• No results found

De draadmodellen van P.H. Schoute, hoogleraar wiskunde te Groningen

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "De draadmodellen van P.H. Schoute, hoogleraar wiskunde te Groningen"

Copied!
78
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

De draadmodellen van P.H. Schoute, hoogleraar wiskunde te Groningen

Jaap Top

CUW, 29 november 2016

(2)

Pieter Hendrik Schoute (1846–1913):

I 1867 diploma civiele techniek, Polytechnische school Delft;

I 1870 promotie bij David Bierens de Haan (Leiden), onderwerp: kwadratische oppervlakken;

I 1871–1874 leraar wiskunde in Nijmegen;

I 1874–1881 leraar wiskunde in Den Haag;

I 1881 benoemd tot hoogleraar meetkunde Univ. Groningen;

I 1886 benoemd tot lid van de KNAW;

I 1892/93 rector magnificus RUG (opvolger van Barend Sijmons).

(3)

Pieter Hendrik Schoute (1846–1913):

I 1867 diploma civiele techniek, Polytechnische school Delft;

I 1870 promotie bij David Bierens de Haan (Leiden), onderwerp: kwadratische oppervlakken;

I 1871–1874 leraar wiskunde in Nijmegen;

I 1874–1881 leraar wiskunde in Den Haag;

I 1881 benoemd tot hoogleraar meetkunde Univ. Groningen;

I 1886 benoemd tot lid van de KNAW;

I 1892/93 rector magnificus RUG (opvolger van Barend Sijmons).

(4)

Pieter Hendrik Schoute (1846–1913):

I 1867 diploma civiele techniek, Polytechnische school Delft;

I 1870 promotie bij David Bierens de Haan (Leiden), onderwerp: kwadratische oppervlakken;

I 1871–1874 leraar wiskunde in Nijmegen;

I 1874–1881 leraar wiskunde in Den Haag;

I 1881 benoemd tot hoogleraar meetkunde Univ. Groningen;

I 1886 benoemd tot lid van de KNAW;

I 1892/93 rector magnificus RUG (opvolger van Barend Sijmons).

(5)

Pieter Hendrik Schoute (1846–1913):

I 1867 diploma civiele techniek, Polytechnische school Delft;

I 1870 promotie bij David Bierens de Haan (Leiden), onderwerp: kwadratische oppervlakken;

I 1871–1874 leraar wiskunde in Nijmegen;

I 1874–1881 leraar wiskunde in Den Haag;

I 1881 benoemd tot hoogleraar meetkunde Univ. Groningen;

I 1886 benoemd tot lid van de KNAW;

I 1892/93 rector magnificus RUG (opvolger van Barend Sijmons).

(6)

Pieter Hendrik Schoute (1846–1913):

I 1867 diploma civiele techniek, Polytechnische school Delft;

I 1870 promotie bij David Bierens de Haan (Leiden), onderwerp: kwadratische oppervlakken;

I 1871–1874 leraar wiskunde in Nijmegen;

I 1874–1881 leraar wiskunde in Den Haag;

I 1881 benoemd tot hoogleraar meetkunde Univ. Groningen;

I 1886 benoemd tot lid van de KNAW;

I 1892/93 rector magnificus RUG (opvolger van Barend Sijmons).

(7)

Pieter Hendrik Schoute (1846–1913):

I 1867 diploma civiele techniek, Polytechnische school Delft;

I 1870 promotie bij David Bierens de Haan (Leiden), onderwerp: kwadratische oppervlakken;

I 1871–1874 leraar wiskunde in Nijmegen;

I 1874–1881 leraar wiskunde in Den Haag;

I 1881 benoemd tot hoogleraar meetkunde Univ. Groningen;

I 1886 benoemd tot lid van de KNAW;

I 1892/93 rector magnificus RUG (opvolger van Barend Sijmons).

(8)

Pieter Hendrik Schoute (1846–1913):

I 1867 diploma civiele techniek, Polytechnische school Delft;

I 1870 promotie bij David Bierens de Haan (Leiden), onderwerp: kwadratische oppervlakken;

I 1871–1874 leraar wiskunde in Nijmegen;

I 1874–1881 leraar wiskunde in Den Haag;

I 1881 benoemd tot hoogleraar meetkunde Univ. Groningen;

I 1886 benoemd tot lid van de KNAW;

I 1892/93 rector magnificus RUG (opvolger van Barend Sijmons).

