkele cijfers hierover uit het rapport zijn:

Consumentenoriëntatie op mobiele telefonie 19%, vaste telefonie 25% en internet 22%;

Bedrijvenoriëntatie op mobiele tele-fonie 16%, vaste teletele-fonie 14% en internet 14%;

indien er oriëntatie plaatsvindt dan oriënteert 61% van de consumenten en 43% van de bedrijven zich op slechts één alternatieve aanbieder. OPTA zal op grond van de resultaten van bovengenoemd onderzoek bepalen welke maatregelen dit jaar, in het licht van haar bevoegdheden, genomen kunnen worden zodat informatie over aanbod, prijs, kwaliteit en voorwaarden meer transparant gemaakt kan worden. Hier-over zal in een latere Connecties worden bericht. Het volledige onderzoeksrapport en de bijbehorende bijlagen zijn te vin-den op de website van OPTA

www.opta.nl. 

Onderzoek wijst uit

OPTA: Telecommunicatiemarkt

onvoldoende transparant

(4)

Partijen zorgen voor een zo spoedig moge-lijke naleving van de verplichtingen uit de gedragscode, doch uiterlijk 3 maanden na inwerkingtreding. De gedragscode leidt tot meer duidelijkheid voor consumenten over de tarieven en voorwaarden voor het gebruik van dergelijke diensten, alsmede een sterke verbetering van de positie van gedupeerde consumenten. Naast de vijf mobiele operators (mobiele service provi-ders) heeft ook de meerderheid van de zogenaamde SMS-dienstenaanbieders de gedragscode onderschreven. De gedrags-code zal na een periode van 6 maanden worden geëvalueerd en dan zal worden bezien of deze aanpassing behoeft. Aanleiding voor de gedragscode waren de vele klachten over SMS-diensten die zich aanvankelijk leken te beperken tot de gebrekkige kenbaarheid van het karakter van SMS-abonnementen. Uit de klachten bleek dat eindgebruikers zich er veelal niet van bewust zijn dat ze zich hadden aange-meld voor een abonnementsvorm, waarbij voor ieder ontvangen bericht kosten in rekening worden gebracht. OPTA, en ook Stichting de Ombudsman en de Consumen-tenbond, constateerden dat de klachten zich uitstrekten tot ongewenste aanmel-dingen, falende afmeldprocedures en een lastige bewijsvoering voor de eindgebrui-ker. De hoeveelheid en aard van de klach-ten die OPTA ontving over SMS-abonne-menten is aanleiding geweest om markt-partijen reeds medio 2002 hierover aan te spreken. Partijen zijn daarbij gewezen op hun verantwoordelijkheid om de tarieven en voorwaarden voor geleverde diensten voldoende kenbaar te maken. Daarna is OPTA in samenwerking met Stichting de Ombudsman en de Consumentenbond over-gegaan tot het organiseren van een aantal rondetafelbijeenkomsten om tot een oplos-sing van deze problematiek te komen.

Deze hebben uiteindelijk geresulteerd in een gedragscode, die de klachtenstroom naar verwachting aanzienlijk zal reduceren. Op grond van de gedragscode zal in het vervolg een minimum aan basisinformatie omtrent de SMS-dienst in reclameuitingen worden vermeld. Deze basisinformatie behelst in ieder geval een omschrijving van de (abonnements-)dienst, de shortcode waaronder de dienst wordt aangeboden, de kosten voor ontvangst van de berich-ten, de frequentie en een verwijzing naar achtergrondinformatie op een website, teletekstpagina of andere communicatie-bron. Bij duurdere abonnementsdiensten (> 70 eurocent per ontvangen bericht) zal de eindgebruiker voor het inwerkingtreden van de dienst per SMS worden geïnfor-meerd over de voorwaarden voor het gebruik van die dienst. Zonder antwoord-bericht waarmee de voorwaarden worden aanvaard, zal de dienst niet in werking tre-den. In aanvulling op deze verbeteringen is er een helpfunctie opgenomen. Hiermee kan de consument gedurende het abonne-ment eenvoudig per SMS de basisinforma-tie opvragen en ontvangen. Door simpel de tekst ‘Help’ te versturen naar de in elk bericht vermelde shortcode ontvangt de eindgebruiker nadere informatie met onder meer de wijze van afmelding. Tot slot

publiceren de aanbieders van mobiele telefonie op de eigen website een over-zicht met alle SMS-diensten die via het betreffende mobiele netwerk worden aan-geboden. De bijbehorende kosten, frequen-tie, naam van de dienst (‘keyword’), naam van de SMS-dienstaanbieder, afmeldproce-dure en nadere contactinformatie worden hierbij weergegeven, en zal tevens bij de helpdesks beschikbaar worden gesteld. In aanvulling op de verbeterde transparan-tie is de positransparan-tie van de eindgebruiker ster-ker geworden, doordat duidelijke afspraken zijn gemaakt over de afhandeling van klachten en het oplossen van geschillen. De omkering van de bewijslast brengt mee dat in geval van een bestreden aanmelding voor een SMS-dienst, de dienstaanbieder aan de hand van een bewaarde registratie de aanmelding aan moet kunnen tonen. Kan hij dit niet, dan wordt de eindgebrui-ker geacht zich niet te hebben aangemeld en worden de onterecht in rekening gebrachte kosten vergoed. Met klachten die herleidbaar zijn tot rekeningen en kos-ten (niet de inhoud of de werking van de SMS-dienst), kan de eindgebruiker naar eigen voorkeur terecht bij zijn aanbieder van mobiele telefonie, dan wel de aanbie-der van de SMS-dienst. In het geval dit niet leidt tot een oplossing voor de klacht, voorziet de gedragscode in de mogelijkheid het geschil aan een onafhankelijke instan-tie, namelijk de Geschillencommissie Tele-communicatie, voor te leggen. 

