Raad van Bestuur van de

Gevestigd te Breda

Handelsregister Breda nr. 27004771 Correspondentie-adres:

Postbus 1, 4803 AA Breda

An ExxonMobil Subsidiary Esso Nederland B.V.

Graaf Engelbertlaan 75 4873 DS Breda The Netherlands

+31 76 529 2228 Telephone +31 76 529 2240 Facsimile kees.bouwens@exxonmobil.com

Kees Bouwens

Advisor, Europe Regulatory

Raad van Bestuur van de

Nederlandse Mededingingsauthoriteit Postbus 16362

2500 BH Den Haag

Onderwerp: Consultatie inzake concept tariefvoorstel van GTS Zaaknummer: 103378

Geachte lezer,

Esso Nederland en andere werkmaatschappijen van de ExxonMobil groep ("ExxonMobil") zijn in Nederland actief als producent, shipper, handelaar en gebruiker van aardgas. Naar aanleiding van het concept tariefvoorstel van GTS maakt ExxonMobil graag gebruik van de mogelijkheid te reageren op de consultatievragen.

1. Bent u van mening dat het juridisch kader een herinrichting van de transport (gerelateerde) tarieven toestaat?

Het methodebesluit heeft gezorgd voor een zekere stabiliteit en voorspelbaarheid van de transporttarieven gedurende een periode van 4 jaar (2009 t/m 2012). Daarvoor is het van belang dat is bepaald dat individuele tarieven in beginsel per jaar niet meer dan 5% mogen afwijken van de gemiddelde tariefsverandering. Om van deze regel te kunnen afwijken is een afdoende onderbouwing vereist. Wij zijn van mening dat het juridisch kader een afwijking van de 5% bandbreedte op beperkte schaal - en mits goed gemotiveerd - toestaat. Voor de voorgestelde herinrichting van de transporttarieven zien wij daarentegen binnen het methodebesluit geen ruimte.

Breda, 18 juni 2010

2. Bent u van mening dat met een uniform entry tarief de onderlinge afweging van de verschillende criteria op een goede wijze wordt gemaakt?

Bij de huidige inrichting van de entry tarieven speelt de transportafstand nog enige rol, en daarmee het kostenveroorzakingsbeginsel. Met een uniform entry tarief verdwijnt de kostenoriëntatie. Volgens GTS "dienen aanbieders van gas zoveel mogelijk in een gelijke

en gaat bovenal voorbij aan het feit dat het aanbod van LNG, offshore gas en import niet op het entrypunt wordt geproduceerd. De stelling dat een uniform entry tarief goed zou zijn voor de marktwerking, diversificatie en leveringszekerheid is niet geloofwaardig, zeker niet omdat het tarief voor de meest gangbare entrypunten juist stijgt.

3. Komt de 40%/60%-inkomstenverdeling over de entry en exit tarieven volgens u op een goede wijze tegemoet aan de afweging van de verschillende criteria?

GTS stelt dat een lager entry tarief Nederland aantrekkelijker zou maken als afzetmarkt. Wij steunen deze opvatting maar zijn van mening dat aanpassing van de inkomstenverdeling nu niet aan de orde is (zie antwoord op vraag 1).

4. Bent u van mening dat het wegnemen van het onderscheid tussen H- en G-exittarieven de afweging van de verschillende criteria op een goede wijze weerspiegelt?

Het wegnemen van het onderscheid tussen de transporttarieven voor H- en G-gas is een logische vervolgstap nadat kwaliteitsconversie is gesocialiseerd. Dit geldt voor de entry én exit tarieven. Als dit voor een beperkt aantal punten (b.v. Oude Statenzijl) een afwijking van de 5% bandbreedte zou betekenen lijkt ons dat aanvaardbaar.

5. De hoogte van exittarieven wordt (deels) bepaald door een transportonafhankelijke opslag van zes euro. Bent u van mening dat het hanteren van deze opslag een goede invulling is van de afweging van de verschillende criteria?

Wij begrijpen dat de transportonafhankelijke opslag van 6 € voortkomt uit de wens van GTS om de uitkomst van een volledig transportafhankelijk tarief enigszins te nivelleren. Dit is een vorm van kruissubsidie die - samen met de andere voorstellen - in individuele gevallen een forse tariefverhoging veroorzaakt. Zo stijgt bijvoorbeeld het exittarief voor Delfzijl van 3,10

€/m

/h naar 8,51 €/m

/h zonder dat daarvoor een kostenonderbouwing wordt gegeven.

6. De hoogte van exittarieven wordt bepaald aan de hand van twee variabelen: druk en afstand. Bent u van mening dat het hanteren van deze kostenveroorzakers - en de wijze waarop deze worden gehanteerd - een goede invulling is van de afweging van de verschillende criteria?

Bij de huidige exittarieven speelt de afstand als kostenveroorzaker reeds een belangrijke rol.

De noodzaak tot aanpassing van de huidige tarieven wordt in het tariefvoorstel niet duidelijk

gemotiveerd. Het hanteren van een druktoeslag voor een beperkt aantal grenspunten lijkt een

overbodige verfijning en is moeilijk te rijmen met het principe dat transportkosten afnemen bij een hogere druk.

7. Bent u van mening dat het concept tariefvoorstel wat betreft gasopslag de afweging van de verschillende criteria op een goede wijze weerspiegelt?

Het hanteren van een entry- en exittarief voor gasopslag is een keuze die op zich ook ter discussie kan worden gesteld. Immers, voor gas dat wordt opgeslagen wordt zo tweemaal een entrytarief én een exittarief betaald voordat het bij de gebruiker aankomt. Gelet op het antwoord bij vraag 1 zijn wij echter van mening dat dit nu niet aan de orde is.

8. Heeft u nog andere opmerkingen over het concept tariefvoorstel?

Wij willen graag een opmerking maken over de wijze waarop het tekort op de uitbreidings- investeringen in het tariefvoorstel is verwerkt. In de berekening van het tekort gaat GTS uit van een verhoogd rendement (7%) en een afschrijvingsperiode van 20 jaar. Dit correspondeert met een verhoogd risico. Het zo berekende tekort wordt in het tariefvoorstel via een opslag op de tarieven afgewenteld op de bestaande netgebruikers. Aldus loopt GTS geen (verhoogd) risico. Verder wordt voorgesteld het tekort via een % toeslag in de exittarieven te versleutelen in plaats van een vaste toeslag. Dit suggereert een kostenrelatie die niet wordt onderbouwd.

Uiteraard ben ik graag bereid deze reactie nader toe te lichten.

Met vriendelijke groet,

Kees Bouwens

Advisor, Europe Regulatory