(9)

Pieter Hendrik Schoute (1846–1913):

I 1867 diploma civiele techniek, Polytechnische school Delft;

I 1870 promotie bij David Bierens de Haan (Leiden), onderwerp: kwadratische oppervlakken;

I 1871–1874 leraar wiskunde in Nijmegen;

I 1874–1881 leraar wiskunde in Den Haag;

I 1881 benoemd tot hoogleraar meetkunde Univ. Groningen;

I 1886 benoemd tot lid van de KNAW;

I 1892/93 rector magnificus RUG (opvolger van Barend Sijmons).

(10)

Over Schoute zegt de Joods/Britse wiskundige James Joseph Sylvester (Nature 33, 1886) in zijn rede bij de aanvaarding van de Savilian Chair of Geometry, Oxford University:

(11)
(12)
(13)

De getoonde handtekening van Schoute bevestigt diens instemming met:

(14)

De modellen die Schoute kocht, kwamen van de Duitse firma’s Ludwig Brill en Martin Schilling.

(15)

1885

(16)

1911

(17)

De modellen van Brill en Schilling zetten een traditie voort die al eerder begon. Hier houten modellen (Science Museum, London Mathematical Society, Pl¨ucker Collection, ≈ 1867):

(18)

Veel van deze modellen ogen verrassend modern en kunstzinnig.

Diverse kunstenaars lieten zich dan ook inspireren door dergelijke wiskundige figuren.

(19)

Hier kartonnen modellen uit de Brill collectie, horend bij het onderwerp waarover Schoute in 1870 promoveerde.

Ze zijn ontworpen door Brill’s wiskundige broer

Alexander von Brill (1842–1935):

(20)
(21)

Hier een van de ruim 150 modellen die Schoute verzamelde:

(22)

Man Ray, 1948: “Shakespearean Equation, King Lear”

(23)

Schoute heeft niet alleen in Duitsland vervaardigde modellen aangeschaft,

hij heeft ook zelf modellen ontworpen en daarover gepubliceerd.

De voorgeschiedenis, de publicaties, en de impact ervan geven een indruk van de invloed van de laat-19de eeuwse Nederlandse wiskunde.

(24)

Schoute heeft niet alleen in Duitsland vervaardigde modellen aangeschaft,

hij heeft ook zelf modellen ontworpen en daarover gepubliceerd.

De voorgeschiedenis, de publicaties, en de impact ervan geven een indruk van de invloed van de laat-19de eeuwse Nederlandse wiskunde.

(25)

Schoute heeft niet alleen in Duitsland vervaardigde modellen aangeschaft,

hij heeft ook zelf modellen ontworpen en daarover gepubliceerd.

De voorgeschiedenis, de publicaties, en de impact ervan geven een indruk van de invloed van de laat-19de eeuwse Nederlandse wiskunde.

(26)

1892 (het jaar waarin Schoute rector wordt): in opdracht van de Deutsche Mathematiker-Vereinigung redigeert Walther Dyck een catalogus die zoveel mogelijk wiskundige modellen/apparaten uit heel Europa beschrijft.

Felix Klein schrijft het voorwoord ervan, over werk van de al eerder genoemde Sylvester.

(27)
(28)

Klein:

(29)

De presentatie van de catalogus en een tentoonstelling van de modellen stond gepland rondom de jaarvergadering van de DMV in Neurenberg, September ’92. Aan alles was gedacht:

(30)

Een cholera epidemie gooide echter roet in het eten:

(31)

In z’n inleiding had Klein gevraagd om modellen van “discriminant oppervlakken”.

Nu de tentoonstelling werd uitgesteld, gingen meerdere wiskundigen bezig met de vraag van Klein.

Onder hen K. D¨ohlemann en de latere pedagoog

G. Kerschensteiner, maar ook de Groningse rector Schoute. Najaar 1893 is in M¨unchen de volgende DMV bijeenkomst, met tentoonstelling plus een supplement van de catalogus. Hierin:

(32)

In z’n inleiding had Klein gevraagd om modellen van “discriminant oppervlakken”.

Nu de tentoonstelling werd uitgesteld, gingen meerdere wiskundigen bezig met de vraag van Klein.

Onder hen K. D¨ohlemann en de latere pedagoog

G. Kerschensteiner, maar ook de Groningse rector Schoute. Najaar 1893 is in M¨unchen de volgende DMV bijeenkomst, met tentoonstelling plus een supplement van de catalogus. Hierin:

(33)

In z’n inleiding had Klein gevraagd om modellen van “discriminant oppervlakken”.

Nu de tentoonstelling werd uitgesteld, gingen meerdere wiskundigen bezig met de vraag van Klein.