Marktpartijen, consumentenorganisaties en OPTA zijn op 1 mei een gedragscode overeengekomen voor het aanbieden van SMS-diensten, die per 1 mei direct in werking is getreden.

Gedragscode voor SMS-diensten

De kosten van het verleggen van kabels van Casema en KPN noodzakelijk voor het bouwrijp maken van een stuk grond in de gemeente Breda zijn gedeeltelijk voor rekening van de gemeente en komen voor het andere deel voor reke-ning van de twee aanbieders. Dit blijkt uit de uitspraak die OPTA heeft gedaan in twee geschillen over de gedoogplicht

van de gemeente Breda tegen Casema en tegen KPN.

Breda moest het terrein van een voor-malig politiebureau bouwrijp maken met het oog op verkoop aan een pro-jectontwikkelaar. Volgens de gemeente moesten Casema en KPN opdraaien voor de kosten van het verleggen van kabels voor het bouwrijp maken. De twee

(5)

gedoogplicht verleggen kabels

bieders dachten daar anders over. Volgens OPTA vallen activiteiten die te maken hebben met bouwrijp maken niet onder het begrip ‘werken’ dat in de Tele-communicatiewet wordt gehanteerd. Onder dit begrip valt wel het verleggen van kabels als gevolg van het verwijderen van riolering in het terrein. Dit betekent dat de beide aanbieders deze verleggingskosten

wel voor hun rekening moeten nemen en dat alle andere kosten uit de gemeentelijke kas moeten worden betaald.

Overigens zijn de kabels van KPN en Casema al verlegd. De gemeente heeft met beide partijen de afspraak gemaakt dat zij de kabels zouden verleggen en dat Breda over de verdeling van de kosten een

geschil zou voorleggen aan OPTA. Een voorlopige oplossing waarvan OPTA een voorstander is.

Daarnaast had volgens OPTA dit geschil voorkomen kunnen worden als de gemeen-te de twee aanbieders bijtijds had geïnfor-meerd over haar plannen. 

Naar aanleiding van een in 2001 uitgevoerde marktanalyse, werd KPN op 27 maart 2002 opnieuw door OPTA aangewe-zen als aanbieder met AMM op zeven relevante huurlijnen-markten. Dit zijn de volgende markten: (1) analoog-natio-naal, (2) analoog-internatioanaloog-natio-naal, (3) <2Mb-natioanaloog-natio-naal, (4) <2Mb-internationaal, (5) 2Mb-nationaal, (6) 2Mb-inter-nationaal, (7) en Permanent Virtual Circuits ofwel PVC-nationaal. ‘Mb’ staat voor Megabits per seconde, een maat voor de capaciteit van huurlijnen.

KPN diende een bezwaar in tegen deze aanwijzing. De meeste bezwaren spitsten zich toe op de markt van 2Mb-internationaal en PVC-nationaal. Zo vond KPN dat OPTA op de markt voor 2Mb-internationaal verschillende landenrou-tes als relevante geografische markten had moeten onder-scheiden. Voor wat betreft PVC’s is KPN van mening dat bepaalde PVC’s geen huurlijnen zijn en dat het onderzoek op deze markt onzorgvuldig was uitgevoerd. In de beslis-sing op bezwaar verklaarde OPTA bezwaren van KPN onge-grond, met uitzondering van het onderdeel ten aanzien

van de geografische afbakening van de markt voor 2Mb-internationaal. Op dat onderdeel werd het bezwaar aange-houden hangende een marktonderzoek dat thans op die markt wordt uitgevoerd.

KPN vroeg tegen de beslissing op bezwaar van OPTA een voorlopige voorziening aan. Deze werd door de rechtbank Rotterdam toegekend op procedurele gronden omdat de beslissing op bezwaar als dictum –dus zonder motivering– was bekendgemaakt: de beslissing op bezwaar werd geschorst. Daarmee was echter het primaire besluit van 27 maart 2002 nog steeds rechtsgeldig. KPN vroeg der-halve opnieuw een voorlopige voorziening met het verzoek ook het primaire besluit te schorsen. Deze voorlopige voorziening werd op 13 februari 2003 toegekend: de rechtbank schorste nu ook het primaire besluit op dezelfde procedurele gronden.

OPTA heeft toen een nieuw besluit genomen waarin de motivering was opgenomen en de aanwijzing van KPN op de markt voor 2MB-internationaal werd ingetrokken. Dit laatste totdat het college naar aanleiding van het lopende marktonderzoek met betrekking tot de markt voor 2MB-internationaal een nieuw besluit zal nemen. Voorts heeft OPTA bij de rechtbank een verzoek ingediend tot intrek-king van de schorsingen. Dit verzoek is toegewezen door de voorzieningenrechter. Dit houdt in dat de uitgesproken schorsing van de beslissing op bezwaar en van het primai-re besluit is opgeheven. KPN is derhalve weer gewoon aangewezen als zijnde een aanbieder met aanmerkelijke marktmacht met betrekking tot huurlijnen. De rechter maakt hierop echter wel een uitzondering door de schor-sing te handhaven voor wat betreft de PVC’s die de X-25-en FrameRelay-protocollX-25-en gebruikX-25-en. 

