VEILIGHEIDSATTITUDES
Voor het gebruik van machines en materiaal zijn instructiekaarten opgesteld. Raadpleeg die instructiekaarten vooraleer aan het werk te gaan.
Factoren die storend kunnen werken, moeten vermeden worden: zo is bv. Het dragen van een mp3-speler.
Bij het einde van de les wordt de werkplaats op het teken van de begeleidende leerkracht rustig verlaten.
Het dragen van een veiligheidsbril is verplicht bij alle bewerkingen die een gevaar voor oogkwetsuren inhouden: boren, werken met het lijmpistool, ...
Het dragen van veiligheidshandschoenen is verplicht bij alle bewerkingen die een gevaar voor kwetsuren aan de handen inhouden: boren, snijden met de plaatschaar, ...
Voer alleen opdrachten uit die de leraar je geeft Loop of speel niet in de werkplaats.
Plaag of hinder je medeleerlingen niet terwijl zij aan het werk zijn, zodat hun aandacht of concentratie op hun activiteit niet verslapt.
Verlaat nooit een machine die in werking is zoals boormachine, soldeerbout, lijnbuiger, ...
Schakel onmiddellijk het toestel of de machine uit bij abnormale werking (ongewoon lawaai, rook, rare geur, ... ) en verwittig de begeleidende leerkracht
HYGIËNE
Was altijd de handen grondig op het einde van de les en laat ook de kleinste wonde onmiddellijk verzorgen.
Eet of drink niet in de werkplaats. Breng dan ook geen eetwaren of frisdranken mee naar de werkplaats.
ORDE EN NETHEID
Besteed bij elke handeling in de werkplaats altijd aandacht aan orde en netheid.
Leg gereedschappen onmiddellijk na gebruik terug op de juiste plaats en laat ze niet rondslingeren.
Maak op het einde van de lessen je werkplek schoon.
MILIEU
Sorteer het afval in de juiste afvalbak.