Onder hen K. D¨ohlemann en de latere pedagoog

G. Kerschensteiner, maar ook de Groningse rector Schoute.

Najaar 1893 is in M¨unchen de volgende DMV bijeenkomst, met tentoonstelling plus een supplement van de catalogus. Hierin:

(34)

In z’n inleiding had Klein gevraagd om modellen van “discriminant oppervlakken”.

Nu de tentoonstelling werd uitgesteld, gingen meerdere wiskundigen bezig met de vraag van Klein.

Onder hen K. D¨ohlemann en de latere pedagoog

G. Kerschensteiner, maar ook de Groningse rector Schoute.

Najaar 1893 is in M¨unchen de volgende DMV bijeenkomst, met tentoonstelling plus een supplement van de catalogus. Hierin:

(35)
(36)
(37)

Schoute maakte dus drie draadmodellen.

Zaterdag 27 mei 1893 presenteerde hij deze op de maandelijkse KNAW bijeenkomst in Amsterdam.

Blijkens de notulen:

(38)

Schoute maakte dus drie draadmodellen.

Zaterdag 27 mei 1893 presenteerde hij deze op de maandelijkse KNAW bijeenkomst in Amsterdam.

Blijkens de notulen:

(39)

Schoute maakte dus drie draadmodellen.

Zaterdag 27 mei 1893 presenteerde hij deze op de maandelijkse KNAW bijeenkomst in Amsterdam.

Blijkens de notulen:

(40)

(enz., ruim 3 bladzijden)

(41)
(42)

KNAW vergadering Zaterdag 24 Juni 1893:

(43)

Met hulp van de catalogus beschrijving en de KNAW notulen zijn de drie modellen van Schoute te reconstrueren (computer):

(44)
(45)
(46)
(47)

Deze modellen blijken nog altijd, in zeer goede staat, aanwezig in het Groningse wiskunde instituut!

In 2010 werden ze ge¨ıdentificeerd (bachelorproject van Erik Weitenberg)

(48)

Deze modellen blijken nog altijd, in zeer goede staat, aanwezig in het Groningse wiskunde instituut!

In 2010 werden ze ge¨ıdentificeerd (bachelorproject van Erik Weitenberg)

(49)
(50)
(51)
(52)

15 jaar na Schoutes publicaties werd de wens van Felix Klein

“discriminant oppervlakken” te vervaardigen, ook gehonoreerd door het Verlag van Martin Schilling.

Dit werd de 33ste serie van Brill/Schilling (1908):

(53)

15 jaar na Schoutes publicaties werd de wens van Felix Klein

“discriminant oppervlakken” te vervaardigen, ook gehonoreerd door het Verlag van Martin Schilling.

Dit werd de 33ste serie van Brill/Schilling (1908):

(54)
(55)

Schoute wordt niet genoemd!

I Oskar Bolza promoveerde bij Felix Klein.

I Mary Emily Sinclair schreef in Chicago in 1903 haar masterscriptie met Bolza als begeleider.

I Roderich Hartenstein schreef in 1905/06 z’n

“Staatsexamenarbeit” begeleid door Klein.

I Friedrich Schilling (hoogleraar te Danzig) was een familielid van Martin.

Van deze wetenschappers noemt alleen Hartenstein, in de

toelichting die kopers van Schilling Serie XXXIII kregen, het werk van Schoute uit 1893.

(56)

Schoute wordt niet genoemd!

I Oskar Bolza promoveerde bij Felix Klein.

I Mary Emily Sinclair schreef in Chicago in 1903 haar masterscriptie met Bolza als begeleider.

I Roderich Hartenstein schreef in 1905/06 z’n

“Staatsexamenarbeit” begeleid door Klein.

I Friedrich Schilling (hoogleraar te Danzig) was een familielid van Martin.

Van deze wetenschappers noemt alleen Hartenstein, in de

toelichting die kopers van Schilling Serie XXXIII kregen, het werk van Schoute uit 1893.

(57)
(58)

Mary Emily Sinclair (1878–1955)

(59)

Een vergelijkbaar lot trof de enige andere Nederlander die een bijdrage aan Dyck’s catalogus leverde:

Diederik Johannes Korteweg (1848–1941)

(60)

Met promovendus Hermann Gottfried Breijer had Korteweg in 1893 werk van Newton en M¨obius over derdegraads krommen uitgebreid.

In Duitsland werd dit opnieuw gedaan door o.a. Alexander Brill, H. Dollinger en Hermann Wiener, zonder verwijzing naar Korteweg en Breijer.

Het Duitse werk leidde tot de Series XVII-2 en XXV uitgevoerd door Brill en Schilling.