De rechtbank Rotterdam had het OPTA-besluit geschorst waarin KPN op 27 maart 2002 opnieuw werd aangewezen als aanbieder met aanmerkelijke marktmacht (AMM) op de markt voor huurlijnen. De schorsing vond plaats naar aanleiding van een door KPN aange-vraagde voorlopige voorziening. OPTA heeft bij de rechtbank een verzoek ingediend tot intrekking van de schorsing. De voorzienin-genrechter heeft het verzoek van OPTA toegewezen, waarmee KPN weer is aangewezen als aanbieder met aanmerkelijke marktmacht met betrekking tot huurlijnen.

(6)

kDaarbij zijn onder meer betrokken KPN Carrier Services als aanbieder van de ont-bundelde aansluitlijnen en afnemers die deze lijnen willen gebruiken om hun dien-sten mee in de markt te zetten.Wat de referentie-aanbieding betreft is de stand van zaken momenteel als volgt:

 MDF Informatie Producten (met deze producten kunnen de afnemers, die de ontbundelde aansluitlijnen voor hun diensten willen gebruiken, informatie over specifieke aansluitlijnen krijgen). KPN heeft een uitbreiding van het aan-bod van deze producten aan marktpartij-en ter beschikking gesteld. OPTA zal in mei 2003 de beoordeling van die uitbrei-ding afronden.

 Lijntesten KPN heeft bezwaar aangete-kend tegen het besluit over lijntesten dat OPTA medio december vorig jaar heeft genomen. Dit bezwaar is thans bij OPTA in behandeling.

 Service Niveau Overeenkomst Service

& Instandhouding (hierin wordt tussen

de partijen afgesproken hoe wordt opge-treden bij verstoringen van de dienstver-lening). Naar aanleiding van het op 20 december 2002 door de marktpartijen aangeleverde ‘redelijk verzoek’ heeft OPTA met KPN overleg gevoerd. Het ver-nieuwde aanbod van KPN is op 7 febru-ari 2003 door KPN aan de marktpartijen voorgelegd en dit aanbod is op 19 febru-ari 2003 tijdens een plenaire sessie onder leiding van OPTA besproken. Naar aanleiding van deze sessie zijn vervolg-acties opgestart die in de loop van mei 2003 tot een afronding van dit onder-werp hebben geleid.

 Spectraalmanagement (een methode om

een optimaal gebruik te kunnen maken van breedbandverbindingen op een kabel zonder dat daarbij storing optreedt). Op 19 december 2002 heeft OPTA een last onder dwangsom opgelegd inzake het in rekening brengen van een toeslag voor spectraalmanagement. Hiertegen is door KPN bezwaar ingediend. Dit bezwaar is thans bij OPTA in behandeling.  New Line Services (dit is een dienst

waarbij een nieuwe aansluitlijn wordt aangelegd ten behoeve van een ontbun-deling). Op 25 juni 2002 is door OPTA een oordeel geveld inzake de levering van nieuwe aansluitlijnen. Daarnaast heeft OPTA op 27 juni 2002 de tarieven beoor-deeld. KPN heeft na deze beoordeling de dienst op een aantal punten gewijzigd. Het tarief zal beoordeeld worden in het kader van de jaarlijkse tariefbeoordeling.  Subloop-ontbundeling In het kader van

de volledige implementatie van de Euro-pese Verordening inzake ontbundeling van het aansluitnet moet in Nederland ook een aanbod voor subloop-ontbunde-ling beschikbaar zijn. KPN heeft in juni 2002 weliswaar een voorlopig aanbod gepubliceerd, maar de Europese Commis-sie is van mening dat de Verordening op dit punt onvoldoende is uitgevoerd. Het college heeft hierover aan de commissie vragen gesteld en heeft vooralsnog besloten, na consultatie van marktpartij-en, om het aanbod van KPN niet officieel te beoordelen.

 Conversies In het oordeel van OPTA over het referentieaanbod voor de ontbundel-de toegang tot het aansluitnet en bijbe-horende faciliteiten is aangegeven dat KPN een procedure voor de conversie van een bestaande volledig ontbundelde dan wel gedeelde aansluitlijn naar een ande-re dienst alsmede een proceduande-re voor de conversie van een gedeelde aansluitlijn naar een volledig ontbundelde aansluit-lijn en vice versa dient op te nemen. OPTA zal in juni 2003 formeel beoorde-len of het aanbod van KPN op dit punt voldoet en zo niet, welke acties KPN dan moet ondernemen. 

In het kader van de openstelling van het aansluitnet van KPN voor andere aanbieders van DSL-diensten wordt gewerkt aan een referentie-aanbieding, die tot doel heeft de concurrentie op de DSL-markt te stimuleren. Hiervoor wordt door OPTA met diverse partijen overleg gevoerd over de invulling van de bestaan-de internationale en nationale richtlijnen met betrekking tot het beschikbaar stellen van ontbundelde aansluitlijnen.

(7)

Mede op basis van de reacties van marktpartijen is OPTA tot de conclusie gekomen dat de invoering van een meer-jarig systeem thans niet wenselijk is. Het is namelijk onzeker dat het MWTS inderdaad tot de meerjarige tarief-zekerheid zal leiden. Het risico bestaat dat OPTA – als gevolg van de aanstaande inwerkingtreding van de nieuwe Europese regels en de onstuimige groei van het internet-verkeer en de migratie naar mobiele telefonie – tussen-tijds in het MWTS moet ingrijpen.

Het gevolg is dat de bestaande richtsnoeren ‘tariefregule-ring interconnectie en bijzondere toegangsdiensten’ van 13 april 2001 vooralsnog blijven gelden. Voor de per 1 juli gelden wholesale-tarieven betekent dit dat voor de door KPN aangeboden bijzondere toegangsdiensten uitvoering wordt gegeven aan de beoordeling door OPTA van de door KPN op 29 april aangeboden EDC-VI rapportage, en voor de door KPN aangeboden terminating-diensten aan het

BULRIC-III proces. Beide trajecten zijn door OPTA reeds in gang gezet, en moeten leiden tot een eind juni te publi-ceren besluit.

Overigens behoort de introductie van een meerjarig sys-teem in de toekomst zeker nog tot de mogelijkheden. De aanvangsdatum van de volgende reguleringsperiode, 1 juli 2004, vormt daarvoor het eerstvolgende moment. Bepa-lend zal zijn of tijdig voldoende duidelijkheid bestaat over de binnen het nieuwe ONP-kader uit te voeren marktanaly-ses en de daaruit voor bepaalde partijen voortvloeiende proportionele verplichtingen. Van belang is ook of reeds dan de meerjarige volumeontwikkelingen voldoende ken-baar mogen worden geacht, terwijl de introductie van een meerjarig systeem zal moeten aansluiten bij de wenselijke harmonisatie met de andere Europese toezichthoudende instanties. Marktpartijen zullen over de bevindingen van het college worden geïnformeerd. 

Op 24 april heeft OPTA aan marktpartijen bekend gemaakt dat zij het voornemen tot invoering van een meerjarig wholesale tariefsysteem heeft ingetrokken. Het meerjarig wholesale tarief systeem (MWTS) dat per 1 juli aanstaande in werking had moeten treden, moest leiden tot de door KPN ‘vast’ gedurende de periode 1 juli 2003 tot 1 juli 2006 te hanteren kostengeoriënteerde interconnectie tarieven. De voorgenomen invulling van dit systeem heeft OPTA in december 2002 aan de markt voorgelegd.

Geen meerjarig wholesale tariefsysteem dit jaar

OPTA is tot deze conclusie gekomen naar aanleiding van een handhavingsverzoek van KPN tegen de gemeente Haarlem. KPN had van deze gemeente toestem-ming gekregen om kabels te leggen, maar Haarlem wilde zelf op kosten van KPN de herbestrating verzorgen. KPN vond dat Haarlem hiermee de Telecom-municatiewet waarin de gedoogplicht is geregeld, overtrad. Herbestrating valt volgens het telecombedrijf ook onder de gedoogplicht.

OPTA dook na ontvangst van het verzoek in de wetsgeschiedenis en kwam tot de slotsom dat herbestrating een onderdeel is van de gedoogplicht. Gemeenten heb-ben weliswaar een coördinerende taak bij de aanleg van kabels in openbare grond, maar die staat uitdrukkelijk los van de gedoogplicht. OPTA concludeerde dan ook dat de gemeente Haarlem mogelijk in strijd met de Telecommunicatiewet heeft gehandeld door herbestrating in eigen beheer op kosten van KPN te verlangen.

De gemeente Haarlem deelt de visie van het college niet en heeft bezwaar gemaakt tegen het besluit van het colle-ge. De gemeente Haarlem vindt dat het college niet bevoegd is.

OPTA vindt dat zij bevoegd is handhavingsverzoeken te behandelen over de gedoogplicht bij de aanleg, het onderhoud en het verwijderen van kabels waarbij het over gemeentelijke grond gaat.

(8)

In de aanbeveling worden de relevante markten geïdentifi-ceerd die volgens de Europese Commissie voor regulering op basis van het nieuwe Europese reguleringskader in aan-merking komen. De Europese Commissie identificeert deze markten aan de hand van een drietal criteria. Deze criteria zijn: het aanwezig zijn van hoge en structurele toetredings-barrières, de afwezigheid van een autonome ontwikkeling naar effectieve concurrentie op de markt en de effectivi-teit van ingrijpen op grond van ex-ante regulering ten opzichte van de effectiviteit van algemene

mededingings-regels. Aan de hand van deze criteria identificeert de Europese Commissie 18 relevante markten (zie kader) die voor ex ante regelgeving in aanmerking komen.