(61)

Met promovendus Hermann Gottfried Breijer had Korteweg in 1893 werk van Newton en M¨obius over derdegraads krommen uitgebreid.

In Duitsland werd dit opnieuw gedaan door o.a. Alexander Brill, H. Dollinger en Hermann Wiener, zonder verwijzing naar Korteweg en Breijer.

Het Duitse werk leidde tot de Series XVII-2 en XXV uitgevoerd door Brill en Schilling.

(62)

Met promovendus Hermann Gottfried Breijer had Korteweg in 1893 werk van Newton en M¨obius over derdegraads krommen uitgebreid.

In Duitsland werd dit opnieuw gedaan door o.a. Alexander Brill, H. Dollinger en Hermann Wiener, zonder verwijzing naar Korteweg en Breijer.

Het Duitse werk leidde tot de Series XVII-2 en XXV uitgevoerd door Brill en Schilling.

(63)

In z’n beginperiode als Gronings hoogleraar deed Schoute ook aan popularisering van wiskunde.

In 1882/83 schreef hij in totaal 15 bijdragen in een tijdschrift: Wieb Bosma (Nijmegen) schreef hierover in 2009 in het Nieuw Archief voor Wiskunde – het blad met een eeuw eerder Schoute als hoofdredacteur.

Als slot van deze lezing laten we Schoute aan het woord:

(64)

In z’n beginperiode als Gronings hoogleraar deed Schoute ook aan popularisering van wiskunde.

In 1882/83 schreef hij in totaal 15 bijdragen in een tijdschrift:

Wieb Bosma (Nijmegen) schreef hierover in 2009 in het Nieuw Archief voor Wiskunde – het blad met een eeuw eerder Schoute als hoofdredacteur.

Als slot van deze lezing laten we Schoute aan het woord:

(65)

In z’n beginperiode als Gronings hoogleraar deed Schoute ook aan popularisering van wiskunde.

In 1882/83 schreef hij in totaal 15 bijdragen in een tijdschrift:

Wieb Bosma (Nijmegen) schreef hierover in 2009 in het Nieuw Archief voor Wiskunde – het blad met een eeuw eerder Schoute als hoofdredacteur.

Als slot van deze lezing laten we Schoute aan het woord:

(66)

In z’n beginperiode als Gronings hoogleraar deed Schoute ook aan popularisering van wiskunde.

In 1882/83 schreef hij in totaal 15 bijdragen in een tijdschrift:

Wieb Bosma (Nijmegen) schreef hierover in 2009 in het Nieuw Archief voor Wiskunde – het blad met een eeuw eerder Schoute als hoofdredacteur.

Als slot van deze lezing laten we Schoute aan het woord:

(67)
(68)
(69)
(70)
(71)
(72)

Een voorbeeld van een “verpoozing” van Schoute:

De paardesprong

(73)
(74)
(75)
(76)

Voor de oplossing, alsmede een uitgebreide bronvermelding verwijs ik graag naar Schoute!

Zijn heldere uitleg doet niet onder bij die van Euler uit 1759.

Schoute bedacht voor de puzzelaars een hint, in de vorm van een gedicht:

(77)

Voor de oplossing, alsmede een uitgebreide bronvermelding verwijs ik graag naar Schoute!

Zijn heldere uitleg doet niet onder bij die van Euler uit 1759.

Schoute bedacht voor de puzzelaars een hint, in de vorm van een gedicht:

(78)

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Volgens vakspecifieke regel 4c bedraagt de aftrek voor fouten zoals bedoeld onder 4a en/of fouten bij het afronden van het eindantwoord voor het hele examen maximaal 2

− Als op basis van andere gekozen punten een andere richtingscoëfficiënt berekend wordt met een waarde in het interval [–0,86; –0,8] hiervoor geen scorepunten in

Geschiedenis, Sociologie, Volkakunde en -kunst, Socio- grafie, Economie, Recht, Staat, PQlitiek.. and NEUGARTEN,

Op grond van de resultaten in tabel 2 bespreken de onderzoekers de volgende stelling: ‘Er bestaat een groot verschil in het aantal kcal per bestelling tussen klanten die

Vanaf 2010 zijn er maatregelen getroffen om ervoor te zorgen dat de totale voetafdruk op termijn weer onder de 10 miljard mha komt. De jaren daarna blijft de gemiddelde voetafdruk

Volgens vakspecifieke regel 4c bedraagt de aftrek voor fouten zoals bedoeld onder 4a en/of fouten bij het afronden van het eindantwoord voor het hele examen maximaal 2

[r]

[r]