ONDERZOEK RELEVANTE MARKTEN

Nu de Europese Commissie de aanbeveling heeft vastgesteld is het aan de nationale regelgevende instanties (NRI’s) om de geïdentificeerde relevante markten te onderzoeken. De NRI’s hebben op grond van de Europese regelgeving de verplichting om te onderzoeken of de door de Europese Commissie aanbevolen marktafbakening ook passend is voor de nationale situatie, of er op de relevante markten

sprake is van partijen met aanmerkelijke marktmacht en, als dat het geval is, te bepalen welke passende verplich-tingen aan partijen met aanmerkelijke marktmacht worden opgelegd. Deze analyses dienen zo spoedig mogelijk na de vaststelling van de aanbeveling te worden uitgevoerd. Nieuw is dat de afbakening van de relevante markten en de vaststelling van aanmerkelijke marktmacht moet wor-den uitgevoerd volgens de principes van het algemene mededingingsrecht. De marktanalyses zullen een prospec-tief karakter hebben, dat wil zeggen dat sterk rekening zal worden gehouden met de toekomstige ontwikkelingen in de markt. De Europese Commissie heeft richtsnoeren gepu-bliceerd waarin deze principes uiteen worden gezet ten behoeve van marktpartijen en NRI’s.

EUROPESE HARMONISERING

Eén van de doelen van de aanbeveling is de geharmoni-seerde toepassing van het nieuwe Europese regelgevings-kader binnen de Europese Unie. Dit betekent echter niet dat het niet mogelijk is om af te wijken van de aanbeve-ling. Indien uit onderzoek blijkt dat de relevante markt op nationaal niveau anders afgebakend dient te worden kan een NRI afwijken van de aanbeveling. In dat geval moet de marktanalyses inclusief de voorgenomen maatregelen wel aan de Europese Commissie ter toetsing worden voor-gelegd. De Europese Commissie kan in bepaalde gevallen een NRI vragen om de voorgenomen maatregel in te trek-ken of aan te passen.

OPTA BEGONNEN

De opdracht om de in de aanbeveling geïdentificeerde relevante markten zo spoedig mogelijk na vaststelling van de aanbeveling te analyseren betekent veel werk voor zowel OPTA als voor marktpartijen. Al de in de aanbeve-ling genoemde relevante markten moeten immers onder-zocht worden door OPTA en de medewerking van marktpar-tijen bij dat onderzoek is onontbeerlijk. Om na inwerking-treding van de nationale wetgeving waarmee de Europese richtlijnen worden geïmplementeerd (de gewijzigde Tele-communicatiewet) een snelle implementatie van deze nieuwe wet te realiseren heeft OPTA besloten om de markt-analysewerkzaamheden in het jaar 2003 uit te voeren. Hierna wordt uiteengezet op welke wijze OPTA van plan is die werkzaamheden te gaan uitvoeren.

In februari 2003 is binnen OPTA de projectgroep Marktana-lyses van start gegaan. Dit project bestaat uit een aantal deelprojecten. De belangrijkste deelprojecten vormen de analysetrajecten van de verschillende relevante markten. De verschillende relevante markten zijn ingedeeld in een zestal clusters van markten. Deze clustering is gebaseerd op de

Project Marktanalyses van start

(9)

horizontale en verticale relaties tussen de markten. Met de indeling in clusters wordt tevens beoogd de werkzaamheden en de daaruit voortvloeiende belasting van marktpartijen te spreiden in de tijd. In het kader wordt de start van de analyses van de verschillende clusters aangegeven. Op hoofdlijnen bestaat een marktanalysetraject uit drie fasen: de afbakening van de relevante product- en geogra-fische markt, de vaststelling of er partijen zijn met aan-merkelijke marktmacht op de relevante markt en, indien

dat het geval is, de bepaling van passende en proportio-nele verplichtingen voor de partijen. Bij de eerste twee stappen zal OPTA gebruik maken van de richtsnoeren van de Europese Commissie. OPTA zal bij de afbakening van de relevante markten de markten uit de aanbeveling als start-punt van de analyse hanteren. Dat neemt niet weg dat afwijkingen van de aanbeveling mogelijk zijn. Als uit het onderzoek volgens de principes van de richtsnoeren blijkt dat afwijkende conclusies getrokken moeten worden kan dat, maar zal OPTA deze conclusies goed onderbouwd aan de Europese Commissie moeten voorleggen.

BIJDRAGE MARKTPARTIJEN

Voor het uitvoeren van de marktanalyses zal OPTA gebruik maken van bestaande onderzoeksrapporten, vragenlijsten aan vragers en aanbieders op de markten, extern onder-zoek en indien nodig consumentenonderonder-zoeken. Met name de informatie van vragers en aanbieders zijn van groot belang om te komen tot goed onderbouwde analyses. Aan-gezien de analyses de basis vormen voor de besluiten tot aanwijzing van partijen met aanmerkelijke marktmacht is het in het belang van alle betrokken partijen om deze informatie te verstrekken. De vragenlijsten aan vragers en aanbieders zullen in de tweede maand van de analysetra-jecten worden uitgestuurd (zie planning in kader op pagi-na 8). Bij de beantwoording van de vragen zullen markt-partijen tevens in de gelegenheid worden gesteld hun visie op de relevante markten kenbaar te maken. Daar-naast zullen de ontwerpbesluiten tot aanwijzing van par-tijen met aanmerkelijke marktmacht ter consultatie aan belanghebbenden worden voorgelegd. Deze officiële con-sultaties zullen starten op het moment dat de gewijzigde Telecommunicatiewet in werking treedt. Het Wetsvoorstel ligt momenteel ter behandeling voor bij de Tweede Kamer (Kamerstukken II 2002-2003, 28 851, nrs. 1 en 3)   Cluster Vaste telefonie (augustus 2003 – december 2003)

Aansluitingen voor eindgebruikers op het vaste net (markten 1+2)

Diensten aan eindgebruikers op het vaste net (markten 3 t/m 6)

Gespreksopbouw in het vaste net (markt 8)

Gespreksafgifte op individuele vaste netten (markt 9)

Gespreksdoorgiftediensten in het vaste net (markt 10)  Cluster Huurlijnen (september 2003 – januari 2004)

Afgevende segmenten van huurlijnen (markt 13)

Bundelsegmenten van huurlijnen (markt 14)

De minimum verzameling van huurlijnen aan eindgebruikers (markt 7)  Cluster Mobiele telefonie (maart 2003 – augustus 2003)

Gespreksafgifte (spraak) op individuele mobiele netten (markt 16)

Gespreksopbouw op en toegang tot mobiele netwerken (markt 15)  Cluster Breedband (maart 2003 – augustus 2003)

Ontbundelde toegang op wholesale niveau (inclusief gedeelde toegang) tot metalen netten en subnetten ten behoeve van de levering van breed-band- en spraakdiensten (markt 11)

Wholesale breedbandtoegang (zoals bitstreamtoegang) (markt 12)  Cluster Omroep (april 2003 – september 2003)

Distributiediensten voor het afleveren van omroepsignalen aan eindgebruikers (markt 18)

 Cluster Internationale mobiele roaming (afhankelijk van afstemming binnen IRG/ERG)

De nationale wholesalemarkt voor internationale roaming (markt 17)

OPTA heeft KPN Telecom BV een boete van

€ 375.000,- opgelegd. Aanleiding voor de

boete is een door OPTA geconstateerde overtreding van regels in de Telecommuni-catiewet en de Europese Verordening over de ontbundelde toegang tot het aansluit-netwerk.

Bij ontbundelde toegang dient KPN haar concurrenten voorzieningen aan te bieden waardoor deze in staat zijn hun eigen digi-tale breedbandige diensten aan consumen-ten en bedrijven aan te bieden. Deze dien-sten, waarbij KPN’s aansluitlijn van het

huis tot de wijkcentrale geheel of gedeel-telijk geëxploiteerd wordt door een concur-rent, kunnen concurreren met de diensten van KPN.

De overtreding betreft het bevoordelen van KPN’s eigen Business Unit ‘Internet Protocol Services’, de aanbieder van ADSL-diensten van KPN, ten opzichte van de concurrenten. Het gaat hierbij om het ter beschikking stellen van wekelijkse informa-tie en de toegang tot informainforma-tiesystemen. Hierdoor is het voor KPN’s eigen Business Unit mogelijk om eenvoudiger en sneller

orders te controleren en daarmee het risico van afwijzing te minimaliseren. KPN han-delt volgens OPTA in strijd met de non-dis-criminatieverplichting. Zij levert concurren-ten namelijk geen faciliteiconcurren-ten die gelijk-waardig zijn aan de faciliteiten die zij aan haar eigen onderdeel levert, volgens dezelfde voorwaarden en binnen dezelfde termijnen. De boete heeft betrekking op de periode 23 juni 2000 tot 1 december 2002. 

De openbare versie van het boetebesluit is te vinden op www.opta.nl

(10)

Op grond van de huidige wet dienen aanbieders een afschrift van een overeenkomst bij OPTA te deponeren en kan OPTA aan belanghebbenden een overeenkomst ter inzage leggen, met uitzondering van bedrijfsvertrouwelijke gegevens. Uit de concept-wetteksten van de nieuwe Tele-communicatiewet blijkt dat de algemene deponeringsplicht

voor aanbieders vervalt. Op dit moment bestaat er nog geen duidelijkheid over welke bevoegdheden aan OPTA toe zullen komen ten aanzien van een specifieke deponerings-plicht die aan een partij met aanmerkelijke marktmacht zou kunnen worden opgelegd in de nieuwe Telecommuni-catiewet. OPTA kan zich voorstellen dat deze verplichting in specifieke situaties passend kan zijn als oplossing voor concurrentieproblemen.

OPTA heeft navraag gedaan bij marktpartijen en geconsta-teerd dat er op dit moment geen concrete belangen bij aan-bieders zijn voor inzage in overeenkomsten. In het licht hiervan en de op komst zijnde nieuwe Telecommunicatiewet heeft OPTA besloten om niet verder te gaan met de vaststel-ling van openbare versies van overeenkomsten en het ter inzage leggen van overeenkomsten aan belanghebbenden. 

In oktober 2002 heeft OPTA de gewijzigde ‘Beleidsregels inzake depot en openbaarmaking van overeenkomsten inzake interconnec-tie, bijzondere toegang en ontbundelde toegang tot het aansluit-netwerk’ gepubliceerd. OPTA heeft van verschillende aanbieders een reactie gekregen op deze beleidsregels, met name ten aanzien van de deponeringsplicht in het licht van het nieuwe ONP-kader en andere wijzigingen in de beleidsregels.

Beslissing OPTA openbaarmaking overeenkomsten

Deze besluiten waren genomen in het kader van een door Canal+ aanhangig gemaakt geschil met UPC over de doorgifte van twee programma’s van Canal+

in de regio Amsterdam.De rechtbank heeft daarbij een tweetal besluiten van OPTA vernietigd. Het gaat daarbij om een besluit van 31 juli 2000 over een door UPC (voor-lopig) aan Canal+ in rekening te brengen tarief voor doorgifte. Dit tarief was gesteld op de helft van het tot dan toe door UPC van Canal+ verlangde tarief. Tevens vernie-tigde de Rechtbank een besluit van 20 maart 2002, waarbij de door Canal+ te betalen doorgiftevergoeding per ultimo 1998 werd bepaald op (toen) ƒ 1.469.000,-per kanaal. In dat besluit werd daarnaast aan UPC de opdracht verstrekt om binnen twee maanden een transparante, objectieve en non-discriminatoire kortingsregeling op te stellen en te publiceren.

De rechtbank heeft het besluit van 31 juli 2000 vernietigd omdat, naar de mening

van de rechtbank, het voorlopige tarief in feite is vastgesteld op basis van een sanc-tie. OPTA zou daarmee de haar op basis van artikel 8.7 van de Telecommunicatie-wet toegekende bevoegdheid te buiten zijn gegaan. De rechtbank heeft het besluit van 20 maart 2002 vernietigd omdat voor het opleggen van een verplichting tot het han-teren van een kostengeoriënteerd tarief, wederom naar de mening van de recht-bank, geen grondslag bij of krachtens de wet voorhanden is. De rechtbank merkt

daarbij tevens op dat voor zover in de uit 1999 stammende ‘Richtsnoeren met betrek-king tot geschillen over toegang tot omroepnetwerken’ het beginsel van kosten-oriëntatie tot uitgangspunt wordt geno-men, die ook in strijd zijn met de Telecom-municatiewet. Verder wordt het besluit ook nog als onzorgvuldig voorbereid en onvol-doende gemotiveerd geclassificeerd, en komt het volgens de rechtbank ook op die gronden in aanmerking voor vernietiging. Op een aantal andere punten werden de beroepen van Canal+ en UPC ongegrond verklaard.

Verder heeft de rechtbank in Rotterdam uitspraak gedaan in een verzoek om een voorlopige voorziening van UPC tegen een besluit van OPTA van 31 oktober 2002. Daarin had OPTA, in het kader van een overgang van Canal+ Nederland B.V naar Canal+ N.V., geoordeeld dat UPC de pro-gramma’s van Canal+ N.V. op dezelfde manier moest doorgeven als de program-ma’s van Canal+ Nederland B.V. Daarnaast werden in dat besluit (voorlopige) door-giftetarieven vastgesteld. De rechtbank heeft dit verzoek van UPC afgewezen. 

OPTA heeft hoger beroep aangetekend tegen de uitspraak die de rechtbank Rotterdam heeft gedaan in het kader van een beroepsprocedure in een zestal beroepen van UPC en Canal+ tegen een viertal beslissingen op bezwaar van OPTA.

(11)

0909

0906

0900

090X

0800

IMSI-nummers zijn nummers die binnen een netwerk gebruikt worden voor onder meer de identificatie van SIM-kaarten in mobiele telefoons. Consumenten hebben geen weet van het bestaan van deze nummers. Vol-gens het officiële nummerplan mogen IMSI-nummers alleen gebruikt worden voor diensten die bestemd zijn voor een zich verplaatsende abonnee. KPN heeft echter aangegeven dat

deze nieuwe SMS-dienst alleen gerealiseerd kan worden door intern in het vaste netwerk deze nummers te gebruiken. OPTA onderzoekt momenteel samen met het ministerie van Economische Zaken hoe SMS over het vaste net in andere Europese landen is geïmplemen-teerd en hoe men daar denkt over het toestaan van het gebruik van deze nummers voor deze dienst. 

OPTA gedoogt tot 30 juni van dit jaar dat KPN voor de dienst SMS op het vaste telefoonnet zogeheten IMSI-nummers gebruikt. Na die datum zal opnieuw worden bekeken of de gedoogperiode wordt verlengd of dat het gebruik van deze nummers voor deze dienst wordt verboden.

Slechts 6% van de consumenten weet dat nummers die beginnen met 0900 voor ‘serieuze’ informatie bestemd zijn, nummers die beginnen met 0909 voor amusement en nummers die beginnen met 0906 voor babbelboxen en erotiek. Twee van de drie consumenten weten niet dat 0800-nummers gratis voor de beller zijn.

Verder wordt er in de praktijk veel fraude en ander mis-bruik gepleegd met nummers die met 0900, 0906 of 0909 (ook wel gezamenlijk aangeduid met 090X) beginnen.

OPTA moet ingeval van mogelijk te verwachten fraude een nummer-aanvraag kunnen weigeren. Dat is één van de aanbevelingen uit een recent onderzoeksrapport over informatienummers. Dat zijn num-mers die beginnen met 0800, 0900, 0906 of 0909. Verder moet de bekendheid bij het grote publiek toenemen dat 0800 nummers gratis zijn en dat er drie soorten betaalde informatienummers zijn.

Misbruik van informatienummers moeilijker

Implementatie SMS op vaste net gedoogd

OPTA moet de mogelijkheid krijgen om bij een aanvraag van een 090X-nummer na te gaan of er op grond van eerder soortgelijk gedrag kans is op fraude en zonodig de aanvraag af te wijzen.

Er moet een manier komen om de rekening voor het bellen naar 090X-nummers te splitsen in het ‘transport’-deel en het deel waarmee voor de inhoud wordt betaald. Als bij-voorbeeld KPN of T-mobile een rekening stuurt naar een abonnee die naar een weerbericht heeft gebeld, zou daar-bij moeten worden gespecificeerd wat het bellen zelf kost en wat de beller heeft betaald aan het weerbureau. Dit zijn drie conclusies of aanbevelingen uit een rapport dat in opdracht van het ministerie van EZ is opgesteld door Devoteam Columbi. 

Het volledige rapport is te vinden via

(12)

OPTA is tot de conclusie gekomen dat de afzonderlijke financiële overzichten, die horen bij de concessierapportage over 2001 van TPG, openbaar moeten zijn. TPG beroept zich volgens OPTA ten onrechte op bedrijfsvertrouwelijkheid van deze gege-vens. Volgens OPTA zijn de financiële resul-taten uit het postmonopolie en de overige opgedragen dienstverlening openbaar, ten-zij openbaarmaking van deze gegevens de resultaten van afzonderlijke zakelijke acti-viteiten blootlegt. Volgens OPTA is hier geen sprake van, en komt TPG nu zijn wet-telijke plicht tot publieke verantwoording niet na. Inmiddels heeft TPG begin april ingestemd met de beslissing van OPTA. OPTA oordeelde in november dat de con-cessierapportage over 2001, die TPG heeft

ingediend, op een aantal punten niet vol-ledig is en heeft het postbedrijf alsnog in de gelegenheid gesteld om de aanvullende gegevens aan te leveren. De vertrouwelijk-heid van de financiële rapportage was een van de tekortkomingen die OPTA toen heeft geconstateerd. Voor een volledig overzicht van de beoordeling door OPTA

kunt u terecht op onze website

www.opta.nl. Op deze website is ook de nadere toelichting beschikbaar zoals TPG Post die inmiddels heeft gegeven inzake de overzichten die tekortkomingen hadden (naast de financiële paragraaf bijvoorbeeld ook aantallen postbussen en dienstverle-ningspunten). 

Dit blijkt uit het besluit dat OPTA heeft genomen in het geschil hierover tussen Worldcom en KPN. Worldcom wil andere aanbieders graag aanvullende diensten leveren,

maar moet daarvoor een kabel trekken door de centrale van KPN waar Worldcom een zogeheten collocatieruimte huurt. Een dergelijke ruimte gebruiken andere aanbie-ders bijvoorbeeld om klanten van KPN op hun snelle internetdienst aan te sluiten. Volgens Worldcom belem-mert KPN het trekken van de gevraagde kabel door daar te veel geld voor te vragen en ook niet toe te staan dat Worldcom zelf deze kabel aanlegt.

OPTA heeft bepaald dat het tarief voor de kabel voorlopig op maximaal € 219,90 per maand ligt. Dit tarief sluit aan bij een al eerder vastgesteld tarief voor soortgelijke verbindingen.

Het tarief geldt tot 1 juli omdat het in het kader van het gangbare tarieftoezicht nog moet worden beoordeeld. Teveel betaalde bedragen moeten dan weer worden verrekend. 

OPTA vindt dat het mogelijk moet zijn om een kabel te trekken tussen twee aanbieders die hun appara-tuur hebben opgesteld in verschillende ruimtes in een centrale van KPN. In beginsel mag een aanbieder die verbinding zelf aanleggen, maar als KPN gevraagd wordt dat te doen mag het niet meer kosten dan het tarief dat OPTA eerder voor een soortgelijke verbin-ding heeft vastgesteld.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Tijdens deze bijeenkomst vertelt WNK over onder meer de ervaring die zij tot nu toe met Beschut werk en de doelgroep heeft en is er gelegenheid tot het stellen van vragen over

Maar in werkelijkheid is intergemeentelijke samenwerking in het sociaal domein lang niet altijd een succes.. TEKST: DORINE VAN KESTEREN,

De voorzitter vraagt of de financiële consequenties er alleen zijn wanneer het subsidiebedrag door de raad om wat voor reden dan ook lager wordt vastgesteld.. De berekeningen op

Uw CDA is er klaar voor: voor een sterkere gemeente, die kiest voor een eerlijke economie met meer werkgelegenheid, die ruimte geeft in plaats van lasten en die meer voor haar

Waarschijnlijk heb ik geen larven gezien omdat ik alleen van dode bomen bast kon losmaken: daar is voor larven niks meer te halen..

‘Dat is ook een voordeel hier: een bepaalde mate van ziekte wordt getolereerd op de greens, als de golfer er maar geen last van heeft met putten.’ Onkruid wordt lokaal bestre-

De verhouding tussen Vlaamse ontginning en import illustreert hoe afhankelijk we zijn van de import van grondstoffen, halffabricaten en afgewerkte producten om

 Ruim driekwart van de beleggers die beleggen via een beleggingsadviseur (78%) of vermogensbeheerder (76%) en informatie over de kosten hebben gezien, heeft deze informatie van